Page 65 of 520

63
Expert_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Ontgrendelen
F Leg, om de auto te ontgrendelen, ter wijl u de afstandsbediening op zak hebt
binnen de detectiezone A , uw hand op de
achterzijde van een van de handgrepen
(voorportier, handbediende schuifdeur of
achterdeur).
F
t
rek
aan de handgreep om de
desbetreffende deur te openen.
Met elektrisch bedienbare
schuifdeur(en)
F trek, om de auto te ontgrendelen, ter wijl u de afstandsbediening op zak hebt binnen
de detectiezone A , aan de handgreep en
laat hem weer los om de desbetreffende
elektrisch bedienbare schuifdeur in
beweging te zetten.
Met achterklep
F trek, om de auto te ontgrendelen, ter wijl u de afstandsbediening op zak hebt binnen
de detectiezone A , aan de handgreep van
de achterklep.
F
B
eweeg de achterklep omhoog.
Het ontgrendelen wordt bevestigd door
het gedurende enkele seconden snel
knipperen van de richtingaanwijzers.
Afhankelijk van de uitvoering worden de
buitenspiegels uitgeklapt en wordt het
alarmsysteem uitgeschakeld.
2
toegang tot de auto
Page 66 of 520

64
Expert_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Met elektrisch bedienbare
schuifdeur(en)Vergrendelen
F Druk, als de afstandsbediening zich binnen het detectiegebied A bevindt, met uw
vinger op de merktekens van een van de
portiergrepen (voorportier(en), handmatig
bedienbare schuifdeur(en)) om de auto
volledig te vergrendelen.
Als een portier of deur, of de achterklep niet goed
is gesloten (behalve de rechter achterdeur):
- gaat, bij stilstaande auto en draaiende
motor, dit verklikkerlampje branden in
combinatie met een waarschuwingsmelding
die enkele seconden wordt weergegeven,
- gaat, als de auto rijdt (wagensnelheid
hoger dan 10 km/h), dit
verklikkerlampje branden in combinatie
met een geluidssignaal en een
waarschuwingsmelding die enkele
seconden wordt weergegeven.
Met achterdeuren
F Druk, als de afstandsbediening zich binnen
het detectiegebied A bevindt, met uw
vinger op de merktekens van een van de
voorportiergrepen om de auto volledig te
vergrendelen. F
D ruk, als de afstandsbediening zich
binnen het detectiegebied A bevindt, op de
vergrendelknop van de linker achterdeur
om de auto te vergrendelen.
toegang tot de auto
Page 67 of 520

65
Expert_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Het rijden met vergrendelde portieren
kan in noodgevallen de toegang tot
het interieur voor de hulpdiensten
bemoeilijken. Als uw auto niet is voorzien van het
alarmsysteem, wordt het vergrendelen
bevestigd door het gedurende
ongeveer 2 seconden branden van de
richtingaanwijzers.
te
gelijkertijd worden, afhankelijk
van de uitvoering van de auto, de
buitenspiegels ingeklapt.
Supervergrendeling
Als de supervergrendeling is ingeschakeld,
werken de binnen- en buitenportiergrepen
niet.
oo
k de knop van de centrale
portiervergrendeling in het interieur werkt
dan niet.
Schakel daarom nooit de supervergrendeling
in als er zich iemand in de auto bevindt.
F Druk, als de afstandsbediening zich binnen het detectiegebied A bevindt, met
uw vinger op de merktekens van een
van de portiergrepen (voorportier(en) en
handmatig bedienbare schuifdeur(en)) om
de auto volledig te vergrendelen.
F
Druk binnen vijf seconden nogmaals op
de merktekens om de supervergrendeling
in te schakelen.
Let erop dat niets of niemand het
correcte sluiten van de ruiten in de weg
staat.
Zorg er met name voor dat kinderen
zich tijdens het bedienen van de ruiten
niet kunnen bezeren. Als u een van de
vergrendelknoppen ingedrukt
houdt, worden de ruiten gesloten
(afhankelijk van de uitvoering). Als u
de knop loslaat, stopt de beweging
van de ruit.
Met achterklep
F Druk, als de afstandsbediening zich
binnen het detectiegebied A bevindt, op de
vergrendelknop van de achterklep om de
auto te vergrendelen.
2
toegang tot de auto
Page 68 of 520

66
Expert_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
F Druk, als de afstandsbediening zich binnen het detectiegebied A bevindt, met uw
vinger op de merktekens van een van de
voorportiergrepen om de auto volledig te
vergrendelen.
F
Druk binnen vijf seconden nogmaals op
de merktekens om de supervergrendeling
in te schakelen.
Als uw auto niet is voorzien van het
alarmsysteem, wordt het inschakelen van
de supervergrendeling bevestigd door het
gedurende ongeveer 2 seconden branden
van de richtingaanwijzers.
Met elektrisch bedienbare
schuifdeur(en) Met achterklep
Met achterdeuren
F Druk, als de afstandsbediening zich
binnen het detectiegebied A bevindt, op de
vergrendelknop van de achterklep om de
auto te vergrendelen.
F
Druk binnen vijf seconden nogmaals op
de knop om de supervergrendeling in te
schakelen.
F
D
ruk, als de afstandsbediening zich
binnen het detectiegebied A bevindt, op de
vergrendelknop van de linker achterdeur
om de auto te vergrendelen.
F
Druk binnen vijf seconden nogmaals op
de knop om de supervergrendeling in te
schakelen.
toegang tot de auto
Page 69 of 520

67
Expert_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Lokaliseren van de auto
Met deze functie kunt u uw auto op afstand
lokaliseren, wat vooral praktisch is bij weinig
licht. De auto dient hiervoor wel gedurende ten
minste 5 seconden vergrendeld te zijn.F
D
ruk op deze knop.
Hierna zullen gedurende ongeveer
tien
seconden de plafonniers gaan branden en
de richtingaanwijzers gaan knipperen.
Verlichting via de afstandsbediening
Afhankelijk van de uitvoering van uw auto.
Druk kort op deze knop om de
verlichting via de afstandsbediening
te activeren (inschakelen van het
parkeerlicht, het dimlicht en de
kentekenplaatverlichting).
Door deze knop een tweede keer
in te drukken ter wijl de verlichting
nog brandt, wordt de verlichting
via de afstandsbediening weer
uitgeschakeld.
Diefstalbeveiliging
Elektronische startblokkering
In de afstandsbediening is een chip
aangebracht die over een specifieke code
beschikt.
o
m t
e kunnen starten, moet bij het
aanzetten van het contact deze code worden
herkend door de startblokkering.
Deze elektronische startblokkering blokkeert
het motormanagementsysteem zodra het
contact wordt afgezet en voorkomt zo het
starten van de motor bij een inbraak.
Bij een storing in het systeem wordt u
gewaarschuwd door dit verklikkerlampje
in combinatie met een geluidssignaal en
een melding op het display.
De auto kan dan niet gestart worden.
Raadpleeg zo snel mogelijk het PEu gEo t-
n
etwerk.
Bewaar de sticker die u bij de aflevering
van uw auto samen met de sleutels is
overhandigd zorgvuldig op een plaats
buiten de auto.
2
toegang tot de auto
Page 70 of 520

68
Expert_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Noodbediening
Als het inbraakalarm is geactiveerd, zal het
geluidssignaal dat klinkt bij het met de sleutel
(geïntegreerd in de afstandsbediening)
openen van een portier, bij het aanzetten
van het contact stoppen.
Geïntegreerde sleutel
Vergrendelen van het
bestuurdersportier
Ontgrendelen
F Steek de geïntegreerde sleutel in het portierslot en draai deze linksom.
Het alarmsysteem (indien aanwezig) wordt
niet uit-/ingeschakeld als u de auto met de
sleutel opent/sluit.
Het alarm wordt geactiveerd als een portier
wordt geopend en kan worden uitgeschakeld
door het contact aan te zetten.
Draai om de supervergrendeling van de auto
te activeren de sleutel binnen 5 seconden na
het vergrendelen nogmaals rechtsom.
Vergrendelen van het
voorpassagiersportier
F open het portier.
Ontgrendelen
F gebruik de binnenportiergreep.
Hiermee kan de auto vergrendeld en
ontgrendeld worden als de afstandsbediening
niet werkt:
-
l
ege batterij, 12V-accu ontladen of
losgekoppeld,
...
-
a
uto bevindt zich in een omgeving met veel
elektromagnetische straling.
F
t
r
ek aan de knop 1 om de geïntegreerde
sleutel 2 te verwijderen. F
S
teek de geïntegreerde sleutel in het
portierslot en draai deze rechtsom. F
V
er wijder de dop op de zijkant van het
portier.
F
S
teek de geïntegreerde sleutel (zonder te
forceren) in het vergrendelingssysteem en
draai het geheel.
F
V
er wijder de sleutel en plaats de dop terug.
F
S
luit het portier en controleer van buitenaf
of de auto goed is vergrendeld.
toegang tot de auto
Page 71 of 520

69
Expert_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Zie de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over de
kinderbeveiliging.
Vergrendelen van de schuifdeur
F Controleer of de elektrische
kinderbeveiliging (indien aanwezig) niet is
ingeschakeld.
F
o
p
en de deur.
Vergrendelen van de
achterdeuren
F Controleer of de elektrische kinderbeveiliging (indien aanwezig) niet is ingeschakeld.
F
o
p
en de linker achterdeur.
Ontgrendelen
F gebruik de binnenportiergreep.Ontgrendelen
F gebruik de binnenportiergreep. F
V
er wijder de dop op de zijkant van de deur.
F
S
teek de geïntegreerde sleutel (zonder te
forceren) in het vergrendelingssysteem en
draai het geheel.
F
V
er wijder de sleutel en plaats de dop terug.
F
S
luit de deur en controleer van buitenaf of
de auto goed is vergrendeld. F
S
teek de geïntegreerde sleutel (zonder te
forceren) in het vergrendelingssysteem
aan de zijkant van de deur en schuif het
omhoog.
F
V
erwijder de sleutel.
F
S
luit de deur en controleer van buitenaf of
de auto goed is vergrendeld.
2
toegang tot de auto
Page 72 of 520

70
Expert_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Batterij vervangen
Batterij ref.: CR2032 / 3 V.
Deze batterij is via het PEugEo t- netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats verkrijgbaar.
Als de batterij vervangen moet worden, wordt u gewaarschuwd
door een melding op het display van het instrumentenpaneel.
gooi de lege batterijen van de
afstandsbediening niet weg: ze bevatten
metalen die schadelijk zijn voor het milieu.
Lever lege batterijen in bij een speciaal
verzamelpunt.
F Houd de afstandsbediening tegen de lezer.
F H oud hem in deze positie en zet het
contact aan door op de knop "S
tA
R
t/
St
o
P
" te drukken.
De afstandsbediening werkt nu weer.Synchroniseren
Probleem met de
afstandsbediening
Na het losnemen en weer aansluiten van de
accukabels, het vervangen van de batterij
van de afstandsbediening of een storing in de
afstandsbediening kan de auto niet meer met
de afstandsbediening worden ontgrendeld,
vergrendeld en gelokaliseerd.
F
S
teek eerst de geïntegreerde sleutel in het
slot om de auto te openen of te sluiten.
F
S
ynchroniseer vervolgens de
afstandsbediening.
Raadpleeg zo snel mogelijk
het PE
u
g
Eo
t
-
netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als het
probleem niet is verholpen.
F
o
n
tgrendel het bestuurdersportier met de
geïntegreerde sleutel.
F
D
ruk op een van de knoppen van
de afstandsbediening.
F
S
teek de geïntegreerde sleutel in het slot
om de auto te openen. F
W
ip het deksel met een kleine
schroevendraaier bij de uitsparing los.
F
V
erwijder het deksel.
F
V
erwijder de lege batterij.
F
P
laats een nieuwe batterij in de juiste
richting in de houder.
F
D
ruk het deksel vast.
toegang tot de auto