Page 129 of 520
127
Expert_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Airconditioning
Aan
De airconditioning werkt doeltreffend in elk
jaargetijde, bij draaiende motor en mits de
ruiten zijn gesloten.
Het systeem stelt u in staat:
-
d
e temperatuur in het interieur 's zomers te
verlagen,
-
i
n de winter bij temperaturen boven 3°C
beslagen ruiten snel te ontwasemen.
om s
neller koele lucht te verkrijgen
kunt u gedurende enige tijd de
recirculatiestand inschakelen.
Schakel daarna de toevoer van
buitenlucht weer in. F
D
ruk op deze toets. Het
verklikkerlampje gaat branden. F
D
ruk nogmaals op deze toets.
Het verklikkerlampje gaat uit.
Uit
De airconditioning werkt niet als de
regeling voor de luchtopbrengst is
uitgeschakeld. Als de airconditioning is uitgeschakeld,
kunnen onaangename verschijnselen
optreden (vocht, beslagen ruiten).
3
Ergonomie en comfort
Page 130 of 520

128
Expert_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Instelling op een waarde van ongeveer
21 biedt een optimaal comfort. Desgewenst
kunt u een andere waarde instellen, die
gebruikelijk tussen 18 en 24 ligt.
Het is raadzaam het verschil tussen de
instellingen links en rechts niet meer dan
3 te laten bedragen.
Automatische airconditioning met gescheiden regeling
Voor het beste compromis tussen
thermisch comfort en een laag
geluidsniveau.
Voor een aangenaam comfort en
een zo laag mogelijk geluidsniveau,
aangezien de aanjagersnelheid
beperkt wordt. Voor een doeltreffende en
dynamische luchttoevoer.
F
D
ruk herhaaldelijk op de
toets "
AUTO ".
Automatisch programma
"comfort" TemperatuurF Duw de impulstoets
omlaag om de waarde te
verlagen of omhoog om
de waarde te verhogen.
om b
ij koude motor de toevoer van
koude lucht te beperken, wordt de
ventilatie geleidelijk op het optimale
niveau gebracht.
Bij koud weer wordt de warme lucht
uitsluitend naar de voorruit, de zijruiten
en de beenruimte van de passagiers
verdeeld.
Het geactiveerde programma wordt zoals
hieronder beschreven weergegeven op het display:
Het is mogelijk één of meer functies van de
airconditioning handmatig in te stellen, terwijl
de overige functies automatisch worden
geregeld.
Zodra u een instelling wijzigt, verdwijnt het
symbool " AUTO".
Handmatige stand
De bestuurder en voorpassagier kunnen de
temperatuur afzonderlijk naar wens instellen.
De op het display weergegeven waarde heeft
betrekking op een bepaald comfortniveau en
niet op de temperatuur in graden Celsius of
Fahrenheit.
Ergonomie en comfort
Page 131 of 520

129
Expert_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Programma zicht
F Druk op de toets "zicht" om de
voorruit en zijruiten sneller te
ontwasemen of te ontdooien.
F
D
ruk nogmaals op de toets
" zicht " om het programma uit te
schakelen.
Het systeem regelt automatisch de
airconditioning, de luchtopbrengst, de
luchttoevoer en de luchtverdeling naar de
luchtroosters voor een optimale ontwaseming
van de voorruit en zijruiten.
Voor een maximale afkoeling of
opwarming van het interieur kan de
temperatuurregeling op een waarde lager
dan 14 of hoger dan 28 worden ingesteld. F
D
uw de toets omlaag
tot "LO" wordt
weergegeven of
omhoog tot "HI" wordt
weergegeven.
Als de temperatuur in de auto bij
het instappen veel lager of hoger
is dan de ingestelde waarde, heeft
het geen zin om voor een optimale
temperatuur de ingestelde waarde te
wijzigen. Het systeem compenseert
automatisch en zo snel mogelijk het
temperatuurverschil.
Functie "Mono"
Het comfortniveau aan passagierszijde kan
worden aangepast aan het comfortniveau aan
bestuurderszijde (monozone).
De functie wordt automatisch uitgeschakeld
als (een van) de passagier(s) de
temperatuurregeling aan passagierszijde
bedient.
of
F
D
ruk op de toets "AUTO"
om terug te keren naar het
automatische programma
"c omfo r t ".
F
D
ruk op deze toets om de functie
in of uit te schakelen.
Het lampje van de toets brandt als de
functie is ingeschakeld.
3
Ergonomie en comfort
Page 132 of 520

130
Expert_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
F Druk op deze toets om de luchtopbrengst te verhogen.
Luchtverdeling
F Druk deze toets herhaaldelijk in om de luchtstroom te verdelen
naar hetzij:
-
d
e voorruit, de zijruiten en de voeten van
de inzittenden,
-
d
e voeten van de inzittenden,
-
de
middelste ventilatieroosters, de
zijventilatieroosters en de voeten van de
inzittenden,
-
d
e voorruit, de zijruiten, de middelste
ventilatieroosters, de zijventilatieroosters
en de voeten van de inzittenden,
-
d
e middelste ventilatieroosters en de
zijventilatieroosters,
-
d
e voorruit en de zijruiten (ontwasemen of
ontdooien).
Luchtopbrengst
F Druk op deze toets om de luchtopbrengst te verlagen.
Het symbool van de luchtopbrengst (propeller)
verschijnt. Het symbool wordt, afhankelijk van
de ingestelde waarde, geleidelijk voller of leger.
Airconditioning
Het systeem stelt u in staat:
- d e temperatuur in het interieur 's zomers te
verlagen,
-
i
n de winter bij temperaturen boven 3°C
beslagen ruiten snel te ontwasemen.
Aan
De airconditioning werkt doeltreffend in elk
jaargetijde, bij draaiende motor en mits de
ruiten zijn gesloten.
De airconditioning werkt niet als de
regeling voor de luchtopbrengst is
uitgeschakeld.
om s
neller koele lucht te verkrijgen
kunt u gedurende enige tijd de
recirculatiestand inschakelen.
Schakel daarna de toevoer van
buitenlucht weer in. F
D
ruk op deze toets. Het
verklikkerlampje gaat branden.
F
D
ruk nogmaals op deze toets.
Het verklikkerlampje gaat uit.
Uit
Als de airconditioning is uitgeschakeld,
kunnen onaangename verschijnselen
optreden (vocht, beslagen ruiten).
Ergonomie en comfort
Page 133 of 520

131
Expert_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Uitschakelen van het systeem
F Druk op deze toets tot het symbool van de propeller is
verdwenen.
Alle functies van de airconditioning worden dan
uitgeschakeld.
Het thermische comfort wordt niet meer
geregeld. Een zwakke luchtstroom, veroorzaakt
door de rijwind, blijft echter voelbaar. Vermijd het te lang rijden met een
uitgeschakeld systeem (kans op
beslagen ruiten en een verminderde
luchtkwaliteit).
Toevoer van buitenlucht/
luchtrecirculatie
Door de toevoer van buitenlucht wordt
voorkomen dat de voorruit en de zijruiten
beslaan.
De recirculatiestand dient om de luchttoevoer
af te sluiten bij stank en stofoverlast.
Schakel zo snel mogelijk de toevoer van
buitenlucht weer in om te voorkomen
dat de luchtkwaliteit in het interieur
achteruitgaat en de ruiten beslaan.
u
kunt deze stand bovendien tijdelijk
gebruiken om sneller warme of koele
lucht te verkrijgen.
F
D
ruk op deze toets om de lucht in
het interieur te laten recirculeren.
Het symbool wordt weergegeven.
F
D
ruk nogmaals op deze toets om
de toevoer van buitenlucht weer
in te schakelen. Het symbool
wordt niet meer weergegeven. F
D
ruk op deze toets om het
systeem weer in te schakelen.
3
Ergonomie en comfort
Page 134 of 520

132
Expert_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
ontwasemen - on tdooien voorruit en zijruiten
Deze opdruk op het bedieningspaneel geeft aan in welke stand de knoppen moeten
staan om de voorruit en de zijruiten snel te ontwasemen of te ontdooien.
Verwarming/ventilatie of
handbediende airconditioning
Bij auto's met een Stop & Start-systeem geldt
dat zolang de voorruitontwaseming in werking
is, de S
t
o
P
-functie niet beschikbaar is.
Automatische airconditioning
met gescheiden regeling
F Zet de knoppen van de aanjagersnelheid, de temperatuur en de luchtverdeling in de met de
desbetreffende opdruk weergegeven stand.
Het systeem werkt volledig automatisch en regelt de
luchttemperatuur, de aanjagersnelheid, de luchttoevoer
en stelt de luchtverdeling zodanig in dat de voorruit en
de zijruiten zo snel mogelijk schoon worden.
Het systeem keert terug naar dezelfde
instellingen als die van vóór het uitschakelen. F
D
ruk op deze toets om de
voorruit en de zijruiten snel te
ontwasemen of te ontdooien.
F
D
ruk nogmaals op deze toets of
op "AUTO" om deze functie uit
te schakelen.
F
I
nschakelen van de
airconditioning: druk op deze
toets, het lampje van de toets
gaat branden. Ver warmde voorruit en
ruitensproeierkoppen
Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over de
ruitenwissers
en in het bijzonder de
voorruitver warming en de ver warmde
ruitensproeierkoppen.
Ergonomie en comfort
Page 135 of 520
133
Expert_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Buitenspiegelverwarming
AanUit
F Druk op deze toets om de
buitenspiegels te ontwasemen.
Het lampje van de toets gaat
branden.
De buitenspiegelverwarming wordt automatisch
uitgeschakeld om onnodig stroomverbruik te voorkomen.
De buitenspiegelverwarming werkt
uitsluitend bij draaiende motor.
Schakel, zodra de omstandigheden
het toelaten, de achterruit- en
buitenspiegelverwarming uit, omdat een
geringer stroomverbruik leidt tot een
verlaging van het brandstofverbruik. F u
k
unt de buitenspiegelverwarming
ook eerder uitschakelen door
nogmaals op deze toets te drukken.
Het lampje van de toets gaat dan
uit.
3
Ergonomie en comfort
Page 136 of 520
134
Expert_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Achterruitverwarming
AanUit
F Druk op deze toets om de
achterruit en de buitenspiegels
(afhankelijk van de uitvoering
van uw auto) te ontwasemen. Het
lampje van de toets gaat branden.
De achterruit- en buitenspiegelverwarming wordt automatisch
uitgeschakeld om onnodig stroomverbruik te voorkomen.
De achterruitverwarming werkt
uitsluitend bij draaiende motor.
Schakel, zodra de omstandigheden
het toelaten, de achterruit- en
buitenspiegelverwarming uit omdat een
geringer stroomverbruik leidt tot een
verlaging van het brandstofverbruik. F u kunt de achterruit- en
buitenspiegelverwarming
ook eerder uitschakelen door
nogmaals op deze toets te
drukken. Het lampje van de toets
gaat dan uit.
Ergonomie en comfort