Page 305 of 308

Configuratie van de auto
11
4
TECHNOLOGIE AAN BOORD
Via het submenu "Veiligheid/hulp" kunt u:
-
"Parkview Camera" en vervolgens
"Achteruitrijcamera" selecteren om deze
functie te activeren of deactiveren (On, Off),
- "Parkview Camera" en vervolgens
"Vertraging camera" selecteren om het
vasthouden van het beeld gedurende
10 seconden of tot 18 km/h in of uit te
schakelen (On, Off),
- "Traffic Sign" selecteren om deze functie
te activeren of deactiveren (On, Off),
- "Airbag passagierszijde" selecteren om
deze in of uit te schakelen (On, Off).
Via het submenu "Verlichting" kunt u:
-
"Dagrijverlichting" selecteren om deze
functie te activeren of deactiveren (On, Off),
- "Grootlichtassistent" selecteren om deze
functie te activeren of deactiveren (On, Off),
- "Lichtsensor" selecteren om de
gevoeligheid ervan in te stellen (1, 2, 3).
Via het submenu "Portieren & vergrendeling"
kunt u:
- "Autoclose" selecteren om deze functie
te activeren of deactiveren (On, Off).
Via het submenu "Weergave" kunt u:
- "Talen" selecteren en een van de eerder
vermelde talen kiezen,
- "Eenheid" selecteren en de eenheden
voor het brandstofverbruik (l/100 km,
mpg), de afstanden (km, mijlen) en de
temperatuur (°C, °F) instellen,
- "Weergave traject B" selecteren om
het traject B van de boordcomputer te
activeren of deactiveren (On, Off).
Via het submenu "Tijd en datum" kunt u:
- "Inst. tijd en formaat" selecteren om de
uren, minuten en seconden in te stellen
en het formaat (24 uur, 12 uur met am of
pm) te kiezen,
- "Instellen datum" selecteren om de dag,
de maand en het jaar in te stellen.
Om de tijd handmatig in te stellen moet
"Synchronisatie tijd" zijn gedeactiveerd
(Off).
Page 306 of 308

12
Veiligheid tijdens het rijden
VERKEERSBORDHERKENNING
Dit systeem is een rijhulpsysteem dat
gebruikmaakt van de camera aan de
bovenzijde van de voorruit.
De camera detecteert de volgende soorten
verkeersborden en geeft de desbetreffende
informatie weer op het instrumentenpaneel:
- snelheidslimiet,
- inhaalverbod.
De eenheid van de weergegeven
snelheidslimiet (km/h of mph) is
afhankelijk van het land waar u zich bevindt.
Houd hier rekening mee als u zich aan de
toegestane maximumsnelheid wilt houden.
Als u in een ander land rijdt, werkt het
systeem alleen correct als de eenheid van
de snelheid op het instrumentenpaneel
overeenkomt met de eenheid voor de
snelheid die in dat land wordt gebruikt.
De automatische
snelheidslimietherkenning is een
rijhulpsysteem. Het systeem geeft niet altijd
de juiste snelheidslimiet aan.
De op de borden langs of boven de weg
weergegeven snelheidslimieten gaan altijd voor
de door het systeem weergegeven snelheden.
Ondanks de aanwezigheid van dit systeem
moet de bestuurder altijd alert blijven.
De bestuurder moet zich aan de
verkeersregels houden en zijn snelheid altijd
aanpassen aan de weersomstandigheden en
de verkeerssituatie.
Als het systeem niet binnen een vooraf
bepaalde tijdsduur een bord met een
snelheidslimiet detecteert, wordt mogelijk
geen snelheid weergegeven.
Het systeem is ontwikkeld om borden te
detecteren die voldoen aan de eisen van het
Verdrag van Wenen inzake verkeerstekens.
Om de goede werking van het systeem
te garanderen is het raadzaam:
- Het gedeelte van de voorruit vóór de
camera regelmatig te reinigen.
-
De voorruit bij een beschadiging ter hoogte
van de sensor van de camera niet te laten
repareren, maar te laten vervangen.
Bij het vervangen van de gloeilampen van
de koplampen is het sterk aan te bevelen
gebruik te maken van de door het merk
aanbevolen gloeilampen.
Bij het gebruik van andere gloeilampen
werkt het systeem mogelijk minder goed.
Page 307 of 308

13
5
Veiligheid tijdens het rijden
VEILIGHEID
Weergave op het touchscreen en
vervolgens op het instrumentenpaneel
De verkeersborden worden in de volgende
twee fasen weergegeven:
- De eerste keer dat een verkeersbord
wordt gedetecteerd, wordt het
gedurende 40 seconden weergegeven in
een pop-up op het touchscreen.
- Vervolgens wordt het verkeersbord op
het instrumentenpaneel weergegeven.
Het systeem kan twee verkeersborden
(snelheidslimiet en inhaalverbod) naast
elkaar weergeven in de daarvoor bestemde
zones van het instrumentenpaneel.
Als een aanvullend verkeersbord wordt
gedetecteerd, zoals en verkeersbord met
een lagere snelheidslimiet bij nat wegdek,
wordt dit in een leeg venster onder het
desbetreffende verkeersbord weergegeven.
De aanvullende verkeersborden worden als
volgt gefilterd:
- Verkeersborden met betrekking tot
sneeuw of ijzel worden uitsluitend
weergegeven als de buitentemperatuur
lager is dan 3°C.
- Verkeersborden met betrekking
tot sneeuw, regen of mist worden
uitsluitend weergegeven als de
ruitenwissers zijn ingeschakeld terwijl de
buitentemperatuur lager is dan 3°C.
- Voor het vrachtverkeer bedoelde
verkeersborden worden niet
weergegeven als ze betrekking hebben
op voertuigen met een gewicht van
minder dan 4 ton.
- Voor landbouwverkeer bedoelde
verkeersborden worden niet
weergegeven.
Werkingsprincipes
Dit systeem detecteert met behulp van de
boven aan de voorruit geplaatste camera
aanduidingen van snelheidslimieten en
inhaalverboden en borden die het einde
van de snelheidslimiet of het inhaalverbod
aanduiden.
Page 308 of 308

14
Veiligheid tijdens het rijden
Inschakelen/uitschakelen
De functie kan worden geconfigureerd via de
toets MODE
; selecteer "ON" of "OFF" in het
menu "Traffic Sign".
Grenzen van het systeem
De regelgeving met betrekking tot
snelheidslimieten verschilt per land.
Het systeem houdt geen rekening met
lagere snelheidslimieten die in de volgende
gevallen van kracht kunnen zijn:
- slecht weer (regen, sneeuw),
- luchtvervuiling,
- trekken van een aanhangwagen of
caravan,
- rijden met sneeuwkettingen,
- rijden met een niet-originele verenset,
- rijden met een band die met een
bandenreparatieset is gerepareerd,
- beginnende bestuurders,
- ...
Het systeem werkt in de volgende
situaties mogelijk niet of minder goed:
- slecht zicht (verblindend zonlicht,
onvoldoende verlichting van de weg,
sneeuwval, harde regen, dichte mist,
te grote afstand tussen de auto en het
verkeersbord),
- zeer lage temperaturen of zeer slechte
weersomstandigheden,
- gedeelte van de voorruit vóór de camera
is vuil, beslagen, berijpt, beschadigd of
bedekt met een sticker,
- storing van de camera,
- verouderde of onjuiste kaartgegevens,
- afgeschermde of onleesbare borden
(door andere voertuigen, vegetatie,
sneeuw),
- verkeersborden die niet aan de norm
voldoen, of die beschadigd of vervormd
zijn,
- ongelijk verdeelde lading waardoor de
camera een grote hoek moet maken (het
systeem werkt mogelijk even niet zodat
de camera zichzelf kan kalibreren).
Raadpleeg de rubriek "Technologie aan
boord - Configuratie van de auto".
NE.15JPR.A070