Page 49 of 110
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN IN STRUMENTEN
4-22
1
2
345
6
7
8
9
10
11
12
DAU6 3612
S tartspersysteemHet sta rt sper sys teem (w aarvan de zij sta n-
d aard sch akel aar en de remlicht sch akel aars
deel uitm aken) heeft de volgende f unctie s:
Het verhindert sta rten wa nneer de zij-
s ta nd aard i s opgetrokken, terwijl geen
der remmen i s b ekr achtigd.
Het verhindert sta rten w anneer een
der remmen i s b ekr achtigd, terwijl de
zij sta nd aard nog oml aag staa t.
Het sch akelt een dr aaiende motor af
zodr a de zij sta ndaa rd oml aag bewo-
gen wordt.
Controleer de werking v an het s ta rt sper sy-
s teem regelm atig volgen s de onder staande
procedu re.
2PW-9-D0_1.book 22 ページ 2015年2月20日 金曜日 午前11時19分
Page 50 of 110

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN IN STRUMENTEN
4-2 3
1
2
34
5
6
7
8
9
10
11
12
Met de motor uit:
1. Beweeg de zijstandaard omlaag.
2. Controleer of de noodstopschakel aar aan staat.
3. Schakel de machinevoeding in.
4. Knijp de voor- of achterrem in en houd deze v ast.
5. Dr uk op de schakel aar .
Start de motor?
Met de motor nog uit:
6. Beweeg de zijstandaard omhoog.
7. Knijp de voor- of achterrem in en houd deze v ast.
8. D r uk op de schakel aar .
Start de motor?
Met de motor nog aan:
9. Beweeg de zijstandaard omlaag.
Slaat de motor af?
Het s ysteem is in orde
. De scooter mag worden gebruikt. De zijstandaardschakel
aar werkt mogelijk niet
goed.
De scooter mag niet worden gebruikt voordat
deze is nagekeken door een Y amaha dealer.
De remschakel aar werkt mogelijk niet goed.
De scooter mag niet worden gebruikt voordat
deze is nagekeken door een Y amaha dealer.
De zijstandaardschakel aar werkt mogelijk niet
goed.
De scooter mag niet worden gebruikt voordat
deze is nagekeken door een Y amaha dealer.
JA NEE JA NEE NEE JA
Bij deze inspectie moet de machine op de
middenbok worden gezet.Als zich een storing voordoet, vraag dan
alvorens te gaan rijden een Yamaha dealer
het systeem te controleren.WAARSCHUWING
“ON/ ”“ON/ ”
2PW-9-D0_1.book 23 ページ 2015年2月20日 金曜日 午前11時19分
Page 51 of 110
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN IN STRUMENTEN
4-24
1
2
345
6
7
8
9
10
11
12
DAU6 3800
Gelijkstroom kabelstekker voor
accessoires
WAARSCHUWING
DWA125 32
Controleer, om een elektrische schok of
kortsluiting te voorkomen, of de dop op
de gelijkstroomaansluiting is aange-bracht als u de aansluiting niet gebruikt.LET OP
DCA200 90
Het accessoire dat is aangesloten op de
gelijkstroomaansluiting voor accessoi-
res moet niet worden gebruikt terwijl de
motor uit staat en mag niet meer stroom
opnemen dan 24 W (2 A), anders zou de
zekering door kunnen branden of deaccu ontladen kunnen raken.
Dit voertuig is uitger ust met een gelijk-
s troom k abelstekker voor acce ssoires . U
k u nt een op de gelijk stroom k abelstekker
voor acce ssoire s aange sloten 12 V– acce s-
s oire geb ru iken als de m achinevoeding i singes
chakeld.
1. Gelijk stroom k abelstekkerdop voor
acce ssoire s
1. Gelijk stroom k abelstekker voor
acce ssoire s
11
2PW-9-D0_1.book 24 ページ 2015年2月20日 金曜日 午前11時19分
Page 52 of 110

5-1
1
2
3
45
6
7
8
9
10
11
12
VOOR UW VEILIGHEID – CONTROLE S VOOR HET RIJDEN
DAU155 98
Inspecteer uw m achine voor elk ge bru ik om te w aarborgen d at deze in een veilige werkende staat i s. Volg altijd de s chema’s en procedu res
voor in spectie en onderho ud in de ge bru iker sh andleiding.
WAARSCHUWING
DWA11152
Onvoldoende inspectie of onderhoud van de machine vergroot het risico op ongeval of schade. Rijd niet met de machine als u
een probleem hebt gevonden. Als een probleem niet kan worden opgelost via de procedures in deze handleiding, laat de machi-ne dan nazien door een Yamaha dealer.
Controleer voor het ge bru ik v an deze m achine de volgende p unten:
ITEM CONTROLES PAG I N A
Brandstof • Controleer het
brands tofnive au in de brand stofta nk.
•V ul indien nodig brand stof b ij.
• Controleer de brands tofleiding op lekk age.
• Controleer de t ankbel uchtingss lang en overloops lang op obs takels, s che uren of
bes chadiging en controleer de slangaans lu itingen. 4-14
Motorolie • Controleer het olieniveau in de motor.
•V
ul indien nodig het aanbevolen type olie b ij tot aan het voorgeschreven nive au.
•
Controleer de m achine op olielekk age. 7-11
Koelvloeistof • Controleer het koelvloei
stofnive au in het re servoir.
•V ul indien nodig de aanbevolen koelvloei stof bij tot aan het voorge schreven
nive au.
• Controleer het koel systeem op lekkage. 7-14
Voorrem • Controleer de werking.
•Al
s de koppeling z acht of sponzig aa nvoelt, vraag dan een Y amaha dealer het
hydr aulisch sy steem te ontl uchten.
• Controleer de rem blokken op slijt age.
•Verv ang indien nodig.
• Controleer het vloei stofnive au in het re servoir.
•V ul indien nodig het voorge schreven type remvloei stof bij tot aan het
v
oorges chreven nive au.
• Controleer het hydr aulisch systeem op lekk age. 7-21, 7-2
3
2PW-9-D0_1.book 1 ページ 2015年2月20日 金曜日 午前11時19分
Page 53 of 110

VOOR UW VEILIGHEID – CONTROLES VOOR HET RIJDEN
5-2
1
2
3
456
7
8
9
10
11
12
Achterrem • Controleer de werking.
•Al
s de koppeling z acht of sponzig aanvoelt, vr aag dan een Y amaha dealer het
hydr aulis ch sys teem te ontl uchten.
• Controleer de rem blokken op slijt age.
•Verv ang indien nodig.
• Controleer het vloei stofnive au in het re servoir.
•V ul indien nodig het voorge schreven type remvloeis tof bij tot aan het
voorge schreven nive au.
• Controleer het hydr aulisch sy steem op lekk age. 7-21, 7-23
Gasgreep • Controleer of de werking
soepel i s.
• Controleer de vrije slag v an de gas greep.
•Vr aag indien nodig de Y amaha dea ler om de vr
ije slag v an de gas greep af te
s tellen en de k abel en het kabelhuis te s meren. 7-17, 7-25
Wielen en banden • Controleer op
sch ade.
• Controleer de conditie v an de band en de profieldiepte.
• Controleer de bandspanning.
• Corrigeer indien nodig. 7-1
8, 7-20
Remhendels • Controleer of de werking
soepel i s.
• Smeer indien nodig de hendel sch arnierp unten. 7-26
Middenbok, zijstandaard • Controleer of de werking
soepel i s.
• Smeer indien nodig de sch arnierp unten. 7-26
Framebevestigingen • Controleer of
alle moeren, bouten en schroeven stevig zijn vastgezet.
• Zet indien nodig v ast. —
Instrumenten, verlichting,
signaleringssysteem en
s
chakelaars • Controleer de werking.
• Corrigeer indien nodig.
—
Zijstandaardschakelaar • Controleer de werking v
an het startsper sys teem.
•Al s het s ys teem niet correct werkt, vr aag dan een Y amaha dealer de m achine te
controleren. 4-21
ITEM
CONTROLES PA G I N A
2PW-9-D0_1.book 2 ページ 2015年2月20日 金曜日 午前11時19分
Page 54 of 110

6-1
1
2
3
4
56
7
8
9
10
11
12
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
DAU15 952
Lees de geb ru iker sh andleiding zorgvu ldig
door om u vertro uwd te ma ken met alle be-
dienings elementen. Al s u de werking v an
een f unctie of bedienings element niet b e-
grijpt, vr aag dan uw Y am ah a de aler om uit-
leg.
WAARSCHUWING
DWA10272
Een onvoldoende vertrouwdheid met de
bedieningselementen kan leiden tot ver-
lies van de controle, met mogelijk eenongeval of letsel tot gevolg.
DAU6 3621
OPMERKINGDit model i s u itger ust met:
een helling shoek sen sor, w aarbij de
motor afs laat bij k anteling. In dit gev al
geeft het dis play fo utcode 30 weer,
m aar dit i s geen storing. Sch akel de
m achinevoeding uit en vervolgen s
weer in om de fou tcode te wissen. Al s
u d at niet doet z al de motor niet s ta r-
ten, onda nks d at de motor wordt aa n-
gezwengeld als u op de s ta rtknop
dr ukt.
een autom atis che motor stop. De mo-
tor stopt autom atis ch als deze 20 mi-
n uten sta tiona ir draait. Al s de motor
s topt, dr uk d an simpelweg op de s ta rt-knop om de motor opnie uw te sta rten.
DAU61552
De motor startenLET OP
DCA10251
Zie pagina 6-4 voor instructies over het
inrijden van de motor alvorens de machi-ne in gebruik wordt genomen.
Het sta rt sper sy steem staat sta rten alleen
toe als de zij sta nd aard i s opgetrokken. (Zie
p agina 4-22.)
1. N ader de m achine met de S mart- sle u-
tel inge sch akeld.
2. Dr uk op de sch akel aar “ON/ ”.
N a verific atie v an de Sm art-s leutel
klinkt de zoemer twee keer, g aat het
controlel ampje v an het S mart- sle utel-
s y steem kort b ra nden
en wordt het
s tuur slot (indien vergrendeld) lo sge-
1. Sch akel aar “ON/ ”
1
2PW-9-D0_1.book 1 ページ 2015年2月20日 金曜日 午前11時19分
Page 55 of 110

GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
6-2
1
2
3
4
567
8
9
10
11
12
zet. Het w aarsch uwing sla mpje motor-
s toring moet een p aar seconden g aan
b ra nden en d aarna u itg aan.
Voor modellen met AB S:Het AB S-w aa rs ch uwings la mpje moet
g aan bra nden als de m achinevoeding
wordt inges chakeld en weer uitg aa n
zodr a met een s nelheid van 10 km/h (6
mi/h) of hoger wordt gereden.
LET OP
DCA21 980
Als het waarschuwingslampje motorsto-
ring of AB S-waarschuwingslampje (voor
modellen met AB S) niet gaat branden en
weer uitgaat zoals hierboven beschre-
ven, zie dan pagina 4-1 voor een controle
van het circuit van het waarschu-wingslampje.
3. S lu it de g asklep volledig.
4. Sta rt de motor door op de sch akel aar
“ON/ ” te dr ukken terwijl de voor- of
a chterrem wordt bekr achtigd.
Al s de motor niet binnen 5 seconden
s ta rt n adat op de sch akel aar “ON/ ”
i s gedr ukt, w acht d an 10 s econden al-
voren s opnieu w op de s chakel aar te
dr ukken zoda t de acc us panning k an
worden her steld.
LET OP
DCA11043
Trek nooit snel op terwijl de motor nog
koud is, dit verkort de levensduur van demotor!
DAU450 93
Wegrijden1. Houd met uw linkerh and de a chter-
remhendel ingedr ukt, ho ud met u w
rechterh and de rechterh andgreep v ast
en d uw de s cooter va n de midden bok
a f.
2. G a s chrijling s op het z adel zitten en
s tel de a chteruitkijk spiegel s a f.
3 . Zet de richting aanwijzer s aan.
4. Controleer op tegemoetkomend ver-
keer en dr aai voorzichtig aan de gas -
greep (recht s) om weg te rijden.
5. Sch akel de richting aanwijzers u it.1. H andgreep
1
2PW-9-D0_1.book 2 ページ 2015年2月20日 金曜日 午前11時19分
Page 56 of 110

GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
6-3
1
2
3
4
56
7
8
9
10
11
12
DAU167 82
S neller en langzamer rijdenDe rij snelheid wordt geregeld door de g as-
greep open of dicht te dr aaien. Dr aai de
g as greep richting ( a) om sneller te g aan rij-
den. Dr aai de gas greep richting ( b) om l ang-
z a mer te g aan rijden.
DAU167 94
Remmen
WAARSCHUWING
DWA10 301
Vermijd hard en abrupt remmen
(met name wanneer u naar één kant
overhelt). De scooter zou namelijk
kunnen slippen of omvallen.
S poorwegovergangen, tramrails,
ijzeren platen gebruikt in de wegen-
bouw en putdeksels worden in nat-
te toestand zeer glad. U dient deze
obstakels daarom met aangepaste
snelheid te naderen en voorzichtig
te passeren.
Onthoud dat remmen op een nat
wegdek veel moeilijker is.
Rijd langzaam heuvelafwaarts, rem-
men kan tijdens afdalingen somslastig zijn.
1. Slu it de g asklep volledig.
2. Bekr achtig de voor- en achterrem ge-
lijktijdig en oefen d aarb ij geleidelijk
meer dr uk uit. Voor
Achter
(a)
(b)
2PW-9-D0_1.book 3 ページ 2015年2月20日 金曜日 午前11時19分