Page 217 of 712
2174-1. Voordat u gaat rijden
4
Rijden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E
OPMERKING
■Als de achterbumperversterking van aluminium is
Controleer of het stalen deel van de trekhaak niet direct in co ntact komt met
het aluminium.
Als staal en aluminium met elkaar in contact komen, ontstaat er een reactie
die te vergelijken is met corrosie, waardoor het desbetreffende gedeelte
verzwakt wordt en er schade kan ontstaan. Breng daarom op het contact-
vlak een roestwerend middel aan.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E.b ook Page 217 Friday, September 9, 2016 12:21 PM
Page 218 of 712

2184-1. Voordat u gaat rijden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E
De auto zal anders aanvoelen als u met een aanhangwagen rijdt.
Neem de onderstaande voorzorgsmaatregelen in acht om een onge-
val en ernstig letsel te voorkomen:
■Controleer de elektrische aansluiting tussen de aanhangwa-
gen en de auto
Breng de auto tot stilstand na een korte afstand gereden te heb ben
en controleer, net als voor het w egrijden, of de verlichting van de
aanhangwagen werkt.
■Oefen het rijden met een aanhangwagen
● Oefen het rijden met een aanhangwagen in een omgeving zon-
der of met weinig verkeer, zodat u leert hoe de combinatie aan-
voelt bij het keren, st oppen en achteruitrijden.
● Houd tijdens het achteruitrijden het stuurwiel stevig vast en d raai
het stuurwiel rechtsom om de aanhangwagen naar links te stu-
ren en linksom om de aanhangwagen naar rechts te sturen. Ver-
draai het stuurwiel altijd gele idelijk om stuurfouten te voorko men.
Laat iemand u bij het achteruitrijden begeleiden om de kans op
een ongeval te beperken.
■Vergroten van de tussenafstand
Bij een snelheid van 10 km/h moet de afstand tot uw voorligger
minimaal gelijk zijn aan de total e lengte van uw auto en de aan -
hangwagen. Voorkom plotselinge remmanoeuvres die tot een slip
zouden kunnen leiden. Als de auto in een slip raakt, zou u de c on-
trole over de auto kunnen verliezen. De kans hierop is vooral a an-
wezig tijdens het rijden op een nat of glad wegdek.
■Acceleratie/stuurcomm ando's/bochtengedrag
In te krappe bochten kan de aanhangwagen de auto raken. Redu-
ceer uw snelheid voordat u een bocht nadert en neem bochten met
een zodanige snelheid dat plo tseling remmen niet nodig is.
■Belangrijke punten met betrekking tot het aansnijden van
bochten
De wielen van de aanhangwagen maken een krappere bocht dan
de wielen van de auto. Snijd boc hten daarom ruimer aan dan u zo u
doen als u niet met e en aanhangwagen rijdt.
Advies
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E.b ook Page 218 Friday, September 9, 2016 12:21 PM
Page 219 of 712

2194-1. Voordat u gaat rijden
4
Rijden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E■
Belangrijke punten met betre
kking tot de stabiliteit
Een slecht wegdek en kr achtige zijwind zullen de wegligging en het
rijgedrag beïnvloeden. Ook bij het inhalen van bussen of grote
vrachtwagens of het ingehaald word en door dergelijke voertuigen,
kunnen de aanhangwagen en de auto gaan slingeren. Kijk bij het
rijden langs dergelijke voertuigen veelvuldig in uw spiegels. V er-
minder vaart door voorzichtig het rempedaal in te trappen zodra u
ziet dat de aanhangwagen gaat sli ngeren. Houd tijdens het rem-
men het stuurwiel alti jd in de rechtuitstand.
■Passeren van andere auto's
Houd rekening met de totale lengte van uw auto en de aanhangwa-
gen en zorg ervoor dat er voldoende tussenafstand is voordat u van
rijstrook verandert.
■Informatie over de transmissie
Om maximaal te kunnen profiteren van de motorremwerking en de
laadstroom tijdens het afremmen op de motor, mag de transmissie
niet in stand D staan. Zet de selectiehendel in stand B.
■Als de motor oververhit raakt
Het rijden met een aanhangwagen op een lange, steile helling bi j
buitentemperaturen hoger dan 30 °C kan ertoe leiden dat de motor
oververhit raakt. Als de koelvloeistoftemperatuurmeter aangeeft dat
de motor oververhit raakt, schak el dan direct de airconditioning uit
en breng de auto op een veili ge plaats tot stilstand. (→Blz. 657)
■Bij het parkeren
Plaats altijd wielblokken onder de wielen van de auto en de aan -
hangwagen. Zorg ervoor dat de auto goed op de parkeerrem staat
en zet de selecti ehendel in stand P.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E.b ook Page 219 Friday, September 9, 2016 12:21 PM
Page 220 of 712

2204-1. Voordat u gaat rijden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E
WAARSCHUWING
Volg alle aanwijzingen in dit hoofdstuk op.
Anders kunnen zich ongevallen voordoen die tot ernstig letsel kunnen leiden.
■ Voorzorgsmaatregelen bij het rijden met een aanhangwagen
Controleer bij het rijden met een aanhangwagen of de maximaal t oege-
stane gewichten niet worden overschreden.( →Blz. 213)
■ Voorkomen van een ongeval of letsel
● Auto's met een compact reservewiel:
Rijd niet met een aanhangwagen wanneer het compacte reservewiel
onder uw auto is gemonteerd.
● Auto's met een bandenreparatieset:
Rijd niet met een aanhangwagen wanneer een band is gemonteerd d ie is
gerepareerd met de bandenreparatieset.
● Gebruik de volgende systemen niet bij het rijden met een aanhan gwagen.
• Cruise control
*
• Dynamic Radar Cruise Control met volledig snelheidsbereik*
• LDA (Lane Departure Alert met stuurregeling)*
• PCS (Pre-Crash Safety-systeem)*
• BSM (Blind Spot Monitor)*
*
: Indien aanwezig
■ Rijsnelheid bij het rijden met een aanhangwagen
Overschrijd de maximum snelheid voor het rijden met een aanhang wagen
niet.
■ Voor het afrijden van een lange helling
Minder snelheid en schakel terug. Schakel bij het afdalen van een lange of
steile helling echter niet plotseling terug.
■ Werking van het rempedaal
Trap het rempedaal niet veelvuldig of gedurende een langere periode ach-
tereen in.
Anders kan het remsysteem oververhit raken of kan de remwerking teruglo-
pen.
OPMERKING
■ Sluit de aanhangwagenverlichting op de juiste wijze aan
Onjuiste aansluiting van de aanhangwagenverlichting kan schade toebren-
gen aan het elektrische systeem van uw auto en een storing vero orzaken.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E.book Page 220 Friday, September 9, 2016 12:21 PM
Page 221 of 712

221
4
4-2. Rijprocedures
Rijden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E
Startknop
Controleer of de parkeerrem is geactiveerd.
Controleer of de selectiehendel in stand P staat.
Trap het rempedaal stevig in.
en een melding worden op het multi-informatiedisplay weergege-
ven.
Als dit niet wordt weergegeven, kan het hybridesysteem niet wor den
gestart.
Druk kort en krachtig op de
startknop.
Eén keer kort en stevig indrukken
van de startknop is voldoende om
deze te bedienen. U hoeft de start-
knop niet ingedrukt te houden.
Als het controlelampje READY
gaat branden, werkt het hybride-
systeem normaal.
Houd het rempedaal ingetrapt tot
het controlelampje READY brandt.
Het hybridesysteem kan vanuit
iedere stand van het contact wor-
den gestart.
Controleer of het contro lelampje READY brandt.
Als het controlelampje READY eerst knippert en vervolgens blijf t branden
en de zoemer klinkt, dan start het hybridesysteem normaal.
Wanneer het controlelampje READY uit is, kunt u niet wegrijden.
Als het controlelampje READY brandt, kunt u wegrijden, zelfs als de ver-
brandingsmotor niet draait. (De benzinemotor start of stopt aut omatisch in
overeenstemming met de toestand van de auto.)
Als u de volgende handelingen uitv oert terwijl u een elektroni-
sche sleutel bij u hebt, wordt het hybridesysteem gestart of de
stand van het contact veranderd.
Starten van het hybridesysteem
1
2
3
4
5
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E.b ook Page 221 Friday, September 9, 2016 12:21 PM
Page 222 of 712

2224-2. Rijprocedures
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E
Breng de auto volledig tot stilstand.
Activeer de parkeerrem (→Blz. 236), en zet de selectiehendel in
stand P.( →Blz. 231).
Als de parkeerrem in de automatische modus staat, wordt de park eerrem
automatisch geactiveerd wanneer de selectiehendel in stand P wo rdt
gezet. ( →Blz. 231)
Druk op de startknop.
Het hybridesysteem stopt.
Laat het rempedaal los en contro leer of de melding ACCESSORY
(stand ACC) op het multi-in formatiedisplay uit is.
De stand kan worden gewijzigd door op de startknop te drukken z on-
der het rempedaal in te trappen. (De stand verandert iedere kee r dat
op de knop wordt gedrukt.)
UIT
*
De alarmknipperlichten kunnen
worden gebruikt.
Het multi-informatiedisplay wordt
niet weergegeven.
Stand ACC
Sommige elektrische componen-
ten zoals het audiosysteem kun-
nen worden gebruikt.
ACCESSORY (stand ACC) wordt
weergegeven op het multi-informa-
tiedisplay.
AAN
Alle elektrische componenten kun-
nen worden gebruikt.
IGNITION ON (contact AAN) wordt weergegeven op het multi-inform atie-
display.
*: Als de selectiehendel niet in stand P staat en het hybridesysteem wordt uit-
gezet, wordt het contact in stand ACC gezet in plaats van UIT.
Uitschakelen van het hybridesysteem
1
2
3
Wijzigen van de standen van het contact
4
AAN
ACC
1
2
3
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E.b
ook Page 222 Friday, September 9, 2016 12:21 PM
Page 223 of 712

2234-2. Rijprocedures
4
Rijden
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E
Als de selectiehendel niet in stand P staat en het hybridesysteem
wordt uitgezet, wordt het contact in plaats van UIT in stand AC C
gezet. Voer de volgende procedur e uit om het contact UIT te zetten:
Controleer of de parkeerrem is geactiveerd.
Zet de selectiehe ndel in stand P.
Controleer of ACCESSORY (stand ACC) en “Turn power OFF.” (zet
contact UIT) op het multi-informatiedisplay worden weergegeven
en druk de startknop eenmaal in.
Controleer of ACCESSORY (stand ACC) en “Turn power OFF.” (zet
contact UIT) op het multi-informatiedisplay uit zijn.
■ Auto power off-functie
Als het contact langer dan 20 minuten in stand ACC of langer da n een uur
AAN staat (hybridesysteem niet in werking) terwijl de selectieh endel in stand
P is staat, wordt het contact automatisch UIT gezet. Deze functie kan het ont-
laden van de 12V-accu echter niet helemaal voorkomen. Laat de a uto niet
gedurende langere tijd in stand ACC of AAN staan terwijl het hy bridesysteem
niet in werking is.
■ Geluiden en trillingen die kenme rkend zijn voor een hybrideauto
→Blz. 91
■ Leegraken batterij elektronische sleutel
→Blz. 146
Uitschakelen van het hybridesysteem met de selectiehendel in
een andere stand dan P
1
2
3
4
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E.b ook Page 223 Friday, September 9, 2016 12:21 PM
Page 224 of 712

2244-2. Rijprocedures
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E■
Als de buitentemperatuur laag is, bijvoorbeeld bij rijden in de winter
Als het hybridesysteem gestart wordt, knippert het controlelamp je READY
mogelijk lang. Bedien de auto niet totdat het controlelampje RE ADY continu
brandt. Continu branden betekent dat de auto in beweging kan ko men.
■ Omstandigheden die de werking kunnen beïnvloeden
→Blz. 166
■ Aanwijzing voor de instapfunctie
→Blz. 167
■ Als het hybridesysteem niet kan worden ingeschakeld
●De startblokkering is mogelijk niet uitgeschakeld. (→ Blz. 99)
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/rep arateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundig e.
● Controleer of de selectiehendel goed in stand P staat. Mogelijk kan het
hybridesysteem niet worden gestart als de selectiehendel niet g oed in stand
P staat.
Op het multi-informatiedisplay wordt “Shift to P position to st art.” (zet de
selectiehendel in stand P om te starten) weergegeven.
■ Stuurslot
Nadat het contact UIT is gezet en de portieren zijn geopend en gesloten,
wordt het stuurwiel vergrendeld met de stuurslotfunctie. Als u nogmaals op
de startknop drukt, wordt het stuurslot automatisch weer uitges chakeld.
■ Wanneer het stuurslot niet kan worden ontgrendeld
“Push POWER Switch while Turning The
Steering Wheel in Either Direction.” (druk
de startknop in en draai het stuurwiel in
een willekeurige richting) wordt op het
multi-informatiedisplay weergegeven.
Controleer of de selectiehendel in stand P
staat. Druk op de startknop terwijl u het
stuurwiel naar links en rechts beweegt.
C-HR_HV_OM_Europe_OM10538E.b ook Page 224 Friday, September 9, 2016 12:21 PM