Page 393 of 882
3924-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_OM_Europe_OM10571E
Wanneer uw auto een voorligger
te dicht nadert en automatisch
decelereren door middel van de
cruise control niet mogelijk is, zal
het scherm gaan knipperen en
een zoemer klinken om de
bestuurder te waarschuwen. Dit
kan bijvoorbeeld gebeuren als
een andere bestuurder vóór u
invoegt terwijl u een voorligger
volgt. Trap het rempedaal in om
voldoende afstand tot uw voorlig-
ger te houden.
■Mogelijk worden geen waarschuwingen gegeven
In de volgende gevallen worden mogelijk geen waarschuwingen
gegeven als de tusse nafstand klein is.
● Als de snelheid van de voorligger gelijk is aan of hoger is dan de
snelheid van uw eigen auto
● Als de voorligger ex treem langzaam rijdt
● Direct nadat de snelheid van d e cruise control is ingesteld
● Bij het intrappen van het gaspedaal
Naderingswaarschuwing (afstandsregelmodus)
C-HR_OM_Europe_OM10571E.book Page 392 Monday, March 19, 2018 4:17 PM
Page 394 of 882

3934-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_OM_Europe_OM10571E
Wanneer de constante-snelheidsregelmodus is geselecteerd, blijft de
auto met een ingestelde snelheid rijden, zonder de tussenafstand te
regelen. Selecteer deze modus alleen wanneer de afstandsregelmo -
dus niet goed werkt als gevolg van een vuile radarsensor, enz.
Houd bij uitgeschakelde cruise
control de toets ON-OFF gedu-
rende ten minste 1,5 seconden
ingedrukt.
Direct nadat op de toets ON-OFF
is gedrukt, gaat het controlelampje
Dynamic Radar Cruise Control
branden. Vervolgens gaat het con-
trolelampje cruise control branden.
Overschakelen naar de constante-snelheidsregelmodus is alleen m ogelijk
als de hendel wordt bediend terwijl de cruise control uit staat.
Accelereer of decelereer met
behulp van het gaspedaal naar
de gewenste rijsnelheid (hoger
dan ongeveer 40 km/h) en druk
de hendel naar beneden om de
snelheid op te slaan.
Het controlelampje cruise control
SET gaat branden.
De rijsnelheid op het moment dat
de hendel wordt losgelaten, wordt
de ingestelde snelheid.
Wijzigen van de ingestelde snelheid: →Blz. 389
Uitschakelen en hervatten van de snelheidsregeling: →Blz. 391
Selecteren van de constante-snelheidsregelmodus
1
2
C-HR_OM_Europe_OM10571E.book Page 393 Monday, March 19, 2018 4:17 PM
Page 395 of 882

3944-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_OM_Europe_OM10571E
■De Dynamic Radar Cruise Control met volledig snelheidsbereik ka n wor-
den gebruikt als
● De selectiehendel in stand D staat.
● De rijsnelheid is ongeveer 50 km/h of hoger.
Als echter een voorligger wordt gesignaleerd, kan de Dynamic Radar Cruise
Control met volledig snelheidsbereik zelfs worden ingeschakeld als de rij-
snelheid lager is dan ongeveer 50 km/h.
■ Accelereren na het instellen van de rijsnelheid
Bedien het gaspedaal om te accelereren. Na het accelereren gaat de auto
weer rijden met de ingestelde snelheid. Als de afstandsregelmod us is inge-
schakeld, neemt de rijsnelheid echter mogelijk af tot onder de ingestelde
snelheid, zodat de afstand tot de voorligger gehandhaafd blijft .
■ Als de auto stopt tijdens rijden met de volgregeling
●Door hendel omhoog te drukken terwijl de voorligger stopt, word t, als de
voorligger begint te rijden, binnen ongeveer 3 seconden nadat d e hendel
omhoog is gedrukt het rijden met de volgregeling hervat.
● Als de voorligger binnen 3 seconden nadat uw auto is gestopt be gint te rij-
den, wordt het rijden met de volgregeling hervat.
■ Automatisch uitschakelen van de afstandsregelmodus
De afstandsregelmodus wordt automatisch uitgeschakeld in de vol gende situ-
aties:
● De werkelijke rijsnelheid zakt tot ongeveer 40 km/h of lager en er worden
geen voorliggers gesignaleerd.
● De voorligger verlaat de rijstrook terwijl uw auto rijdt met ee n rijsnelheid van
ongeveer 40 km/h of lager. Anders kan de sensor de auto niet op de juiste
manier signaleren.
● De VSC is geactiveerd.
● De TRC is gedurende een bepaalde periode geactiveerd.
● Wanneer de VSC of TRC wordt uitgeschakeld.
● De sensor kan niet goed signaleren omdat hij ergens door bedekt is.
● Pre Crash Brake-functie is geactiveerd.
● De parkeerrem is geactiveerd.
● De auto wordt door het systeem stilgezet op een steile helling.
● Als de auto door het systeem is stilgezet, wordt het volgen van de voorligger
in de volgende gevallen niet hervat:
• De bestuurder draagt geen veiligheidsgordel.
• Het bestuurdersportier wordt geopend.
• De auto staat langer dan 3 minuten stil.
Als de afstandsregelmodus om een andere dan de hierboven genoem de rede-
nen automatisch uitgeschakeld wordt, kan er een storing in het systeem aanwe-
zig zijn. Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hers teller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun dige.
C-HR_OM_Europe_OM10571E.book Page 394 Monday, March 19, 2018 4:17 PM
Page 396 of 882

3954-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_OM_Europe_OM10571E■
Automatisch uitschakelen van de constante-snelheidsregelmodus
De constante-snelheidsregelmodus wordt automatisch uitgeschakeld in de
volgende situaties:
●Actuele rijsnelheid zakt tot meer dan ongeveer 16 km/h onder de ingestelde
rijsnelheid.
● Werkelijke rijsnelheid zakt onder ongeveer 40 km/h.
● De VSC is geactiveerd.
● De TRC is gedurende een bepaalde periode geactiveerd.
● Wanneer de VSC of TRC wordt uitgeschakeld.
● Pre Crash Brake-functie is geactiveerd.
Als de constante-snelheidsregelmodus om een andere dan de hierboven
genoemde redenen automatisch uitgeschakeld wordt, kan er een storing in
het systeem aanwezig zijn. Neem contact op met een erkende Toyo ta-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitge-
ruste deskundige.
■ Geluid remsysteem
Als de remmen automatisch worden geactiveerd wanneer de auto zich in de
afstandsregelmodus bevindt, kan het geluid van een geactiveerd remsysteem
hoorbaar zijn. Dit is normaal en duidt niet op een storing.
■ Waarschuwingsmeldingen en zoemers voor de Dynamic Radar Cruise
Control met volledig snelheidsbereik
Waarschuwingsmeldingen en zoemers worden gebruikt om een systee msto-
ring aan te geven of om de bestuurder te informeren dat hij tijdens het rijden
extra moet opletten. Lees de op het multi-informatiedisplay wee rgegeven
waarschuwingsmelding en volg de aanwijzingen op.
■ Omstandigheden waarin de sensor voorliggers mogelijk niet op de juiste
manier signaleert
Bedien in onderstaande gevallen en afhankelijk van de omstandig heden het
rempedaal wanneer het systeem onvoldoende decelereert of bedien het gas-
pedaal wanneer moet worden geaccelereerd.
Omdat de sensor deze voertuigen wellicht niet op de juiste manier signaleert,
wordt er mogelijk geen naderingswaarschuwing ( →Blz. 392) gegeven.
● Auto's die plotseling voor u invoegen
● Auto's die met lage snelheden rijden
● Auto's die niet op dezelfde rijstrook rijden
C-HR_OM_Europe_OM10571E.book Page 395 Monday, March 19, 2018 4:17 PM
Page 397 of 882
3964-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_OM_Europe_OM10571E●
Voertuigen met een relatief kleine achterzijde (aanhangwagens z onder
lading, enz.)
● Motorfietsen die op dezelfde rijstrook rijden
● Als door omringend verkeer opgeworpen water of sneeuw de signal ering
door de sensor hindert
●Als de achterzijde van de auto ver inge-
zakt is (omdat er zware lading in de baga-
geruimte vervoerd wordt, enz.)
● De voorligger heeft een extreem grote
bodemvrijheid
C-HR_OM_Europe_OM10571E.book Page 396 Monday, March 19, 2018 4:17 PM
Page 398 of 882
3974-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_OM_Europe_OM10571E■
Omstandigheden waaronder de afst andsregelmodus mogelijk niet goed
werkt
Bedien indien nodig in onderstaande gevallen het rempedaal (of, afhankelijk
van de situatie, het gaspedaal).
Doordat de sensor voorliggers mogelijk niet op de juiste manier signaleert,
werkt het systeem mogelijk niet goed.
● Als uw voorligger plotseling decelereert
● Als u op een weg rijdt die wordt omgeven door een constructie, zoals in een
tunnel of op een ijzeren brug
● Als de rijsnelheid afneemt tot de ingestelde snelheid na accele ratie van de
auto door intrappen van het gaspedaal.
●
Als de weg erg bochtig is of de rijstroken
erg smal zijn
● Als u veelvuldig stuurcorrecties moet uit-
voeren of frequent van rijstrook wisselt
C-HR_OM_Europe_OM10571E.book Page 397 Monday, March 19, 2018 4:17 PM
Page 399 of 882
3984-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
C-HR_OM_Europe_OM10571E
Dynamic Radar Cruise Control∗
Wanneer de afstandsregelmodus is ingeschakeld, accelereert en
decelereert de auto automatisch overeenkomstig de veranderingen in
snelheid van de voorligger, zelfs wanneer het gaspedaal niet wordt
ingetrapt. In de constante-snel heidsregelmodus rijdt de auto me t een
constante snelheid.
Gebruik de Dynamic Radar Cruise Control op autowegen en snelwe-
gen.
● Afstandsregelmodus ( →Blz. 402)
● Constante-snelheidsregelmodus ( →Blz. 410)
Monochroomdisplay
Controlelampjes
Weergave
Ingestelde snelheid
Afstandsschakelaar
Cruise contro l-schakelaar
∗: Indien aanwezig
Overzicht van functies
C-HR_OM_Europe_OM10571E.book Page 398 Monday, March 19, 2018 4:17 PM
Page 400 of 882

3994-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
C-HR_OM_Europe_OM10571E
Kleurendisplay
Weergave
Controlelampjes
Ingestelde snelheid
Afstandsschakelaar
Cruise control-schakelaar
WAARSCHUWING
■Voor het gebruik van de Dy namic Radar Cruise Control
Voor veilig rijden is alleen de bestuurder verantwoordelijk. Ve rtrouw niet
alleen op het systeem en rijd voorzichtig door altijd goed op d e omgeving te
letten.
Het Dynamic Radar Cruise Control-systeem biedt ondersteuning bi j het rij-
den om de bestuurder te ontlasten. Er zijn echter grenzen aan d e geboden
ondersteuning.
Stel de geschikte snelheid in op basis van de snelheidslimiet, de verkeersin-
tensiteit, de wegcondities, de weersomstandigheden, enz. De bes tuurder is
verantwoordelijk voor het controleren van de ingestelde snelhei d.
Zelfs als het systeem normaal werkt, kan de door het systeem ge signa-
leerde status van de voorligger afwijken van de door de bestuur der waarge-
nomen status. Daarom moet de bestuurder altijd alert blijven, het gevaar
van elke situatie inschatten en veilig rijden. Volledig afgaan op het systeem
of aannemen dat het systeem de veiligheid garandeert tijdens het rijden kan
leiden tot een ongeval met ernstig letsel als gevolg.
C-HR_OM_Europe_OM10571E.book Page 399 Monday, March 19, 2018 4:17 PM