Page 649 of 745

26 DS Connect Nav
Als "Automatisch volgen DAB - FM " is geactiveerd, kan er sprake zijn van een verschil van enkele seconden als het systeem overschakelt op de analoge FM -zender en kan het geluidsvolume veranderen. Als de kwaliteit van het digitale signaal weer goed is, schakelt het systeem automatisch weer over op DAB .
Als de " DAB "-zender waarnaar wordt geluisterd niet beschikbaar is als
FM-zender (optie " DAB - FM " grijs weergegeven) of als "Automatisch volgen DAB/FM" niet is geactiveerd, wordt het geluid onderbroken als het digitale signaal te zwak wordt.
Inschakelen/uitschakelen " Volgen van zenders ".
Druk op " OK ".
Media
-aansluiting USB
Steek de USB -stick in de USB -aansluiting of sluit het USB -apparaat via een kabel (niet meegeleverd) op de USB -aansluiting aan.
Gebruik geen USB -verdeelstekker om beschadiging van het systeem te voorkomen.
Het systeem maakt gebruik van afspeellijsten (in het tijdelijke geheugen). Het maken van deze lijsten kan enkele seconden of soms enkele minuten duren nadat het apparaat voor de eerste keer is aangesloten. Het ver wijderen van alle andere dan muziekbestanden en het verminderen van het aantal afspeellijsten zal het aanmaken van deze afspeellijsten versnellen.
De afspeellijsten worden telkens na inschakelen van het contact of het aansluiten van een USB -geheugenstick vernieuwd. De lijsten worden in het geheugen opgeslagen: als de lijsten niet zijn gewijzigd, is de laadtijd korter.
Aansluiting AUX ( AUX )
(afhankelijk van uitvoering en uitrusting)
Deze geluidsbron is uitsluitend beschikbaar als " Extra ingang " is aangevinkt in de audio-instellingen.
Sluit het externe apparaat (MP3 -speler, enz.) met een audiokabel (niet meegeleverd) aan op de AUX-aansluiting.
Stel eerst het volume van het externe apparaat af (hoog geluidsniveau). Stel ver volgens het volume van het audiosysteem in. De bediening gebeurt via het externe apparaat.
CD-speler
(afhankelijk van uitvoering en uitrusting)
Plaats de CD in de speler.
Page 650 of 745

27 DS Connect Nav
Geluidsbron kiezen
of
Druk op Radio Media om de hoofdpagina weer te geven.
Selecteer " Bron ".
Selecteer de geluidsbron.
Bluetooth ® streaming audio® streaming audio®
Streaming audio biedt de mogelijkheid om naar door de smartphone verzonden audiostreams te luisteren.
Zorg dat het Bluetooth -profiel is geactiveerd en stel eerst het volume van het externe apparaat in (op een hoog volume). Stel ver volgens het volume van het audiosysteem in.
Als de weergave niet automatisch begint, kan het zijn dat u de audioweergave moet starten via de telefoon. Bediening verloopt via het externe apparaat of via de aanraaktoetsen van het systeem.
Als de streaming audio eenmaal is gestart, wordt uw telefoon als een geluidsbron beschouwd.
Apple ® -speler aansluiten
Sluit een Apple ® -speler met behulp van een geschikte kabel (niet meegeleverd) aan op de USB -aansluiting. Het afspelen begint automatisch.
De bediening gebeurt via de audio-installatie in de auto.
De beschikbare indeling is die van het aangesloten apparaat (artiesten/albums/genres/playlists/audiobooks/podcasts). De standaardindeling is de indeling per artiest. Om dit te veranderen moet u terug naar het eerste niveau in de structuur om vervolgens een andere indeling te selecteren (bijvoorbeeld playlists). Bevestig uw keuze voordat u in de structuur weer afdaalt naar de gewenste track.
De softwareversie van de autoradio kan incompatibel zijn met de generatie van uw Apple ® -speler.
Informatie en tips
Het systeem is geschikt voor externe USB -geluidsdragers, BlackBerry's® of apparatuur ® of apparatuur ®
van Apple ® die op de USB-aansluitingen ® die op de USB-aansluitingen ®
kunnen worden aangesloten. De kabel is niet meegeleverd. Het apparaatbeheer wordt uitgevoerd met bedieningselementen van het
audiosysteem. Andere randapparatuur, die bij het aansluiten niet door het systeem wordt herkend, moet met een kabel (niet meegeleverd) op de jack-plug worden aangesloten of via Bluetooth streaming worden gekoppeld (indien compatibel).
Gebruik geen USB-verdeelstekker om beschadiging van het systeem te voorkomen.
Het audiosysteem speelt bestanden af met de extensie ".wma, .aac, .flac, .ogg en .mp3" met een bitrate tussen 32 Kbps en 320 Kbps. Ook bestanden met een VBR (Variable Bit Rate) kunnen worden afgespeeld. Andere typen audiobestanden (.mp4, enz...) kunnen niet worden afgespeeld. Bestanden met de extensie ".wma" moeten van het type WMA 9 -standaard zijn. De ondersteunde bemonsteringsfrequenties
(sampling rates) zijn 32, 44 en 48 kHz.
Page 651 of 745

28 DS Connect Nav
Gebruik voor bestandsnamen maximaal 20 karakters en vermijd speciale tekens (bijv.: " ? . ; ù) om problemen met het afspelen of de weergave te voorkomen.
Gebruik uitsluitend USB -toetsen met de bestandsindeling FAT32 (File Allocation Table).
Gebruik bij voorkeur de originele USB -kabels van het externe apparaat.
Om een gebrande CDR of CDRW te kunnen afspelen, moet bij het branden bij voorkeur de standaard ISO 9660 niveau 1, 2 of Joliet zijn geselecteerd. Als de disc met een andere standaard is gebrand, kan deze mogelijk niet correct worden afgespeeld. Gebruik bij één disc altijd dezelfde standaard voor het branden en selecteer bij het branden
altijd de laagste snelheid (maximaal 4x) voor een optimale geluidskwaliteit. Gebruik bij een multisessie- CD altijd de standaard Joliet.
Telefoon
Koppelen van een Bluetooth ® -
telefoon
Om veiligheidsredenen mag de bestuurder handelingen die de volle aandacht vragen, zoals het koppelen van een Bluetooth -telefoon aan het Bluetooth -handsfree
systeem van het audiosysteem, uitsluitend uitvoeren bij stilstaande auto en ingeschakeld contact.
Activeer de Bluetooth -functie van uw telefoon en zorg er voor dat deze "zichtbaar is voor iedereen" (configuratie van de telefoon).
Procedure via de telefoon
Selecteer de naam van het systeem in de lijst van gedetecteerde apparaten.
Accepteer op het systeem het verzoek om een verbinding met de telefoon te maken.
Voltooien van het koppelen, ongeacht of dit vanaf de telefoon of het systeem wordt gedaan: controleer of de door het telefoon en het systeem weergegeven code identiek zijn.
Procedure via het systeem
of
Druk op Telefoon om de hoofdpagina weer te geven.
Druk op " Bluetooth zoeken ".
Of
Selecteer " Zoeken ". Er verschijnt een overzicht van de waargenomen telefoon(s).
Als het koppelen niet is gelukt, wordt geadviseerd de Bluetooth -functie van uw telefoon even uit te zetten en opnieuw te activeren.
Page 652 of 745

29 DS Connect Nav
Selecteer in het overzicht de naam van de telefoon die u wilt gebruiken.
Verbinding delen
Het systeem stelt 3 verbindingsprofielen voor de telefoon voor: - " Telefoon " (handsfree-set, uitsluitend telefoon); - " Streaming " (streaming: draadloos afspelen van audiobestanden van de telefoon); - " Gegevens mobiel internet ".
Selecteren van het profiel; " Gegevens mobiel internet " is vereist voor online navigatie, nadat u eerst op uw smartphone het delen van de mobiele dataverbinding hebt geactiveerd.
Selecteer één of meer profielen.
Druk op " OK " om te bevestigen.
Afhankelijk van het type telefoon wordt u gevraagd om de overdracht van uw contacten en berichten wel of niet te accepteren.
Automatisch opnieuw verbinden
Wanneer u terugkomt in uw auto met de telefoon waarmee het laatst verbinding is gemaakt, wordt deze automatisch herkend en wordt er binnen ongeveer 30 seconden na het aanzetten van het contact automatisch verbinding gemaakt met de telefoon (indien Bluetooth is ingeschakeld).
Wijzigen van het verbindingsprofiel:
of
Druk op Telefoon om de hoofdpagina weer te geven.
Druk op de toets " OPTIES " om de tweede
pagina te openen.
Selecteer " Bluetooth-verbinding " Bluetooth-verbinding " Bluetooth-verbinding voor het weergeven van een lijst van gekoppelde apparatuur.
Druk op de toets "details".
Selecteer één of meer profielen.
Druk op " OK " om te bevestigen.
De mogelijkheid van het systeem om maar één profiel te koppelen, hangt af van de telefoon. Als dit niet mogelijk is, worden standaard alle drie de verbindingsprofielen geselecteerd.
Page 653 of 745

30 DS Connect Nav
De beschikbare diensten zijn afhankelijk van het netwerk, de SIM-kaart en de compatibiliteit van het apparaat Bluetooth . Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw telefoon of neem contact op met uw provider voor meer informatie over de beschikbare functies.
De profielen die compatibel zijn met het systeem zijn: HFP, OPP, PBAP, A 2DP, AVRCP, MAP en PAN.
Kijk op de website van het merk voor meer informatie (compatibiliteit, aanvullende instructies, enz.).
Beheer van telefoonverbindingen
Met behulp van deze functie kan een apparaat met het systeem worden verbonden of de verbinding worden verbroken, en kan een koppeling ongedaan worden gemaakt.
of
Druk op Telefoon om de hoofdpagina weer te geven.
Druk op de toets " OPTIES " om de tweede pagina te openen.
Selecteer " Bluetooth-verbinding " voor het weergeven van een lijst van gekoppelde apparatuur.
Selecteer de naam van de telefoon in de lijst om de koppeling ongedaan te maken. Druk er nogmaals op om de telefoon weer te koppelen.
Verwijderen van een telefoon
Selecteer de prullenbak rechts boven op het scherm om een prullenbak naast de geselecteerde telefoon weer te geven.
Druk op de prullenbak naast de geselecteerde telefoon om deze telefoon te ver wijderen.
Een gesprek aannemen
Als u gebeld wordt, klinkt een beltoon en verschijnt een pop-upvenster op het scherm.
Druk kort op de toets TEL op het stuur om het gesprek aan te nemen.
En
houd de toets
TEL op het stuur wiel langer ingedrukt om het gesprek te weigeren
of
Selecteer " Ophangen ".
Page 654 of 745
31 DS Connect Nav
Bellen
Gebruik de telefoon bij voorkeur niet onder het rijden. Parkeer de auto. Gebruik de toetsen op het stuur wiel om te bellen.
Een nieuw nummer bellen
of
Druk op Telefoon om de hoofdpagina weer te geven.
Voer het nummer in via het digitale toetsenbord.
Druk op " Bellen " om het nummer te bellen.
Een contact bellen
of
Druk op Telefoon om de hoofdpagina weer te geven.
Of houd de toets
TEL op het stuur wiel enige tijd ingedrukt.
Selecteer " Contact ".
Selecteer het gewenste contact in de weergegeven lijst.
Selecteer " Bellen ".
Laatste nummers bellen
of
Druk op Telefoon om de hoofdpagina weer te geven.
Of
Houd de toets
op het stuurwiel langer ingedrukt.
Selecteer " Oproepen ".
Selecteer het gewenste contact in de weergegeven lijst.
U kunt altijd rechtstreeks met uw telefoon
bellen. Zet in dat geval de auto uit veiligheidsoverwegingen stil.
Page 655 of 745

32 DS Connect Nav
Contacten/items beheren
of
Druk op Telefoon om de hoofdpagina weer te geven.
Selecteer " Contact ".
Selecteer " Aanmaken " om een nieuw contact toe te voegen.
Voer op het tabblad " Telefoon " de telefoonnummers van het contact in.
Voer op het tabblad " Adres " de adresgegevens van het contact in.
Voer op het tabblad " Email " de e-mailadressen van het contact in.
Met de functie " Email Met de functie " Email Met de functie " " kunt u de e-mailadressen van uw contacten invoeren, maar u kunt met het systeem geen e-mailberichten versturen.
Berichten beheren
of
Druk op Telefoon om de hoofdpagina weer te geven.
Druk op de toets " OPTIES " om de tweede pagina te openen.
Selecteer " Berichten " om de berichtenlijst weer te geven.
Selecteer het tabblad " Alle " of " Verzenden " of " Ontvangen ".
Selecteer de detailweergave van het bericht dat u in een van deze lijsten hebt geselecteerd.
Druk op " Beantwoorden " om een door het systeem opgesteld snelbericht te versturen.
Druk op " Bellen " om het nummer te bellen.
Druk op " Beluisteren " om het bericht te beluisteren.
De toegang tot " Berichten " is afhankelijk van de compatibiliteit van de smartphone met het systeem van de auto. De benodigde tijd voor het ophalen van uw berichten of e-mailberichten is afhankelijk van de smartphone.
De beschikbaarheid van de diensten is afhankelijk van het netwerk, de SIM-kaart en de compatibiliteit van de gebruikte Bluetooth -apparaten. Controleer in de handleiding van uw smartphone en in de informatie van uw provider over welke diensten u beschikt.
Page 656 of 745

33 DS Connect Nav
Snelberichten beheren
of
Druk op Telefoon om de hoofdpagina weer te geven.
Druk op de toets " OPTIES " om de tweede pagina te openen.
Selecteer " SMS-berichten " om de berichtenlijst weer te geven.
Selecteer " Te laat ", " Aangekomen ", " Niet beschikbaar " of " Overig " met de mogelijkheid voor het aanmaken van nieuwe berichten.
Druk op " Aanmaken " om een nieuw bericht te schrijven.
Selecteer het bericht dat u in een van deze lijsten hebt geselecteerd.
Druk op " Overbrengen " om de ontvanger(s) te selecteren.
Druk op " Beluisteren " om het bericht te beluisteren.
E-mailberichten beheren
of
Druk op Telefoon om de hoofdpagina weer te geven.
Druk op de toets " OPTIES " om de tweede pagina te openen.
Selecteer " Email " om de
berichtenlijst weer te geven.
Selecteer het tabblad " Ontvangen " Ontvangen " Ontvangen of " Verzenden " of " Ongelezen ".
Selecteer het bericht dat u in een van deze lijsten hebt geselecteerd.
Druk op " Beluisteren " om het bericht te beluisteren.
De toegang tot " Email " is afhankelijk van de compatibiliteit van de smartphone met het systeem van de auto.