Page 137 of 520

135
Expert_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Neem voor een optimale werking van de ver warming, ventilatie en airconditioning de
volgende gebruiksadviezen in acht:
F
L
et erop dat voor een gelijkmatige verdeling van de lucht naar het interieur de
uitstroomopening onder de voorruit, de verschillende luchtkanalen, ventilatieroosters en
overige uitstroomopeningen alsmede de ventilatieopening achterin vrij blijven.
F
L
et erop dat de zonnesensor aan de bovenzijde van de voorruit niet wordt afgedekt.
Deze sensor dient voor de regeling van de automatische airconditioning.
F
Z
et de airconditioning minstens één tot twee keer per maand vijf tot tien minuten aan
om het systeem in per fecte staat te houden.
F
C
ontroleer regelmatig de staat van het interieur filter en laat de filterelementen periodiek
vervangen.
W
ij raden u een gecombineerd interieur filter aan. Dankzij het toegevoegde speciale
actieve middel draagt het bij tot een gezuiverde lucht voor de inzittenden en een schoon
interieur (vermindering van allergische reacties, stank en vetaanslag).
F
L
aat om de per fecte werking van de airconditioning te garanderen het systeem
regelmatig controleren zoals voorgeschreven in het garantie- en onderhoudsboekje.
F
g
e
bruik de airconditioning niet als deze niet koelt en raadpleeg het PE
u
g
Eo
t
-
netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
gebruiksadviezen voor de verwarming, ventilatie en airconditioning
Als de auto lange tijd in de zon heeft
gestaan en de temperatuur in het
interieur hoog is opgelopen, zet dan de
ruiten enige tijd open.
Zorg ervoor dat de aanjagersnelheid
voldoende hoog is ingesteld, zodat
de lucht in het interieur goed ververst
wordt.
Het airconditioningssysteem is chloorvrij
en is niet schadelijk voor de ozonlaag.
Condensvorming in de airconditioning
kan ertoe leiden dat zich een klein
plasje water onder de auto vormt. Dit is
een normaal verschijnsel.
Bij een zware belasting van de motor (trekken van een aanhanger op een steile helling bij
een hoge buitentemperatuur) kan de airconditioning tijdelijk worden uitgeschakeld voor een
optimale trekkracht van de motor.
Stop & Start-systeem
De ver warming en de airconditioning
werken uitsluitend bij draaiende motor.
Als u het thermische comfort in de auto
op het door u gewenste niveau wilt
houden, kunt u tijdelijk de functie Stop &
Start uitschakelen.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over het Stop &
Start -systeem.
Ventilatieroosters
Beweeg de knop in de richting van
de buitenzijde van de auto om het
ventilatierooster te sluiten. Er kan enige
weerstand voelbaar zijn.
3
Ergonomie en comfort
Page 138 of 520
136
Expert_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Gewenste werkingVerwarming of handbediende airconditioning
Luchtverdeling Luchtopbrengst Recirculatie interieurlucht /
Toevoer van buitenlucht TemperatuurHandbediende
airconditioning
WARM
KOUD
ONT WASEMEN
ONTDOOIEN
Geadviseerde instellingen
Airconditioning met gescheiden regeling: gebruik bij voorkeur de volledig automatische stand door op de toets "AUTO" te drukken.
Ergonomie en comfort
Page 139 of 520

137
Expert_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Verwarming - Airconditioning achter
Inschakelen/uitschakelen
F Druk op deze toets om de bedieningsfuncties achterin in
te schakelen. Het lampje van de
toets gaat branden.
F
D
ruk nogmaals op deze toets om
de bedieningsfuncties achterin
uit te schakelen. Het lampje van
de toets gaat uit.
Luchtopbrengst
Afhankelijk van de uitvoering kan uw auto
zijn voorzien van airconditioning achter met
een luchtverdelingskanaal en afzonderlijke
uitstroomopeningen in het dak voor een
optimale verdeling van koele of warme lucht
achter in de auto. F
D
raai aan de knop om de
luchtopbrengst te vergroten of te
verkleinen.
Comforttemperatuur
- Draai de knop naar blauw (koel) of rood (warm) om de
temperatuur naar wens in te
stellen.
Deze toets bevindt zich voorin op het
bedieningspaneel van de airconditioning.
Met deze knop wordt zowel de
temperatuur als de luchtverdeling
geregeld:
-
b
lauw: de lucht stroomt
voornamelijk uit de
uitstroomopeningen in het dak,
-
r
ood: de lucht stroomt voornamelijk
uit de uitstroomopeningen op de
3e zitrij en rechts in het interieur.
3
Ergonomie en comfort
Page 140 of 520

138
Expert_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Ver war ming
Dit is een aanvullend en afzonderlijk systeem dat
het koelvloeistofcircuit van de motor opwarmt,
zodat het interieur voorver warmd kan worden en
de ruiten sneller ontdooid kunnen worden.Dit verklikkerlampje brandt
permanent als het systeem is
geprogrammeerd om te verwarmen.
Dit verklikkerlampje knippert
gedurende de werking van de
verwarming.
Programmeerbaar verwarmings-/ventilatiesysteem
Ventilatie
Dit systeem ventileert het interieur, zodat onder
zomerse omstandigheden bij het instappen
een aangenamere temperatuur in het interieur
heerst.
Programmeren
Autoradio
F Druk op de toets MENU om het
hoofdmenu weer te geven.
F
Sel
ecteer " Voor ver w. / Voor ventil ".
F
Sel
ecteer " Verwarm. " om de motor en het
interieur te ver warmen of " Ventilatie" om
het interieur te ventileren. F
Selecteer:
-
h
et 1e klokje om het gewenste
inschakeltijdstip te programmeren/op te
slaan,
-
h
et 2e klokje om een tweede
inschakeltijdstip te programmeren/op te
slaan.
Met de twee klokjes kunt u, bijvoorbeeld
afhankelijk van het seizoen, een keuze
maken uit twee inschakeltijdstippen.
Via een melding op het scherm wordt
uw keuze bevestigd.
F
V
ink " Activering " aan en selecteer
voor het programmeren indien nodig
" Parameters ",
Ergonomie en comfort
Page 141 of 520

139
Expert_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
F Houd deze toets ingedrukt om de ver warming direct uit te
schakelen.
F
H
oud deze toets ingedrukt
om de ver warming direct in te
schakelen.
Het lampje van de afstandsbediening licht
gedurende ongeveer 2 seconden rood op om
te bevestigen dat het signaal door de auto is
ontvangen. Het lampje van de afstandsbediening licht
gedurende ongeveer 2 seconden groen op om
te bevestigen dat het signaal door de auto is
ontvangen.
Uitschakelen Inschakelen
Long Range-
afstandsbediening
Het bereik van de afstandsbediening is
ongeveer 1 km, in een onbeschutte omgeving. Het lampje van de afstandsbediening
knippert gedurende ongeveer
2
seconden als de auto het signaal niet
heeft ontvangen.
Probeer het in dat geval vanaf een
andere plaats opnieuw.
Batterij vervangen
Als het lampje van de afstandsbediening oranje
gaat branden, is de batterij bijna leeg.
Als het lampje niet meer brandt, is de batterij
leeg.
F
D
raai de knop met een muntstuk los en
vervang de batterij.
Tijdens de verwarming
Dit lampje blijft knipperen zolang de
verwarming in werking is.
Het lampje gaat uit als de ver warmingscyclus
is beëindigd of als de ver warming met de
afstandsbediening wordt uitgeschakeld.
De maximale werkingsduur van
de verwarming bedraagt ongeveer
45 min, afhankelijk van de
weersomstandigheden.
go
oi de lege batterijen van de
afstandsbediening niet weg: ze bevatten
metalen die schadelijk zijn voor het
milieu.
Lever lege batterijen in bij een speciaal
verzamelpunt.
3
Ergonomie en comfort
Page 142 of 520

140
Expert_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Zorg ervoor dat de programmeerbare
verwarming altijd is uitgeschakeld
tijdens het bijvullen van brandstof,
om brand- en explosiegevaar te
voorkomen.
ge
bruik om koolmonoxidevergiftiging
te voorkomen de programmeerbare
ver warming nooit, zelfs niet voor korte
tijd, in een afgesloten ruimte zoals
een garage of werkplaats zonder
afzuiginstallatie.
Parkeer om brandgevaar te voorkomen
de auto niet op een brandbare
ondergrond (dor gras, dode bladeren,
papier...).
gl
azen oppervlakken zoals de
achterruit en voorruit kunnen plaatselijk
zeer warm worden.
Plaats geen voor werpen tegen deze
oppervlakken en raak ze niet aan.
De verwarming wordt geactiveerd als:
-
d
e laadtoestand van de accu dat
toelaat,
-
h
et brandstofniveau dat toelaat,
-
d
e motor na het vorige gebruik van
de programmeerbare verwarming
een keer is gestart.
De programmeerbare ver warming werkt
op brandstof uit de brandstoftank van
de auto.
Verzeker u er vóór gebruik voor dat er
voldoende brandstof in de tank zit.
Als de brandstoftank bijna leeg is, is
het raadzaam om het systeem niet te
gebruiken.
De ventilatie wordt alleen geactiveerd als
de laadtoestand van de accu dat toelaat.
Ergonomie en comfort
Page 143 of 520
141
Expert_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
uit. De plafonnier achter gaat branden
zodra een van de voorportieren of
schuifdeuren wordt geopend. Blijft branden, bij aangezet contact.
Achter
Plafonnier(s)
Vóór
Zorg ervoor dat er niets tegen de
plafonnier aan stoot.
Automatisch inschakelen/
uitschakelen
De plafonnier vóór gaat automatisch branden
als de sleutel uit het contact wordt gehaald.
Bij het ontgrendelen van de auto, zodra een
portier wordt geopend of als de auto wordt
gelokaliseerd met de afstandsbediening, gaan
alle plafonniers branden.
De plafonniers gaan geleidelijk uit nadat
het contact is aangezet en nadat de auto is
vergrendeld.
3
Ergonomie en comfort
Page 144 of 520

142
Expert_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Leeslampjes (volgens uitvoering)
Achter
PlafonniersAutomatisch inschakelen/
uitschakelen
De plafonnier vóór gaat automatisch branden als de
sleutel uit het contact wordt gehaald.
Bij het ontgrendelen van de auto, zodra een portier
wordt geopend of als de auto wordt gelokaliseerd
met de afstandsbediening, gaan alle plafonniers
branden.
De plafonniers gaan geleidelijk uit nadat het contact
is aangezet en nadat de auto is vergrendeld.
Vóór
Blijft uit. 2e en 3e zitrij: de plafonnier gaat
branden zodra een van de deuren
achter (schuifdeur en afhankelijk van
de uitvoering de linker achterdeur of
de achterklep) wordt geopend.Voorstoelen: de plafonniers gaan
branden zodra een van de portieren of
deuren (schuifdeur en afhankelijk van
de uitvoering de linker achterdeur of de
achterklep) wordt geopend.
Blijft branden, bij aangezet contact. Zorg ervoor dat er geen voor werpen
tegen de plafonnier aan komen.Deze kunnen worden in- en
uitgeschakeld met behulp van een
schakelaar.
Bedien bij aangezet contact de
desbetreffende schakelaar.
Ergonomie en comfort