Page 297 of 520

295
Expert_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2016
Controle / aanpassen
bandenspanning
u kunt de compressor, zonder inspuiting
v an het afdichtmiddel, ook gebruiken om uw
bandenspanning te controleren of uw banden
op spanning te brengen.
F
D
raai de schakelaar A in de stand
"
op
spanning brengen". F
S
luit de stekker van de compressor aan op
de 12V-aansluiting van de auto.
F
S
tart de auto en laat de motor draaien.
F
B
reng de band op spanning met behulp
van de compressor (op spanning brengen:
schakelaar B in stand "I" ; leeg laten lopen:
schakelaar B in stand "O" en druk op de
knop C ), zoals staat aangegeven op de
bandenspanningssticker van de auto.
F
V
er wijder de set en berg deze op.Als de spanning van een of meer
banden is aangepast, moet het
bandenspanningscontrolesysteem
worden gereset.
Zie de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over het
bandenspanningscontrolesysteem
.
F
R
ol de zwarte slang H volledig uit.
F
S
luit de zwarte slang aan op het ventiel van
de band.
8
Storingen verhelpen
Page 298 of 520

296
Expert_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2016
Wiel verwisselen
Het gereedschap bevindt zich in een
gereedschapskist.
Toegang tot het gereedschap
1. Wielsleutel. Hiermee kunnen de wielbouten worden verwijderd en
kan de krik worden uit- en ingedraaid.
2. Krik. H iermee kan de auto worden opgekrikt.
3. gereedschap voor het verwijderen van sier-/wieldoppen. Hiermee kunnen, indien aanwezig, de sierdoppen van de
wielbouten van een lichtmetalen velg of de wieldop van
een stalen velg worden verwijderd.
4. Dop voor het verwijderen van slotbouten. H iermee kunnen met behulp van de wielsleutel de
speciale slotbouten worden verwijderd.
5. Sleepoog.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over slepen .
De krik mag uitsluitend worden gebruikt
voor het ver wisselen van een wiel met
een beschadigde band.
De krik is onderhoudsvrij.
De krik voldoet aan de Europese
regelgeving zoals deze is vastgelegd in
de Richtlijn 2006/42/E
g
over machines.
Beschikbaar gereedschap
Dit gereedschap is specifiek voor uw auto en kan,
afhankelijk van de uitvoering van uw auto, verschillen.
geb
ruik het niet voor andere doeleinden.
Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over de
gereedschapskist .
Storingen verhelpen
Page 299 of 520

297
Expert_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2016
F Het reservewiel is bereikbaar vanaf de achterzijde van de auto.
F
o
p
en de achterdeuren of de achterklep
(volgens uitvoering). F
o
p
en de achterdeuren (of achterklep) om
bij de in de dorpel geplaatste bout van de
reservewielhouder te komen.
F
D
raai de bout los met behulp van de
wielsleutel (ongeveer 14 omwentelingen),
tot de reservewielhouder laag
genoeg hangt om de haak van de
reservewielhouder los te maken.
Toegang tot het reservewiel
F Als uw auto is uitgerust met een trekhaak, krik de auto dan aan de achterzijde op
(uitsluitend bij punt B ) tot er voldoende
ruimte is om het reservewiel te kunnen
verwijderen.
Verwijderen
om te voorkomen dat de elektrisch
bedienbare schuifdeur(en) ongewild
wordt (worden) geopend, moet u
de functie " Handsfree toegang "
uitschakelen via het configuratiemenu
van de auto.
Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over de
schuifdeur met handsfree-functie .
8
Storingen verhelpen
Page 300 of 520
298
Expert_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2016
F Haal de reservewielhouder los van de haak en plaats het reservewiel in de nabijheid
van het te vervangen wiel.
Terugplaatsen
F Plaats het wiel voor de reservewielhouder.
F B eweeg het reservewiel geleidelijk in de
reservewielhouder door hem heen en weer
(van links naar rechts) te bewegen tot het
bevestigingsgedeelte van de haak vrij
komt.
F
Be
vestig de reservewielhouder aan de
haak en draai de bout weer vast met de
wielsleutel.
Storingen verhelpen
Page 301 of 520

299
Expert_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2016
F Als uw auto is uitgerust met stalen velgen, ver wijder dan de wieldop met het
gereedschap 3.
F
A
ls uw auto is uitgerust met lichtmetalen
velgen, ver wijder dan de sierdoppen van
de wielbouten met het gereedschap 3 .
F
A
ls uw auto is uitgerust met slotbouten,
zet dan de dop 4 op de wielsleutel 1 om de
slotbout los te draaien.
F
Het losdraaien van de andere bouten
(zonder ze te verwijderen) mag uitsluitend
worden uitgevoerd met de wielsleutel 1 .F
P laats het voetstuk van de krik op de grond
en zorg ervoor dat het voetstuk loodrecht
onder één van de twee steunpunten onder
de carrosserie A of B is geplaatst.
g
e
bruik
het steunpunt dat zich het dichtste bij het te
verwisselen wiel bevindt.
Demonteren van het wiel
Stilzetten van de auto
Zet de auto op een plaats waar het verkeer niet
gehinderd wordt en zorg ervoor dat de auto op een
horizontale, stabiele en stroeve ondergrond staat.
gebruik niet:
- d e krik voor andere doeleinden dan
het opkrikken van de auto,
-
e
en andere krik dan de door de
fabrikant geleverde krik.
Schakel bij een auto met een
handgeschakelde versnellingsbak de
eerste versnelling in en zet vervolgens het
contact uit om de wielen te blokkeren.
Zet bij een auto met een automatische
transmissie de selectiehendel in de
stand P en zet vervolgens het contact
uit om de wielen te blokkeren.
Zet bij een auto met een elektronisch
gestuurde versnellingsbak de
selectiehendel in de stand A en zet
vervolgens het contact uit om de wielen
te blokkeren.
tr
ek de parkeerrem aan en controleer
of het verklikkerlampje op het
instrumentenpaneel brandt.
Controleer of de inzittenden de auto
hebben verlaten en zich op een veilige
plaats bevinden.
ga n
ooit onder een auto liggen die
alleen op de krik steunt; gebruik
een
bok.
8
Storingen verhelpen
Page 302 of 520
300
Expert_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2016
Zorg ervoor dat de krik stabiel staat. op een gladde of losse ondergrond kan de krik
wegglijden of wegzakken - Kans op letsel!
Plaats de krik uitsluitend onder de steunpunten A of B onder de auto en zorg ervoor dat het
contactvlak van het steunpunt goed in het middelste deel van de kop van de krik steekt. Zo
niet, dan kan de auto beschadigd raken en/of de de krik wegzakken - Kans op letsel! F
V
er wijder de wielbouten en leg ze op een
schone plaats weg.
F
V
erwijder het wiel.
F
D
raai de krik 2 met de draaiknop uit tot de kop van de krik het steunpunt A of B raakt; het
contactvlak van het steunpunt A of B moet goed in het middelste deel van de kop van de krik
steken.
F
K
rik met behulp van de wielsleutel 1 de auto op tot er voldoende ruimte tussen het wiel en de
grond is om het (niet lekke) reservewiel te monteren.
Storingen verhelpen
Page 303 of 520
301
Expert_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2016
Monteren van het wiel
F Plaats het wiel op de naaf.
F D raai de wielbouten met de hand vast.
F
D
raai met de wielsleutel 1 en de dop 4 de
slotbout (indien aanwezig) enigszins vast.
F
D
raai met alleen de wielsleutel 1 de
overige wielbouten enigszins vast.F
L aat de krik zakken.
F V ouw de krik 2 op en verwijder hem.
8
Storingen verhelpen
Page 304 of 520

302
Expert_nl_Chap08_En-cas-de-panne_ed01-2016
F Draai met de wielsleutel 1 en de dop 4 de slotbout (indien aanwezig) vast.
F
D
raai met alleen de wielsleutel 1 de
overige wielbouten vast .
F
B
erg het gereedschap op in de
gereedschapskist.op d eze sticker staat de bandenspanning
aangegeven.
Na het verwisselen van het
wiel
Berg het wiel met de lekke band correct op in de
reservewielhouder.
Laat zo snel mogelijk het aanhaalmoment van
de wielbouten en de bandenspanning van het
reservewiel controleren door het PE
u
g
Eo
t
-
n
etwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Laat de lekke band zo spoedig mogelijk
repareren en verwissel hem met het reservewiel.
Controleer als uw auto is uitgerust met
een bandenspanningscontrolesysteem
de bandenspanning en reset het
systeem.
Detectie te lage
bandenspanning
Het stalen reservewiel is niet voorzien
van een bandenspanningssensor.
Wiel met wieldop
Bij het monteren van het wiel:
bevestig de wieldop door de opening
ervan ter hoogte van het ventiel te
houden en druk vervolgens met de
handpalm tegen de gehele omtrek van
de wieldop.
Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over het
bandenspanningscontrolesysteem
.
Storingen verhelpen