Page 41 of 203
Stoelen, veiligheidssystemen39Aan de ontgrendelingshefbomen
trekken, de rugleuning helemaal
omhoog zetten en de hefboom losla‐
ten.
Armsteun
Armsteun voorstoel zo nodig omhoog
of omlaag zetten.
Verwarming
Activeer de stoelverwarming door op
ß voor de betreffende voorstoel te
drukken. De activering wordt aange‐
duid door de LED in de toets.
Druk nogmaals op ß om de stoelver‐
warming uit te schakelen.
De stoelverwarming wordt met een
thermostaat geregeld en schakelt
automatisch uit wanneer de stoeltem‐
peratuur hoog genoeg is.
Langdurig gebruik voor personen met een gevoelige huid wordt afgeraden.
De stoelverwarming werkt bij inge‐
schakeld contact en tijdens een Auto‐ stop. Stop/Start-systeem 3 116.
Page 42 of 203

40Stoelen, veiligheidssystemenAchterbank
Zitplaatsen tweede zitrij9 Waarschuwing
Als de achterbank of rugleuningen
wordt/worden versteld of inge‐
klapt, handen en voeten uit het
bewegingsgebied houden.
Nooit onder het rijden de stoelen
verstellen, omdat dit oncontroleer‐
bare bewegingen kan veroorza‐
ken.
Rij alleen als stoelen en rugleunin‐
gen vast staan.
Afhankelijk van de versie kan de
bagageruimte worden vergroot door
de rugleuningen van de zitplaatsen
op de tweede zitrij (indien aanwezig)
neer te klappen.
Zie voor het vergroten van de baga‐
geruimte als er ook een derde rij
zitplaatsen is "Rugleuningen neer‐ klappen" of "Stoelen verwijderen" in
het hoofdstuk "Zitplaatsen derde
zitrij" 3 41.
Stoelen neerklappen
● Druk de ontgrendelingsknoppen in en schuif de hoofdsteun
omlaag 3 34.
● Maak de veiligheidsgordels los en zorg dat ze bij het neerklap‐
pen niet in de weg zitten.
● Verwijder zo nodig de bagage‐ ruimte-afdekking 3 63.
1. Trek aan de ontgrendelingshef‐
boom van de rugleuning en klapde rugleuning naar de zitting.
Let op
De rode markering op de ontgren‐
delingshefboom wordt zichtbaar
wanneer de rugleuning wordt losge‐
klikt.
Let op
De rugleuning bestaat uit twee
delen. U kunt zo nodig beide delen
neerklappen.
2. Trek aan de ontgrendelingshef‐ boom, de onderkant van de stoel
staat onder spanning en komt
automatisch omhoog.
Page 43 of 203

Stoelen, veiligheidssystemen41
3. Klap de stoel compleet geheelnaar voren.
Let op
Op de buitenrand onderaan de rugleuning kan een etiket met
daarop de procedure voor het neer‐ klappen van de rugleuning zitten.
9 Waarschuwing
Bij het opklappen van de bank
voorzichtig zijn – oppassen voor bewegende delen. Ervoor zorgen
dat de bank goed vastzit wanneer
deze volledig ingeklapt is.
Voorzichtig
Zet omwille van de veiligheid geen zware voorwerpen op de neerge‐
klapte zitplaatsen achterin.
Stoelen uitklappen
1. Zorg dat de veiligheidsgordels losgemaakt zijn en dat ze bij het
opklappen niet in de weg zitten.
2. Laat de stoel compleet op de vloer
zakken, zodat de stoel goed wordt
vergrendeld.
3. Zet de rugleuning omhoog en verstel de hoofdsteun.
Let op
De rugleuning is goed vastgeklikt wanneer de rode markering op de
ontgrendelingshefboom niet meer
zichtbaar is.
9 Waarschuwing
Zorg bij het opklappen van de
rugleuning dat de stoel stevig op
zijn plaats vergrendeld is voordat
u gaat rijden. Als u dat niet doet, kan dit bij krachtig remmen of een botsing letsel veroorzaken.9 Waarschuwing
Rijd uitsluitend met goed vergren‐
delde rugleuningen. Als dat niet
het geval is, is er een kans op
letsel of schade aan de lading of het voertuig bij krachtig remmen of
een botsing.
Zitplaatsen derde zitrij
9 Waarschuwing
Als de achterbank of rugleuningen
wordt/worden versteld of inge‐
klapt, handen en voeten uit het
bewegingsgebied houden.
Nooit onder het rijden de stoelen
verstellen, omdat dit oncontroleer‐
bare bewegingen kan veroorza‐
ken.
Rij alleen als stoelen en rugleunin‐
gen vast staan.
Page 44 of 203

42Stoelen, veiligheidssystemenAfhankelijk van de versie kan de
bagageruimte worden vergroot door
de zitplaatsen op de derde zitrij op te
klappen.
Stoelen neerklappen ● Druk de ontgrendelingsknoppen in en schuif de hoofdsteun
omlaag 3 34.
● Maak de veiligheidsgordels los en zorg dat ze bij het neerklap‐pen niet in de weg zitten.
● Verwijder zo nodig de bagage‐ ruimte-afdekking 3 63.1. Trek aan de ontgrendelingshef‐
boom van de rugleuning en klapde rugleuning naar de zitting.
Let op
De rode markering op de ontgren‐
delingshefboom wordt zichtbaar
wanneer de rugleuning wordt losge‐
klikt.
2. Trek aan de onderste lus en klap de stoel naar voren.
3. Zet de ingeklapte stoel rechtopvast door het flexibele koord (op
het stoelframe) aan de hoofd‐
steun vóór de ingeklapte stoel te
bevestigen.
Let op
Onderaan achter op de rugleuning
kan een etiket met daarop de proce‐ dure voor het neerklappen van de
rugleuning zitten.9 Waarschuwing
Bij het opklappen van de bank
voorzichtig zijn – oppassen voor bewegende delen. Ervoor zorgendat de bank goed vastzit wanneer
deze volledig ingeklapt is.
9 Waarschuwing
Laat niemand plaatsnemen op
een zitplaats achterin wanneer de
stoel ervoor neergeklapt is. Kans
op letsel.
Voorzichtig
Zet omwille van de veiligheid geen zware voorwerpen op de neerge‐
klapte zitplaatsen achterin.
Page 45 of 203

Stoelen, veiligheidssystemen43Stoelen uitklappen1. Zorg dat de veiligheidsgordels losgemaakt zijn en dat ze bij het
opklappen niet in de weg zitten.
2. Maak het flexibele koord los en laat de stoel op de vloer zakken.
Hierbij moet de achtersteun op
het ankerpunt zitten en goed op
zijn plek vergrendeld zijn.
3. Zet de rugleuning omhoog en verstel de hoofdsteun.
Let op
De rugleuning is goed vastgeklikt wanneer de rode markering op de
ontgrendelingshefboom niet meer
zichtbaar is.9 Waarschuwing
Zorg bij het opklappen van de
rugleuning dat de stoel stevig op
zijn plaats vergrendeld is voordat
u gaat rijden. Als u dat niet doet, kan dit bij krachtig remmen of een botsing letsel veroorzaken.
9 Waarschuwing
Rijd uitsluitend met goed vergren‐
delde rugleuningen. Als dat niet
het geval is, is er een kans op
letsel of schade aan de lading of het voertuig bij krachtig remmen of een botsing.
Stoelen verwijderen
Afhankelijk van de versie kan de
bagageruimte worden vergroot door
de zitplaatsen op de derde zitrij te
verwijderen.
9 Waarschuwing
Verwijderbare stoelen zijn zwaar!
Niet zonder hulp proberen te
demonteren.
● Druk de ontgrendelingsknoppen in en trek de hoofdsteunen achter
omhoog om ze te verwijderen
3 34.
● Zorg dat de veiligheidsgordels losgemaakt zijn en dat ze bij het
opklappen niet in de weg zitten.
● Verwijder zo nodig de bagage‐ ruimte-afdekking 3 63.
1. Klap de stoel compleet neer (zie "Stoelen neerklappen" hierbo‐
ven).
Page 46 of 203

44Stoelen, veiligheidssystemen2.Druk op de onderste hefboom om
de vergrendelingen los te maken
en haal de stoel compleet uit de
ankerpunten in de vloer.
3. Berg de hoofdsteunen achter op het stoelframe op.
Stoelen aanbrengen
1. Bevestig de voorsteunen van de stoel compleet aan de ankerpun‐
ten voor.
2. Laat de achterkant van de stoel op
de vloer zakken. Hierbij moet de
achtersteun op het ankerpunt
zitten.
3. Druk op de onderste hefboom en trek eraan om te zorgen om te
zorgen dat de vergrendelingen
dicht zitten en de stoel goed vast‐ zit.
4. Haal de hoofdsteunen uit de achterkant van het stoelframe, zet
de rugleuning omhoog en plaats
de hoofdsteunen weer.
Let op
De rugleuning is goed vastgeklikt
wanneer de rode markering op de
ontgrendelingshefboom niet meer
zichtbaar is.9 Waarschuwing
Controleer bij het plaatsen van de
zitplaatsen achterin of het geheel
het goed op de ankerpunten zit, de vergrendelingen goed zijn vastge‐klikt en de rugleuning weer in de
juiste stand staat.
Als u dat niet doet, kan dit bij
krachtig remmen of een botsing
letsel veroorzaken.
Veiligheidsgordels
De veiligheidsgordels worden bij snel optrekken of hard remmen geblok‐
keerd om de inzittenden op hun stoel te houden. Daarom neemt het gevaar
voor letsel aanzienlijk af.
Page 47 of 203

Stoelen, veiligheidssystemen459Waarschuwing
Veiligheidsgordel vóór elke rit
omdoen.
Inzittenden die geen gebruik
maken van de veiligheidsgordel
brengen bij eventuele aanrijdin‐
gen medepassagiers en zichzelf in gevaar.
Veiligheidsgordels zijn bedoeld voor
gebruik door slechts één persoon
tegelijk. Kinderveiligheidssysteem
3 54.
Alle onderdelen van het gordelsys‐
teem regelmatig op schade, veront‐
reiniging en juiste werking controle‐
ren.
Laat beschadigde onderdelen
vervangen door een werkplaats. Na
een aanrijding de veiligheidsgordels
en de gordelspanners door een werk‐ plaats laten vervangen.
Let op
Zorg dat de veiligheidsgordels niet door schoenen of voorwerpen met
scherpe randen beschadigd raken
klem komen te zitten. Oprolautoma‐
ten vrijhouden van vuil.
Gordelverklikker
De voorstoelen zijn uitgerust met een gordelverklikker, aangegeven door
controlelampje X op de instrumen‐
tengroep 3 82.
Gordelkrachtbegrenzers
De gordelkrachtbegrenzers van de
voorstoelen beperken de krachten die inwerken op de inzittenden, doordat
de gordels tijdens een botsing gelei‐
delijk worden ontspannen.
Gordelspanners
De gordelsloten van de voorstoelen worden bij een voldoende zware fron‐ tale botsing of bij een aanrijding van
achteren strakgetrokken.9 Waarschuwing
Onjuist handelen (bijv. het verwij‐
deren of aanbrengen van gordels) kan de gordelspanners in werking
stellen.
Geactiveerde gordelspanners zijn te
herkennen aan de voortdurend bran‐
dende controlelamp v 3 82.
Geactiveerde gordelspanners door een werkplaats laten vervangen.
Gordelspanners worden slechts
eenmaal geactiveerd.
Let op
Bevestig of monteer geen accessoi‐ res of andere voorwerpen die de
werking van de gordelspanners
kunnen verstoren. Geen aanpassin‐
gen aan onderdelen van de gordel‐
spanners aanbrengen, anders
vervalt de typegoedkeuring van de auto.
Page 48 of 203
46Stoelen, veiligheidssystemenDriepuntsgordelBevestiging
Gordel uit de oprolautomaat trekken,
zonder te verdraaien voor u langs
halen en de gesp in het slot steken.
Heupgordel tijdens het rijden van tijd
tot tijd strak trekken door aan de
schoudergordel te trekken.
Gordelverklikker X 3 82.
Loszittende kleding belemmert het
strak trekken van de gordel. Geen
voorwerpen zoals handtassen of
mobiele telefoons tussen de gordel en uw lichaam leggen.
9 Waarschuwing
De gordel niet over harde of breek‐
bare voorwerpen in de zakken van
uw kleding laten lopen.
Hoogteverstelling
1. Gordel iets uittrekken.
2. Schuif de hoogteverstelling omhoog of druk de knop omlaag
om de hoogteverstelling uit te
schakelen en omlaag te duwen.