Page 145 of 360

143
U:zitplaats geschikt voor de bevestiging
van een universeel gehomologeerd
kinderzitje met een veiligheidsgordel,
zowel met de "rug in de rijrichting" als
met het "gezicht in de rijrichting".
UF: zitplaats geschikt voor de bevestiging
van een universeel gehomologeerd
kinderzitje met een veiligheidsgordel,
met het "gezicht in de rijrichting".
X: zitplaats niet geschikt voor het plaatsen
van een kinderzitje uit de aangegeven
gewichtscategorie.
(a) Universeel kinderzitje: kinderzitje dat in
alle auto's met de veiligheidsgordel kan
worden bevestigd.
(b) Categorie 0: vanaf de geboorte tot
10
kg. Reiswiegen en "autobedjes"
mogen niet op de passagiersstoel vóór
worden bevestigd.
(c) Raadpleeg de wettelijke bepalingen
van uw land alvorens een kinderzitje op
deze plaats te bevestigen.
(d) Bij het plaatsen van een kinderzitje
met de "rug in de rijrichting" of met
het "gezicht in de rijrichting" op een
zitplaats achter: schuif de voorstoel
naar voren en zet de rugleuning
rechtop, zodat er voldoende ruimte is
voor het kinderzitje en de benen van
het kind.
(e) Een kinderzitje met steun mag nooit op
deze zitplaats worden geplaatst.ISOFIX-bevestigingen
De hieronder aangegeven zitplaatsen zijn
uitgerust met compatibele ISOFIX-bevestigingen:
Elke zitplaats is voorzien van drie
bevestigingsringen: -
t
wee bevestigingsringen A
, die zich tussen
de rugleuning en de zitting van de zitplaats
bevinden, aangegeven met een markering,Dit systeem beperkt bij een frontale aanrijding
het naar voren kantelen van het kinderzitje.
Met de ISOFIX-bevestigingen kan een
kinderzitje veilig, degelijk en snel in uw auto
worden gemonteerd.
De ISOFIX-kinderzitjes zijn voorzien van twee
sloten die aan de twee bevestigingsringen A
kunnen worden verankerd.
Sommige kinderzitjes zijn bovendien voorzien
van een bovenste bevestigingsriem die kan
worden vastgemaakt aan de bevestigingsring B .
- één met een markering aangegeven
bevestigingsring B achter de zitplaats, TOP
TETHER genoemd, voor de bevestiging van
de bovenste riem.
5
Veiligheid
Page 146 of 360

144
Kinderzitje vastmaken aan de TOP TETHER:
F v er wijder de hoofdsteun van de zitplaats waarop u
het kinderzitje wilt plaatsen en berg de hoofdsteun
op (plaats de hoofdsteun terug zodra het kinderzitje
is ver wijderd),
F
v
oer de riem van het kinderzitje achter de
rugleuning van de zitplaats langs, tussen de
openingen voor de pennen van de hoofdsteun door,
F
b
evestig de aansluiting van de bovenste riem aan
het bevestigingsoog B ,
F
z
et de bovenste riem vast.
Voor u een ISOFIX-kinderzitje op de linker
achterstoel kunt plaatsen, moet u eerst de
middelste veiligheidsgordel achter naar
het midden van de auto duwen op een
zodanige manier dat de gordel normaal
blijft werken.
De onjuiste bevestiging van een
kinderzitje brengt de veiligheid van het
kind in gevaar in geval van een botsing.
Volg nauwkeurig de montagevoorschriften
in de handleiding die bij het kinderzitje is
geleverd.
Raadpleeg het overzicht voor de
bevestiging van ISOFIX-kinderzitjes in
uw auto, waarin staat vermeld welke
kinderzitjes geschikt zijn.
Aanbevolen ISOFIX
kinderzitjes
Raadpleeg voor het aanbrengen en
verwijderen van het kinderzitje de
montage-instructies van de fabrikant.
"RÖMER Baby- Safe Plus met ISOFIX-basis" (lengtecategorie: E )
Categorie 0+: vanaf geboor te tot 13 kg
Dit kinderzitje wordt met de rug in de rijrichting
geplaatst met behulp van een ISOFIX-basis die aan de ogen A wordt bevestigd.
De basis is voorzien van een in hoogte
verstelbare steun die op de vloer van de auto rust.
Dit kinderzitje kan ook worden bevestigd met een veiligheidsgordel. In dat geval wordt het
zitje zonder basis met de driepuntsgordel op de zitplaats van de auto bevestigd.
"RÖMER Duo Plus ISOFIX "
(lengtecategorie: B1 )
Categorie 1: 9-18
kg
Dit wordt uitsluitend met het gezicht in de rijrichting geplaatst.
Het wordt verankerd aan de ringen A en met de bovenste riem, de TOP TETHER, aan de ring B.
Drie standen: rechtop, ruststand en ligstand. Dit kinderzitje kan ook worden gebruikt op
zitplaatsen die niet zijn voorzien van ISOFIX- bevestigingspunten. In dat geval moet het
zitje met de driepuntsveiligheidsgordel op de stoel van de auto worden bevestigd. Stel de
voorstoel zo af dat de voeten van het kind de rugleuning niet kunnen raken.
Veiligheid
Page 147 of 360

145
Overzichtstabel van zitplaatsen geschikt voor ISOFIX-kinderzitjes
Overeenkomstig de Europese wetgeving geeft het overzicht de mogelijkheden aan voor het bevestigen van een ISOFIX-kinderzitje op een plaats in de
auto voorzien van ISOFIX-bevestigingen.
Bij universele en semi-universele ISOFIX-kinderzitjes wordt de ISOFIX-maat op het kinderzitje naast het i-Size logo aangegeven met een letter (A t /m G).
Gewicht van het kind /leeftijdsindicatie
Tot 10 kg
(categorie 0)
Tot ongeveer 6 maanden Tot 10 kg
Tot 13 kg
(categorie 0)
(categorie 0+)
Tot ongeveer 1 jaar 9 -18 kg
(categorie 1)
Van 1 tot ongeveer 3 jaar
Type ISOFIX-kinderzitje Reiswieg
"Met de rug in de rijrichting""Met de rug in de rijrichting""Met het gezicht in de rijrichting"
ISOFIX-maatF G C D E C D A B B1
Plaats Airbag vóór aan
passagierszijde
Zitrij 1 (a) Passagiersstoel
met
hoogteverstelling
Uitgeschakeld "OFF"X IL ILIUF/IL
Ingeschakeld "ON"X XXIUF/IL
Passagiersstoel zonder
hoogteverstelling
Uitgeschakeld "OFF"X IL ILIUF/IL
Ingeschakeld "ON"X XXIUF/IL
Zitrij 2 Zitplaats achter
bestuurder IL (b)
ILILIUF/IL
Zitplaats achter voorpassagier IL (b)
ILILIUF/IL
Middelste
zitplaats achter Geen ISOFIX
5
Veiligheid
Page 148 of 360

146
Overzicht van zitplaatsen
geschikt voor i-Size-
kinderzitjes
i-Size-kinderzitjes zijn voorzien van
twee vergrendelingen die aan de twee
bevestigingsringen A kunnen worden
vastgemaakt.
i-Size-kinderzitjes zijn ook uitgerust met:
-
e
en riem aan de bovenzijde die kan worden
vastgemaakt aan de bevestigingsring B ,
-
o
f een steun die op de vloer rust vóór de
voor i-Size-kinderzitjes geschikte zitplaats
van de auto.
Deze steun voorkomt dat het zitje bij een
ongeval kantelt.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over ISOFIX-bevestigingen .
I UF:
zitplaats geschikt voor de bevestiging
met behulp van de Top Tether van een
universeel ISOFIX-kinderzitje ( IUF) met
het "gezicht in de rijrichting".
IL:zitplaats geschikt voor de bevestiging
van een semi-universeel gehomologeerd
ISOFIX-kinderzitje ( ISU):
-
"
met de rug in de rijrichting",
bevestigd met behulp van een Top
Tether of een steun,
-
"
met het gezicht in de rijrichting",
bevestigd met behulp van een steun,
-
e
en reiswieg bevestigd met behulp
van een Top Tether of een steun.
(a) Raadpleeg de wettelijke bepalingen
van uw land alvorens een kinderzitje op
deze plaats te bevestigen.
(b) Als een reiswieg op deze zitplaats is
bevestigd, kunnen één of beide andere
zitplaatsen van dezelfde zitrij mogelijk
niet meer worden gebruikt.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over de bevestiging van de
bovenste riem met de ISOFIX-bevestigingen
.
X: zitplaats die niet geschikt is voor het
plaatsen van een kinderzitje uit de
aangegeven gewichtscategorie.
Veiligheid
Page 149 of 360

147
ZitplaatsAirbag vóór aan passagierszijde i-Size-bevestigingssysteem
Zitrij 1 (a) Passagiersstoel Uitgeschakeld "OFF"
i-U
Ingeschakeld "ON" i-UF
Zitrij 2 Zitplaats achter bestuurder
i-U
Zitplaats achter voorpassagier i-U
Middelste zitplaats achter Geen i-Size
Overeenkomstig de nieuwe Europese wetgeving geeft dit overzicht de mogelijkheden aan voor het bevestigen van een i-Size-kinderzitje op een plaats
in de auto voorzien van ISOFIX-bevestigingen die voor i-Size-kinderzitjes zijn goedgekeurd.
i- U:
zitplaats geschikt voor de bevestiging
van een universeel gehomologeerd
i-Size-kinderzitje met het gezicht in de
rijrichting of met de rug in de rijrichting.
i - UF: zitplaats uitsluitend geschikt voor
de bevestiging van een universeel
gehomologeerd i-Size-kinderzitje met
het gezicht in de rijrichting. X:
zitplaats niet geschikt voor de
bevestiging van een universeel
gehomologeerd i-Size-kinderzitje.
(a) Raadpleeg de wettelijke bepalingen
van uw land alvorens een kinderzitje op
deze plaats te bevestigen.
5
Veiligheid
Page 150 of 360

148
Veiligheidsadviezen
De onjuiste bevestiging van een kinderzitje
brengt de veiligheid van het kind in gevaar
in geval van een botsing.
Controleer of er geen veiligheidsgordel of
gesp van de veiligheidsgordel onder het
kinderzitje zit; dat zou de stabiliteit van het
zitje in gevaar kunnen brengen.
Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels of
het tuigje van het kinderzitje, zelfs bij korte
ritten, worden vastgemaakt waarbij de
speling ten opzichte van het lichaam van het
kind zoveel mogelijk moet worden beperkt.
Zorg er bij het bevestigen van het
kinderzitje met de veiligheidsgordel voor
dat de veiligheidsgordel correct tegen het
kinderzitje is gespannen en dat de gordel
het kinderzitje stevig op zijn plaats houdt.
Schuif de passagiersstoel, wanneer deze
versteld kan worden, indien nodig naar
voren.
Laat bij de achterzitplaatsen altijd
voldoende ruimte tussen de voorstoel en:
-
e
en kinderzitje dat met de rug in de
rijrichting wordt geplaatst,
-
d
e voeten van het kind wanneer
het kinderzitje in de rijrichting wordt
geplaatst.
Schuif daartoe de voorstoel naar voren
en zet de rugleuning er van, indien nodig,
rechter op.
Voor een optimale bevestiging van het
kinderzitje met "het gezicht in de rijrichting"
is het noodzakelijk dat de afstand tussen
de rugleuning van het kinderzitje en de
rugleuning van de stoel van de auto zo klein
mogelijk is. Verwijder de hoofdsteun alvorens een
kinderzitje met een rugleuning te plaatsen op
een passagiersstoel.
Berg de hoofdsteun zorgvuldig op om te
voorkomen dat de hoofdsteun door de auto
vliegt bij krachtig afremmen. Plaats de
hoofdsteun terug zodra het kinderzitje is
verwijderd.
Veiligheidsgordels vóór
De regelgeving met betrekking tot het ver voer
van kinderen op de passagiersstoel vóór is
per land verschillend. Raadpleeg de in uw
land geldende regelgeving.
Schakel de airbag vóór aan passagierszijde
uit zodra een kinderzitje met de rug in de
rijrichting op de voorpassagiersstoel wordt
geplaatst.
Anders kan een kind bij het afgaan van de
airbag levensgevaarlijk gewond raken.
Plaatsen van een stoelverhoger
Het bovenste gedeelte van de autogordel
moet over de schouder van het kind liggen
zonder de hals te raken.
Controleer of de heupgordel goed over de
bovenbenen van het kind ligt.
PEUGEOT Er wordt aanbevolen een
stoelverhoger met rugleuning te gebruiken
voorzien van een gordelgeleider ter hoogte
van de schouder.
Laat uit veiligheidsoverwegingen:
-
g een kinderen zonder toezicht achter in
een auto,
-
n
ooit een kind of een dier in een auto
achter wanneer alle ruiten gesloten zijn en
de auto in de zon staat,
-
d
e sleutels nooit binnen bereik van de
kinderen achter in de auto.
Gebruik de kinderbeveiliging om te
voorkomen dat de portieren en de
portierruiten achter per ongeluk geopend
worden.
Zorg er voor dat de achterzijruiten niet verder
dan voor 1/3 deel worden geopend.
Plaats zonneschermen op de achterste
zijruiten om jonge kinderen tegen de zon te
beschermen.
Veiligheid
Page 151 of 360

149
Mechanische
kinderbeveiliging
Beide achterportieren zijn voorzien van een
kinderbeveiliging om het openen van binnenuit
te verhinderen.
De rode knop bevindt zich op de zijkant van
beide achterportieren.
De knop wordt aangegeven door een op de
carrosserie aangebrachte sticker.
InschakelenUitschakelen
F Draai de rode
knop met de contactsleutel of
de geïntegreerde sleutel (afhankelijk van de
uitvoering) tot de aanslag:
-
n
aar links bij het linker achterportier,
-
n
aar rechts bij het rechter achterportier.
F
D
raai de rode knop met de contactsleutel of
de geïntegreerde sleutel (afhankelijk van de
uitvoering) tot de aanslag:
-
n
aar rechts bij het linker achterportier,
-
n
aar links het rechter achterportier. Ver war de rode knop van het kinderslot
niet met de zwarte knop van de
noodvergrendeling.
Elektrische
kinderbeveiliging
De elektrische kinderbeveiliging voorkomt dat
beide achterportieren van binnenuit kunnen
worden geopend.
De vergrendeltoets bevindt zich op het
dashboard aan bestuurderszijde.
Activering
F Druk op deze knop.
Het rode lampje van de toets gaat aan en er
verschijnt een melding ter bevestiging dat de
functie is ingeschakeld.
Zolang de kinderbeveiliging actief is, blijft dit
rode lampje branden.
5
Veiligheid
Page 152 of 360
150
Uitschakelen
F Druk nogmaals op deze knop.
Het lampje van de toets gaat uit en er verschijnt
een melding ter bevestiging dat de functie is
uitgeschakeld.
Het lampje blijft uit zolang de kinderbeveiliging
is uitgeschakeld.
Als het lampje een ander signaal
geeft, wijst dit op een storing in de
kinderbeveiliging.
Controleer bij het aanzetten van
het contact altijd de stand van de
kinderbeveiliging.
Ver wijder bij het verlaten van de auto altijd
de contactsleutel, zelfs wanneer dit voor
korte duur is.
Bij een ernstige aanrijding wordt de
elektrische kinderbeveiliging automatisch
uitgeschakeld, zodat de achterpassagiers
de auto ongehinderd kunnen verlaten.
Veiligheid