Page 209 of 520

207
Expert_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Schakel de achteruitversnelling alleen in als
de auto stilstaat en de motor stationair draait.
Voor uw veiligheid en om het starten
van de motor te vergemakkelijken:
-
z
et de versnellingshendel altijd in
de neutraalstand,
-
t
rap het koppelingspedaal in.
Handgeschakelde 6-versnellingsbak
Inschakelen van de 5e of
de 6e versnelling
Schakel de achteruitversnelling alleen in als
de auto stilstaat en de motor stationair draait.
Voor uw veiligheid en om het starten
van de motor te vergemakkelijken:
-
z
et de versnellingshendel altijd in
de neutraalstand,
-
t
rap het koppelingspedaal in.
Handgeschakelde
5-versnellingsbak
F trap het koppelingspedaal volledig in en zet de versnellingshendel in de
neutraalstand.
F
B
eweeg de versnellingshendel naar rechts
en vervolgens naar achteren.
Inschakelen van de
achteruitversnelling Inschakelen van de
achteruitversnelling
F trek de ring onder de pookknop omhoog
en beweeg de versnellingshendel eerst
naar links en dan naar voren.
F
B
eweeg de versnellingshendel zo
ver mogelijk naar rechts om de 5e of
de
6e versnelling in te schakelen.
A
ls u dit niet doet, kan de
versnellingsbak onherstelbaar
beschadigd raken (door per ongeluk
inschakelen van de 3
e of 4e versnelling).
6
Rijden
Page 210 of 520

208
Expert_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Schakelindicator
Afhankelijk van de rijomstandigheden en de uitrusting
van uw auto kan het systeem u adviseren één of meer
versnellingen op te schakelen.
u
kunt deze aanwijzingen opvolgen zonder de
tussenliggende versnellingen in te hoeven schakelen.
- u trapt het gaspedaal in.
- u rijdt in de derde versnelling. -
H
et systeem kan u adviseren een hogere
versnelling in te schakelen.
De informatie wordt in de vorm van een pijl op
het instrumentenpaneel weergegeven.
Bij auto's met een handgeschakelde
versnellingsbak kan behalve de pijl ook het
nummer van de aanbevolen versnelling worden
weergegeven.
Het systeem past het schakeladvies
aan de rijomstandigheden (helling,
belading van de auto, ...) en de rijstijl
van de bestuurder (veel vermogen
nodig, accelereren, remmen, ...) aan.
Het systeem zal u nooit adviseren om:
-
d
e eerste versnelling in te
schakelen,
-
d
e achteruitversnelling in te
schakelen.
Dit systeem adviseert de bestuurder op te schakelen om het brandstofverbruik te verminderen.
Voorbeeld:
Bij bepaalde BlueHDi-dieseluitvoeringen met
handgeschakelde versnellingsbak kan het
systeem u onder bepaalde rijomstandigheden
verzoeken om de versnellingsbak in de
neutraalstand te zetten (weergave van de
letter N op het instrumentenpaneel), om het
tijdelijk afzetten van de motor mogelijk te maken
(S
t
o
P
-fase van het Stop & Start-systeem).
De functie kan niet worden
uitgeschakeld.Het is niet verplicht om de
aanbevolen versnellingen ook
daadwerkelijk in te schakelen.
De keuze van de optimale
versnelling hangt namelijk altijd
af van de situatie op de weg, de
verkeersdrukte en de veiligheid.
De bestuurder moet derhalve altijd
waakzaam blijven.
Rijden
Page 211 of 520

209
Expert_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Automatische transmissie
Bij deze automatische transmissie met
6 versnellingen kunt u kiezen voor automatisch
of handmatig schakelen.
Deze transmissie heeft dus twee
gebruiksmogelijkheden:
-
a
utomatisch schakelen : het schakelen
wordt elektronisch aangestuurd,
-
h
andmatig schakelen : deze stand maakt
het zelf schakelen met de selectiehendel
mogelijk.Selectiehendel
P. Parkeerstand.
F H oud het rempedaal ingetrapt en draai de
selectiehendel in deze stand om de auto te
parkeren of om de motor te kunnen starten.
R.
Achteruitversnelling.
F
D
raai de selectiehendel in deze stand.
N.
N
eutraalstand.
F
D
raai de selectiehendel in deze stand om
de motor te kunnen starten.
D.
A
utomatische werking.
F
D
raai de selectiehendel in deze stand.
M.
H
andmatige bediening, waarbij de
bestuurder zelf sequentieel kan schakelen.
F
D
ruk met de selectiehendel in de stand D
op deze toets of schakel met de flippers
aan de stuurkolom.
Flippers aan de stuurkolom
Met de flippers is het niet
mogelijk de neutraalstand en de
achteruitversnelling in te schakelen of
uit de achteruitversnelling te schakelen.
Bij de automatische bediening blijft het altijd
mogelijk om zelf te schakelen met behulp van
de flippers aan de stuurkolom, bijvoorbeeld om
even snel in te halen.
De stand N kunt u gebruiken in een file
of bij het wassen van de auto in een
automatische wasstraat.
F
t
r
ek de rechter flipper "
+" naar u toe om op
te schakelen.
F
t
r
ek de linker flipper "
-" naar u toe om terug
te schakelen.
Bij het bedienen van de selectiehendel
is het om veiligheidsredenen raadzaam
om het rempedaal ingetrapt te houden.
6
Rijden
Page 212 of 520

210
Expert_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Wanneer u de stand van de selectiehendel
verandert of op de toets M drukt, verschijnt
het desbetreffende pictogram op het
instrumentenpaneel.
P.
P
arking (parkeerstand)
R .
R
everse (achteruitversnelling)
N.
N
eutral (neutraalstand)
D.
D
rive (automatisch schakelen)
M.
Manual
1 - 6.
In
geschakelde versnelling
-
o
n
geldige waarde
Weergave op het instrumentenpaneel
F trap het rempedaal in en selecteer de stand P . Als de motor stationair draait, het
rempedaal is losgelaten en de stand R
,
D of M is geselecteerd, zet de auto zich
zelfs al in beweging als het gaspedaal
niet is ingetrapt.
Laat daarom geen kinderen alleen in de
auto achter.
Verlaat om veiligheidsredenen de auto
nooit, zelfs niet voor een korte tijd,
zonder de sleutel of afstandsbediening
mee te nemen.
tr
ek de parkeerrem aan en
selecteer de stand P indien er
onderhoudswerkzaamheden moeten
worden uitgevoerd bij draaiende motor.
Wanneer u met een zwaar beladen auto
moet wegrijden op een steile helling,
houd dan het rempedaal ingetrapt
,
selecteer de stand D , zet de parkeerrem
vrij en laat vervolgens het rempedaal
weer los.
F
S
tart de motor.
Als niet aan de bovenstaande voor waarden
wordt voldaan, klinkt een geluidssignaal en
verschijnt een melding op het display van het
instrumentenpaneel.
F
Z
et de parkeerrem vrij.
F
S
electeer de stand R , N of D.
F
L
aat het rempedaal geleidelijk los.
De auto begint te rijden.
F
A
ls op het instrumentenpaneel
de melding " Trap het rempedaal
in " wordt weergegeven, moet u
het rempedaal volledig intrappen.
Wegrijden
Als de aanduiding P wordt weergegeven op het
instrumentenpaneel terwijl de selectiehendel in
een andere stand staat, dient u de selectiehendel
in de stand P te zetten om te kunnen starten.
Als tijdens het rijden per ongeluk de stand N wordt
geselecteerd, laat het motortoerental dan zakken
tot stationair toerental, zet de selectiehendel in de
stand D en trap het gaspedaal weer in.
Rijden
Page 213 of 520

211
Expert_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Automatisch
schakelprogramma
Zet de selectiehendel nooit in de
stand N als de auto rijdt.
Zet de selectiehendel nooit in de
stand
P of R als de auto niet volledig
stilstaat.
Kruipfunctie (rijden
zonder gasgeven)
Dankzij deze functie verloopt het rijden op lage
snelheid soepeler (inparkeren, filerijden, ...).
Als de motor draait, de parkeerrem is vrijgezet
en de stand D , M of R is geselecteerd, zet de
auto zich langzaam in beweging zodra u
het rempedaal loslaat (zelfs zonder dat u het
gaspedaal bedient).
Verlaat om veiligheidsredenen
(kinderen in de auto) de auto nooit bij
draaiende motor.
De versnellingsbak werkt dan in de auto-
adaptieve stand, zonder dat u zelf hoeft
te schakelen. De versnellingsbak kiest
voortdurend de meest geschikte versnelling,
afhankelijk van de rijstijl, het profiel van de weg
en de belading van de auto.
Voor een maximale acceleratie
zonder de stand van de
selectiehendel te wijzigen, moet
het gaspedaal volledig worden
ingetrapt (kickdown). De versnellingsbak
schakelt automatisch terug of handhaaft de
ingeschakelde versnelling totdat de motor het
maximumtoerental bereikt.
Bij het remmen schakelt de versnellingsbak
automatisch terug om sterker op de motor af te
remmen.
om d
e veiligheid te verbeteren schakelt de
versnellingbak niet naar een hogere versnelling
als u het gaspedaal plotseling loslaat. F
S
electeer de stand D om
automatisch te laten schakelen
tussen de zes versnellingen.
u
kunt tijdelijk het schakelen van de transmissie
overnemen met de flippers " +" en
" - " aan de
stuurkolom. Als het motortoerental het toelaat,
kunt u op deze manier op- of terugschakelen.
Met deze functie kunt u anticiperen op
bepaalde rijsituaties, zoals het inhalen van een
voorligger of het naderen van een bocht.
Als de flippers enige tijd niet meer zijn
gebruikt, gaat de transmissie weer over op de
automatische stand.
Handmatig schakelen
6
Rijden
Page 214 of 520

212
Expert_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Bij handmatig schakelen is het niet
noodzakelijk om bij het schakelen het
gaspedaal los te laten.
F
Zet de selectiehendel in de stand D en
druk op de toets M om sequentieel te
schakelen in de zes versnellingen.
op het instrumentenpaneel verschijnt de
aanduiding M en verschijnen achtereenvolgens
de ingeschakelde versnellingen.
F u kunt op elk moment
t erugkeren naar automatisch
schakelen door nogmaals op de
toets M te drukken.
Het schakelen naar een andere
versnelling kan alleen als de snelheid
van de auto en het toerental van de
motor dit toestaan.
Handmatig schakelen
Als het motortoerental te laag of te hoog is,
knippert de geselecteerde versnelling enkele
seconden en vervolgens wordt de werkelijk
ingeschakelde versnelling weergegeven.
Als de auto stopt of langzaam rijdt, kiest de
automatische transmissie automatisch de
stand M1.
In een steile en/of lange afdaling is het
om de remmen te ontzien raadzaam
om af te remmen op de motor (schakel
terug of blijf in een lage versnelling
rijden).
Voortdurend remmen kan leiden tot
oververhitting van de remmen waardoor
het remsysteem beschadigd of buiten
werking kan raken.
Rem alleen als dit noodzakelijk is om
snelheid te minderen of te stoppen.
Het lampje van de toets gaat branden.
F
B
edien de flipper " +" of " -" aan de
stuurkolom. Het lampje van de toets gaat dan weer uit.
op w
egen met steile hellingen
(bijvoorbeeld een bergweg) is het
raadzaam handmatig te schakelen.
Het automatische schakelprogramma
werkt onder zulke omstandigheden niet
optimaal en biedt geen mogelijkheid om
op de motor af te remmen.
Onjuiste waarde bij handmatige
bediening
Dit symbool verschijnt als een
versnelling niet goed is ingeschakeld
(de selectiehendel bevindt zich
tussen twee standen in).
F
Z
et de selectiehendel "goed" in de
gewenste stand.
Rijden
Page 215 of 520

213
Expert_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Bij aangezet contact wordt een
melding op het display van het
instrumentenpaneel weergegeven die
duidt op een storing in de transmissie.
Storing
In dit geval werkt de transmissie met een
noodprogramma en blijft de 3e versnelling
ingeschakeld. u kunt dan een hevige schok
waarnemen bij het selecteren van R vanuit
de stand P , of R vanuit de stand N . Dit is niet
gevaarlijk voor de transmissie.
Rijd niet harder dan 100 km/h (afhankelijk van
de geldende snelheidslimiet).
Laat het systeem controleren door
het PE
u
g
Eo
t
-
netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats. De automatische transmissie kan
beschadigd raken:
-
a
ls u het gaspedaal en het
rempedaal gelijktijdig intrapt
(bedien deze pedalen uitsluitend
met uw rechtervoet),
-
a
ls u, indien de accu geen stroom
levert, de selectiehendel vanuit
de stand P geforceerd naar een
andere stand schakelt.
Zet, om het brandstofverbruik tijdens
langdurig stilstaan met draaiende motor
(file...) te beperken, de selectiehendel in
de stand N en trek de parkeerrem aan.
Parkeren van de auto
u kunt bij het selecteren van de stand P
e en zwaar punt voelen.
Als de selectiehendel niet in de stand
P
staat, klinkt bij het openen van het
bestuurdersportier of na ongeveer
45 seconden een geluidssignaal en
verschijnt een melding op het display.
F
Z
et de selectiehendel in de stand P;
het geluidssignaal stopt en de
melding verdwijnt.
Selecteer voordat u de motor afzet de stand P
en trek vervolgens de parkeerrem aan om de
auto te blokkeren.
Controleer voordat u uitstapt altijd of de
selectiehendel in de stand P staat. Wanneer de auto zwaar beladen is en u
deze op een steile helling parkeert, houd
dan het rempedaal ingetrapt
, selecteer
de stand P , trek de parkeerrem aan en laat
vervolgens het rempedaal weer los.
6
Rijden
Page 216 of 520

214
Expert_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Elektronisch gestuurde versnellingsbak
R. Achteruit.
F D raai de selectiehendel in deze stand.
N.
N
eutraalstand.
F
H
oud het rempedaal ingetrapt en draai de
selectiehendel in deze stand om te kunnen
starten.
A.
A
utomatische bediening.
F
D
raai de selectiehendel in deze stand.
M.
H
andmatige bediening om sequentieel te
schakelen.
F
D
raai de selectiehendel in deze stand en
schakel vervolgens met behulp van de
flippers aan de stuurkolom.
Selectiehendel
F trek de rechter flipper " +" naar u toe om op
te schakelen.
F
t
r
ek de linker flipper " -" naar u toe om terug
te schakelen.
Flippers aan de stuurkolomBij deze elektronisch gestuurde versnellingsbak
kunt u kiezen tussen het comfort van de
automatische bediening en handmatig
schakelen.
Deze transmissie heeft twee
gebruiksmogelijkheden:
-
a
utomatische bediening, waarbij het op-
en terugschakelen volledig automatisch
wordt geregeld, zonder dat de bestuurder
iets hoeft te doen,
-
h
andmatige bediening, waarbij de
bestuurder zelf sequentieel kan schakelen
met de flippers aan het stuur wiel.
ti
jdens de automatische bediening kunt u op
elk gewenst moment tijdelijk zelf schakelen.
Het is niet mogelijk om de neutraalstand
of de achteruitversnelling met behulp
van de flippers te selecteren.
Bij het bedienen van de selectiehendel
is het om veiligheidsredenen raadzaam
om het rempedaal ingetrapt te houden.
Rijden