Page 57 of 412

Functies van de klimaatregeling
A/C (airconditioning)
Met de knop voor de A/C (airconditioning) kan
de gebruiker het aircosysteem handmatig in-
of uitschakelen. Als het aircosysteem is inge-
schakeld, stroomt via de luchtroosters koele,
droge lucht in het interieur. Druk voor een
lager brandstofverbruik op knop A/C om de
airconditioning uit te schakelen en stel met
de hand de aanjager en luchtverdeling in.
Zorg ook dat u alleen de stand Instrumenten-
paneel, Ventilatie op twee niveaus of Vloer
kiest.
OPMERKING:
• Als het systeem bij handmatige klimaatre-
geling in de stand Mengen, Vloer of
Ontdooien/ontwasemen staat, kan de A/C
worden uitgeschakeld, maar blijft het airco-
systeem actief om te voorkomen dat de
ruiten beslaan.
• Wanneer zich wasem of condens vormt op
de voorruit of zijramen, kiest u de ontdooi-
stand en verhoogt u indien nodig het aan-
jagertoerental.• Als het lijkt of de airconditioning minder
goed werkt dan verwacht, controleer dan of
de voorzijde van de airco-condensor (vóór in
de radiateur) is verstopt door vuil of insec-
ten. Maak schoon door voorzichtig water te
spuiten vanaf de achterzijde van de radi-
ateur en door de condensor heen.
MAX A/C
Met MAX A/C wordt maximaal gekoeld.
Druk kort op de knop om te schakelen tussen
MAX A/C en de voorgaande instellingen. De
toets gaat branden wanneer MAX A/C is inge-
schakeld.
De gebruiker kan in de modus MAX A/C het
gewenste aanjagertoerental en de gewenste
stand kiezen. Door op andere instellingen te
drukken, schakelt de MAX A/C-werking over
naar de geselecteerde instelling en wordt
MAX A/C verlaten.
Recirculatie
Bij koud weer kunnen de ruiten, bij gebruik
van de recirculatiestand, sneller beslaan. De
recirculatiefunctie is mogelijk niet beschik-
baar (schermtoets grijs weergegeven) bij om-standigheden waarin de voorruit aan de bin-
nenkant kan beslaan.
Automatische temperatuurregeling (ATC)
Automatische werking
1. Druk op de toets AUTO op het front of kies
de schermtoets AUTO in het bedienings-
paneel van de automatische temperatuur-
regeling (ATC).
2. Vervolgens stelt u de gewenste tempera-
tuur in met behulp van de bedienings-
knoppen voor het regelen van de tempe-
ratuur aan de bestuurderszijde en de
passagierszijde. Zodra de gewenste tem-
peratuur wordt weergegeven, zorgt het
systeem dat deze temperatuur wordt be-
reikt en automatisch wordt gehandhaafd.
3. Nadat de gewenste temperatuur is inge-
steld, hoeft u de instellingen niet meer te
wijzigen. U ervaart het meeste gebruiks-
gemak wanneer u het systeem automa-
tisch laat werken.
55
Page 58 of 412

OPMERKING:
• U hoeft de temperatuurinstelling niet te
wijzigen wanneer de auto warm of koud is.
Het systeem past automatisch de tempera-
tuur, de luchtverdeling en het aanjagertoe-
rental aan om zo snel mogelijk de door u
gewenste instelling te bereiken.
• De temperatuur kan worden weergegeven
in Amerikaanse of metrische maateenhe-
den, door de programmeerbare optie US of
Metric (metrisch) te kiezen. Raadpleeg de
paragraaf "Instellingen van Uconnect" in
het hoofdstuk "Multimedia" in uw instruc-
tieboekje voor meer informatie.
Voor optimaal comfort in de stand AUTO blijft
de aanjager tijdens een koude start op een
lage stand draaien totdat de motor is opge-
warmd. Daarna zal de aanjager steeds sneller
gaan draaier en overgaan op het gewenste
toerental voor de automatische modus.
Handmatige bediening opheffen
Het systeem is uitgerust met een hele reeks
functies die handmatig instellen mogelijk
maken. Het symbool AUTO op het ATC-scherm voorin gaat uit als u het systeem
handmatig bedient.
Aanwijzingen voor de bediening
Rijden in de zomer
Het motorkoelsysteem moet worden be-
schermd met een koelvloeistof met antivries
van uitstekende kwaliteit om een goede be-
scherming te bieden tegen roestvorming en
oververhitting van de motor. OAT-koelvloei-
stof (conform MS.90032) wordt aanbevolen.
Rijden in de winter
Voor de best mogelijke verwarming en ontwa-
seming moet u zorgen dat het koelsysteem
van de motor naar behoren werkt en de juiste
hoeveelheid, soort en concentratie koelvloei-
stof wordt gebruikt. Het gebruik van de
recirculatiestand in de wintermaanden wordt
afgeraden, omdat daardoor de ruiten kunnen
beslaan.
Stalling
Voordat u de auto stalt, of minstens twee
weken lang niet gebruikt (bijv. bij vakantie),
laat u het aircosysteem bij stationair toeren-tal ca. vijf minuten lang draaien in de buiten-
lucht bij een hoge aanjagersnelheid. Zo wordt
het systeem voldoende gesmeerd en wordt de
kans op schade aan de aircocompressor tot
een minimum beperkt wanneer u het systeem
weer start.
Ontwasemen
Bij zacht maar regenachtig of vochtig weer
kunnen de autoruiten aan de binnenzijde
gemakkelijk beslaan. Om de autoruiten
schoon te maken, kiest u de stand Ontwase-
ming of Gemengd en verhoogt de snelheid
van de aanjager voorin. Gebruik de
recirculatiestand niet langdurig zonder inge-
schakelde airconditioning, omdat dan de rui-
ten kunnen beslaan.
LET OP!
Het negeren van de volgende waarschu-
wingen kan leiden tot schade aan de ver-
warmingselementen:
• Wees voorzichtig bij het wassen van de
binnenkant van de achterruit. Gebruik
geen schurende schoonmaakmiddelen
om de binnenzijde van de ruit te reini-
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
56
Page 59 of 412

LET OP!
gen. Gebruik een zachte doek en een
mild schoonmaakmiddel en wrijf even-
wijdig aan de verwarmingselementen.
U kunt stickers verwijderen met warm
water.
• Gebruik geen schrapers, scherpe voor-
werpen of schurende schoonmaakmid-
delen om de binnenzijde van de ruit te
reinigen.
• Zorg ervoor dat alle voorwerpen zich op
veilige afstand van de ruit bevinden.
Luchtinlaat aan buitenzijde
Zorg dat de luchtinlaat, direct vóór de voor-
ruit, niet verstopt raakt door achtergebleven
bladeren e.d. Wanneer bladeren achterblij-
ven in de luchtinlaat wordt de luchtstroming
belemmerd en als ze in de luchtkamer te-
rechtkomen kunnen de waterafvoeren ver-
stopt raken. Zorg er in de wintermaanden voor
dat de luchtinlaat vrij is van ijs en sneeuw.
Interieurluchtfilter
Het klimaatregelsysteem filtert het stof en
pollen uit de lucht. Neem contact op met een
erkende dealer voor het onderhoud van het
interieurluchtfilter en laat deze vervangen
wanneer nodig.
RAMEN
Bedieningselementen voor de elektrische
raambediening
Met de raambedieningselementen op de be-
stuurdersportier kunt u de ramen van alle
portieren bedienen.
Op het bekledingspaneel van elk van de pas-
sagiersportieren bevindt zich één raambedie-
ningschakelaar waarmee het raam van de
Schakelaars voor elektrische
ruitbediening
1 - schakelaars voor elektrische raam-
bediening voor
2 - schakelaars voor elektrische raam-
bediening achter
57
Page 60 of 412

desbetreffende portier kan worden geopend
en gesloten. De raambediening werkt alleen
als de contactschakelaar in de stand ACC of
ON/RUN staat.
Indien aanwezig, kan de sleutelhouder ook
worden gebruikt voor het omhoog of omlaag
bewegen van autoruiten wanneer de contact-
schakelaar in de stand “OFF” staat. Raad-
pleeg de paragraaf "Sleutels" in het hoofd-
stuk "Uw voertuig leren kennen" voor meer
informatie.
WAARSCHUWING!
Laat kinderen nooit zonder toezicht in een
auto achter en zorg dat kinderen niet met
de elektrisch bedienbare ramen spelen.
Laat de sleutelhouder niet achter in of in
de buurt van de auto (of op een voor
kinderen bereikbare plaats) en laat het
contact van een voertuig met Keyless
Enter-N-Go niet in de stand ACC of ON/
RUN staan. Inzittenden, en vooral kinde-
ren zonder toezicht, kunnen bekneld raken
in de raamopeningen wanneer ze de scha-
kelaars voor elektrische raambediening
bedienen. Een dergelijke beknelling kan
WAARSCHUWING!
ernstig of zelfs dodelijk letsel tot gevolg
hebben.
De functie "Automatisch omlaag"
De schakelaar voor de elektrische raambedie-
ning op het bestuurdersportier en op de pas-
sagiersportieren zijn uitgerust met een func-
tie voor het automatisch volledig openen van
de ramen.
Houd de raamschakelaar een halve seconde
lang ingedrukt en laat hem los. De ruit gaat
automatisch helemaal naar beneden.
Wanneer u het raam tijdens het openen wilt
laten stoppen voordat het volledig is ge-
opend, trekt u de schakelaar kort omhoog of
drukt u hem kort omlaag.
Om het raam gedeeltelijk te openen (hand-
matig), drukt u de raamschakelaar kort om-
laag en laat u los.
Automatische sluitfunctie met
klembeveiliging
OPMERKING:
• Als het raam tijdens het automatisch slui-
ten op een obstakel stuit, wordt de bewe-
gingsrichting omgekeerd en wordt het raam
weer volledig geopend. Verwijder in dat
geval het obstakel en trek nogmaals aan de
schakelaar om het raam te sluiten.
• Tijdens het automatisch sluiten kunnen
schokken vanwege een slecht wegdek de
automatische omkeringsfunctie tijdens het
sluiten onverwachts activeren. Als dat ge-
beurt, trekt u de schakelaar iets omhoog en
houdt u de schakelaar vast om het raam
handmatig te sluiten.
WAARSCHUWING!
De obstakeldetectie wordt uitgeschakeld
wanneer het raam bijna gesloten is. Om
persoonlijk letsel te voorkomen, moet u
zorgen dat er geen armen, handen, vingers
en voorwerpen zich in het pad van het naar
boven bewegende raam bevinden voordat
het gesloten wordt.
UW VOERTUIG LEREN KENNEN
58
Page 61 of 412

Raamblokkeerschakelaar
Met de raamblokkeerschakelaar in het
bekledingspaneel van de bestuurdersportier
kunt u de raambediening van de achterpor-
tieren blokkeren. Om de bediening van de
ramen te blokkeren, drukt u kort op de raam-
blokkeertoets (het controlelampje op de toets
gaat branden). Om de raambediening te ac-
tiveren, drukt u nogmaals kort op de raam-
blokkeertoets (het controlelampje op de toets
gaat weer uit).
Windgeruis
Windgeruis kan worden beschreven als het
gevoel van druk op de oren, vergelijkbaar met
het geluid van een helikopter. U ervaart dit
windgeruis mogelijk wanneer de ramen zijn
geopend of wanneer het zonnedak (indien
aanwezig) geheel of gedeeltelijk is geopend.
Dit is een normaal verschijnsel, dat tot een
minimum kan worden beperkt. Als u last
heeft van windgeruis bij geopende achterra-
men, open dan ook de voorramen om het
effect te verminderen. Wanneer sprake is van
windgeruis bij geopend zonnedak, verstel dan
de zonnedakopening of open een raam om
het effect tot een minimum te beperken.
ELEKTRISCH BEDIENBAAR
ZONNEDAK — INDIEN
AANWEZIG
De schakelaar voor het elektrisch bedienbare
zonnedak bevindt zich in de dakconsole tus-
sen de zonnekleppen.WAARSCHUWING!
• Laat nooit kinderen zonder toezicht in
een auto achter of in de buurt van een
auto die niet is afgesloten. Laat de sleu-
Raamblokkeertoets
Schakelaar van elektrisch bedienbaar
zonnedak
1 — Zonnedak openen
2 — Zonnedak ventilatiestand
3 — Zonnedak sluiten
59
Page 62 of 412

WAARSCHUWING!
telhouder nooit achter in of in de buurt
van de auto, of op een voor kinderen
bereikbare plaats. Laat het contact van
auto's met Keyless Enter-N-Go niet in de
modus ACC of ON/RUN staan. Inzitten-
den, en vooral kinderen zonder toezicht,
kunnen bekneld raken in de opening van
het elektrisch bedienbare zonnedak
wanneer ze de schakelaars voor het elek-
trisch bedienbare zonnedak bedienen.
Een dergelijke beknelling kan ernstig of
zelfs dodelijk letsel tot gevolg hebben.
•
In geval van een aanrijding is het risico om
uit een voertuig geslingerd te worden gro-
ter wanneer het zonnedak geopend is. U
kunt ernstig of zelfs dodelijk gewond ra-
ken. Maak altijd uw veiligheidsgordel op
de juiste wijze vast en controleer of alle
passagiers dit ook gedaan hebben.
• Sta niet toe dat kleine kinderen het zon-
nedak bedienen. Steek nooit vingers,
lichaamsdelen of voorwerpen door het
schuifdak naar buiten. Anders bestaat er
kans op letsel.
Zonnedak openen
Snel
Als u de schakelaar naar achteren drukt en
snel (binnen een halve seconde) loslaat,
wordt het zonnedak automatisch vanuit ie-
dere stand geopend. Het zonnedak wordt
volledig geopend en stopt automatisch. Dit is
de functie "Snel openen". De functie Snel
openen zorgt elke verdere bediening van de
schakelaar ervoor dat het zonnedak stopt.
Handmatig
Om het zonnedak te openen, drukt u de
schakelaar naar achteren en houdt u de scha-
kelaar in deze stand. Als u de schakelaar
loslaat, stopt de beweging. Het zonnedak en
de zonwering blijven dan gedeeltelijk open
totdat de schakelaar opnieuw wordt inge-
drukt.
Zonnedak sluiten
Snel
Als u de schakelaar kort (korter dan een halve
seconde) naar voren duwt, wordt het zonne-
dak automatisch vanuit elke positie gesloten.Het zonnedak wordt volledig gesloten en
stopt automatisch. Dit is de functie "Snel
sluiten". Wanneer de functie Snel sluiten
actief is, zorgt elke verdere bediening van de
schakelaar ervoor dat het zonnedak stopt.
Handmatig
Om het zonnedak te sluiten, drukt u de scha-
kelaar naar voren en houdt u de schakelaar in
deze stand. Als u de schakelaar loslaat, stopt
de beweging en blijft het zonnedak gedeelte-
lijk gesloten totdat de schakelaar opnieuw
wordt ingedrukt.
Bediening van de zonwering
De zonwering kan handmatig worden ge-
opend. De zonwering wordt echter ook auto-
matisch geopend wanneer het zonnedak
wordt geopend.
OPMERKING:
U kunt de zonwering niet sluiten als het
zonnedak is geopend.UW VOERTUIG LEREN KENNEN
60
Page 63 of 412

Klembeveiliging
Deze functie zorgt ervoor dat obstakels bij het
sluiten van het zonnedak worden gedetec-
teerd bij gebruik van de functie Snel sluiten.
Als een obstakel in de baan van het zonnedak
wordt gedetecteerd, trekt het zonnedak zich
automatisch terug. Verwijder het obstakel als
dit gebeurt.
OPMERKING:
Wanneer drie opeenvolgende pogingen om
het dak te sluiten zijn onderbroken door de
klembeveiliging, schakelt de klembeveiliging
uit en moet het zonnedak in de handmatige
modus worden gesloten.
Ventilatiestand zonnedak — snel
Als u op de knop "Vent" (ventilatie) drukt en
deze binnen een halve seconde loslaat, wordt
het zonnedak geopend tot aan de ventilatie-
stand. Dit is de functie "Snel naar ventilatie-
stand", die werkt vanuit elke stand van het
zonnedak. De functie Snel naar ventilatie-
stand zorgt dat bij iedere beweging van de
schakelaar het zonnedak stopt.
Onderhoud van zonnedak
Gebruik voor het reinigen van het glaspaneel
uitsluitend niet-schurende schoonmaakmid-
delen en een zachte doek.
Procedure voor opnieuw inleren
Voor voertuigen die zijn uitgerust met een
eendelig zonnedak bestaat een procedure
voor opnieuw inleren waarmee u het zonne-
dak kunt resetten wanneer de functie "Snel
openen" niet meer werkt. Volg onderstaande
stappen om het zonnedak te resetten:
1. Zet het contactslot in de stand ACC of
ON/RUN.
2. Zorg ervoor dat het zonnedak volledig is
gesloten.
3. Houd de schakelaar van het zonnedak
naar voren gedrukt. Het zonnedak sluit
volledig en beweegt na 10 seconden naar
de ventilatiestand.
4. Laat de schakelaar van het zonnedak los
en houd de schakelaar vervolgens binnen
5 seconden weer naar voren gedrukt omhet inleerproces te starten. Het zonnedak
voert een volledige cyclus uit en keert
terug naar de volledig gesloten stand.
OPMERKING:
Als de schakelaar van het zonnedak op
enig moment tijdens de inleercyclus
wordt losgelaten, moet de procedure
vanaf de eerste stap worden herhaald.
5. Zodra het zonnedak in de volledig geslo-
ten stand staat, laat u de schakelaar van
het zonnedak los. Het zonnedak is nu
gereset en klaar voor gebruik.
COMMANDVIEW
ZONNEDAK MET
ELEKTRISCH BEDIENDE
ZONWERING — INDIEN
AANWEZIG
De schakelaar voor het CommandView zonne-
dak bevindt zich links op de dakconsole tus-
sen de zonnekleppen.
De schakelaar voor de elektrisch bediende
zonwering bevindt zich rechts op de dakcon-
sole tussen de zonnekleppen.
61
Page 64 of 412

WAARSCHUWING!
• Laat nooit kinderen zonder toezicht in
een auto achter of in de buurt van een
WAARSCHUWING!
auto die niet is afgesloten. Laat de sleu-
telhouder nooit achter in of in de buurt
van de auto, of op een voor kinderen
bereikbare plaats. Laat het contact van
auto's met Keyless Enter-N-Go niet in de
modus ACC of ON/RUN staan. Inzitten-
den, en vooral kinderen zonder toezicht,
kunnen bekneld raken in de opening van
het elektrisch bedienbare zonnedak
wanneer ze de schakelaars voor het elek-
trisch bedienbare zonnedak bedienen.
Een dergelijke beknelling kan ernstig of
zelfs dodelijk letsel tot gevolg hebben.
• In geval van een aanrijding is het risico
om uit een voertuig geslingerd te worden
groter wanneer het zonnedak geopend
is. U kunt ernstig of zelfs dodelijk ge-
wond raken. Maak altijd uw veiligheids-
gordel op de juiste wijze vast en contro-
leer of alle passagiers dit ook gedaan
hebben.
• Sta niet toe dat kleine kinderen het
zonnedak bedienen. Steek nooit vingers,
lichaamsdelen of voorwerpen door het
WAARSCHUWING!
schuifdak naar buiten. Anders bestaat er
kans op letsel.
Zonnedak openen
Het zonnedak heeft twee geprogrammeerde
automatische stops voor de geopende stand
van het schuifdak; een comfortstopstand en
een volledig geopende stand. De comfortst-
opstand is geoptimaliseerd om windgeruis tot
een minimum te beperken.
Snel
Druk de schakelaar naar achteren en laat
hem binnen een halve seconde los. Het zon-
nedak wordt automatisch geopend tot de
comfortstopstand. Druk de schakelaar naar
achteren en laat hem weer los, en het zonne-
dak wordt geopend tot de volledig geopende
stand en stopt automatisch. Dit is de functie
"Snel openen". De functie Snel openen zorgt
dat bij iedere beweging van de schakelaar het
zonnedak stopt.
Schakelaars van CommandView zonnedak
1 — Zonnedak openen
2 — Zonnedak ventilatiestand
3 — Zonnedak sluiten
4 — Zonwering openen
5 — Zonwering sluitenUW VOERTUIG LEREN KENNEN
62