Page 321 of 642

3204-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
4-3.Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Bedien de schakelaar om de
verlichting als volgt in te schakelen:
1 De parkeerlichten voor, achter-
lichten, kentekenplaat- en dash-
boardverlichting gaan branden.
2 De koplampen en alle verlich-
ting die hierboven genoemd is,
gaan branden.
3 De koplampen, dagrijverlich-
ting ( →Blz. 320) en alle verlichting
die hierboven geno emd is, worden
automatisch in- en uitgeschakeld.
■De AUTO-modus kan worden gebruikt
als
Het contact AAN staat.
■Dagrijverlichting
Om uw auto overdag beter zichtbaar te
maken voor andere weggebruikers wordt de
dagrijverlichting autom atisch ingeschakeld
als het hybridesysteem wordt gestart en de
parkeerrem wordt gedeactiveerd met de licht-
schakelaar in de stand . (Brandt helder-
der dan de parkeerlichten voor.)
Dagrijverlichting is niet ontworpen voor
gebruik in het donker.
■Sensor koplampregeling
De werking van de sensor kan in negatieve
zin beïnvloed worden als er iets over de sen-
sor heen geplaatst wordt of als er iets op de
ruit wordt aangebracht waardoor de sensor
wordt afgeschermd. Hierdoor kan de sensor
niet op de juiste manier de hoeveelheid
omgevingslicht signaleren, waardoor het
automatische koplampsysteem mogelijk
onjuist functioneert.
■Automatisch uitschakelsysteem ver-
lichting
Type A
De verlichting wordt automatisch uitgescha-
keld als het contact in stand ACC of UIT
wordt gezet en het bestuurdersportier wordt
geopend.
Zet om de verlichting weer in te schakelen
het contact AAN of zet de lichtschakelaar een
keer in stand en daarna weer in stand
of .
Lichtschakelaar
De koplampen kunnen handmatig
of automatisch worden bediend.
Inschakelen van de koplampen
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 320 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM
Page 322 of 642

321
4
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Rijden
Type B
●Als de lichtschakelaar in de stand of
staat: De koplampen en de mistlam-
pen voor worden automatisch uitgescha-
keld als het contact in stand ACC of UIT
wordt gezet.
●Als de lichtschakelaar in de stand
staat: De koplampen en alle overige ver-
lichting worden automatisch uitgeschakeld
als het contact in stand ACC of UIT wordt
gezet.
Zet om de verlichting weer in te schakelen
het contact AAN of zet de lichtschakelaar een
keer in stand en daarna weer in stand
of .
■Zoemer verlichting
Er klinkt een zoemer als het contact in stand
ACC of UIT wordt gezet en het bestuurders-
portier wordt geopend terwijl de verlichting is
ingeschakeld.
■Automatische verticale koplampverstel-
ling
De koplamphoogte wordt automatisch gere-
geld op basis van het aantal passagiers in de
auto en de mate van belading om verblinding
van andere weggebruikers door de koplam-
pen te voorkomen.
■Energiebesparende functie 12V-accu
Type A
Om te voorkomen dat de 12V-accu van de
auto ontladen raakt wanneer de koplampen
en/of de achterlichten aan zijn terwijl het con-
tact UIT wordt gezet , schakelt de energiebe-
sparende functie van de 12V-accu alle
verlichting na ongeveer 20 minuten automa-
tisch uit.
Onder de volgende omstandigheden wordt
de energiebesparende functie van de 12V-
accu eenmaal uitgeschakeld en vervolgens
weer geactiveerd. Alle verlichting gaat 20
minuten nadat de energiebesparende functie
van de 12V-accu weer is geactiveerd auto-
matisch uit:
●Wanneer de lichtschakelaar wordt bediend
●Wanneer een portier wordt geopend of
gesloten
Type B
Om te voorkomen dat de 12V-accu van de
auto ontladen raakt wanneer de lichtschake-
laar in de stand staat terwijl het contact
UIT wordt gezet, schakelt de energiebespa-
rende functie van de 12V-accu alle verlichting
na ongeveer 20 minuten automatisch uit.
Onder de volgende omstandigheden wordt
de energiebesparende functie van de 12V-
accu eenmaal uitgesc hakeld en vervolgens
weer geactiveerd. Alle verlichting gaat 20
minuten nadat de energiebesparende functie
van de 12V-accu weer is geactiveerd auto-
matisch uit:
●Wanneer de lichtschakelaar wordt bediend
●Wanneer een portier wordt geopend of
gesloten
■Als “Headlight System Malfunction Visit
Your Dealer” (Storing in koplampsys-
teem. Ga naar uw dealer) op het multi-
informatiedisplay wordt weergegeven
Er is mogelijk een storing in het systeem aan-
wezig. Laat de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instellingen (bijv. gevoeligheid lichtsen-
sor) kunnen worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoon-
lijke voorkeur sinstellingen: →Blz. 614)
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de
12V-accu
Laat de verlichting niet langer ingescha-
keld dan noodzakelijk is als het hybride-
systeem niet in werking is.
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 321 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM
Page 323 of 642

3224-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
1Druk bij ingeschakelde koplampen
de hendel van u af om het grootlicht
in te schakelen.
Door de hendel weer in de middenstand te zet-
ten, wordt het grootlicht weer uitgeschakeld.
2Trek de hendel naa r u toe en laat
deze meteen weer los om één keer
met het grootlic ht te knipperen.
U kunt lichtsignalen geven met de koplam-
pen in- of uitgeschakeld.
Dankzij dit systeem kunnen de koplam-
pen gedurende 30 seconden worden
ingeschakeld wanneer het contact UIT
wordt gezet.
Trek, nadat u het contact UIT hebt
gezet, de hendel naar u toe en laat hem
los terwijl de lichtschakelaar in de stand
staat.
Trek de hendel naar u toe en laat hem weer
los om de verlichting uit te schakelen.
*: Indien aanwezig
1Druk de Automatic High Beam-
schakelaar in.
Inschakelen van het grootlicht
Follow Me Home-systeem
AHB (Automatic High
Beam)*
Het Automatic High Beam-sys-
teem maakt gebruik van een inge-
bouwde camerasensor om de
helderheid van bijvoorbeeld de
straatverlichting en de verlichting
van tegenliggers en voorliggers te
meten, en schakelt indien nodig
automatisch het grootlicht in of
uit.
WAARSCHUWING
■Beperkingen van het Automatic High
Beam-systeem
Vertrouw niet blindelings op het Automatic
High Beam-systeem. Rijd altijd voorzich-
tig, houd hierbij de omgeving in de gaten
en schakel indien nodig handmatig het
grootlicht in of uit.
■Voorkomen van onjuiste werking van
het Automatic High Beam-systeem
Voorkom overbelading van uw auto.
Inschakelen van het Automatic
High Beam-systeem
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 322 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM
Page 324 of 642

323
4
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Rijden
2
Duw de hendel van u af terwijl de
lichtschakelaar in de stand of
staat.
Het controlelampje van het Automatic High
Beam-systeem gaat branden als het sys-
teem werkt.
■Voorwaarden voor het automatisch in-
of uitschakelen van het grootlicht
●Als aan alle onderstaande voorwaarden is
voldaan, wordt het grootlicht automatisch
ingeschakeld (na ongeveer 1 seconde):
• De rijsnelheid is hoger dan ongeveer 30 -
40 km/h
*-.
• Het gebied voor de auto is niet verlicht.
• Er zijn geen tegenliggers of voorliggers met ingeschakelde koplampen of achter-
lichten.
• Er bevinden zich weinig straatlantaarns op de weg voor u.
●Als aan een van onderstaande voorwaar-
den is voldaan, wordt het grootlicht auto-
matisch uitgeschakeld:
• De rijsnelheid wordt lager dan ongeveer 25
- 30 km/h
*.
• Het gebied voor de auto is verlicht.
• Tegenliggers of voorliggers hebben de koplampen of achterlichten ingeschakeld.
• Er bevinden zich veel straatlantaarns op de weg voor u.
*: De rijsnelheid waarbij het grootlicht auto-
matisch ingeschakeld-/uitgeschakeld
wordt, kan variëren, afhankelijk van het
land waarvoor de auto is goedgekeurd.
■Informatie werking camerasensor
●In de volgende situaties wordt het groot-
licht mogelijk niet automatisch uitgescha-
keld:
• Als plotseling een tegenligger uit een bocht opdoemt
• Als plotseling een andere auto voor de eigen auto invoegt
• Als tegenliggers of voorliggers aan het zicht zijn onttrokken als gevolg van een
reeks bochten, wegafscheidingen of
bomen langs de weg
• Wanneer tegenliggers opdoemen uit de rechter tegemoetkomende rijstrook op een
brede weg
• Wanneer er tegenliggers of voorliggers met uitgeschakelde verlichting zijn
●Het grootlicht wordt mogelijk uitgeschakeld
als een tegenligger wordt gesignaleerd die
zijn mistlampen aan heeft terwijl zijn kop-
lampen uit zijn.
●Door de aanwezigheid van huisverlichting,
straatverlichting, verkeerslichten of ver-
lichte billboards of verkeersborden wordt
mogelijk geschakeld van grootlicht naar
dimlicht of blijft het dimlicht mogelijk inge-
schakeld.
●De volgende factoren kunnen van invloed
zijn op de reactietijd voor het in- of uitscha-
kelen van het grootlicht:
• De helderheid van koplampen, mistlampen en achterlichten van tegenliggers en voor-
liggers
• De beweging en richting van tegenliggers en voorliggers
• Als de verlichting van een tegenligger of voorligger slechts aan één kant werkt
• Als een tegenligger of voorligger een voer- tuig op twee wielen betreft
• De toestand van de weg (stijgingspercen- tage, bochten, toestand van het wegdek,
enz.)
• Het aantal inzittenden en de hoeveelheid bagage
●Het grootlicht kan op voor de bestuurder
onverwachte momenten worden in- en uit-
geschakeld.
●Fietsen of vergelijkbare objecten worden
mogelijk niet gesignaleerd.
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 323 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM
Page 325 of 642

3244-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
●In de onderstaande situaties kan het sys-
teem de helderheid van het omgevingslicht
mogelijk niet juist signaleren. Hierdoor blij-
ven de dimlichten mogelijk branden of
zorgt het grootlicht m ogelijk voor proble-
men bij voetgangers, tegenliggers of voor-
liggers of anderen. In dergelijke gevallen
moet handmatig worden geschakeld tus-
sen grootlicht en dimlicht.
• Bij slecht weer (regen, sneeuw, mist, zand- stormen, enz.)
• Het zicht door de voorruit wordt belem- merd door damp, was em, ijs, vuil, enz.
• De voorruit is gebarsten of beschadigd
• De camerasensor is vervormd of vuil
• Als de temperatuur van de camerasensor extreem hoog is
• De helderheid van het omgevingslicht komt overeen met die van koplampen,
achterlichten of mistlampen.
• Als de koplampen of achterlichten van tegenliggers of voorliggers zijn uitgescha-
keld, vuil zijn, een andere kleur hebben of
niet correct zijn afgesteld
• Als de auto wordt geraakt door water, sneeuw, stof, enz. van een voorligger
• In gebieden waar lichte en donkere stuk- ken elkaar afwisselen.
• Als geregeld en herhaaldelijk over stij- gende en dalende wegen wordt gereden,
of over wegen met een slecht of oneffen
wegdek (zoals klinkerwegen, grindwegen,
enz.)
• Als geregeld en herhaaldelijk over boch- tige wegen wordt gereden.
• Als er zich een sterk spiegelend voorwerp, zoals een verkeersbor d of spiegel, voor de
auto bevindt
• De achterzijde van een voorligger is sterk spiegelend, zoals een container op een
truck
• De koplampen van de auto zijn beschadigd of vuil of zijn niet correct afgesteld
• De auto helt naar één kant over door bij- voorbeeld een lekke band of ligt aan de
achterzijde wat lager doordat een aan-
hangwagen is aangekoppeld.
• Er wordt herhaaldelijk en op een abnor- male manier geschakeld tussen dimlicht
en grootlicht
• De bestuurder meent dat andere bestuur- ders of voetgangers last hebben van het
grootlicht
• De auto wordt gebruikt in een gebied waar men aan de andere kant van de weg rijdt.
Bijvoorbeeld, een auto bestemd voor
rechtsrijdend verkeer in een gebied voor
linksrijdend verkeer of vice versa
• Wanneer men door een lange tunnel rijdt.■Als “Headlight System Malfunction Visit
Your Dealer” (Storing in koplampsys-
teem. Ga naar uw dealer) op het multi-
informatiedisplay wordt weergegeven
Er is mogelijk een storing in het systeem aan-
wezig. Laat de auto controleren door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■Dimlicht inschakelen
Trek de hendel naar u toe, zodat deze
in de oorspronkelijke stand terugkomt.
Het controlelampje van het Automatic High
Beam-systeem dooft.
Duw de hendel van u af om het Automatic
High Beam-systeem weer in te schakelen.
■Grootlicht inschakelen
Druk de Automatic High Beam-schake-
laar in.
Het controlelampje van het Automatic High
Beam-systeem dooft en het controlelampje
van het grootlicht gaat branden.
Druk de schakelaar in om het Automatic
High Beam-systeem weer in te schakelen.
Handmatig in- en uitschakelen
van het grootlicht
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 324 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM
Page 326 of 642
325
4
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Rijden
Schakelaar mistachterlicht
1 Schakelt het mistachterlicht
uit
2 Schakelt het mistachterlicht
in
Als de schakelaarring wordt losgelaten,
keert de ring terug naar de stand .
Door de schakelaarring nogmaals te
draaien, wordt het mistachterlicht uitgescha-
keld.
Schakelaar mistlampen
De mistlampen zorgen voor meer
zicht bij ongunstige rijomstandig-
heden, zoals bij regen en mist.
Bediening
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 325 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM
Page 327 of 642

3264-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Schakelaar mistlampen voor/mist-
achterlicht
1 Schakelt de mistlampen
voor en het mistachterlicht uit
2 Schakelt de mistlampen
voor in
3 Schakelt de mistlampen
voor en het mistachterlicht in
Als de schakelaarring wordt losgelaten,
keert de ring terug naar de stand .
Door de schakelaarring nogmaals te draaien
wordt alleen het mistachterlicht uitgescha-
keld.
■Mistlampen kunnen worden gebruikt als
Auto's met schakelaar mistachterlicht
De koplampen worden ingeschakeld.
Auto's met schakelaar mistlampen
voor/mistachterlicht
Mistlampen voor: De koplampen of parkeer-
lichten voor zijn ingeschakeld.
Mistachterlicht: De mis tlampen voor zijn inge-
schakeld.
Door de hendel te bedienen
werken de ruitenwissers en -sproeiers
als volgt:
Ruitenwissers met intervalstand
1 Uit
2 Intervalwerking
3 Lage snelheid
4 Hoge snelheid
5 Enkele slag
Ruitenwissers en
-sproeiers
Door de hendel te bedienen kan
worden geschakeld tussen auto-
matische werking en handbedie-
ning, of kan de sproeier worden
gebruikt.
OPMERKING
■Als de voorruit droog is
Gebruik de ruitenwissers niet als de voor-
ruit droog is omdat hierdoor de voorruit
beschadigd kan worden.
Bedienen van de
ruitenwisserhendel
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 326 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM
Page 328 of 642

327
4
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Rijden
Het wisinterval kan worden gewijzigd
als de intervalstand wordt geselec-
teerd.
6
Verkort het interva l van de wisser-
werking
7 Verlengt het interval van de wisser-
werking
8 Gelijktijdig inschakelen rui-
tensproeiers en ruitenwissers
Door aan de hendel te trekken treden de rui-
tenwissers en -sproeiers in werking.
De ruitenwissers zullen automatisch een
aantal slagen maken als de ruitensproeiers
worden ingeschakeld. Auto's met koplamp-
sproeiers: Als het contact AAN staat, de
koplampen zijn ingeschakeld en u de hendel
naar u toe trekt, werken de koplampsproei-
ers één keer. Daarna werken de koplamp-
sproeiers elke vijfde keer dat u de hendel
naar u toe trekt.
Ruitenwissers met regensensor
1 Uit
2 Stand AUTO
3 Lage snelheid
4 Hoge snelheid
5 Enkele slag
In de stand AUTO werken de ruitenwissers
automatisch wanneer de sensor signaleert
dat het regent. De wissnelheid wordt auto-
matisch afgestemd op de hoeveelheid neer-
slag en de rijsnelheid.
In de stand AUTO kan de sensorgevoe-
ligheid worden ingesteld.
6Verhoogt de gevoeligheid
7 Verlaagt de gevoeligheid
pM_RAV4-HV_OM_OM42C86E_(EE).boo k Page 327 Wednesday, October 9, 2019 11:15 AM