22
ControlelampjeStatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Bandenspanning
te laag permanent, in
combinatie met een
geluidssignaal en een
melding. De bandenspanning van een of
meerdere wielen is te laag.
Controleer zo snel mogelijk de bandenspanning.
De controle dient bij voorkeur bij koude banden te
worden uitgevoerd.
Elke keer nadat u een of meer banden op spanning
hebt gebracht en na het verwisselen van een of meer
wielen, moet u het systeem resetten.
Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over het
bandenspanningscontrolesysteem
.
+ knippert en brandt
vervolgens permanent,
in combinatie met
het verklikkerlampje
Service.Er zit een storing in de functie: de
bandenspanning wordt niet meer
gecontroleerd.
Controleer zo snel mogelijk de bandenspanning.
Laat het systeem controleren door het PE
u
g
Eo
t
-
n
etwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Voet op het
rempedaal permanent.
Het rempedaal moet worden
ingetrapt. Bij de automatische transmissie of elektronisch
gestuurde versnellingsbak moet u bij een draaiende
motor en voordat u de parkeerrem vrijzet het
rempedaal intrappen om de selectiehendel vanuit
stand P of N in een andere stand te kunnen zetten.
Als u de parkeerrem vrijzet zonder het rempedaal in te
trappen, zal dit verklikkerlampje blijven branden.
Voet op het
koppelingspedaalpermanent.
In de St oP -stand van het Stop &
Start-systeem wordt de motor niet
gestart als u het koppelingspedaal
slechts gedeeltelijk intrapt.tr ap bij een auto met een handgeschakelde
versnellingsbak het koppelingspedaal volledig in zodat
de motor gestart kan worden.
Instrumentenpaneel
264
Expert_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Selecteer in het menu Rijden de optie
" Initialisatie bandenspanningscontrole ".
Met autoradio
Selecteer in het menu "Persoonlijke
instelling - configuratie " de optie
" Initialisatie bandenspanningscontrole ".
Storing
Als het waarschuwingslampje te lage
bandenspanning gaat knipperen en vervolgens
blijft branden in combinatie met het lampje
Service, wijst dit op een storing in het systeem.
In dat geval werkt de bandenspanningscontrole
mogelijk niet goed.
Laat het systeem controleren door
het PE
u
g
Eo
t
-
netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
Controleer na werkzaamheden aan
het systeem altijd de spanning van
de vier banden en reset het systeem
vervolgens.
Met touchscreen
Druk op " Ja" om het resetten te bevestigen .
Als het resetten is voltooid, klinkt een
geluidssignaal en wordt een melding
weergegeven.
Zonder autoradio
F Druk gedurende ongeveer 3 seconden op deze knop en
laat de knop vervolgens los; het
resetten wordt bevestigd door
een geluidssignaal.
Rijden
510
Expert_nl_Chap11_index-alpha_ed01-2016
tafeltje ........................................................... 101tan
kbeveiliging ............................... ..............266
te
chnische gegevens
..................333, 335, 336
te
laag brandstofniveau
.........................20, 265
tel
efoon
............... 400, 402, 404, 406 - 411, 456,
458, 460, 462- 467, 497, 498, 500
t
e l l e r
........................................................... 14 -16
te
mperatuurregeling ..................................... 128
ti
jdelijke bandenspanning (met set)
.............290
ti
jd instellen
.................................... 46, 421, 477
tM
C (verkeersinformatie)
.............................367
to
egang AdBlue
®-reservoir .......................... 285to
egang tot het reservewiel ......................... 297
to
erenteller
................................................ 1
4 -16
to
evoer van buitenlucht
........125, 126, 128, 131
to
uchscreen
................ 3
9, 43, 44, 89, 150 -152,
154, 158, 220, 226, 236, 245, 247, 249, 250, 254, 256, 264, 341, 429
T
Selectiehendel .............................................. 214
Selectiehendel automatische transmissie
..............................
...................209
Selectiehendel elektronisch gestuurde versnellingsbak
........................................... 282
Selectiehendel handgeschakelde versnellingsbak
........................................... 207
Selectieve ontgrendeling
........47, 49, 55, 56, 60
Serienummer auto
..............................
..........337
Service
............................................................ 28
Service (verklikkerlampje)
..............................28
Set voor tijdelijke bandenreparatie
................................ 289, 290
Sierdeel
......................................................... 302
Signalering onoplettendheid
.................250, 251
Schakelindicator
........................................... 208
Schuifdeuren
................................................... 91
Sjorogen
........................................................ 12 2
Sleepoog
....................................................... 325
Slepen van een auto
.............................325, 326
Sleutel
.............................. 47-50, 71, 74, 75, 199
Sleutel met afstandsbediening
..........50, 64, 199, 205
SMS
....................................................... 411, 4 6 7
Sneeuwkettingen
................................. 262, 268
Snelheidsbegrenzer
......................224, 227, 229
Snelheidslimietherkenning
..................225, 226,
229, 232, 236
Snelheidsregelaar
.........224, 227, 232, 233, 237
Snelheidsregeling met snelheidslimietherkenning
..........................227
Soort lamp
..................................................... 3
03
Spaarfase
...................................................... 270
Sproeiers, verwarmd
............................ 13
2, 159
Starten van de auto...... 202, 204, 206, 209, 214
Starten van de motor
.................................... 19 9
Stilzetten van de auto
..........202, 204, 209, 214
Stoelen achter
....................................... 11 0 , 113
Stoelen verstellen
................................... 99, 102Stoelverwarming
...................................103, 105
Stop
.................................................................18
Stop & Start
................22, 29, 42, 132, 135, 218,
220, 265, 276, 281, 321, 324
Stop (verklikkerlampje)
...................................18
Streaming audio Bluetooth
..........398, 454, 495
Stuurslot
............................................52, 67, 205
Stuurwiel (verstellen)
......................................99
Supervergrendeling
............................ 5
1, 58, 65
Synchroniseren afstandsbediening
..........54, 70
Regeneratie roetfilter
.................................... 281
Remblokken
.................................................. 282
Remlichten
............................. 310, 311, 313 - 315
Remmen
............................................ 18, 22, 282
Remschijven .................................................. 282
Reservewiel
................. 262, 289, 296, 297, 302
Reservoir koplampsproeiers
......................... 280
Reservoir ruitensproeiers
............................. 28
0
Resetten bandenspanningscontrolesysteem
............ 263
Resetten van het traject
.................................. 41
R
ichtingaanwijzers
............... 148, 304, 307, 308,
310, 313, 315
Rijadviezen
........................................... 19 6 -198
Roetfilter
................................................ 280, 281
Ruitensproeier achter
................................... 157
Ruitensproeiers
............................................. 15
8
Ruitenwisser achter
.............................. 157, 15 8
Ruitenwisserbladen (vervangen)
.......... 15 9 , 2 74
Ruitenwissers
.................................. 2
9, 15 6, 157
Ruitenwisserschakelaar
........................ 15
6, 157
Schakelaar koplampverstelling
..................... 155
Schakelaars stoelverwarming
.............. 10
3, 105
Schakel sneeuwketting
................................. 268
Scheidingsnet
............................................... 10 6
SCR (Selective Catalytic Reduction)
............ 283
SCR-systeem
.......................................... 2 7, 2 8 3
S
Index