Page 153 of 203
Verzorging van de auto151
4. Nieuwe gloeilamp zodanig inreflector aanbrengen dat hetcentreerlipje van de gloeilamp opéén lijn ligt met de uitsparing van
de reflector.
5. Stekker op gloeilamp aanbren‐ gen.
6. Klik de draadklem vast.
7. Koplampafdekking aanbrengen.
Grootlicht 1. Koplampafdekking verwijderen.
2. Stekker van gloeilamp loskoppe‐ len.
3. Klik de draadklem los en haal de gloeilamp uit de reflector.4. Nieuwe gloeilamp zodanig inreflector aanbrengen dat de gloei‐
lamp op één lijn ligt met de uitspa‐ ring van de reflector.
5. Klik de draadklem vast en sluit de
stekker op de gloeilamp aan.
6. Koplampafdekking aanbrengen.
Zijmarkeringslichten 1. Koplampafdekking verwijderen. Trek de lamphouder linksom
draaiend uit de reflector.2. Gloeilamp uit lamphouder nemen,
nieuwe gloeilamp plaatsen.
3. Lamphouder in reflector aanbren‐
gen.
4. Rechtsom vastdraaien.
5. Koplampafdekking aanbrengen.
Dagrijlicht 1. Koplampafdekking verwijderen.
Page 154 of 203
152Verzorging van de auto
2. Trek de lamphouder linksomdraaiend uit de reflector.
3. Gloeilamp uit lamphouder nemen,
nieuwe gloeilamp plaatsen.
4. Lamphouder in reflector aanbren‐
gen.
5. Rechtsom vastdraaien.
6. Koplampafdekking aanbrengen.
Richtingaanwijzer vooraan 1. Koplampafdekking verwijderen.2. Trek de lamphouder linksom draaiend uit de reflector.
3. Gloeilamp iets in houder duwen, linksom draaien, verwijderen en
nieuwe gloeilamp plaatsen.
4. Lamphouder in reflector aanbren‐
gen.
5. Rechtsom vastdraaien.
6. Koplampafdekking aanbrengen.
Mistlampen Gloeilampen door een werkplaats
laten vervangen.
Achterlichten
1. Draai de drie borgschroeven los.
2. Demonteer de lamp compleet uit de auto.
3. Ontkoppel de stekker van de lamphouder.
Page 155 of 203
Verzorging van de auto153
4. De vier borgschroeven met eenschroevendraaier losdraaien.
Draai de lamphouder voor het
achteruitrijlicht linksom eruit en
vervang de gloeilamp.
5. Demonteer de lamphouder en de afdichting van de lamp compleet.
6. Gloeilamp iets in lamphouder duwen, linksom draaien, verwijde‐
ren en nieuwe gloeilamp plaat‐
sen.Remlicht ( 1)
Richtingaanwijzer ( 2)
Achterlicht ( 3)
Achterlicht/mistlamp ( 4)
7. Breng de afdichting goed op de lamphouder aan. Breng de lamp‐
houder goed in de lamp compleet
aan. De vier borgschroeven met
een schroevendraaier vast‐
draaien.
8. Breng de lamphouder voor het achteruitrijlicht aan en draai dezerechtsom vast.
9. Sluit de stekker aan.
10. Steek de lamp compleet goed in de carrosserie. Draai de drie borg‐schroeven vast.
11. Schakel de ontsteking in en kijk of
alle lampen werken.
Zijrichtingaanwijzers
Gloeilampen door een werkplaats
laten vervangen.
Derde remlicht
Gloeilampen door een werkplaats
laten vervangen.
Page 156 of 203
154Verzorging van de autoKentekenverlichting
Achterklep
1. Steek de schroevendraaier zoals aangegeven door de pijlen erin,
druk deze opzij en maak het lamp‐
huis los.
2. Draai de lamphouder linksom uit het lamphuis. Trek de gloeilamp
eruit.
3. Vervang de gloeilamp.
4. Lamphouder in lamphuis plaatsen
en rechtsom draaien.
5. Breng het lamphuis aan en laat het goed vastklikken.
Achterdeuren
1. Steek de schroevendraaier zoalsaangegeven door de pijlen erin,
druk deze naar links en maak het
lamphuis los.
2. Gloeilamp voorzichtig in de rich‐ ting van de veerklem drukken en
verwijderen.
3. Vervang de gloeilamp.
4. Breng het lamphuis aan en laat het goed vastklikken.
Page 157 of 203
Verzorging van de auto155Binnenverlichting
Voorste en achterste
interieurverlichting
1. Lens verwijderen met een platte schroevendraaier.
2. Open de afdekking achter.
3. Lamp vervangen.
4. Sluit de afdekking achter.
5. Lampglas weer aanbrengen.
Interieurverlichting voorin,
leeslampjes
1. Lens verwijderen met een platte schroevendraaier.
2. Open de afdekking achter.
3. Lampen vervangen.
4. Sluit de afdekking achter.
5. Lampglas weer aanbrengen.
Demonteerbare
interieurverlichting achter
1. Druk op de knop bovenaan het lamphuis compleet om het los te
maken.
Page 158 of 203
156Verzorging van de auto
2. Wrik het lamphuis bij de aange‐geven punten los.
3. Vervang de gloeilamp en laat deze goed vastklikken.
4. Lamphuis terugplaatsen.
Instrumentenverlichting Gloeilampen door een werkplaats
laten vervangen.
Elektrisch systeem
Zekeringen Controleren of het opschrift op de
vervangende zekering overeenkomt
met dat op de defecte zekering.
Er zitten twee zekeringendozen in de
auto:
● rechts in de motorruimte, naast de accu
● in auto's met stuurwiel links; aan de linkerkant van het instrumen‐
tenpaneel of, bij auto's met stuur‐ wiel rechts; aan de rechterkant
van het instrumentenpaneel,
achter een kap
Alvorens een zekering te vervangen,
de desbetreffende schakelaar en de
ontsteking uitschakelen.
Er zitten verschillende typen zekerin‐
gen in de auto.
Afhankelijk van het type zekering is
een doorgebrande zekering herken‐
baar aan de gesmolten draad. Zeke‐
ring pas vervangen wanneer de
oorzaak van de storing verholpen is.
Page 159 of 203
Verzorging van de auto157Het wordt geadviseerd altijd een
volledige set zekeringen mee te
nemen.
Sommige functies worden door meer‐
dere zekeringen beveiligd. Er kunnen zekeringen aanwezig zijn die geen
functie hebben.
Let op
Het is mogelijk dat niet alle in deze
gebruikershandleiding beschreven zekeringenkasten op uw auto
aanwezig zijn. Raadpleeg het zeke‐
ringenkastlabel indien aanwezig.
Zekeringtrekker
Trek zekeringen met een zekering‐
trekker los.
Een zekeringtrekker kan worden
gebruikt bij het vervangen van zeke‐
ringen.
Zekeringtrekker van bovenaf of van
opzij op zekering steken en zekering
lostrekken.
Zekeringenkast inmotorruimte
De zekeringenkast zit rechts in de
motorruimte, naast de accu.
Draai de twee schroeven (zie illustra‐
tie) los om de beschermkap te verwij‐ deren en voor toegang tot de zeke‐
ringen.
Page 160 of 203
158Verzorging van de autoNr.StroomkringF09AchterdeurschakelaarF10ClaxonF14GrootlichtF15Hulpverwarming PTCIF19AirconditioningF20Verwarmbare achterruitF21BrandstofpompF30MistlampenF84CNG-systeemF85StekkerdozenF86Aansteker/Verwarmde stoelenF87Stop/Start-systeemF88Spiegelverwarming
Breng het deksel van de zekeringen‐
kast na het vervangen van doorge‐
brande zekeringen weer aan.
Wanneer u het deksel van het zeke‐
ringenkastje niet goed sluit, kan een
storing optreden.
Zekeringenkast
instrumentenpaneel
De zekeringhouder bevindt zich
achter een kap onder op het instru‐ mentenpaneel.
In auto's met stuurwiel links; aan de linkerkant van het instrumentenpa‐
neel of, bij auto's met stuurwiel rechts; aan de rechterkant van het instru‐
mentenpaneel.