Page 129 of 842

3–40
Alvorens te gaan rijden
Brandstof en emissie
Motoruitlaatgassen (Koolmonoxide)
WAARSCHUWING
Niet met uw auto rijden als u uitlaatgas binnen in de auto ruikt:
Uitlaatgas is gevaarlijk. Dit gas bevat koolmonoxide (CO), dat kleurloos, geurloos
en giftig is. Bij inademing kan dit bewusteloosheid en verstikking veroorzaken. Als
u uitlaatgassen in de auto ruikt, alle ramen volledig openen en onmiddellijk contact
opnemen met een deskundige reparateur, bij voorkeur een of ¿ ciële Mazda reparateur.
Laat de motor nooit in een afgesloten ruimte draaien:
Het laten draaien van de motor in een afgesloten ruimte, zoals een garage, is gevaarlijk.
Uitlaatgas dat giftige koolmonoxide bevat kan gemakkelijk het interieur binnendringen.
Dit kan bewusteloosheid en verstikking veroorzaken.
Open de ramen of stel de verwarming of de airconditioning af op aanvoer van verse
buitenlucht wanneer u de motor stationair laat draaien:
Uitlaatgas is gevaarlijk. Wanneer de auto met gesloten ramen stilstaat en u de
motor gedurende langere tijd zelfs in een open ruimte laat draaien, bestaat de kans
dat uitlaatgas, dat giftige koolmonoxide bevat, het interieur binnendringt. Dit kan
bewusteloosheid en verstikking veroorzaken.
Verwijder de sneeuw van de onderzijde en rondom uw auto, vooral rondom de uitlaat,
alvorens de motor te starten:
Het laten draaien van de motor wanneer de auto in diepe sneeuw geparkeerd staat
is gevaarlijk. De uitlaatpijp kan door de sneeuw geblokkeerd raken, waardoor het
uitlaatgas het interieur kan binnendringen. Aangezien uitlaatgas giftig koolmonoxide
bevat, kunnen de inzittenden van de auto bewusteloos of zelfs verstikt raken.
Page 130 of 842

3–41
Alvorens te gaan rijden
Brandstof en emissie
Afsluitklep van
brandstoftankdop en
brandstoftankdop
WAARSCHUWING
Bij het verwijderen van de
brandstoftankdop, de dop een klein
stukje losdraaien, wachten tot het
sissende geluid ophoudt en vervolgens
de dop verwijderen:
Brandstofnevel is gevaarlijk.
Brandstof die op de huid of in de
ogen terechtkomt kan brandwonden
veroorzaken en bij inslikking ziekte
tot gevolg hebben. Brandstofnevel
ontstaat wanneer er zich druk in
de brandstoftank verzamelt en de
brandstoftankdop te snel verwijderd
wordt.
Alvorens te tanken, de motor stopzetten
en vonken en open vuur steeds uit de
buurt van de vulhals houden:
Brandstofdampen zijn gevaarlijk. Deze
kunnen door vonken of open vuur
tot ontbranding komen en ernstige
brandwonden en letsel veroorzaken.
Verder kan het gebruik van de
verkeerde brandstoftankdop of het niet
gebruiken van een brandstoftankdop
brandsto À ekkage tot gevolg hebben,
hetgeen bij een ongeluk ernstige
brandwonden mogelijk met dodelijke
a À oop kan veroorzaken.
WAARSCHUWING
Niet verder bijtanken nadat het
mondstuk van de brandstofpompslang
automatisch is gestopt:
Doorgaan met tanken nadat het
mondstuk van de brandstofpompslang
automatisch is gestopt is gevaarlijk,
aangezien het overmatig vullen van
de brandstoftank overstroming van
brandstof of lekkage kan veroorzaken.
Overstroming van brandstof en lekkage
kan het voertuig beschadigen en als de
brandstof ontvlamt kan dit brand en
ontplof ¿ ng veroorzaken met ernstig of
dodelijk letsel als gevolg.
OPGELET
Gebruik altijd uitsluitend een
originele Mazda tankdop of een
gelijkwaardige voor uw auto geschikte
brandstoftankdop, verkrijgbaar bij
deskundige reparateur, bij voorkeur
een of ¿ ciële Mazda reparateur. Een
verkeerde tankdop kan een ernstige
storing in het brandstofsysteem
of het uitlaatgasreinigingssysteem
veroorzaken.
Page 131 of 842
3–42
Alvorens te gaan rijden
Brandstof en emissie
Afsluitklep van brandstoftankdop
Trek aan de interieur-ontgrendelknop voor
de afsluitklep van de brandstoftankdop om
de afsluitklep te openen.
Om te sluiten, tegen de afsluitklep van de
brandstofvuldop duwen totdat deze goed
vergrendelt.
Ontgrendeling
voor afsluitklep
brandstoftankdop
Brandstoftankdop
Draai voor het verwijderen van de
brandstoftankdop deze linksom.
Bevestig de verwijderde dop aan de
binnenzijde van de afsluitklep.
Draai voor het sluiten van de
brandstoftankdop deze rechtsom totdat u
een klik hoort.
Openen
Sluiten
Page 132 of 842
3–43
Alvorens te gaan rijden
Stuurwiel
S t u u r w i e l
WAARSCHUWING
Nooit tijdens het rijden het stuurwiel
afstellen:
Het is gevaarlijk wanneer u tijdens
het rijden het stuurwiel probeert af
te stellen. Bij het bewegen van de
stuurkolom is de kans groot dat u het
stuurwiel plotseling naar links of rechts
draait. Hierdoor zou u de macht over
het stuur kunnen verliezen, hetgeen tot
ongelukken kan leiden.
Afstelling van het stuurwiel
Veranderen van de hoek of de lengte van
het stuurwiel:
1. Breng de auto tot stilstand en trek
vervolgens de ontgrendelhendel onder
de stuurkolom naar beneden.
Ontgrendelhendel
2. Verander de hoek van het stuurwiel en/
of stel de lengte van de stuurkolom
af tot in de gewenste posities en duw
vervolgens de hendel omhoog om de
stuurkolom te vergrendelen.
3. Probeer alvorens te gaan rijden het
stuurwiel omhoog en omlaag te duwen
om te controleren of dit vergrendeld is.
Page 133 of 842

3–44
Alvorens te gaan rijden
Stuurwiel
*Bepaalde modellen.
Verwarmd stuurwiel *
De handgrepen aan de linker- en
rechterzijde van het stuurwiel kunnen
verwarmd worden.
Verwarmd
gedeelteVerwarmd
stuurwielschakelaar
Het contact moet op ON staan.
Druk op de schakelaar om de
stuurwielverwarming in te schakelen.
De stuurwielverwarming functioneert
gedurende ongeveer 30 minuten en wordt
dan automatisch uitgeschakeld.
Wanneer de verwarming in werking is
brandt het indicatielampje.
Druk nogmaals op de schakelaar om de
stuurwielverwarming uit te schakelen
alvorens de 30 minuten zijn verstreken.
OPGELET
De volgende soort van personen moeten
voorzichtig zijn en het stuurwiel niet
aanraken. Anders kan dit een lage
temperatuur brandwond veroorzaken.
Baby's, kleine kinderen, ouderen en
gehandicapten
Personen met een gevoelige huid
Personen die buitengewoon vermoeid
zijn
Personen die onder invloed zijn
Personen die slaapverwekkende
medicijnen gebruiken zoals
slaaptabletten of medicijnen tegen
verkoudheid
Page 134 of 842

3–45
Alvorens te gaan rijden
Spiegels
*Bepaalde modellen.
S p i e g e l s
Stel alvorens te gaan rijden de binnen- en
buitenspiegels af.
Buitenspiegels
WAARSCHUWING
Kijk daarom steeds over uw schouder
achterom alvorens van rijbaan te
veranderen:
Objecten die in deze bolle spiegel
worden waargenomen lijken dichterbij
dan zij in werkelijkheid zijn. Het
is gevaarlijk wanneer u bij het
veranderen van rijbaan geen rekening
houdt met de werkelijke afstand van
het voertuig dat in de spiegel wordt
waargenomen. Dit kan een ernstig
ongeluk tot gevolg hebben.
OPMERKING
(Groothoekspiegel bestuurderszijde * )
Het oppervlak van de
groothoekspiegel is voorzien van
twee krommingen, gescheiden door
een scheidslijn die het lensoppervlak
verdeeld in een buitenste en een
binnenste gebied. Het binnenste
gebied is een standaard convexe
spiegel, terwijl het buitenste gebied
een breder zicht geeft binnen
hetzelfde bereik. Deze combinatie
geeft bij het veranderen van rijbaan
een betere garantie.
Scheidslijn
De waargenomen afstand van
objekten in het buitenste en binnenste
gebied van de groothoekspiegel is
verschillend. Objekten die in het
buitenste gebied verschijnen zijn in
werkelijkheid verder weg dan dat zij
in het binnenste gebied lijken te zijn.
Page 135 of 842
3–46
Alvorens te gaan rijden
Spiegels
Afstellen van de elektrisch bediende
spiegel
Het contact dient op ACC of ON te staan.
Stel als volgt af:
1. Draai de spiegelschakelaar naar links
of rechts
voor het kiezen van de
linker of de rechter zijspiegel.
2. Druk de spiegelschakelaar in de
gewenste richting.
SpiegelschakelaarMiddenpositie
Na het afstellen van de spiegel, de stand
vergrendelen door de schakelaar naar de
middenpositie te draaien.
Inklapbare buitenspiegel
WAARSCHUWING
Alvorens te gaan rijden, de
buitenspiegels steeds in de normale
rijstand terugzetten:
Rijden met de buitenspiegels ingeklapt
is gevaarlijk. Uw achteruitzicht is
dan beperkt, hetgeen ongelukken kan
veroorzaken.
Handbediende inklapbare buitenspiegel
Klap de buitenspiegel voorzichtig naar
achteren, zodat deze plat tegen de wagen
komt te staan.
Page 136 of 842

3–47
Alvorens te gaan rijden
Spiegels
Elektrisch bediende inklapbare
buitenspiegels
WAARSCHUWING
De elektrisch bediende inklapbare
buitenspiegel niet aanraken wanneer
deze in beweging is:
Aanraken van een elektrisch bediende
inklapbare buitenspiegel wanneer deze
in beweging is, is gevaarlijk. Uw hand
kan klemraken en gewond raken of de
spiegel kan worden beschadigd.
Gebruik de elektrische
inklapschakelaar om de spiegel in de
rijklaarstand te zetten:
Het met de hand in de rijstand zetten
van de elektrisch bediende inklapbare
buitenspiegel is gevaarlijk. De spiegel
zal niet in positie vergrendelen en
zal het verkrijgen van een goed
achteruitzicht verhinderen.
Bedien de elektrisch bediende
inklapbare buitenspiegel uitsluitend
wanneer de auto veilig geparkeerd is:
Bediening van de elektrisch bediende
inklapbare buitenspiegel tijdens het
rijden is gevaarlijk. Windkracht die
tegen de spiegel drukt zal de spiegel
doen terugklappen en u zult de spiegel
dan niet meer in de rijstand kunnen
terugzetten, waardoor het verkrijgen
van een goed achteruitzicht verhinderd
wordt. Het contact dient op ACC of ON te staan.
Ty p e A
Voor inklappen, de schakelaar draaien.
Voor het terugzetten van de spiegel
in de rijstand, de schakelaar naar de
middenpositie draaien.
Middenpositie
Ty p e B
Druk voor het inklappen van de spiegels
tegen de onderkant
van de schakelaar.
Druk om de spiegels in de rijstand terug te
zetten tegen de bovenkant
van de
schakelaar.
Inklappen
Uitklappen