Page 17 of 520
15
Expert_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
1. Analoge snelheidsmeter (km/h of mph).
2. Brandstofniveaumeter.
3.
Koelvloeistoftemperatuurmeter.
4.
A
anwijzingen van de snelheidsregelaar of
de snelheidsbegrenzer.
5.
D
igitale snelheidsmeter (km/h of mph). A. R
esetten van de onderhoudsindicator.
ti jdelijk weergegeven informatie:
-
onderhoud,
-
a
ctieradius vloeistof emissieregeling
(AdBlue
®).
B. D
immer verlichting.
C.
R
esetten dagteller en tripmeter.
6.
Schakelindicator.
I
ngeschakelde versnelling automatische
transmissie of elektronisch gestuurde
versnellingsbak.
7.
ond
erhoudsindicator en vervolgens
kilometerteller (km of miles), dagteller (km
of miles), weergave van meldingen, ...
8.
t
o
erenteller (x 1000 t /min of rpm).
Meters en displays Bedieningstoetsen
Instrumentenpaneel met LCD tekst-display
1
Instrumentenpaneel
Page 18 of 520

16
Instrumentenpaneel met matrixdisplay
1. Analoge snelheidsmeter (km/h of mph).
2. Brandstofniveaumeter.
3.
Koelvloeistoftemperatuurmeter.
4.
A
anwijzingen van de snelheidsregelaar of
de snelheidsbegrenzer.
5.
Schakelindicator.
I
ngeschakelde versnelling automatische
transmissie of elektronisch gestuurde
versnellingsbak. A. R
esetten van de onderhoudsindicator. W
eergave logboek
waarschuwingsmeldingen.
W
eergave van de volgende informatie:
-
onderhoud,
-
a
ctieradius vloeistof emissieregeling
(AdBlue
®).
B. D
immer verlichting.
C.
R
esetten van de dagteller.
6.
Z
one voor het weergeven van:
waarschuwingsmeldingen of
meldingen over de status van functies,
boordcomputer, digitale snelheidsmeter
(km/h of mph), ...
7.
o
nd
erhoudsindicator en vervolgens
kilometerteller (km of miles). D
eze functies worden achtereenvolgend
weergegeven na het aanzetten van het
contact.
8.
D
agteller (km of miles).
9.
t
o
erenteller (x 1000 t /min of rpm).
Meters en displays Bedieningstoetsen
Instrumentenpaneel
Page 19 of 520

17
Expert_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
Verklikkerlampjes
De verklikkerlampjes geven de bestuurder informatie
over de werking van een systeem (ingeschakeld of
uitgeschakeld) of waarschuwen de bestuurder in het
geval van een storing (waarschuwingslampje).
Bij het aanzetten van het contact
Als het contact wordt aangezet, gaan bepaalde
waarschuwingslampjes enkele seconden
branden.
Zodra de motor wordt gestart, moeten deze
lampjes weer uitgaan.
Als een lampje blijft branden, controleer dan
voordat u gaat rijden welke functie het betreft.
Bijbehorende waarschuwingen
Een aantal verklikkerlampjes kan op twee
manieren oplichten: permanent of knipperend.
Aan de manier van oplichten in combinatie met
het functioneren van de auto valt af te lezen of
er sprake is van een normale situatie of een
storing. Bij een storing kan het lampje gaan
branden in combinatie met een geluidssignaal
en/of een melding.
Waarschuwingslampjes
Als bij draaiende motor of tijdens het rijden een van
de volgende verklikkerlampjes gaat branden, wijst
dit op een storing in het desbetreffende systeem en
moet de bestuurder actie ondernemen.
Lees in het geval van een storing waarbij
een waarschuwingslampje gaat branden de
aanvullende informatie, die via een bijbehorende
melding wordt weergegeven.
Raadpleeg indien nodig het PE
u
g
Eo
t
-
netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
Verklikkerlampjes ingeschakelde functies
De volgende verklikkerlampjes op het
instrumentenpaneel en/of op het display van
het instrumentenpaneel geven aan dat de
desbetreffende functie is ingeschakeld.
Verklikkerlampjes uitgeschakelde functies
De volgende verklikkerlampjes geven aan
dat de desbetreffende functie handmatig is
uitgeschakeld.
Soms klinkt er ook een geluidssignaal en
verschijnt er een melding.
1
Instrumentenpaneel
Page 20 of 520

18
ControlelampjeStatusOorzaak Acties / Opmerkingen
STOP permanent,
in combinatie
met een ander
waarschuwingslampje,
een geluidssignaal en
een melding. Dit waarschuwingslampje gaat
branden in het geval van een
ernstige storing van de motor, het
remsysteem, de stuurbekrachtiging
enz. of een ernstige elektrische
storing. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Zet het contact af en raadpleeg het PE
u
g
Eo
t
-
n
etwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Parkeerrem permanent. De parkeerrem is aangetrokken of
niet goed vrijgezet. Zet de parkeerrem vrij zodat het verklikkerlampje
uitgaat; trap het rempedaal in.
Houd u aan de veiligheidsvoorschriften.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over de parkeerrem
.
Remsysteem permanent. Het remvloeistofniveau is te laag. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Vul het niveau bij met een vloeistof voorzien van een
artikelnummer van PE
u
g
Eo
t
.
A
ls het probleem zich blijft voordoen, laat het systeem
dan controleren door het PE
u
g
Eo
t
-
netwerk of door
een gekwalificeerde werkplaats.
+ permanent, in
combinatie met het
waarschuwingslampje
ABS.Er is een storing in de elektronische
remdrukregelaar (REF).
Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Laat het systeem controleren door het PE
u
g
Eo
t
-
n
etwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Instrumentenpaneel
Page 21 of 520

19
Expert_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
ControlelampjeStatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Autogordel(s)
niet vastgemaakt
of weer
losgemaakt permanent
of knippert in
combinatie met een
geluidssignaal. Een van de autogordels is niet
vastgemaakt of weer losgemaakt.
tr
ek aan de gordel en klik de gesp vast in de
gesphouder.
* Volgens land van bestemming. Laadstroom
accu
* permanent.
Er is een storing in het
laadstroomcircuit van de accu
(vervuilde of losgeraakte
accuklemmen, aandrijfriem dynamo
niet correct gespannen of gebroken...). Het lampje moet bij het starten van de motor uitgaan.
Raadpleeg het PE
u
g
Eo
t
-
netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.
Motoroliedruk permanent. Er is een storing in de motorsmering. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Parkeer de auto, zet het contact af en raadpleeg
het PE
u
g
Eo
t
-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
of
Te h o g e
koelvloeistoftemperatuurpermanent, met de
wijzer in het rode
gebied. De temperatuur van de koelvloeistof
is te hoog.
Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Wacht met het eventueel bijvullen van de koelvloeistof
tot de motor is afgekoeld.
Als het probleem zich blijft voordoen, raadpleeg
dan het PE
u
g
Eo
t
-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
permanent
(uitsluitend bij het
instrumentenpaneel
met LCD-display).
1
Instrumentenpaneel
Page 22 of 520

20
ControlelampjeStatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Een of meer
portier en
geopend
permanent, in combinatie
met een melding die het
desbetreffende carrosseriedeel
aangeeft, bij een snelheid lager
dan 10 km/h.Een voorportier, schuifdeur of de
linker achterdeur/de achterklep is niet
goed gesloten. Sluit het desbetreffende carrosseriedeel.
Dit verklikkerlampje gaat niet branden als de rechter
achterdeur (indien aanwezig) niet goed is gesloten.
permanent, in combinatie
met een melding die
het desbetreffende
carrosseriedeel aangeeft en
een geluidssignaal, bij een
snelheid hoger dan 10 km/h.
ofLaag
brandstofniveau
permanent, met de
naald in het rode
gebied. Als het lampje gaat branden zit er
nog minder dan 8 liter brandstof
in
de tank.
ga z
o snel mogelijk tanken om te voorkomen dat u
met een lege tank strandt.
Dit controlelampje gaat elke keer na het aanzetten
van het contact branden zolang er niet voldoende
brandstof getankt is.
Inhoud brandstoftank: ongeveer 69 liter .
Rijd nooit door tot de tank helemaal leeg is,
hierdoor kunnen het emissieregelsysteem en het
injectiesysteem beschadigd raken.
permanent (uitsluitend
bij auto's met een
instrumentenpaneel
met LCD-display).
Aanwezigheid
water in
brandstof permanent
(uitsluitend bij LCD-
instrumentenpaneel). Er bevindt zich water in het
brandstoffilter.
Risico van beschadiging van het inspuitsysteem.
Raadpleeg zo snel mogelijk het PE
u
g
Eo
t
-
netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
Instrumentenpaneel
Page 23 of 520

21
Expert_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
ControlelampjeStatusOorzaak Acties / Opmerkingen
+ Zelfdiagnose
motor
permanent, in
combinatie met het
verklikkerlampje
S
t
o
P.E
r is sprake van een ernstige
motorstoring. Zet de auto zo snel mogelijk op een veilige plaats stil.
Parkeer de auto, zet het contact af en neem contact
op met het PE
u
g
Eo
t
-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Voorgloeien
dieselmotor permanent.
Het contact staat in de 2
e stand
(contact).
of
D
e knop " START/STOP " is ingedrukt. Wacht met starten tot het controlelampje uitgaat.
Wanneer het lampje uitgaat, wordt de motor onmiddellijk
gestart, op voor waarde dat:
-
h
et koppelingspedaal is ingetrapt bij een auto met
een handgeschakelde versnellingsbak,
-
he
t rempedaal ingetrapt wordt gehouden bij een
auto met een automatische transmissie of een
elektronisch gestuurde versnellingsbak.
De wachttijd is afhankelijk van de weersomstandigheden
(in extreme gevallen 30 seconden).
Als de motor niet wil aanslaan, zet dan het contact af.
Zet het contact vervolgens weer aan en wacht opnieuw
tot het lampje uitgaat voordat u de motor start.
Zelfdiagnose
motor
permanent.
Er is een storing in de
emissieregeling. Het verklikkerlampje moet doven als de motor wordt
gestart.
Raadpleeg het PE
u
g
Eo
t
-
netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.
knippert. Er is een storing in het
motormanagementsysteem. Kans op beschadiging van de katalysator.
Laat dit controleren door het PE
u
g
Eo
t
-
netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
+ permanent, in
combinatie met het
verklikkerlampje
SERVICE.Er is sprake van een lichte
motorstoring.
Laat dit controleren door het PE
u
g
Eo
t
-
netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
1
Instrumentenpaneel
Page 24 of 520

22
ControlelampjeStatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Bandenspanning
te laag permanent, in
combinatie met een
geluidssignaal en een
melding. De bandenspanning van een of
meerdere wielen is te laag.
Controleer zo snel mogelijk de bandenspanning.
De controle dient bij voorkeur bij koude banden te
worden uitgevoerd.
Elke keer nadat u een of meer banden op spanning
hebt gebracht en na het verwisselen van een of meer
wielen, moet u het systeem resetten.
Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over het
bandenspanningscontrolesysteem
.
+ knippert en brandt
vervolgens permanent,
in combinatie met
het verklikkerlampje
Service.Er zit een storing in de functie: de
bandenspanning wordt niet meer
gecontroleerd.
Controleer zo snel mogelijk de bandenspanning.
Laat het systeem controleren door het PE
u
g
Eo
t
-
n
etwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Voet op het
rempedaal permanent.
Het rempedaal moet worden
ingetrapt. Bij de automatische transmissie of elektronisch
gestuurde versnellingsbak moet u bij een draaiende
motor en voordat u de parkeerrem vrijzet het
rempedaal intrappen om de selectiehendel vanuit
stand P of N in een andere stand te kunnen zetten.
Als u de parkeerrem vrijzet zonder het rempedaal in te
trappen, zal dit verklikkerlampje blijven branden.
Voet op het
koppelingspedaalpermanent.
In de St oP -stand van het Stop &
Start-systeem wordt de motor niet
gestart als u het koppelingspedaal
slechts gedeeltelijk intrapt.tr ap bij een auto met een handgeschakelde
versnellingsbak het koppelingspedaal volledig in zodat
de motor gestart kan worden.
Instrumentenpaneel