Page 241 of 275

Verzorging van de auto239Verzorging van uiterlijk
Verzorging exterieur
Sloten
De sloten zijn af fabriek gesmeerd
met een hoogwaardig slotcilindervet.
Een ontdooimiddel alleen in drin‐
gende gevallen gebruiken, omdat het ontvettend werkt en de werking van
de sloten belemmert. Na gebruik van
ontdooimiddelen, de sloten door een
werkplaats opnieuw laten smeren.
Wassen
Het lakwerk van de auto staat bloot aan invloeden van buitenaf. De auto
daarom regelmatig wassen en met
was conserveren. Bij het bezoek aan
wasstraten, een programma met een
wasbehandeling selecteren. Beper‐
kingen voor carrosserieonderdelen
met hoogglans- of matte lak of siers‐
trippen, zie "Polijsten en in de was zetten".Vogeluitwerpselen, dode insecten,
boomhars en stuifmeel e.d. onmid‐
dellijk verwijderen. Hierin zitten
agressieve bestanddelen bevatten
die lakschade kunnen veroorzaken.
Bij een bezoek aan een wasstraat, de aanwijzingen van de exploitant opvol‐
gen. De voorruitwisser en achterruit‐ wisser moeten worden uitgescha‐keld. Antenne en accessoires op de
buitenkant van de auto zoals een dak‐ dragersysteem verwijderen.
Bij handmatig wassen erop letten dat
ook de binnenkant van de wielkasten grondig schoongespoten wordt.
Randen en naden van geopende por‐
tieren, achterklep en motorkap en de
gebieden die erdoor bedekt worden
reinigen.
Reinig de glanzende metalen sierlijs‐
ten met een voor aluminium ge‐
schikte reinigingsoplossing om
schade te voorkomen.Voorzichtig
Gebruik altijd een reinigingsmid‐
del met een pH-waarde van
vier tot negen.
Gebruik reinigingsmiddelen niet
op warme oppervlakken.
Laat alle portierscharnieren door een
werkplaats smeren.
Reinig de motorruimte niet met een
stoomcleaner of hogedrukreiniger.
Daarna de auto grondig afspoelen en afzemen. Zeemlap vaak uitspoelen.
Voor de carrosserie en de ruiten ver‐
schillende zeemlappen gebruiken:
wasresten op de ruiten belemmeren
het zicht.
Teervlekken niet met harde voorwer‐
pen verwijderen. Op gelakte opper‐
vlakken een spray voor het verwijde‐
ren van teervlekken gebruiken.
Page 242 of 275

240Verzorging van de autoBuitenverlichtingDe afdekking van de koplampen en
de overige verlichting zijn gemaakt
van kunststof. Geen schurende, bij‐
tende of agressieve middelen of ijs‐ krabbers gebruiken en ze niet droogreinigen.
Polijsten en in de was zetten Breng op het lakwerk van de auto re‐ gelmatig was aan (uiterlijk wanneer
het water geen parels meer vormt).
Zo niet, droogt de lak uit.
Polijsten is alleen nodig als de laklaag
mat geworden is of aanslag vertoont.
Autopolish met siliconen vormt een
vuilwerende laag, waardoor in de was
zetten overbodig is.
Ongelakte kunststof carrosseriedelen mogen niet met autowas of polijstmid‐
delen worden behandeld.
Matgelakte carrosserieonderdelen of
sierstrippen mogen niet worden ge‐ polijst, om glanzen te voorkomen.
Gebruik als de auto is uitgerust met deze onderdelen in wasstraten geen
programma's met hete was.Matgelakte carrosserieonderdelen,
bijv. kap spiegelbehuizing, mogen
niet worden gepolijst. Anders zouden deze onderdelen gaan glanzen of zoude kleur vervangen.
Ruiten en ruitenwisserbladen
Een zachte, pluisvrije doek of een
zeemleer en een ruitenreiniger en in‐
sectenverwijderaar gebruiken.
Wrijf bij het reinigen van de achterruit van de binnenkant altijd parallel aan
het verwarmingselement om schade
te voorkomen.
Om handmatig ijs te verwijderen, een ijskrabber met een scherpe rand ge‐
bruiken. IJskrabber stevig tegen de
ruit drukken, zodat er geen vuil onder de krabber kan komen en er geen
krassen op de ruit worden gemaakt.
Wisserbladen die strepen trekken,
met een zachte doek en een ruiten‐
reiniger reinigen.
Verwijder achtergebleven vuil van
wisserbladen die strepen op de ruit
veroorzaken, met een zachte doek en ruitenreiniger. Zorg dat u ook achter‐gebleven was, insecten en dergelijke
van de ruit verwijdert.IJs, verontreiniging en continu vegen
op droge ruiten beschadigen of ver‐
nietigen zelfs de wisserbladen.
Zonnedak Voor het reinigen nooit oplos- of
schuurmiddelen, brandstoffen,
agressieve middelen (bijv. lakreini‐ gers, acetonhoudende oplossingenetc.), zuurhoudende of sterk alka‐
lische middelen dan wel schuurspon‐
zen gebruiken. Geen was of polijst‐
middelen op het zonnedak aanbren‐
gen.
Wielen en banden
Niet schoonmaken met hogedrukrei‐
nigers.
Velgen met een pH-neutrale velgen‐
reiniger reinigen.
Velgen zijn gelakt en kunnen met de‐
zelfde middelen worden behandeld
als de carrosserie.
Page 243 of 275

Verzorging van de auto241LakschadeGeringe lakschade voordat er roest‐
vorming optreedt met een lakstift her‐
stellen. Grotere lakschade of roest‐
vorming door een werkplaats laten
herstellen.
Onderstel Sommige delen van de bodemplaatzijn voorzien van een beschermende
pvc-laag, terwijl er op andere delen
een duurzame beschermende was‐
laag is aangebracht.
De bodemplaat na het schoonspuiten
controleren en zo nodig een nieuwe
waslaag laten aanbrengen.
Bitumineuze/rubber materialen kun‐
nen de pvc-laag aantasten. Werk‐
zaamheden aan de bodemplaat door een werkplaats laten uitvoeren.
De bodemplaat vóór en ná de winter
schoonspuiten en daarna de be‐
schermende waslaag laten controle‐
ren.Vloeibaar-gassysteem9 Gevaar
Vloeibaar gas is zwaarder dan
lucht en kan zich op lage punten
verzamelen.
Wees voorzichtig wanneer u in
een werkkuil aan het chassis
werkt.
Voor lakwerk en bij gebruik van een
droogcabine bij een temperatuur bo‐
ven 60 °C moet de LPG-tank worden
verwijderd.
Breng geen wijzigingen aan het vloei‐
baar-gassysteem aan.
Trekhaak Kogelstang niet met een stoom- of
hogedrukreiniger reinigen.
Draagsysteem achteraanReinig minstens een keer per jaar het
draagsysteem achteraan met een
stoomlans of hogedrukreiniger.
Wanneer u het draagsysteem aan de achterzijde niet regelmatig gebruikt,
moet u het, vooral in de winter, van
tijd tot tijd bedienen.
Verzorging interieur
Interieur en bekleding Interieur van de auto inclusief instru‐
mentenpaneel en bekleding alleen
met een droge doek of interieurreini‐
ger schoonmaken.
Reinig de lederen bekleding met zui‐
ver water en een zachte doek. Ge‐
bruik een reinigingsmiddel voor leder
als de bekleding erg vuil is.
De instrumentengroep en de displays
alleen met een vochtige doek reini‐
gen. Gebruik zo nodig water en milde
zeep.
Stoffen bekleding met een stofzuiger
en een borstel reinigen. Vlekken met een bekledingreiniger verwijderen.
Het weefsel van de stof is wellicht niet kleurvast. Dit kan zichtbare verkleu‐
ringen veroorzaken, met name op
Page 244 of 275
242Verzorging van de autolichtgekleurde bekleding. Reinig ver‐
wijderbare vlekken en verkleuringen
zo spoedig mogelijk.
Veiligheidsgordels met lauw water of
een interieurreiniger schoonmaken.Voorzichtig
Klittenbandsluitingen sluiten om‐
dat geopende klittenbandsluitin‐
gen schade aan de stoelbekleding kunnen toebrengen.
Hetzelfde geldt voor kledingstuk‐
ken met scherpe voorwerpen
zoals ritssluitingen, riemen of spij‐ kerbroeken met metalen accen‐
ten.
Kunststof en rubber onderdelen
Kunststof en rubberen onderdelen
mogen met dezelfde middelen wor‐
den gereinigd als de carrosserie. Zo
nodig een interieurreiniger gebruiken. Geen andere middelen gebruiken.
Vooral geen oplosmiddelen of brand‐ stof. Niet schoonmaken met hoge‐
drukreinigers.
Page 245 of 275

Service en onderhoud243Service en
onderhoudAlgemene informatie ..................243
Service-informatie ...................243
Aanbevolen vloeistoffen, smeer‐ middelen en onderdelen ............244
Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen .......................244Algemene informatie
Service-informatie
Het is voor de bedrijfs- en verkeers‐ veiligheid en voor het behoud van de
waarde van uw auto belangrijk dat
alle servicewerkzaamheden met de
voorgeschreven intervallen worden
uitgevoerd.
Het uitgebreide bijgewerkte service‐
schema voor uw auto is beschikbaar in de werkplaats.
Servicedisplay 3 87.
Europese service-intervallen
Aan de auto moet om de 30.000 km
onderhoud gepleegd worden, of na
één jaar, wat het eerst voorkomt, ten‐ zij anders vermeld op het service-dis‐
play.
Bij een zwaardere belasting, bijv. bij
taxi's en politievoertuigen, geldt wel‐
licht een korter onderhoudsinterval.
De Europese service-intervallen gel‐
den voor de volgende landen:Andorra, België, Bosnië-Herzego‐
vina, Bulgarije, Cyprus, Denemarken,
Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Groenland, Groot-Brit‐
tannië, Hongarije, Ierland, IJsland,
Italië, Kroatië, Letland, Liechtenstein,
Litouwen, Luxemburg, Macedonië,
Malta, Monaco, Montenegro, Neder‐
land, Noorwegen, Oostenrijk, Polen,
Portugal, Roemenië, San Marino,
Servië, Slovenië, Slowakije, Spanje,
Tsjechische Republiek, Zweden,
Zwitserland.
Servicedisplay 3 87.
Internationale service-intervallen Aan de auto moet om de 15.000 km
onderhoud gepleegd worden, of na
één jaar, wat het eerst voorkomt, ten‐ zij anders vermeld op het service-dis‐
play.
De internationale service-intervallen
gelden voor de landen die niet tot de
groep behoren waarvoor de Euro‐
pese service-intervallen werden op‐
gesteld.
Servicedisplay 3 87.
Page 246 of 275

244Service en onderhoudRegistraties
Uitgevoerde service wordt geregi‐ streerd op de daarvoor bestemde
plaatsen in het Serviceboekje. De da‐
tum en afgelezen kilometerstand wor‐ den bevestigd met stempel en hand‐
tekening van de uitvoerende werk‐
plaats.
Zorg ervoor dat het Serviceboekje
correct wordt ingevuld, omdat een
sluitend bewijs van service essentieel is bij aanspraken op garantie of good‐
will en tevens een pluspunt is bij ver‐
koop van de auto.
Service-interval met resterende
levensduur van motorolie
De service-interval is gebaseerd op
diverse parameters afhankelijk van
het gebruik.
Het service-display meldt wanneer de motorolie moet worden ververst.
Servicedisplay 3 87.Aanbevolen
vloeistoffen,
smeermiddelen en
onderdelen
Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen
Gebruik uitsluitend producten die aan de aanbevolen specificaties voldoen.9 Waarschuwing
Bedrijfsvloeistoffen zijn gevaarlijk
en mogelijk giftig. Voorzichtig han‐ teren. Informatie op de verpakking in acht nemen.
Motorolie
Motorolie wordt ingedeeld op basis
van de kwaliteit en de viscositeit. Bij
de keuze van motorolie is kwaliteit be‐
langrijker dan viscositeit. Door de
oliekwaliteit blijft o.a. de motor
schoon, is de slijtage minimaal en
veroudert de olie minder snel. De vis‐
cositeit geeft informatie over de dikte
van de olie bij diverse temperaturen.
Dexos is de nieuwste kwaliteit motor‐ olie, en biedt optimale bescherming
voor benzine- en dieselmotoren. In‐ dien deze niet voorhanden is moetmotorolie van een andere gerenom‐
meerde kwaliteit worden gebruikt.
Aanbevelingen voor benzinemotoren
zijn ook geldig voor motoren met de
brandstoffen Compressed Natural
Gas (CNG), Liquified Petroleum Gas
(LPG) en Ethanol (E85).
Selecteer de juiste motorolie op basis
van de kwaliteit en de minimale om‐ gevingstemperatuur 3 248.
Motorolie bijvullen
Motoroliesoorten van verschillende
fabrikanten en merken kunnen wor‐
den gemengd zolang ze voldoen aan de vereiste motoroliecriteria kwaliteit
en viscositeit.
Het gebruik van motorolie met alleen
de kwaliteit ACEA A1/B1 of alleen A5/
B5 is verboden, omdat deze onder
bepaalde omstandigheden langdu‐
rige motorschade kan veroorzaken.
Selecteer de juiste motorolie op basis
van de kwaliteit en de minimale om‐
gevingstemperatuur 3 248.
Page 247 of 275

Service en onderhoud245Extra motorolieadditieven
Het gebruik van extra motorolieaddi‐
tieven kan schade tot gevolg hebben
en de garantie ongeldig maken.
Motorolieviscositeitsindexen
De SAE-viscositeitswaarde geeft in‐
formatie over de dikte van de olie.
Multigrade-olie wordt geklasseerd
door twee cijfers, bijv. SAE 5W-30.
Het eerste cijfer, gevolgd door een W,
geeft de viscositeit bij lage tempera‐
turen, het tweede cijfer de viscositeit
bij hoge temperaturen aan.
Selecteer de juiste viscositeitswaarde
op basis van de minimale omgevings‐ temperatuur 3 248.
Alle aanbevolen viscositeitswaarden
zijn geschikt voor hoge omgevings‐
temperaturen.
Koelvloeistof en antivries
Alleen silicaatvrije antivries voor long‐ life-koelvloeistof (LLC) gebruiken. De hulp van een werkplaats inroepen.
Het systeem is af fabriek afgevuld
met koelvloeistof voor optimale cor‐
rosiebescherming en vorstbescher‐
ming tot een temperatuur van ca.-28 °C. In noordelijke landen met ex‐
treem lage temperaturen biedt de af
fabriek bijgevulde koelvloeistof vor‐
stbescherming tot ca. -37 °C. Deze
concentratie dient het gehele jaar in
stand te worden gehouden. Extra
koelvloeistofadditieven die bedoeld zijn om extra corrosiebestendigheid
te bieden of om kleine lekken te dich‐ ten kunnen functiestoringen veroor‐
zaken. Aansprakelijkheid voor even‐
tuele gevolgen van het gebruik van
extra koelvloeistofadditieven wordt
niet aanvaard.
Rem- en koppelingsvloeistof Remvloeistof absorbeert na verloop
van tijd vocht waardoor de remmen
minder efficiënt werken. De remvloei‐ stof moet daarom na het aangegeven
interval worden ververst.
Page 248 of 275
246Technische gegevensTechnische
gegevensVoertuigidentificatie ...................246
Voertuigidentificatienummer ....246
Typeplaatje .............................. 247
Motor-ID .................................. 247
Autogegevens ............................ 248
Aanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen .......................248
Motorgegevens ........................251
Prestaties ................................ 253
Voertuiggewicht .......................255
Afmetingen auto ......................257
Inhouden ................................. 258
Bandenspanningswaarden ......259Voertuigidentificatie
Voertuigidentificatienum‐mer
Het voertuigidentificatienummer staat op het typeplaatje en is bovendien in
de bodemplaat onder de vloerbedek‐
king, onder een afdekking geslagen.
Het voertuigidentificatienummer kan
op het instrumentenpaneel zijn ge‐
perst, zichtbaar door de voorruit, of in
de motorruimte op het rechter carros‐
seriepaneel.