Page 25 of 336

1
23
Controle tijdens het rijden
Verklikkerlampjes
Een aantal verklikkerlampjes heeft beide mogelijkheden. Of het constant branden of knipperen van een verklikkerlampje duidt op een storing,
is afhankelijk van de werkingsfase van de auto.
Bij het aanzetten van het contact
Als het contact wordt aangezet, gaan bepaalde waarschuwingslampjes op het instrumentenpaneel en/of op het display van het instrumentenpaneel enkele seconden branden. Zodra de motor wordt gestart, moeten deze lampjes weer uitgaan. Als het lampje blijft branden, controleer dan voordat u gaat rijden welke functie het betreft.
Bijbehorende waarschuwingen
Sommige verklikkerlampjes kunnen gaan branden in combinatie met een geluidssignaal en een melding op het display van het instrumentenpaneel of op het multifunctionele display. Verklikkerlampjes kunnen constant branden of knipperen.
De verklikkerlampjes geven de bestuurder informatie over de werking van een systeem (ingeschakeld of uitgeschakeld) of waarschuwen de bestuurder in het geval van een storing (waarschuwingslampje).
Page 26 of 336

24
Controle tijdens het rijden
Verklikkerlampjes ingeschakelde functies
De volgende verklikkerlampjes op het instrumentenpaneel en/of op het display van het instrumentenpaneel geven aan dat de desbetreffende functie is ingeschakeld.
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
Richtingaanwijzer links knippert, met geluidssignaal. Als u de lichtschakelaar omlaag beweegt.
Richtingaanwijzer
rechts
knippert, met
geluidssignaal.
Als u de lichtschakelaar omhoog
beweegt.
Parkeerlichten permanent. De lichtschakelaar staat in de stand "Parkeerlichten".
Dimlicht permanent. De lichtschakelaar staat in de stand " D imlic ht ".
Grootlicht permanent. Als u de lichtschakelaar naar u toe trekt. Trek aan de lichtschakelaar om terug te schakelen naar dimlicht.
Mistlampen vóór permanent. De mistlampen vóór zijn ingeschakeld. Draai de ring twee standen naar achteren om de mistlampen vóór uit te schakelen.
Mistachterlicht permanent. Het mistachterlicht is ingeschakeld. Draai de ring naar achteren om het mistachterlicht uit te schakelen.
Raadpleeg voor meer informatie over de lichtschakelaar de desbetreffende rubriek.
Page 27 of 336

1
25
Controle tijdens het rijden
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
Voorgloeien dieselmotor permanent. Het contactslot staat in de tweede stand (Contact). Wacht met starten tot het controlelampje uitgaat. De wachttijd is afhankelijk van de weersomstandigheden (in extreme gevallen 30 seconden). Als de motor niet wil aanslaan, zet dan het contact af. Zet het contact dan weer aan en wacht opnieuw tot het lampje uitgaat voordat u de motor start.
Handrem permanent. De handrem is aangetrokken of niet goed vrijgezet. Zet de handrem vrij zodat het controlelampje uitgaat; trap het rempedaal in. Houd u aan de veiligheidsvoorschriften. Raadpleeg de rubriek "Handrem" voor meer informatie over de handrem.
Voet op het rempedaal permanent. Het rempedaal moet worden ingetrapt. Trap bij de 2Tronic versnellingsbak het rempedaal in om de motor te starten (selectiehendel in stand N ). Bij de automatische versnellingsbak moet u bij een draaiende motor en voordat u de handrem vrijzet het rempedaal intrappen om de selectiehendel vanuit stand P in een andere stand te kunnen zetten.
Als u de handrem vrijzet zonder het rempedaal in te trappen, zal dit verklikkerlampje blijven branden.
knippert. Als u de auto met een 2Tronic versnellingsbak op een helling te lang probeert tegen te houden door het gaspedaal in te trappen, raakt de koppeling oververhit.
Gebruik het rempedaal en/of de handrem.
Page 28 of 336

26
Controle tijdens het rijden
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
Voet op het koppelingspedaal * permanent. In de STOP-stand van het Stop & Start-systeem wordt de motor niet gestart als u het koppelingspedaal slechts gedeeltelijk intrapt.
Trap het koppelingspedaal helemaal in zodat de motor gestart kan worden.
Stop & Star t permanent. Het Stop & Start-systeem heeft de motor in de STOP-stand gezet (verkeerslicht, stopbord, opstopping, enz.).
Het lampje gaat uit en de motor wordt automatisch gestart als u wilt wegrijden.
knippert enkele seconden en gaat dan uit.
De STOP-stand is nu niet beschikbaar. of De motor wordt automatisch in de START-stand gezet.
Raadpleeg voor meer informatie over de bijzonderheden van de STOP- en START-stand de rubriek "Stop & Start".
Automatische ruitenwissers permanent. De ruitenwisserschakelaar is naar beneden bewogen. De automatische stand van de ruitenwissers vóór is geactiveerd. Beweeg om de automatische stand van de ruitenwissers te deactiveren de hendel omlaag of zet de hendel in een andere stand.
* Uitgezonderd instrumentenpaneel met matrixdisplay.
Page 29 of 336
1
27
Controle tijdens het rijden
Verklikkerlampjes uitgeschakelde functies
De volgende verklikkerlampjes geven aan dat de desbetreffende functie handmatig is uitgeschakeld. Soms klinkt er ook een geluidssignaal en verschijnt er een bericht op het display.
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
Passagiersairbag permanent. De schakelaar in het dashboardkastje staat in de stand " OFF ". De frontairbag aan passagierszijde is
uitgeschakeld. In dit geval kunt u een kinderzitje met de "rug in de rijrichting" plaatsen.
Zet de schakelaar in de stand " ON " om de frontairbag aan passagierszijde in te schakelen. Bevestig in dit geval op deze zitplaats geen kinderzitje
met de "rug in de rijrichting".
Page 30 of 336

28
Controle tijdens het rijden
Waarschuwingslampjes
Als bij draaiende motor of tijdens het rijden een van de volgende verklikkerlampjes gaat branden, wijst dit op een storing in het desbetreffende systeem en moet de bestuurder actie ondernemen. Lees in het geval van een storing waarbij een waarschuwingslampje gaat branden de aanvullende informatie, die via een melding op het display wordt weergegeven. Raadpleeg indien nodig het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
STOP permanent, in combinatie met een ander waarschuwingslampje.
Dit waarschuwingslampje brandt bij een te lage motoroliedruk of bij een te hoge koelvloeistoftemperatuur.
Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats. Zet het contact af en neem contact op met het PEUGEOT-netwerk of met een gekwalificeerde werkplaats.
Service permanent, in combinatie met een ander verklikkerlampje.
Er is een ernstige storing opgetreden. Raadpleeg de rubriek voor het desbetreffende verklikkerlampje en neem contact op met het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
permanent, in combinatie met een melding (auto's met een display).
Er is een storing opgetreden waarbij geen specifiek verklikkerlampje gaat branden.
Identificeer de storing met behulp van de melding op het display (auto's met een display) en raadpleeg de desbetreffende rubriek: - waarschuwing motorolieniveau, - kans op verstopping van het roetfilter (diesel), - brandstofadditiefniveau (diesel met roetfilter). Raadpleeg altijd het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Page 31 of 336

1
29
Controle tijdens het rijden
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
Remsysteem permanent. Het remvloeistofniveau is te laag. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats. Vul het niveau bij met een vloeistof voorzien van een artikelnummer van PEUGEOT. Als het probleem zich blijft voordoen, laat het systeem dan controleren door het PEUGEOT-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
+ permanent, in combinatie met het waarschuwingslampje ABS.
Er is een storing in de elektronische remdrukregelaar (REF). Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats. Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Te hoge koelvloeistoftemperatuur permanent, met de wijzer in het rode gebied.
De temperatuur van de koelvloeistof is te hoog. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats. Wacht met het eventueel bijvullen van de koelvloeistof tot de motor is afgekoeld. Als het probleem zich blijft voordoen, raadpleeg dan het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Antiblokkeersysteem (ABS) permanent. Er is een storing in het antiblokkeersysteem. De normale remwerking blijft behouden. Rijd voorzichtig met lage snelheid en raadpleeg zo snel mogelijk het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Page 32 of 336

30
Controle tijdens het rijden
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
Dynamische stabiliteitscontrole (CDS/ASR)
knippert. De CDS-/ASR-regeling is actief. Deze functie verbetert de aandrijving en zorgt voor een betere koersstabiliteit als de wielen te weinig grip hebben of de auto uit de koers dreigt te raken.
permanent. Storing in het CDS-/ASR-systeem. Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Zelfdiagnose motor permanent. Er is een storing in de emissieregeling. Het verklikkerlampje moet doven als de motor wordt gestart. Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.
knippert. Er is een storing in het motormanagementsysteem. Kans op beschadiging van de katalysator. Laat dit controleren door het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
permanent, in combinatie met het verklikkerlampje SERVICE. Er is sprake van een lichte motorstoring. Laat dit controleren door het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
permanent, in combinatie met het
verklikkerlampje S T O P.
Er is sprake van een ernstige motorstoring. Zet de auto zo snel mogelijk op een veilige plaats stil. Parkeer de auto, zet het contact af en neem contact
op met het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.