Page 769 of 842

7–52
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
Signaal Waarschuwing Te nemen maatregel
Veiligheidsgordelwaarschuwingslampje
(Voorzitting)
Het
veiligheidsgordelwaarschuwingslampje
gaat branden als de bestuurdersstoel
of voorpassagierszitting bezet is en de
veiligheidsgordel niet vastgemaakt is
terwijl het contact op ON staat.
Als de veiligheidsgordel van de
bestuurder of de voorpassagier
niet aangegespt is (alleen wanneer
de voorpassagierszitting bezet
is) en de snelheid van de auto
hoger is dan ongeveer 20 km/h,
gaat het waarschuwingslampje
knipperen. Na een korte tijd stopt
het waarschuwingslampje met
knipperen, maar blijft branden. Als
een veiligheidsgordel niet aangegespt
blijft, gaat het waarschuwingslampje
opnieuw voor een bepaalde tijd
knipperen.
OPMERKING
Als de veiligheidsgordel van de
bestuurder of de voorpassagier
niet aangegespt wordt nadat
het waarschuwingslampje is
gaan branden en de rijsnelheid
hoger is dan 20 km/h, gaat het
waarschuwingslampje opnieuw
knipperen.
Door het plaatsen van
zware voorwerpen op de
voorpassagierszitting kan de
veiligheidsgordelwaarschuwingsfunctie
van de voorpassagierszitting
geactiveerd worden, afhankelijk van het
gewicht van het voorwerp.
Geen extra zitkussen op
de voorpassagierszitting
plaatsen en gebruiken om
er voor te zorgen dat de
voorpassagiergewichtsensor
juist kan functioneren. De kans
bestaat dat de sensor niet goed
functioneert omdat het extra
zitkussen de werking van de
sensor zou kunnen hinderen.
Als een klein kind op de
voorpassagierszitting meerijdt,
bestaat de kans dat het
waarschuwingslampje niet werkt. Maak de veiligheidsgordels vast.
Page 770 of 842

7–53
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
*Bepaalde modellen.
Signaal Waarschuwing Te nemen maatregel
(Rood)
Veiligheidsgordelwaarschuwingslampje
(Achterzitting)
*
Als de veiligheidsgordels van de
achterzitting niet zijn vastgemaakt
en het contact op ON staat,
worden de bestuurder en de
passagier gewaarschuwd door het
waarschuwingslampje.
Het waarschuwingslampje werkt
ook als er zich geen passagier op de
achterzitting bevindt.
OPMERKING
Als een veiligheidsgordel van de
achterzitting niet vastgemaakt
wordt binnen een bepaalde tijd
nadat de motor is gestart, gaat het
waarschuwingslampje uit. Maak de veiligheidsgordels vast.
Waarschuwingsindicatie/
waarschuwingslampje voor
laag sproeiervloeistofniveau
* Dit waarschuwingslampje geeft aan
dat er weinig sproeiervloeistof over is. Vul sproeiervloeistof bij (pagina 6-34 ).
Open-portier/Open-
kofferdeksel/achterklep
waarschuwingsindicatie/
waarschuwingslampje Het lampje gaat branden als een
portier/het kofferdeksel/de achterklep
niet goed gesloten is. Het portier/het kofferdeksel/de achterklep
goed sluiten.
KEY waarschuwingslampje
*
Neem de juiste maatregel en controleer dat het waarschuwingslampje uit gaat.
Signaal Oorzaak Te nemen maatregel
(Rood)
(Knippert) De sleutelbatterij is uitgeput.
Vernieuw de sleutelbatterij (pagina 6-43 ).
De sleutel bevindt zich buiten het
werkingsbereik.
Breng de sleutel in het werkingsbereik
(pagina 3-9 ).
De sleutel is geplaatst in delen van het interieur
waar de sleutel moeilijk bespeurd kan worden.
Er bevindt zich een soortgelijke sleutel van
een andere fabrikant in het werkingsbereik. Neem de soortgelijke sleutel van de
andere fabrikant uit het werkingsbereik.
De sleutel is uit het interieur genomen zonder
het contact uit te zetten en vervolgens zijn
alle portieren gesloten. Breng de sleutel terug in het interieur.
Page 771 of 842

7–54
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
Berichten die verschijnen op de multi-informatiedisplay
Als er een melding is van het voertuig, verschijnt een bericht op de multi-informatiedisplay.
Controleer de informatie en neem de noodzakelijke maatregel.
(Displayvoorbeeld)
Als het waarschuwingslampje gelijktijdig gaat branden/knipperen of een symbool op de
display wordt aangegeven, de informatie betreffende het waarschuwingslampje of symbool
controleren. (pagina 4-54 )
Display Inhoud Te nemen maatregel
Wordt aangegeven wanneer de
startdrukknop wordt ingedrukt terwijl
de keuzehendel niet in stand P staat. Zet de keuzehendel in de stand P.
Wordt aangegeven wanneer een
veiligheidsgordel niet is aangegespt en
het bestuurdersportier wordt geopend
terwijl de i-stop functie in werking is. Druk nogmaals op de startdrukknop
om de motor te starten. Zet bij
voertuigen met automatische
transmissie de keuzehendel in stand P
alvorens de motor te starten.)
Wordt aangegeven wanneer de
startdrukknop wordt ingedrukt zonder
intrappen van het rempedaal. Trap het rempedaal in en druk
vervolgens de startdrukknop in.
Wordt aangegeven wanneer de
startdrukknop wordt ingedrukt zonder
intrappen van het koppelingspedaal. Trap het koppelingspedaal in en druk
vervolgens de startdrukknop in.
Wordt aangegeven wanneer het
stuurwiel is geblokkeerd. Zet de stuurvergrendeling vrij.
Wordt aangegeven wanneer de
elektrische handremschakelaar wordt
bediend zonder het rempedaal in te
trappen. Trap het rempedaal in en bedien de
elektrische handremschakelaar.
Page 772 of 842
7–55
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
Berichten die verschijnen op de display
Als een bericht wordt getoond op de middendisplay (Type C/type D audio), overeenkomstig
het getoonde bericht de juiste maatregel nemen (op kalme wijze).
(Displayvoorbeeld)
Breng de auto onmiddellijk op een veilige plaats tot stilstand
Als de volgende berichten in de middendisplay worden getoond (Type C/type D audio), is er
mogelijk een defect in een voertuigsysteem. Breng de auto op een veilige plaats tot stilstand
en neem contact op met een of ¿ ciële Mazda reparateur.
Display Aangegeven toestand
Wordt getoond als de motorkoelvloeistoftemperatuur
buitengewoon is toegenomen.
Wordt getoond als er een defect is in het laadsysteem.
Page 773 of 842

7–56
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
Let er op dat het bericht niet langer getoond wordt
Wordt getoond in de volgende gevallen:
Display Aangegeven toestand/Te nemen maatregel
Wordt getoond als het i-ELOOP systeem moet worden
geladen. Laat de motor stationair draaien en wacht
totdat het bericht verdwenen is.
OPMERKING
Als er met de auto wordt gereden terwijl het
bericht wordt getoond, gaat er een zoemer klinken.
Als u het stuurwiel draait terwijl het bericht wordt
getoond, voelt dit zwaarder dan normaal. Dit duidt
echter niet op een afwijking. Nadat het bericht
is verdwenen zal het gebruik van het stuur weer
normaal worden.
Controleer displaygegevens
Wordt getoond in de volgende gevallen:
Display Aangegeven toestand/Te nemen maatregel
Het volgende bericht wordt getoond wanneer de
temperatuur rondom de middendisplay te hoog is
opgelopen.
Verlaging van de temperatuur in het interieur of van
de temperatuur rondom de middendisplay wordt
aanbevolen door direct zonlicht te vermijden.
Page 774 of 842

7–57
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
In de volgende gevallen
wordt een
waarschuwingszoemer
geactiveerd
Waarschuwing voor niet-
uitgeschakelde verlichting
Als de verlichting is ingeschakeld en het
contact op ACC of uit gezet wordt, zal er
een continue pieptoon klinken zodra het
bestuurdersportier geopend wordt.
OPMERKING
Wanneer het contact op
ACC gezet wordt, heeft de
“Waarschuwingspieptoon voor
niet-uitgeschakeld contact (STOP)”
(pagina 7-58 ) voorrang boven
de waarschuwing voor niet-
uitgeschakelde verlichting.
Een gebruikersfunctie is
beschikbaar voor het veranderen
van het geluidsvolume voor
de waarschuwing voor niet-
uitgeschakelde verlichting.
Zie Gebruikersinstellingen op pagina
9-15 .
Waarschuwingszoemer voor
systeem van airbag/voorspanners
van veiligheidsgordels
Als er een probleem is met de systemen
van de airbag/voorspanners van
veiligheidsgordels en het oplichten van het
waarschuwingslampje, zal er elke minuut
gedurende ongeveer 5 seconden een
waarschuwingszoemer klinken.
Het geluid van de waarschuwingszoemer
voor het systeem van airbag en
veiligheidsgordelvoorspanners zal
gedurende ongeveer 35 minuten hoorbaar
blijven. Laat uw auto zo spoedig mogelijk
door een deskundige reparateur, bij
voorkeur een of ¿ ciële Mazda reparateur
inspecteren.
WAARSCHUWING
Rijd niet met de auto wanneer de
waarschuwingszoemer voor het systeem
van de airbag/voorspanners van
veiligheidsgordels klinkt:
Rijden met de auto terwijl de
waarschuwingzoemer voor het systeem
van de airbag/voorspanners van
veiligheidsgordels klinkt is gevaarlijk.
Bij een botsing zullen de airbags en
het systeem van de voorspanners van
de veiligheidsgordels niet in werking
treden, hetgeen ernstig of mogelijk
dodelijk letsel tot gevolg kan hebben.
Neem contact op met een deskundige
reparateur, bij voorkeur een of ¿ ciële
Mazda reparateur om de auto zo
spoedig mogelijk te laten inspecteren.
Page 775 of 842

7–58
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
*Bepaalde modellen.
Waarschuwingszoemer voor
veiligheidsgordel
V o o r z i t t i n g
Als de rijsnelheid hoger is dan ongeveer
20 km/h en de veiligheidsgordel
van de bestuurder of voorpassagier
niet is vastgemaakt, klinkt continu
een waarschuwingspieptoon. Als
de veiligheidsgordel dan nog niet is
vastgemaakt, zal de pieptoon eenmaal
stoppen en dan gedurende ongeveer
90 seconden doorgaan. De pieptoon
stopt nadat de veiligheidsgordel van de
bestuurder of voorpassagier is vastgemaakt.
OPMERKING
Door het plaatsen van
zware voorwerpen op de
voorpassagierszitting kan de
veiligheidsgordelwaarschuwingsfunctie
van de voorpassagierszitting
geactiveerd worden, afhankelijk van het
gewicht van het voorwerp.
Geen extra zitkussen op de
voorpassagierszitting plaatsen en
gebruiken om er voor te zorgen dat
de voorpassagiergewichtsensor juist
kan functioneren. De kans bestaat
dat de sensor niet goed functioneert
omdat het extra zitkussen de werking
van de sensor zou kunnen hinderen.
Wanneer een klein kind op
de voorpassagierszitting
zit, is het mogelijk dat de
waarschuwingszoemer niet werkt.
Achterzitting
*
De waarschuwingszoemer klinkt enkel als
een veiligheidsgordel wordt losgemaakt
nadat deze is vastgemaakt.
Waarschuwingszoemtoon voor
niet-uitgeschakeld contact (STOP)
Europese modellen
Als het bestuurdersportier geopend wordt
terwijl het contact op ACC staat, klinkt er
6 maal een pieptoon in het interieur om
de bestuurder op de hoogte te stellen dat
het contact niet op OFF (STOP) is gezet.
In deze toestand zal het afstandbediende
portiervergrendelingssysteem niet
functioneren, kan het voertuig niet
vergrendeld worden en zal de accu
uitgeput raken.
Behalve Europese modellen
Als het bestuurdersportier geopend wordt
terwijl het contact op ACC staat, klinkt er
continu een pieptoon in het interieur om
de bestuurder op de hoogte te stellen dat
het contact niet op OFF (STOP) is gezet.
In deze toestand zal het afstandbediende
portiervergrendelingssysteem niet
functioneren, kan het voertuig niet
vergrendeld worden en zal de accu
uitgeput raken.
Page 776 of 842

7–59
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indicatielampjes en waarschuwingszoemers
Sleutel uit auto verwijderd
waarschuwingszoemtoon
Voertuigen met geavanceerde
afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie
Als de sleutel uit het voertuig wordt
verwijderd terwijl het contact niet op OFF
is gezet en alle portieren gesloten zijn,
klinkt de pieptoon die buiten het voertuig
hoorbaar is 6 maal, klinkt de pieptoon die
binnen het voertuig hoorbaar is 6 maal
en gaat het KEY waarschuwingslampje
(rood) in de instrumentengroep continu
knipperen om de bestuurder op de hoogte
te stellen dat het contact niet op OFF is
gezet.
Voertuigen zonder
geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie
Als de sleutel uit het voertuig wordt
verwijderd terwijl het contact niet
op OFF is gezet en alle portieren
gesloten zijn, klinkt er in het interieur
6 maal een pieptoon en gaat het KEY
waarschuwingslampje (rood) in de
instrumentengroep continu branden om de
bestuurder op de hoogte te stellen dat het
contact niet op OFF is gezet.
OPMERKING
Aangezien de sleutel gebruik maakt
van radiogolven van lage intensiteit,
bestaat de kans dat de Sleutel-uit-auto-
verwijderd waarschuwing geactiveerd
wordt als de sleutel samen met een
metalen voorwerp wordt meegedragen
of als deze op een plaats met slechte
signaalontvangst bewaard wordt.
Zie Verzoekschakelaar-buiten-
werking waarschuwingspieptoon
(Met geavanceerde
afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie)
Als de verzoekschakelaar wordt ingedrukt
terwijl het portier open staat of niet goed
is gesloten, of het contact niet op OFF
is gezet en de sleutel is meegenomen,
klinkt er gedurende ongeveer 2 seconden
buiten een pieptoon om de bestuurder op
de hoogte te stellen dat het portier of de
achterklep/kofferruimte niet kan worden
vergrendeld.
Sleutel in-bagageruimte/
kofferruimte-achtergelaten
waarschuwingszoemtoon (Met
geavanceerde afstandbediende
portiervergrendelingsfunctie)
Als de sleutel in de bagageruimte/
kofferruimte is achtergelaten terwijl
alle portieren vergrendeld zijn en de
achterklep/het kofferdeksel gesloten
is, klinkt er gedurende ongeveer 10
seconden buiten een pieptoon om de
bestuurder er op attent te maken dat de
sleutel in de bagageruimte/kofferruimte
ligt. Haal in dit geval de sleutel uit de
auto door de elektrische achterklep-/
kofferdekselopener in te drukken en de
achterklep/het kofferdeksel te openen.
De kans bestaat dat de sleutel die uit
de bagageruimte/kofferruimte wordt
verwijderd niet functioneert, omdat de
functies ervan tijdelijk geannuleerd zijn.
Voor het herstellen van de functies van de
sleutel, de procedure die van toepassing is
uitvoeren (pagina 3-10 ).