Page 265 of 302

Kriksteunpunten
De kriksteunpunten bevinden zich op de aan‐
gegeven posities.
Reservewiel
Veiligheidsmaatregelen
▷De auto zo ver mogelijk uit de buurt van de
verkeersstroom en op een vaste onder‐
grond parkeren. Alarmknipperlichten in‐
schakelen.▷Parkeerrem bedienen en de keuzehendel‐
stand P inschakelen.▷Alle inzittenden laten uitstappen en buiten
het gevarengebied brengen, bijv. achter de
vangrails.▷Eventueel gevarendriehoek of waarschu‐
wingsknipperlichten op de betreffende af‐
stand neerzetten.▷Het wiel alleen verwisselen op een effen,
vaste en slipvrije ondergrond. Op een
zachte of gladde ondergrond, bijv. sneeuw,
ijs, tegels enz. kan de auto of de autokrik
naar de zijkant wegglijden.▷Geen houtblokken e.d. onder de autokrik
leggen, anders kan de krik haar draagver‐
mogen niet bereiken wegens de beperkte
hoogte.▷Wanneer de auto opgetild is, niet hieronder
gaan liggen en de motor niet starten, an‐
ders bestaat er levensgevaar.Opmerking
WAARSCHUWING
De krik is alleen voor het omhoogbren‐
gen van de auto en voor de kriksteunpunten
van de auto bedoeld. Er bestaat kans op letsel.
Geen andere auto of andere lading met de krik
omhoogbrengen.◀
Overzicht
Het reservewiel en het gereedschap bevinden
zich onder de bodem van de bagageruimte.1Reservewiel2Autokrik3Krikzwengel4Wielboutsleutel
Reservewiel verwijderen
1.Gereedschaphouder uitnemen.2.Vleugelbout 1 losdraaien.3.Schijf 2 langs de zijkant uitnemen.4.Reservewiel verwijderen.Seite 265Vervangen van onderdelenMobiliteit265
Online Edition for Part no. 01 40 2 966 029 - X/15
Page 266 of 302

Verwisselen van het wiel voorbereiden1.De veiligheidsaanwijzingen, zie pagina 265,
in acht nemen.2.De wielbouten een halve omwenteling los‐
draaien.
Wielbouten met slot, zie pagina 266.
Voertuig optillen
1.Krik onder het krikpunt plaatsen dat zich
het dichtste bij het wiel bevindt, zodat de
krikvoet loodrecht en vlak onder het krik‐
punt staat.2.De krikkop omhoog zwengelen en de kop
in de rechthoekige inkeping van het krik‐
punt schuiven.3.Zo ver omhoog zwengelen tot het wiel van
de bodem loskomt.
Montage van het wiel
Slechts één reservewiel monteren.
1.De wielbouten losdraaien en het wiel ver‐
wijderen.2.Het nieuwe wiel of thuiskomertje opzetten
en minstens twee bouten kruiselings in‐
draaien.
Indien geen originele lichtmetalen velgen
van BMW gemonteerd worden, moeten
evt. ook de bijbehorende wielbouten wor‐
den gebruikt.3.De overige wielbouten indraaien en alle
bouten kruiselings goed aandraaien.4.De auto laten zakken en de autokrik verwij‐
deren.Na het verwisselen van een wiel1.De wielbouten kruiselings vastdraaien. Het
aanhaalmoment bedraagt 140 Nm.2.Het defecte wiel opbergen in de bagage‐
ruimte.
Het defecte wiel is te groot om bewaard te
kunnen worden onder de bagageruimtebo‐
dem.3.De bandenspanning bij de volgende gele‐
genheid controleren en zo nodig corrige‐
ren.4.Bandenpechwaarschuwing opnieuw initia‐
liseren.
Reset van de bandenspanningscontrole
uitvoeren.5.Het vastzitten van de wielbouten laten con‐
troleren met een gekalibreerde moments‐
leutel.6.De beschadigde banden zo snel mogelijk
vervangen.
Rijden met reservewiel
WAARSCHUWING
Het reservewiel heeft speciale afmetin‐
gen. Bij het rijden met een reservewiel kunnen
bij hogere snelheden gewijzigde rij-eigen‐
schappen optreden zoals verminderde koers‐
stabiliteit bij het remmen, langere remweg en
verandering van het stuurgedrag in het grens‐
bereik. Er bestaat gevaar voor ongevallen.
Rustig rijden en een snelheid van max. 80 km/h
niet overschrijden.◀
Wielbouten met slot De adapter van de wielbouten met slot bevindt
zich in het boordgereedschap of in een op‐
bergvak bij het boordgereedschap.
Seite 266MobiliteitVervangen van onderdelen266
Online Edition for Part no. 01 40 2 966 029 - X/15
Page 267 of 302

▷Wielbout, pijl 1.▷Adapter, pijl 2.
Verwijderen
1.Adapter op de wielbout plaatsen.2.Wielbout losschroeven.
Na het vastschroeven de adapter weer verwij‐
deren.
Accu Onderhoud De accu is onderhoudsvrij.
Het zuur waarmee de accu gevuld is volstaat
voor de volledige levensduur van de accu.
Specifieke informatie over de accu kan bij een
Service Partner van de fabrikant of een andere
gekwalificeerde Service Partner of specialist
worden opgevraagd.
Vervangen van de accu ATTENTIE
Accu's die als ongeschikt zijn bevonden
kunnen systemen beschadigen of ertoe leiden
dat functies niet meer kunnen worden uitge‐ voerd. Er bestaat gevaar voor schade. Alleen
accu's gebruiken die door de fabrikant van de
auto als geschikt zijn aangemerkt.◀
De fabrikant van uw auto adviseert om de voer‐
tuigaccu na het vervangen door een Service
Partner van de fabrikant of een andere gekwa‐
lificeerde Service Partner of specialist bij de
auto te laten aanmelden, zodat alle comfort‐
functies onbeperkt beschikbaar zijn en evt.
Check-Control-meldingen voor deze comfort‐
functies niet meer worden weergegeven.
Accu opladen
Algemeen
Erop letten dat de accu voldoende opgeladen
is, om de volle levensduur van de accu te ga‐
randeren.
In de volgende gevallen kan het opladen van
de accu noodzakelijk zijn:▷Bij frequente korte trajecten.▷Bij standtijden van meer dan een maand.
Aanwijzingen
ATTENTIE
Bij acculaders voor de voertuigaccu kun‐
nen hoge spanningen en stromen optreden,
waardoor het 12V-boordnet overbelast of be‐
schadigd kan raken. Er bestaat gevaar voor
schade. Acculaders voor de voertuigaccu al‐
leen op de starthulp-aanklempunten in de mo‐
torruimte aansluiten.◀
Aanklempunten starthulp Alleen met afgezette motor via de starthulp-
aanklempunten, zie pagina 271, in de motor‐
ruimte laden.
Acculader
Speciaal voor de auto ontwikkelde en op het
boordnet afgestemde acculaders zijn verkrijg‐
baar bij een Service Partner van de fabrikant of
een andere gekwalificeerde Service Partner of
specialist.
Stroomonderbreking
Na een tijdelijke stroomonderbreking moeten
sommige uitrustingen opnieuw worden geïni‐
tialiseerd of individuele instellingen worden ge‐
actualiseerd, bijv.:
Seite 267Vervangen van onderdelenMobiliteit267
Online Edition for Part no. 01 40 2 966 029 - X/15
Page 268 of 302

▷Stoel-, spiegel- en stuurkolomgeheugen:
posities opnieuw opslaan.▷Tijd: instellen.▷Datum: instellen.▷Glazen dak: systeem initialiseren, zie pa‐
gina 50.
Oude accu verwerken
Oude accu's door een Service Partner
van de fabrikant of een andere gekwali‐
ficeerde Service Partner of specialist
laten afvoeren of op een verzamelpunt afge‐
ven.
Gevulde accu's moeten tijdens het vervoer en
de opslag rechtop staan. Tijdens het transport
tegen omvallen beveiligen.
Zekeringen Opmerking WAARSCHUWING
Door verkeerde of gerepareerde zekerin‐
gen kunnen elektrische kabels en onderdelen
overbelast worden. Er bestaat brandgevaar.
Doorgebrande zekeringen niet repareren of
door een zekering met een andere kleur of am‐
perage vervangen.◀
Een kunststofpincet en gegevens betreffende
de zekeringtoewijzing vindt u bij de zekeringen
in de bagageruimte.
In het interieur
Bevestigingen losmaken, pijlen, en afdekking
openen.
In de bagageruimte
Afdekking van de rechter zijbekleding open‐
klappen, pijl.
Gegevens betreffende het zekeringenoverzicht
vindt u op een afzonderlijk vouwblad.
Seite 268MobiliteitVervangen van onderdelen268
Online Edition for Part no. 01 40 2 966 029 - X/15
Page 269 of 302

Hulp in geval van pechUitrusting van de autoIn dit hoofdstuk worden alle standaard, lands‐
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er
worden daarom ook uitrustingen beschreven
die in een auto, bijv. vanwege de landspeci‐
fieke of gekozen speciale uitrusting niet be‐
schikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligheidsre‐
levante functies en systemen. Bij gebruik van
deze functies en systemen moeten de in het
land geldende voorschriften worden nage‐
leefd.
Waarschuwingsknipperlicht
De toets bevindt zich in de middenconsole.
Intelligente noodoproep
Principe Via dit systeem kan in noodsituaties een nood‐
oproep worden verzonden.
Algemeen
SOS-toets uitsluitend bij noodgevallen gebrui‐
ken.
Ook als er geen noodoproep via BMW mogelijk
is, kan het zijn dat een noodoproep naar een
openbaar alarmnummer tot stand wordt ge‐
bracht. Dit is onder andere afhankelijk van het
mobiele netwerk en de nationale wetgeving.
De noodoproep kan om technische redenen
onder ongunstige omstandigheden niet wor‐
den gegarandeerd.
Overzicht
SOS-toets in de dakhemel
Voorwaarden
▷In de auto geïntegreerde SIM-kaart is ge‐
activeerd.▷Standby-modus van de radio is ingescha‐
keld.▷Noodoproepsysteem is bedrijfsklaar.
Noodoproep versturen
1.Voor het openen licht op afsluitklep druk‐
ken.2.De SOS-toets indrukken tot LED in de
toets groen brandt.▷LED brandt groen: noodoproep geacti‐
veerd.
Als een onderbrekingsvraag op het display
wordt weergegeven, kan de noodoproep
worden afgebroken.
Indien de omstandigheden dit toelaten, in
de auto wachten tot de spraakverbinding
tot stand is gekomen.Seite 269Hulp in geval van pechMobiliteit269
Online Edition for Part no. 01 40 2 966 029 - X/15
Page 270 of 302

▷LED knippert groen als de verbinding met
het alarmnummer tot stand is gebracht.
Bij een noodoproep via BMW worden ge‐
gevens aan de alarmcentrale gestuurd, die
dienen voor het bepalen van de vereiste
reddingsmaatregelen. Bijv. de actuele po‐
sitie van de auto, wanneer deze kan wor‐
den bepaald. Als wedervragen van de
noodoproepcentrale onbeantwoord blijven
worden automatisch reddingsmaatregelen
genomen.▷Wanneer de LED groen knippert maar de
alarmcentrale niet meer te horen is via de
luidsprekers, kunt u echter voor de alarm‐
centrale toch nog te horen zijn.
Noodoproep automatisch activeren
Als aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan,
wordt onmiddellijk na een zwaar ongeval auto‐
matisch een noodoproep verstuurd. De auto‐
matische noodoproep wordt niet beïnvloed
door het drukken op de SOS-toets.
Gevarendriehoek
1.Afdekking van de linker zijbekleding open‐
klappen.2.De waarschuwingsdriehoek voorzichtig op‐
tillen en in de richting van het interieur eruit
trekken.
EHBO-tas
Opmerking De houdbaarheid van enkele artikelen is be‐
perkt.
Houdbaarheidsdatum van de inhoud regelma‐
tig controleren en evt. aflopende artikelen tijdig
vervangen.
Locatie
1.Afdekking van de linker zijbekleding open‐
klappen.Seite 270MobiliteitHulp in geval van pech270
Online Edition for Part no. 01 40 2 966 029 - X/15
Page 271 of 302

2.De EHBO-tas eruit nemen.
StarthulpAlgemeen
Bij een lege accu kan de motor met de accu
van andere auto met behulp van twee startka‐
bels worden gestart. Gebruik hiervoor alleen
startkabels met volledig geïsoleerde poolklem‐
men.
Aanwijzingen GEVAAR
Door het aanraken van spanningvoe‐
rende onderdelen bestaat kans op een elektri‐
sche schok. Er bestaat kans op letsel of le‐
vensgevaar. Geen onderdelen aanraken die
onder spanning kunnen staan.◀
Om lichamelijk letsel of schade aan de beide
auto's te voorkomen, niet van de onderstaande
handelwijze afwijken.
Voorbereiding ATTENTIE
Bij carrosseriecontact tussen de beide
auto's kan tijdens de starthulp kortsluiting op‐
treden. Er bestaat gevaar voor schade. Erop
letten dat geen carrosseriecontact bestaat.◀
1.Controleer of de batterij van de andere
auto een spanning van 12 volt heeft. Infor‐
matie over de spanning bevindt zich op de
accu.2.Motor van de stroomleverende auto afzet‐
ten.3.Stroomverbruikers in de beide auto's uit‐
schakelen.
Aanklempunten starthulp
WAARSCHUWING
Bij het aansluiten van de startkabel kan
door een verkeerde aansluitvolgorde vonkvor‐
ming optreden. Er bestaat kans op letsel. Cor‐
recte volgorde bij het aansluiten aanhouden.◀
Het starthulp-aanklempunt in de motorruimte
dient als accupluspool.
Als accuminpool dient de carrosseriemassa of
een speciale moer.
Kabel aansluiten
1.Het deksel van het BMW starthulp-aan‐
klempunt openklappen.2.Een poolklem van de plus-startkabel aan‐
sluiten op de accupluspool of op een over‐
eenkomstig starthulp-aanklempunt van de
stroomleverende auto.Seite 271Hulp in geval van pechMobiliteit271
Online Edition for Part no. 01 40 2 966 029 - X/15
Page 272 of 302

3.Tweede poolklem op de accupluspool of
op een overeenkomstig starthulp-aan‐
klempunt van de te starten auto bevesti‐
gen.4.Een poolklem van de min-startkabel aan‐
sluiten op de accuminpool of op de over‐
eenkomstige motor- of carrosseriemassa
van de stroomleverende auto.5.Tweede poolklem op de accuminpool of op
de overeenkomstige motor- of carrosserie‐
massa van de te starten auto bevestigen.
Motor starten
Voor het starten van de motor geen startspray
gebruiken.
1.Motor van de stroomleverende auto star‐
ten en enkele minuten met verhoogd stati‐
onair toerental laten draaien.
Bij te starten auto met dieselmotor: motor
van de stroomleverende auto ca. 10 minu‐
ten laten lopen.2.Start de motor van de te starten auto zoals
gebruikelijk.
Als dit niet lukt, de startpoging pas na en‐
kele minuten herhalen, om de ontladen
accu in staat te stellen stroom op te ne‐
men.3.Beide motoren enkele minuten laten
draaien.4.Startkabels in omgekeerde volgorde weer
losmaken.
Zo nodig de accu laten controleren en opladen.
Slepen en wegslepen
Opmerking WAARSCHUWING
Door systeembeperkingen kunnen bij het
slepen/wegslepen met geactiveerde Intelligent
Safety-systemen storingen van afzonderlijke
functies optreden, bijv. botswaarschuwing met
remfunctie. Er bestaat gevaar voor ongevallen.
Voor het slepen/wegslepen alle Intelligent Sa‐
fety-systemen uitschakelen.◀
Auto transporteren
Opmerking
De auto mag niet worden weggesleept.
ATTENTIE
Bij het slepen van de auto met alleen een
opgetilde voor- of achteras kan de auto wor‐
den beschadigd. Er bestaat gevaar voor
schade. De auto alleen laten transporteren op
een oprijwagen.◀
Takelwagen
De auto alleen laten transporteren op een op‐
rijwagen.
ATTENTIE
Bij het omhoogbrengen van de auto aan
het sleepoog en delen van de carrosserie of
het onderstel kunnen beschadigingen optre‐
den. Er bestaat gevaar voor schade. De auto
met geschikt gereedschap omhoogbrengen.◀
Het sleepoog aan de voorkant alleen voor het
manoeuvreren gebruiken.
Auto duwen
Om de auto uit de gevarenzone te manoeuvre‐
ren eventueel de parkeervergrendeling elek‐
tronisch ontgrendelen, zie pagina 84.
Seite 272MobiliteitHulp in geval van pech272
Online Edition for Part no. 01 40 2 966 029 - X/15