Page 25 of 404

23
Hill Assist
Descent ControlPermanent.
De functie is geactiveerd, maar
de werking is onderbroken
omdat de snelheid te hoog is. Tussen 30 en 50 km/u wordt het systeem
gedeactiveerd.
Verminder de snelheid van uw auto.
Permanent. De functie is geactiveerd,
maar er wordt niet voldaan
aan alle voor waarden voor de
regeling (hellingspercentage,
ingeschakelde versnelling).
Knippert. Het systeem regelt de snelheid
van de auto. De auto wordt afgeremd; de remlichten gaan branden
tijdens de afdaling.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over de functie Hill Assist Descent
Control
.
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampje
Status
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Dodehoekbewakingssysteem Permanent.De functie is geactiveerd. Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over het dodehoekbewakingssysteem .
Park Assist Permanent. De functie is geactiveerd. Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over het Park Assist-systeem.
Automatische
ruitenwissers Permanent.
De ruitenwisserschakelaar is
naar beneden bewogen.
De automatische stand van
de ruitenwissers vóór is
geactiveerd. Beweeg om de automatische stand van de
ruitenwissers te deactiveren de hendel nogmaals
omlaag of zet de hendel in een andere stand.
Mistachterlicht Permanent. De mistachterlichten zijn
ingeschakeld met de ring op de
lichtschakelaar. Draai de ring naar achteren om de mistachterlichten
uit te schakelen.
1
Instrumentenpaneel
Page 26 of 404

24
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Mistlampen
vóór Permanent.
De mistlampen vóór zijn
ingeschakeld met de ring van de
lichtschakelaar. Draai de ring van de lichtschakelaar eenmaal naar
achteren om de mistverlichting uit te schakelen.
Richtingaanwijzer
links Knippert, met
geluidssignaal. Als u de lichtschakelaar omlaag
beweegt.
Richtingaanwijzer
rechtsKnippert, met
geluidssignaal.Als u de lichtschakelaar omhoog
beweegt.
AlarmknipperlichtenKnippert, met
geluidssignaal.De schakelaar voor de
alarmknipperlichten op het
dashboard is ingedrukt. De richtingaanwijzers links en rechts en de
bijbehorende waarschuwingslampjes knipperen
tegelijkertijd.
Parkeerlicht Permanent. De lichtschakelaar staat in de
stand "Parkeerlichten".
Dimlicht Permanent. De lichtschakelaar staat in de
stand "Dimlicht".
Grootlicht Permanent. U hebt de lichtschakelaar naar u
toe getrokken. Trek aan de lichtschakelaar om terug te schakelen
naar dimlicht.
Instrumentenpaneel
Page 27 of 404
25
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
+
of
Grootlichtassistent Permanent. De functie is geactiveerd via
het menu Auto/Rijden van het
touchscreen.
De lichtschakelaar staat in de
st and "AUTO ". De camera aan de bovenzijde van de voorruit
regelt het overschakelen naar grootlicht of dimlicht
afhankelijk van de lichtsterkte van de omgeving en de
verkeerssituatie.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over de grootlichtassistent
.
Raadpleeg voor meer informatie over de lichtschakelaar de desbetreffende rubriek.
1
Instrumentenpaneel
Page 28 of 404

26
Elektrische parkeerrem
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatusOorzaak Acties/Opmerkingen
Brandt, in combinatie
met de weergave
van de melding
"Parkeerrem defect". Automatisch vrijzetten is niet
mogelijk.
Als u de parkeerrem automatisch probeert vrij te zetten, wordt, als
de parkeerrem is aangetrokken, tijdens het wegrijden een melding
weergegeven. Deze melding geeft aan dat u de parkeerrem handmatig
moet vrijzetten.
Branden, in
combinatie met de
weergave van de
melding "Parkeerrem
defec t ". De noodremfunctie werkt niet
optimaal.
Als het automatisch vrijzetten niet mogelijk is, wordt, als de parkeerrem
is aangetrokken, tijdens het wegrijden een melding weergegeven. Deze
melding geeft aan dat u de parkeerrem handmatig moet vrijzetten.
Branden, in
combinatie met de
weergave van de
melding "Parkeerrem
defec t ". Automatisch aantrekken is niet
mogelijk.
Gebruik de hendel van de elektrische parkeerrem.
De elektrische parkeerrem kan alleen handmatig worden bediend.
Als het automatisch vrijzetten tevens niet mogelijk is, wordt, als
de parkeerrem is aangetrokken, tijdens het wegrijden een melding
weergegeven. Deze melding geeft aan dat u de parkeerrem handmatig
moet vrijzetten.
Branden, in
combinatie met de
weergave van de
melding "Parkeerrem
defec t ". U kunt de auto niet meer met
de parkeerrem op zijn plaats
houden ter wijl de motor draait.
Als het handmatig aantrekken en vrijzetten niet mogelijk is, is de hendel
van de elektrische parkeerrem defect.
De automatische functies moeten te allen tijde worden gebruikt: ze
worden automatisch geactiveerd bij een storing in de hendel.
Instrumentenpaneel
Page 29 of 404

27
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatusOorzaak Acties/Opmerkingen
Branden, in
combinatie met de
weergave van de
melding "Parkeerrem
defec t ". De parkeerrem is defect; de
handmatige en elektrische
bediening werken mogelijk niet
meer.
Om bij stilstand de auto op zijn plaats te houden:
F T
rek aan de hendel en houd deze ongeveer 7 tot 15 seconden aangetrokken tot
het lampje op het instrumentenpaneel gaat branden.
Als deze procedure niet werkt, beveilig uw auto dan op de volgende wijze tegen
wegrollen:
F
P
arkeer de auto op een vlakke ondergrond.
F
B
ij auto's met een handgeschakelde versnellingsbak: schakel een versnelling in.
F
B
ij auto's met een automatische transmissie: selecteer de stand P en plaats de
meegeleverde wielblokken voor en achter een van de wielen.
Neem contact op met het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Branden, in
combinatie met de
weergave van de
melding "Parkeerrem
defec t ". De parkeerrem kan de auto
niet in alle omstandigheden
veilig op zijn plaats houden.
Om uw auto te beveiligen tegen wegrollen:
F P
arkeer de auto op een vlakke ondergrond.
F
B
ij auto's met een handgeschakelde versnellingsbak: schakel een
versnelling in.
F
B
ij auto's met een automatische transmissie: selecteer de stand P en
plaats de meegeleverde wielblokken voor en achter een van de wielen.
Neem contact op met het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Knipperen nadat de
motor is gestart. De parkeerrem is niet goed
vrijgezet. Zet de auto stil zodra dit mogelijk is en probeer de parkeerrem met de
hendel volledig vrij te zetten. Trap daarbij het rempedaal in.
Als het probleem zich blijft voordoen, raadpleeg dan het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer informatie over het gebruik van de elektrische parkeerrem .
1
Instrumentenpaneel
Page 30 of 404

28
Indicatoren
Onderhoudsindicator
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Onderhoudssleutel Brandt tijdelijk, bij het
aanzetten van het
contact. De afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt is 1.000 tot
3.000 km. De onderhoudsindicator wordt enkele seconden
weergegeven op het instrumentenpaneel. Afhankelijk
van de uitvoering:
-
d
e kilometerteller geeft de resterende afstand
(in kilometers of mijlen) tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt aan.
-
e
en waarschuwing geeft de resterende afstand (in
kilometers of mijlen) en de tijd tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt aan.
De onderhoudssleutel gaat na een paar seconden uit.
De waarschuwing kan ook worden weergegeven als
het einde van het onderhoudsinterval in tijd nadert.
Permanent, bij het
aanzetten van het
contact. De afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt is minder dan
1.000 km.
De onderhoudsindicator wordt enkele seconden
weergegeven op het instrumentenpaneel. Afhankelijk van
de uitvoering:
-
d
e kilometerteller geeft de resterende kilometers tot
de eerstvolgende onderhoudsbeurt aan.
-
e
en waarschuwingsmelding geeft de resterende
kilometers en de tijd tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt aan.
De onderhoudssleutel blijft branden om aan te geven dat
uw auto zeer binnenkort aan een onderhoudsbeurt toe is.
De waarschuwing kan ook worden weergegeven als het
einde van het onderhoudsinterval in tijd nadert.
Instrumentenpaneel
Page 31 of 404

29
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Onderhoudssleutel Knippert en brandt
vervolgens permanent,
bij het aanzetten van
het contact. Het inter val voor de
onderhoudsbeurt is
overschreden.
De onderhoudsindicator wordt enkele seconden
weergegeven op het instrumentenpaneel. Afhankelijk
van de uitvoering:
-
d
e kilometerteller geeft het aantal afgelegde
kilometers aan sinds het inter val voor de
onderhoudsbeurt is overschreden. Waarde
voorafgegaan door het teken "-".
-
e
en waarschuwing geeft aan dat het inter val voor de
onderhoudsbeurt is overschreden.
De onderhoudssleutel blijft branden zolang de
onderhoudsbeurt niet is uitgevoerd.
De waarschuwing wordt ook weergegeven wanneer het
inter val voor de onderhoudsbeurt in tijd is overschreden.
+ Knippert en brandt
vervolgens permanent,
bij het aanzetten
van het contact, in
combinatie met het
lampje Service.De onderhoudsinterval voor de
uitvoeringen met een BlueHDi-
dieselmotor is overschreden.
De onderhoudsindicator wordt enkele seconden
weergegeven op het instrumentenpaneel. Afhankelijk van
de uitvoering:
-
d
e kilometerteller geeft het aantal afgelegde kilometers
aan sinds het inter val voor de onderhoudsbeurt is
overschreden. Waarde voorafgegaan door het teken "-".
-
e
en waarschuwing geeft aan dat het inter val voor de
onderhoudsbeurt is overschreden.
De onderhoudssleutel blijft branden zolang de
onderhoudsbeurt niet is uitgevoerd.
De waarschuwing wordt ook weergegeven wanneer het
inter val voor de onderhoudsbeurt in tijd is overschreden.
De weergegeven afstand (in kilometers of mijlen) wordt berekend op basis van het aantal afgelegde kilometers en de verstreken tijd sinds de
laatste onderhoudsbeurt.
1
Instrumentenpaneel
Page 32 of 404

30
Nulstelling onderhoudsindicator
Na elke onderhoudsbeurt moet de
onderhoudsindicator weer op nul gezet worden.
Als u de onderhoudsbeurt van uw auto zelf
hebt uitgevoerd:
F
zet
het contact af,
Als u na deze handeling de accu wilt
loskoppelen, vergrendel dan de auto en
wacht minimaal 5 minuten. Het op 0 zetten
van de onderhoudsindicator zal anders
niet worden opgeslagen.
Opvragen van
onderhoudsinformatie
U kunt op elk moment de onderhoudsinformatie
weergeven.
Motorolieniveaumeter
F druk op de resetknop van de dagteller en houd deze ingedrukt,
F
z
et het contact aan; de kilometerteller
begint terug te tellen,
F
l
aat de knop los als het display " =0"
aangeeft; de sleutel verdwijnt. F
D
ruk op de knop voor nulstelling van de
dagteller. De onderhoudsinformatie wordt enkele
seconden weergegeven en verdwijnt
vervolgens weer. (afhankelijk van de uitvoering)
Bij uitvoeringen met een motorolieniveaumeter
wordt bij het aanzetten van het contact eerst
de onderhoudsindicator weergegeven en
vervolgens gedurende enkele seconden het
motorolieniveau.
Een controle van het olieniveau is alleen
betrouwbaar als de auto op een vlakke,
horizontale ondergrond staat en de motor
minstens 30 minuten niet heeft gedraaid.
Instrumentenpaneel