Page 105 of 745

103
DS5_nl_Chap04_conduite_ed02-2015
Bij zeer lage temperaturen
of bij het trekken van een
aanhanger
Wij raden u aan de parkeerrem in deze
situaties niet aan te trekken.
Zet in dat geval bij aangezet contact de
parkeerrem handmatig vrij en voer, voordat u
het contact afzet, de volgende handeling uit:
F
H
andgeschakelde versnellingsbak:
schakel de eerste versnelling of de
achteruitversnelling in.
F Automatische transmissie: zet de
selectiehendel in de stand P .
De elektrische parkeerrem kan op twee
manieren worden bediend:
-
A
utomatisch aantrekken/vrijzetten
D
e parkeerrem wordt automatisch
aangetrokken bij het afzetten van de motor
en automatisch vrijgezet bij het wegrijden
(standaard geactiveerde functies).
-
H
andmatig aantrekken/vrijzetten
De parkeerrem kan handmatig worden
aangetrokken door aan de hendel A te trekken.
U kunt de parkeerrem handmatig weer
vrijzetten door het rempedaal ingetrapt
te houden en gelijktijdig aan de hendel te
trekken en deze vervolgens los te laten.
Programmeren van de
automatische werking
Afhankelijk van het land van bestemming kan
de automatische werking van de parkeerrem
worden uitgeschakeld.
De functie wordt in dat
geval uitgeschakeld via het
configuratiemenu van de auto.
Elektrische parkeerrem
Als de automatische werking is
uitgeschakeld, moet de parkeerrem
handmatig worden bediend.
Als dit verklikkerlampje brandt
op het instrumentenpaneel, is de
automatische werking uitgeschakeld.
Verlaat de auto nooit zonder dat u
zich ervan hebt verzekerd dat de
parkeerrem is aangetrokken. Dit verklikkerlampje blijft
permanent branden.
Sticker op het portierpaneel
Bij een lege accu
Als de accu onvoldoende stroom levert,
werkt de elektrische parkeerrem niet.
Volg om veiligheidsredenen bovenstaande
voorschriften op om te voorkomen dat
de auto in beweging komt of plaats een
wielblok tegen een van de wielen.
Neem contact op met het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Als de parkeerrem nog niet is
aangetrokken en het bestuurdersportier
wordt geopend, klinkt er een
geluidssignaal en verschijnt er een
melding op het display.
Rijden
Page 106 of 745

DS5_nl_Chap04_conduite_ed02-2015
Om bij aangezet contact of draaiende motor
de parkeerrem vrij te zetten, trapt u het
rempedaal in, trekt u aan de hendel A in en
laat u deze vervolgens weer los.
De vrijgezette toestand van de parkeerrem
wordt aangegeven door:
Handmatig vrijzetten
- het uitgaan van het verklikkerlampje parkeerrem
en het verklikkerlampje P op de
hendel A ,
-
d
e melding "Parkeerrem
vrijgezet".
Als u aan de hendel A trekt zonder het
rempedaal in te trappen, wordt de parkeerrem
niet vrijgezet en verschijnt een melding op het
instrumentenpaneel.
Controleer voordat u de auto verlaat of
de verklikkerlampjes van de parkeerrem
op het instrumentenpaneel en op de
hendel A constant branden.
Wanneer de auto stilstaat en u bij draaiende of
afgezette motor de parkeerrem wilt aantrekken,
trekt
u aan de hendel A .
Handmatig aantrekken
De aangetrokken toestand van de parkeerrem
wordt aangegeven door:
-
h
et branden van het
verklikkerlampje parkeerrem
en het verklikkerlampje P op de
hendel A ,
-
d
e melding "Parkeerrem
aangetrokken".
Wanneer u bij draaiende motor het
bestuurdersportier opent ter wijl de
parkeerrem niet is aangetrokken, klinkt er
een geluidssignaal en wordt er een melding
weergegeven, behalve als de selectiehendel
van de automatische transmissie in de stand P
(Park) staat. Het extra stevig aantrekken van de
parkeerrem is noodzakelijk in de volgende
omstandigheden:
-
w
anneer een caravan of aanhanger aan
de auto is gekoppeld en de automatische
bediening is geactiveerd, terwijl u de
parkeerrem handmatig bedient,
-
w
anneer de hellingcondities vermoedelijk
zullen variëren ter wijl de auto stilstaat
(bijvoorbeeld wanneer de auto vervoerd
wordt op een boot of trailer, of bij slepen).
U kunt, indien nodig, de parkeerrem extra
stevig aantrekken
. Dit gebeurt door de
hendel A langer te bedienen, tot de melding
"Parkeerrem maximaal aangetrokken" op het
display verschijnt en er een geluidsignaal klinkt.
In het geval van een aangekoppelde
aanhanger, wanneer de auto beladen is of op
een steile helling staat, dient u de parkeerrem
extra stevig aan te trekken, bij het parkeren
de voor wielen naar de stoeprand te sturen en
een versnelling in te schakelen.
Na het extra stevig aantrekken van de
parkeerrem duurt het langer voordat de
parkeerrem weer is vrijgezet.
Extra stevig aantrekken
Page 107 of 745

105
DS5_nl_Chap04_conduite_ed02-2015
Controleer voordat u de auto verlaat of
de verklikkerlampjes van de parkeerrem
op het instrumentenpaneel en op de
hendel A constant branden.
Laat kinderen nooit alleen in de auto
wanneer het contact is aangezet:
ze zouden de parkeerrem kunnen
vrijzetten.
Automatisch aantrekken,
motor afgezet
- het branden van het verklikkerlampje parkeerrem
en het verklikkerlampje P op de
hendel A ,
-
d
e melding "Parkeerrem
aangetrokken".
Wanneer de auto stilstaat en u de motor
afzet, wordt de parkeerrem automatisch
aangetrokken
.
De aangetrokken toestand van de parkeerrem
wordt aangegeven door:
Automatisch vrijzetten
De elektrische parkeerrem wordt automatisch
geleidelijk vrijgezet bij het wegrijden :
F
H
andgeschakelde versnellingsbak :
trap het koppelingspedaal volledig in
en schakel de eerste versnelling of de
achteruitversnelling in; geef gas en laat
het koppelingspedaal opkomen tot de
parkeerrem wordt vrijgezet.
F
A
utomatische transmissie : selecteer de
stand D , M of R en geef gas.
-
h
et doven van het
verklikkerlampje parkeerrem
en het verklikkerlampje P op de
hendel A ,
-
d
e melding "Parkeerrem
vrijgezet".
Geef, wanneer de auto stilstaat met
draaiende motor, niet onnodig gas,
omdat u dan het risico loopt dat de
parkeerrem wordt vrijgezet. Controleer voordat u de auto verlaat of
de verklikkerlampjes van de parkeerrem
op het instrumentenpaneel en op de
hendel A constant branden.
Wanneer de auto stilstaat met draaiende motor,
dient u de auto tegen wegrollen te beveiligen
door de parkeerrem handmatig
aan te trekken.
Trek daarvoor aan de hendel A .
De aangetrokken toestand van de parkeerrem
wordt aangegeven door:
-
h
et branden van het
verklikkerlampje parkeerrem
en het verklikkerlampje P op de
hendel A ,
-
d
e melding "parkeerrem
aangetrokken".
Wanneer u bij draaiende motor het
bestuurdersportier opent ter wijl de
parkeerrem niet is aangetrokken, klinkt er
een geluidssignaal en wordt er een melding
weergegeven, behalve als de selectiehendel
van de automatische transmissie in de stand P
(Park) staat.
Stilzetten van de auto,
draaiende motor
De vrijgezette toestand van de parkeerrem
wordt aangegeven door:
Rijden
Page 108 of 745

DS5_nl_Chap04_conduite_ed02-2015
Noodremfunctie
De noodremfunctie mag uitsluitend in
uitzonderlijke gevallen worden gebruikt.Bij een storing aan het ESP,
aangegeven door het branden van dit
verklikkerlampje, kan de stabiliteit bij het
remmen niet worden gegarandeerd.
In dat geval moet de bestuurder er zelf
voor zorgen dat de auto stabiel blijft
door afwisselend aan de hendel A te
trekken en deze weer los te laten.
Wanneer het rempedaal niet werkt
of bij uitzonderlijke situaties (bijv.
wanneer de bestuurder onwel wordt),
kan de auto worden gestopt door aan
de hendel A te trekken en deze vast
te houden.
Het ESP-systeem zorgt ervoor dat de auto
stabiel blijft wanneer de noodremfunctie actief
is.
In geval van een storing aan het systeem
van de noodremfunctie verschijnt de melding
"Parkeerrem defect".
Bijzondere omstandigheden
Om een goede werking en dus uw
veiligheid te waarborgen, kan de
parkeerrem maximaal acht keer achter
elkaar worden aangetrokken en vrijgezet.
Bij overmatig gebruik wordt u
gewaarschuwd door de melding
"Storing parkeerrem" en een knipperend
verklikkerlampje. Onder bepaalde omstandigheden (starten
van de motor...) kan de kracht waarmee de
parkeerrem is aangetrokken automatisch
worden aangepast. Dit is normaal.
Trap wanneer u de auto enkele centimeters
wilt verplaatsen zonder de motor te starten
bij aangezet contact het rempedaal in
en zet de parkeerrem vrij door aan de
hendel A te trekken en deze vervolgens
weer los te laten . Als de parkeerrem
volledig is vrijgezet, gaan het lampje op de
hendel A en het verklikkerlampje op het
instrumentenpaneel uit en wordt de melding
"Parkeerrem vrijgezet" weergegeven.
Page 109 of 745

107
DS5_nl_Chap04_conduite_ed02-2015
Storingen
Als het storingslampje van de elektrische parkeerrem gaat branden in combinatie met één of meer verklikkerlampjes uit de onderstaande tabel, zet de
auto dan stil op een vlakke en horizontale ondergrond, schakel een versnelling in, plaats indien nodig een wielblok en zet het contact af.
Neem zo snel mogelijk contact op met het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.Waarschuwingsmeldingen Gevolgen
Weergave van de melding " Storing parkeerrem" en branden van deze
verklikkerlampjes. -
D
e automatische bediening is uitgeschakeld.
-
D
e Hill Start Assist is niet beschikbaar.
-
D
e elektrische parkeerrem kan alleen handmatig worden bediend.
Weergave van de melding " Storing parkeerrem" en branden van deze
verklikkerlampjes. -
D
e elektrische parkeerrem kan alleen handmatig worden vrijgezet
door het rempedaal in te trappen en aan de hendel te trekken.
-
D
e Hill Start Assist is niet beschikbaar.
-
D
e automatische bediening en het handmatig aantrekken van de
parkeerrem blijven mogelijk.
Weergave van de melding " Storing parkeerrem" en branden van deze
verklikkerlampjes. -
D
e automatische bediening is uitgeschakeld.
-
D
e Hill Start Assist is niet beschikbaar.
Rijden
Page 110 of 745

DS5_nl_Chap04_conduite_ed02-2015
WaarschuwingsmeldingenGevolgen
Om de elektrische parkeerrem aan te trekken:
F
p
arkeer de auto en zet het contact uit,
F
trek de hendel ten minste 5 seconden uit tot de parkeerrem is aangetrokken,F zet het contact aan en controleer of de verklikkerlampjes van de elektrische parkeerrem gaan branden.
Het aantrekken van de parkeerrem duurt langer dan normaal.
Om de elektrische parkeerrem vrij te zetten:
F
zet
het contact aan,
F
h
oud de hendel ongeveer 3
seconden aangetrokken en laat de
hendel weer los.
Als het controlelampje van de elektrische parkeerrem knippert of als
de verklikkerlampjes niet gaan branden als het contact wordt aangezet,
werken deze procedures niet. Parkeer de auto op een vlakke ondergrond
en laat het systeem controleren door het CITROËN-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
en/of
knipperend.
Weergave van de melding "
Storing parkeerrem" en branden van deze
verklikkerlampjes. -
A
lleen de functies automatisch aantrekken bij het afzetten van de
motor en automatisch vrijzetten bij het wegrijden zijn beschikbaar.
-
H
et handmatig aantrekken/vrijzetten van de elektrische parkeerrem
is niet mogelijk en de dynamische noodremfunctie is niet
beschikbaar.
en/of
knipperend.
Weergave van de melding "Storing accu" .-
Z
et de auto zo snel mogelijk stil (rekening houdend met het overige
verkeer) en beveilig de auto tegen wegrollen (plaats indien nodig een
wielblok achter een wiel).
-
T
rek de elektrische parkeerrem aan alvorens de motor af te zetten.
Page 111 of 745

109
DS5_nl_Chap04_conduite_ed02-2015
Hill Start Assist
Dit systeem houdt bij het wegrijden op een
helling uw auto ongeveer 2 seconden op
zijn plaats. In die tijd kunt u uw voet van het
rempedaal naar het gaspedaal verplaatsen.
Deze functie is alleen actief:
-
a
ls de auto volledig stilstaat met het
rempedaal ingedrukt,
-
a
ls aan bepaalde hellingcondities wordt
voldaan,
-
a
ls het bestuurdersportier is gesloten.
De Hill Start Assist kan niet worden
uitgeschakeld.
Als de auto bergopwaar ts stilstaat, wordt
deze even op zijn plaats gehouden wanneer
u het rempedaal loslaat:
-
a
ls bij de handgeschakelde versnellingsbak
de eerste versnelling of de neutraalstand is
ingeschakeld,
-
a
ls bij de automatische transmissie de
stand D of M is ingeschakeld.Werking
Als de auto bergafwaar ts stilstaat en de
achteruitversnelling ingeschakeld is, wordt
de auto even op zijn plaats gehouden
wanneer u het rempedaal loslaat.
Verlaat de auto niet in de korte periode
dat u de Hill Start Assist gebruikt.
Als u de auto moet verlaten ter wijl de
motor draait, trek de parkeerrem dan
handmatig aan en controleer of het
verklikkerlampje van de parkeerrem en
het lampje P op de hendel permanent
branden.
Storing
Bij een storing in de Hill Start Assist gaan
deze verklikkerlampjes branden. Raadpleeg
het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats om het systeem te laten
controleren.
Rijden
Page 112 of 745
DS5_nl_Chap04_conduite_ed02-2015
Schakel de achteruitversnelling alleen in als
de auto stilstaat en de motor stationair draait.
Voor uw veiligheid en om het starten van
de motor te vergemakkelijken: zorg dat
de versnellingshendel altijd in de vrijstand
staat en trap het koppelingspedaal in.
Handgeschakelde 6-versnellingsbak
F Beweeg de versnellingshendel zo ver mogelijk naar rechts om de 5e of de
6e versnelling in te schakelen.
Inschakelen van de 5e of de
6e versnelling
Inschakelen van de
achteruitversnelling
F Trek de ring onder de pookknop omhoog en beweeg de versnellingshendel eerst
naar links en dan naar voren. Doet u dit niet, dan kan de
versnellingsbak zwaar beschadigd
raken (per ongeluk inschakelen van
de
3
e of 4e versnelling).