Page 97 of 275

Instrumenten en bedieningsorganen95KnippertHet maximale vulniveau van het filter
is bereikt. Start het regeneratieproces
onmiddellijk om schade aan de motor
te voorkomen.
Roetfilter 3 144, Stop-startsysteem
3 140.
Bandenspanningscontrole‐ systeem
w brandt of knippert geel.
Brandt Banden verliezen spanning. Meteen
stoppen en bandenspanning contro‐
leren.
Knippert
Storing in het systeem of montage
van een wiel zonder druksensor
(bijv. reservewiel). Na
60 - 90 seconden brandt de controle‐
lamp continu. De hulp van een werk‐
plaats inroepen.
Bandenspanningscontrolesysteem
3 219.Motoroliedruk
I brandt rood.
Brandt na het inschakelen van de ont‐ steking en dooft vlak na het starten
van de motor.
Brandt bij een draaiende motorVoorzichtig
Motorsmering wordt mogelijk on‐
derbroken. Dit kan aanleiding ge‐
ven tot motorschade en/of tot het
blokkeren van de aandrijfwielen.
1. De koppeling intrappen.
2. Zet de keuzehendel op neutraal. 3. Zo spoedig mogelijk de verkeers‐ stroom verlaten zonder hierbij an‐dere weggebruikers te hinderen.
4. Schakel de ontsteking uit.
9 Waarschuwing
Bij uitgeschakelde motor gaat
remmen en sturen aanmerkelijk zwaarder.
Tijdens een Autostop werkt de
rembekrachtigingseenheid nog al‐ tijd.
De sleutel niet uitnemen voordat
de auto helemaal stilstaat, omdat
het stuurslot anders plotseling kan worden geactiveerd.
Het oliepeil controleren alvorens de
hulp van een werkplaats in te roepen
3 197.
Te laag brandstofpeil
Y brandt of knippert geel.
Brandt Peil in brandstoftank is te laag.
Knippert Brandstofvoorraad opgebruikt. On‐
middellijk bijtanken. Brandstoftank
nooit leegrijden.
Tanken 3 184.
Katalysator 3 145.
Dieselbrandstofsysteem ontluchten
3 202.
Page 98 of 275

96Instrumenten en bedieningsorganenStartbeveiliging
d knippert geel.
Storing in de startbeveiliging. De mo‐
tor kan niet worden gestart.
Motorvermogen verminderd
# brandt geel.
Het motorvermogen is beperkt. De
hulp van een werkplaats inroepen.
Autostop Autostop actief
D brandt rood of wit.
De motor is een Autostop.
Stop-startsysteem 3 140.
Rijverlichting
8 brandt groen.
De rijverlichting is ingeschakeld
3 117.
Grootlicht
C brandt blauw.Brandt bij ingeschakeld grootlicht of
bij lichtsignaal 3 118.
Grootlichtassistentie
l brandt groen.
De grootlichtassistentie is geacti‐ veerd 3 120.
Mistlamp
> brandt groen.
De voorste mistlampen zijn ingescha‐
keld 3 122.
Mistachterlicht
r brandt geel.
Het mistachterlicht is ingeschakeld
3 122.
Cruise control
m brandt wit of groen.
Brandt wit
Het systeem is ingeschakeld.Brandt groen
De cruise control is actief.
Cruise control 3 159.
Voorligger gedetecteerd
A brandt groen.
Er is een voertuig in dezelfde rijstrook gedetecteerd.
Frontaanrijdingswaarschuwing
3 162.
Snelheidsbegrenzer
L brandt op het Driver Information
Center wanneer de snelheidsbegren‐
zer actief is. Ingestelde snelheid
wordt aangegeven naast symbool L.
Snelheidsbegrenzer 3 160.
Verkeersbordherkenning L geeft gedetecteerde verkeersbor‐
den als controlelampje weer.
Verkeersbordherkenning 3 177.
Page 99 of 275
Instrumenten en bedieningsorganen97Portier open
h brandt.
Een portier of de achterklep staat open.Informatiedisplays
Driver Information Center
Het Driver Information Center is on‐
dergebracht in de instrumenten‐
groep.
Afhankelijk van de versie en de uit‐
rusting is het Driver Information Cen‐
ter verkrijgbaar als Baselevel-display,
Midlevel-display of Uplevel-display.
De volgende menu's kunnen worden
geselecteerd op het Driver Informa‐
tion Center met de toetsen op de rich‐ tingaanwijzerhendel:
● dagteller 3 84
● boordinformatie en instellingen, zie hieronder
● rit-/brandstofinformatie, zie hier‐ onder
● economische informatie, zie hier‐
onder
● navigatie-informatieDe volgende aanduiding verschijnt zo nodig:
● waarschuwingsmeldingen 3 105
● aanduiding versnelling 3 93
● aanduiding rijmodus 3 146,
3 150
● waarschuwing bandenspanning 3 219
● aanduiding gordelverklikker 3 91
● aanduiding Autostop 3 140
● service-informatie 3 92
Baselevel-display
Page 100 of 275

98Instrumenten en bedieningsorganenSelecteer submenu's door aan het
stelwiel op de richtingaanwijzerhen‐
del te draaien. Selecteerbare subme‐ nu's zijn:
● aanduiding levensduur motorolie● aanduiding bandenspanning
● draagvermogen band
● instellen van eenheid
● instellen van taal, als er geen In‐ fotainmentsysteem beschikbaaris
● klok, als er geen Infotainment‐ systeem beschikbaar is
● buitentemperatuur, als er geen Infotainmentsysteem beschik‐
baar is
Sommige weergegeven functies ver‐
schillen onderweg ten opzichte van
stilstand van de auto.Midlevel-display
De menupagina's op het Midlevel-dis‐ play worden geselecteerd door op
MENU op de richtingaanwijzerhendel
te drukken.
De te selecteren menupagina's van
Midlevel-display zijn:
● Menu Informatiemenu dagteller/
brandst. , zie omschrijving hieron‐
der
● Menu Informatie- menu voertuig ,
zie omschrijving hieronder
Sommige weergegeven functies ver‐
schillen onderweg ten opzichte van
stilstand van de auto. Sommige func‐
ties zijn alleen onderweg beschik‐
baar.
Uplevel-display
De menupagina's op het Uplevel-dis‐
play worden geselecteerd door op
MENU op de richtingaanwijzerhendel
te drukken. Hoofdmenusymbolen
verschijnen op de bovenste regel van het display:
Page 101 of 275

Instrumenten en bedieningsorganen99●Informatiemenu dagteller/
brandst. , weergegeven
door ;, zie omschrijving hier‐
onder
● Informatie- menu voertuig , weer‐
gegeven door ?, zie omschrij‐
ving hieronder
● Informatiemenu ECO , weerge‐
geven door @, zie omschrijving
hieronder
Sommige weergegeven functies ver‐
schillen onderweg ten opzichte van
stilstand van de auto. Sommige func‐
ties zijn alleen onderweg beschik‐
baar.
Menu's en functies selecteren U selecteert de menu's en functies
met de toetsen op de richtingaanwij‐
zerhendel.
Druk op MENU om tussen de hoofd‐
menu's te schakelen of om vanuit een
submenu één niveau terug te gaan.
Draai aan het stelwiel om een sub‐
menu van het hoofdmenu te selecte‐
ren of om een numerieke waarde in te stellen.
Druk op SET/CLR om een functie te
selecteren en te bevestigen.
Eventueel verschijnt er boord- en on‐
derhoudsinformatie op het Driver In‐
formation Center. Bevestig berichten
door op SET/CLR te drukken. Boord‐
informatie 3 105.
Informatiemenu dagteller/
brandst.
Druk op MENU om de
Informatiemenu dagteller/brandst. in‐
formatiepagina ; te selecteren.
Draai aan het stelwiel om een sub‐
menu te selecteren.
De onderstaande lijst bevat alle mo‐ gelijke pagina's van Informatiemenu
dagteller/brandst. . Sommige zijn voor
uw specifieke auto wellicht niet be‐
schikbaar.
Volg de instructies in de submenu's. ● dagteller 1
● dagteller 2
● gemiddeld brandstofverbruik 1
● gemiddeld brandstofverbruik 2 ● digitale snelheid
● actieradius brandstof
● actieradius brandstof LPG-versie
● brandstofpeil LPG-versie
● actueel brandstofverbruik
● gemiddelde snelheid
● klok
Page 102 of 275

100Instrumenten en bedieningsorganen● temperatuur
● lege pagina
Selectie en aanduiding is verschillend tussen Midlevel- en Uplevel-display.
Dagteller 1 en 2
De dagteller geeft de huidige afstand
vanaf een bepaalde reset weer.
Dagteller telt op tot een afstand van
2000 km en begint dan weer bij 0.
Draai het stelwiel om dagteller 1 of 2 te selecteren.
Druk enkele seconden op SET/CLR
terwijl u naar de pagina kijkt, om te
resetten.
Gemiddeld brandstofverbruik 1 en 2
worden tegelijk aangeduid samen
met dagteller 1 en 2.
De informatie van ritpagina 1 en 2 kan
apart worden gereset terwijl het be‐
treffende display actief is.
Gemiddeld brandstofverbruik 1 en 2
Weergave van het gemiddelde ver‐
bruik. De meting kan altijd opnieuw
worden ingesteld en start met een
standaardwaarde.Druk enkele seconden op SET/CLR
terwijl u naar de pagina kijkt, om te
resetten.
Dagteller 1 en 2 worden tegelijk aan‐
geduid samen met gemiddeld brand‐
stofverbruik 1 en 2.
De informatie van ritpagina 1 en 2 kan
apart worden gereset terwijl het be‐
treffende display actief is.
Bij auto's met LPG-motoren: Het ge‐
middelde verbruik wordt aangegeven
voor de momenteel geselecteerde
modus (LPG of benzine).
Digitale snelheid
Digitale weergave van de huidige
snelheid.
Actieradius brandstof
De actieradius wordt op basis van het aanwezige tankpeil en het momen‐
tane verbruik berekend. Op het dis‐
play verschijnen gemiddelde waar‐
den.
Na het tanken wordt de nieuwe actie‐
radius na korte tijd automatisch bijge‐ werkt.Wanneer het brandstofpeil in de tank
laag is, verschijnt er een bericht op het display en gaat het controle‐
lampje Y op de brandstofmeter bran‐
den.
Wanneer er onmiddellijk moet wor‐
den bijgetankt, verschijnt er een
waarschuwingsbericht dat op het dis‐
play blijft staan. Ook knippert contro‐
lelamp Y op de brandstofmeter 3 95.
Actieradius brandstof, LPG-versie
Weergave van de totale actieradius
brandstof bij benadering voor elke
brandstoftank (LPG en benzine). Een
Page 103 of 275

Instrumenten en bedieningsorganen101te laag brandstofpeil in een van de
tanks wordt aangegeven door
GERING in het betreffende gedeelte.
Brandstofpeil, LPG-versie
Weergave van het brandstofpeil in
procenten voor de brandstofsoort die
momenteel niet wordt gebruikt, bijv. in
de benzinemodus wordt het brand‐
stofpeil voor LPG weergegeven.
Actueel brandstofverbruik
Weergave van het actuele verbruik.
Bij auto's met LPG-motoren: Het mo‐
mentane verbruik wordt aangegeven
voor de momenteel geselecteerde
modus: LPG of benzine.
Gemiddelde snelheid
Weergave van de gemiddelde snel‐
heid. De meting kan op elk moment
opnieuw worden gestart.
Druk enkele seconden op SET/CLR
terwijl u naar de pagina kijkt, om te
resetten.
Klok
Weergave van huidige tijd.
Alleen aangeduid als geen Infotain‐
mentsysteem beschikbaar is.Temperatuur
Weergave van huidige buitentempe‐
ratuur.
Alleen aangeduid als geen Infotain‐
mentsysteem beschikbaar is.
Lege pagina
Geeft een lege pagina zonder enige
informatie weer.
Informatie- menu voertuig
Druk op MENU om Informatiemenu
voertuig ? te selecteren.
Draai aan het stelwiel om een sub‐
menu te selecteren.
De onderstaande lijst bevat alle mo‐ gelijke pagina's van Informatie- menu
voertuig . Sommige zijn voor uw spe‐
cifieke auto wellicht niet beschikbaar.
Volg de instructies in de submenu's. ● eenheid
● snelheidswaarschuwing
● resterende levensduur olie
● bandenspanning
● draagvermogen band
● afstand tot voorligger● verkeersbordherkenning
● taal
Selectie en aanduiding is verschillend
tussen Midlevel- en Uplevel-display.
Eenheid
Druk op SET/CLR terwijl de pagina
wordt weergegeven. Selecteer En‐
gels (eenheid 1) of metriek
(eenheid 3) door aan het stelwiel te draaien. Druk op SET/CLR om de
eenheid in te stellen.
Snelheidswaarschuwing
Page 104 of 275

102Instrumenten en bedieningsorganenDe snelheidswaarschuwingsfunctie
waarschuwt de bestuurder bij het
overschrijden van een ingestelde
snelheid.
Stel de snelheidswaarschuwing in
door op SET/CLR te drukken terwijl
de pagina wordt weergegeven. Draai
aan het stelwiel om de waarde te se‐
lecteren. Druk op SET/CLR om de
snelheid in te stellen.
Bij het overschrijden van de geselec‐
teerde maximumsnelheid klinkt er
een geluidssignaal. Na het instellen
van de snelheid kan deze functie wor‐ den uitgeschakeld door tijdens het
bekijken van deze pagina op
SET/CLR te drukken.
Resterende levensduur olie
Geeft een schatting van de levens‐
duur van de olie. Het percentage
staat voor de huidige resterende le‐ vensduur van de olie en geeft aan
wanneer de motorolie en het filter
moeten worden ververst/vervangen
3 87.Bandenspanning
Onderweg wordt de bandenspanning van alle wielen op deze pagina weer‐
gegeven 3 219.
Draagvermogen band
De categorie bandenspanning vol‐ gens de huidige bandenspanning kan
worden geselecteerd 3 219.
Afstand tot voorligger
Geeft de afstand tot een rijdende
voorligger weer 3 164.
Verkeersbordherkenning
Geeft de waargenomen verkeersbor‐
den tijdens het huidige traject weer
3 177.
Taal
Selecteer de voorkeurtaal als de
weergegeven taal.
Alleen beschikbaar als de auto niet is uitgerust met een Infotainmentsys‐
teem.
Informatiemenu ECO
Druk op MENU om Informatiemenu
ECO @ te selecteren.Draai aan het stelwiel om een sub‐
menu te selecteren.
Volg de instructies in de submenu's. ● zuinigheidstrend
● eco-index
● grootste verbruikers
Zuinigheidstrend
Deze pagina geeft een grafiek weer
van de laatste 10 opgenomen gemid‐
delde brandstofverbruikswaarden per 100 km.