Page 185 of 252

BELANGRIJK
73)Beperk uw snelheid wanneer er
sneeuwkettingen gemonteerd zijn;
overschrijd de 50 km/h niet. Vermijd
putdeksels, rijd niet over treden of trottoirs
en rijd geen lange afstanden over wegen
zonder sneeuw, om beschadigingen aan
zowel het voertuig als het wegoppervlak te
voorkomen.
CARROSSERIE
TIPS VOOR HET BEHOUD
VAN DE CARROSSERIE
Lak
74)
5)
Werk beschadigingen van de laklaag,
zoals krassen en schuurplekken,
onmiddellijk bij om roestvorming te
voorkomen.
Het normale onderhoud van de lak
beperkt zich tot het wassen van de
auto: de frequentie is afhankelijk van het
gebruik van de auto en van de
omgeving. Zo is het bijvoorbeeld
raadzaam het voertuig vaker te wassen
in gebieden met sterke
luchtverontreiniging of bij het rijden over
wegen met strooizout.
Sommige delen van het voertuig
kunnen zijn voorzien zijn van een matte
lak die, om intact te blijven, speciale
zorg vereist: zie de aanwijzingen in de
waarschuwing aan het eind van deze
paragraaf
75)
Volg onderstaande aanwijzingen om het
voertuig correct te wassen:
verwijder de antenne van het dak
wanneer het voertuig gewassen wordt;
als voor het wassen van het voertuig
hogedrukreinigers worden gebruikt,
houd dan een afstand van minimaal
40 cm t.o.v. de carrosserie aan om
beschadiging of aantasting te
voorkomen. Stagnerend water kan op
lange termijn leiden tot schade aan het
voertuig;
maak de carrosserie, indien
mogelijk, eerst nat met een waterstraal
onder lage druk;
was de carrosserie met een zachte
spons met een lichte zeepoplossing en
spoel de spons regelmatig uit;
spoel goed af met schoon water en
droog met een luchtstraal of een
zeemleren lap.
Droog de minder zichtbare delen (bijv.
randen van portieren, motorkap,
koplampranden) zorgvuldig, aangezien
in deze zones water makkelijker kan
stagneren. Was de auto nooit als hij in
de zon heeft gestaan of als de
motorkap nog warm is: de glans van de
lak kan afnemen.
De kunststof carrosseriedelen moeten
op dezelfde wijze als de rest van het
voertuig gewassen worden.
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
Parkeer de auto zo min mogelijk onder
bomen; de hars die uit de bomen
druppelt, maakt de lak mat en vergroot
de kans op roestvorming.
183
Page 186 of 252

Vogelpoep moet zo snel en zo goed
mogelijk verwijderd worden, omdat
hierin bijzonder agressieve zuren
aanwezig zijn.
Ruiten
Gebruik specifieke
schoonmaakmiddelen en schone,
zachte doeken om krassen en
beschadigingen te voorkomen.
BELANGRIJK Veeg het
binnenoppervlak van de achterruit
voorzichtig met een doek af, en volg
hierbij de richting van de elektrische
weerstandsdraden om de
achterruitverwarming niet te
beschadigen.
Koplampen
Gebruik een zachte, vochtige doek die
in water met een specifiek
autowasmiddel is gedrenkt.
BELANGRIJK Gebruik nooit
aromatische stoffen (bijv. benzine) of
ketonen (bijv. aceton) om de kunststof
lampenglazen van de koplampen te
reinigen.
BELANGRIJK Als de auto met een
hogedrukreiniger wordt gewassen,
moet de straal op minstens 20 cm van
de koplampen worden gehouden.
Motorruimte
Spuit de motorruimte na het
winterseizoen zorgvuldig uit: hierbij mag
de waterstraal niet rechtstreeks op de
elektronische regeleenheden of op de
motoren van de ruitenwissers worden
gericht. Laat deze werkzaamheden
uitvoeren door een gespecialiseerd
bedrijf.
BELANGRIJK Voor het uitspuiten van
de motorruimte moet de startinrichting
in de stand STOP staan en de motor
koud zijn. Controleer na het reinigen of
de verschillende beschermingen (bijv.
rubberen doppen en kappen) niet
verwijderd of beschadigd zijn.
BELANGRIJK
74)Om de esthetische eigenschappen van
de lak te behouden, mogen er geen
schuur- en/of polijstmiddelen voor het
reinigen van het voertuig worden gebruikt.75)Niet wassen met rollen en/of borstels in
autowasstraten. Was het voertuig
uitsluitend met de hand en gebruik
pH-neutrale reinigingsmiddelen; droog af
met een vochtige leren zeem. Schuur- en/of
polijstmiddelen mogen niet gebruikt worden
om het voertuig schoon te maken.
Vogelpoep moet zo snel en zo goed
mogelijk verwijderd worden, omdat hierin
bijzonder agressieve zuren aanwezig zijn.
Vermijd (indien mogelijk) om het voertuig
onder bomen te parkeren; verwijder
plantaardige harsen onmiddellijk omdat
deze, als ze drogen, alleen verwijderd
kunnen worden met schuur- en/of
polijstmiddelen die ten zeerste afgeraden
worden omdat ze de karakteristieke
matheid van de lak kunnen aantasten.
Gebruik geen onverdunde
ruitensproeiervloeistof om de voorruit en
achterruit te reinigen; verdun dit met
minstens 50% water. Gebruik alleen
onverdunde ruitensproeiervloeistof wanneer
de buitentemperaturen dit vereisen.
BELANGRIJK
5)Schoonmaakmiddelen verontreinigen het
milieu. Was het voertuig daarom op een
plaats waar het afvalwater direct wordt
opgevangen en gezuiverd.
184
ONDERHOUD EN ZORG
Page 187 of 252

INTERIEUR
170) 171) 172)
Controleer regelmatig of het interieur
schoon is, ook onder de matten, om
roesten van het plaatwerk te
voorkomen.
STOELEN EN STOFFEN
BEKLEDING
Verwijder stof met een zachte borstel of
een stofzuiger. Het is raadzaam een
vochtige borstel te gebruiken voor het
reinigen van bekleding die niet van stof
is. Reinig de stoelen met een spons
bevochtigd met een oplossing van
water en neutrale zeep.
LEDEREN STOELEN(waar aanwezig)
Verwijder het droge vuil met een
zeemleren lap of een iets vochtige
doek, zonder al te veel druk uit te
oefenen.
Dep vloeistoffen of vetvlekken op met
een absorberende, droge doek zonder
hierbij te wrijven. Reinig vervolgens met
een zachte doek of een zeemleren lap
bevochtigd met water en neutrale zeep.
Als de vlek nog niet verwijderd is,
gebruik dan een speciaal
reinigingsmiddel en volgt de
aanwijzingen strikt op.
BELANGRIJK Gebruik nooit alcohol.
Controleer of de gebruikte
reinigingsproducten geen alcohol of
alcoholderivaten, zelfs niet in kleine
hoeveelheden bevatten.
KUNSTSTOF EN
GECOATE
INTERIEURDELEN
76)
Reinig kunststof interieurdelen met een
vochtige doek (bij voorkeur een
microvezeldoek) en een oplossing van
water en een neutraal, niet-schurend
reinigingsmiddel.
Gebruik voor het reinigen van
olieachtige of hardnekkige vlekken
speciale producten zonder
oplosmiddelen die het originele
voorkomen en de kleur van de
interieurdelen niet veranderen.
Verwijder stof met een microvezeldoek,
eventueel bevochtigd met water. Het
gebruik van papieren doekjes wordt
afgeraden, aangezien deze resten
achterlaten.
ONDERDELEN VAN ECHT
LEDER
(waar aanwezig)
Gebruik uitsluitend water en neutrale
zeep om deze delen schoon te maken.
Gebruik nooit alcohol of producten op
basis van alcohol.Controleer alvorens een specifiek
product voor interieurreiniging te
gebruiken, of het geen alcohol en/of
stoffen op basis van alcohol bevat.
BELANGRIJK
170)Gebruik nooit ontvlambare producten
zoals petroleum of wasbenzine voor het
reinigen van het interieur van de auto. De
elektrostatische lading die door het wrijven
tijdens het reinigen ontstaat, kan brand
veroorzaken.
171)Bewaar geen spuitbussen in de auto:
ontploffingsgevaar. Spuitbussen mogen
niet blootgesteld worden aan temperaturen
boven 50°C. Wanneer het voertuig in de
zon staat, kan de binnentemperatuur deze
waarde ruim overschrijden.
172)Er mogen geen voorwerpen op de
vloer onder de pedalen liggen; verzeker u
ervan dat de matten altijd vlak liggen en
geen contact met de pedalen maken.
BELANGRIJK
76)Gebruik nooit alcohol, benzine en
hiervan afgeleide producten om het
dashboard en het glas van het
instrumentenpaneel te reinigen.
185
Page 188 of 252
TECHNISCHE GEGEVENS
Alles dat u nuttig kunt vinden om te
begrijpen hoe uw voertuig is gemaakt
en hoe het werkt is in dit hoofdstuk
vermeld en wordt toegelicht met
gegevens, tabellen en grafieken. Voor
de liefhebbers en de monteurs, maar
ook gewoon voor degenen die elk detail
van hun voertuig willen kennen.
IDENTIFICATIEGEGEVENS......187
MOTOR..................188
WIELEN..................191
AFMETINGEN..............196
GEWICHTEN...............197
TANKEN..................199
VLOEISTOFFEN EN
SMEERMIDDELEN...........202
PRESTATIES...............205
BRANDSTOFVERBRUIK.......206
CO2-EMISSIE..............208
RICHTLIJNEN VOOR DE
BEHANDELING VAN HET VOERTUIG
AAN HET EINDE VAN DE
LEVENSDUUR..............209
186
TECHNISCHE GEGEVENS
Page 189 of 252

IDENTIFICATIE-
GEGEVENS
PLAATJE VOERTUIG-
INDENTIFICATIENUMMER
(VIN)
Dit bevindt zich op de stijl van het
bestuurdersportier. Het kan gelezen
worden als het portier open staat en
hierop zijn de volgende gegevens
vermeld fig. 170:
ANaam van de fabrikant
BNummer typegoedkeuring voertuig
CVoertuigidentificatienummer
DTechnisch toegestaan max. gewicht
met volledige belading
ETechnisch toegestaan max. gewicht
voor gecombineerd voertuig
FTechnisch toegestaan max. gewicht
op as 1
GTechnisch toegestaan max. gewicht
op as 2
HMotoridentificatie
IVersie typevariant
LKleurcode lakwerk
MAbsorptiecoëfficiënt rook
(Dieselversies)
NNadere instructies.
VOERTUIG-
IDENTIFICATIENUMMER
Het Voertuigidentificatienummer (VIN) is
gestanst op een plaatje afgebeeld in
fig. 171, het bevindt zich in de linker
bovenhoek van de dashboardbekleding
en is zichtbaar vanaf de buitenkant van
het voertuig door de voorruit.Dit nummer is ook op de vloer van het
interieur gestanst, vóór de rechter
voorstoel.
Om erbij te komen, het voorgeschoren
deel van de stof fig. 172 in de richting
aangeduid door het pijltje optillen.
Dit nummer bevat de volgende
gegevens:
type voertuig;
chassisnummer.
MOTORCODE
Deze is op het cilinderblok ingeslagen
en vermeldt het type en het
motorserienummer.
170P2000048-000-000
17110016J0001EM
17210016J0002EM
187
Page 190 of 252
MOTOR
173)
Versies 1.4 16V 95 pk E6 1.4 16V 95 pk E4 1.6 E.Torq E6 1.6 E.Torq E4
Motorcode 843A1000 843A1000 55268036 55268036
Cyclus Otto Otto Otto Otto
Aantal en opstelling
cilinders4 in lijn 4 in lijn 4 in lijn 4 in lijn
Boring en slag zuigers
(mm)72 x 84 72 x 84 77 x 85,8 77 x 85,8
Cilinderinhoud (cm³) 1368 1368 1598 1598
Compressieverhouding 11 : 1 11 : 1 11 : 1 11 : 1
Maximum vermogen
(EG) (kW)
(*)70 70 81 81
overeenkomstig
motortoerental (tpm)6000 6000 5500 5500
Maximumkoppel (EEG)
(Nm)127 127 152 152
overeenkomstig
motortoerental (tpm)4500 4500 4500 4500
BougiesNGK - DCPR7E-N-10 or
BOSCH - YR7DEUNGK - DCPR7E-N-10 or
BOSCH - YR7DEUNGK - ZKR7B1 - 10 NGK - ZKR7B1-10
BrandstofLoodvrije benzine
95 R.O.N.
(EN228-specificaties)Loodvrije benzine
95 R.O.N.
(EN228-specificaties)Loodvrije benzine
95 R.O.N.
(EN228-specificaties)Loodvrije benzine
95 R.O.N.
(EN228-specificaties)
(*) Cijfers verkregen met 95 RON loodvrije benzine of hoger.
188
TECHNISCHE GEGEVENS
Page 191 of 252
Versies 1.4 T-jet 120 pk LPG E6(*)
Motorcode940B7000
CyclusOtto
Aantal en opstelling cilinders4 in lijn
Boring en slag zuigers (mm)72x84
Cilinderinhoud (cm³)1368
Compressieverhouding9,8:1
Maximum vermogen (EG) (kW)88
overeenkomstig motortoerental (tpm) 5000
Maximumkoppel (EEG) (Nm)215
overeenkomstig motortoerental (tpm) 2500
BougiesNGK IKR9J8
Brandstof95 RON ongelode benzine (EN 228-specificatie) / LPG voor
voertuigmotoren (EN 589-specificatie)
(*) Voor bepaalde versies/markten
189
Page 192 of 252

Versies1.3 Multijet 95 pk
E6/E6ECO1.3 Multijet 95 pk
E5(*)1.6 Multijet 120 pk
E61.6 Multijet 115 pk
E6(**)
Motorcode 55266963 199B1000 55260384 55260384
Cyclus Diesel Diesel Diesel Diesel
Aantal en opstelling cilinders 4 in lijn 4 in lijn 4 in lijn 4 in lijn
Boring en slag zuigers (mm) 69,6 x 82 69,6 x 82 79,5 x 80,5 79,5 x 80,5
Cilinderinhoud (cm³) 1248 1248 1598 1598
Compressieverhouding 16,8 : 1 16,8 : 1 16,5 : 1 16,5 : 1
Maximum vermogen (EG) (kW) 70 70 88 84,4
overeenkomstig motortoerental (tpm) 3750 4000 3750 3750
Maximumkoppel (EEG) (Nm) 200 200 320 320
overeenkomstig motortoerental (tpm) 1500 1500 1750 1750
BrandstofDiesel voor
motorvoertuigen
(EN590-specificatie)Diesel voor
motorvoertuigen
(EN590-specificatie)Diesel voor
motorvoertuigen
(EN590-specificatie)Diesel voor
motorvoertuigen
(EN590-specificatie)
(*) Voor bepaalde versies/markten
(**) Versie voor specifieke markten
BELANGRIJK
173)Wijzigingen of reparaties aan het brandstoftoevoersysteem die niet correct zijn uitgevoerd en waarbij geen rekening wordt gehouden met
de technische systeemgegevens, kunnen storingen in de werking en zelfs brand tot gevolg hebben.
190
TECHNISCHE GEGEVENS