Page 153 of 336
151
7
Praktische informatie
Reparatiemethode
1. Afdichting van het lek
Rol de witte slang G volledig uit. Draai de dop van de witte slang los. Sluit de witte slang aan op het ventiel van de lekke band.
Sluit de stekker van de compressor aan op de 12V-aansluiting in de auto. Start de motor en laat deze draaien.
Let op: dit product is schadelijk (ethyleenglycol, colofonium...) bij inname en irriterend voor de ogen. Houd het middel buiten het bereik van kinderen.
Ver wijder het voor werp dat de lekkage heeft veroorzaakt niet uit de band.
Zet het contact af.
Zet de schakelaar A in de stand "Reparatie". Controleer of de schakelaar B in de stand "O" staat.
Page 154 of 336

152
Praktische informatie
Schakel de compressor niet in voordat de witte slang is aangesloten op het ventiel van de band: het afdichtmiddel wordt anders buiten de band gespoten.
Activeer de compressor door de schakelaar B in de stand "I" te zetten, tot de bandenspanning 2,0 bar bedraagt. Het afdichtmiddel wordt onder druk in de band gespoten; neem gedurende deze handeling de slang niet los van de aansluiting (kans op spatten).
Ver wijder de set en draai de dop van de witte slang vast. Zorg ervoor dat restanten van de vloeistof niet op of in de auto terecht kunnen komen. Houd de set binnen handbereik. Maak direct een rit van ongeveer vijf kilometer met matige snelheid (tussen 20 en 60 km/h), zodat het afdichtmiddel het lek kan dichten. Zet de auto stil en controleer de reparatie en de bandenspanning met de set.
Als na vijf tot zeven minuten de gewenste bandenspanning niet is bereikt, is de band niet te repareren met de bandenreparatieset; neem contact op met het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats om u verder te helpen.
Page 155 of 336

153
7
Praktische informatie
2. Op spanning brengen
Sluit de stekker van de compressor weer aan op de 12V-aansluiting in de auto. Start de motor opnieuw en laat de motor draaien.
Breng de band met behulp van de compressor op de voorgeschreven spanning (spanning verhogen: schakelaar B in stand "I" ; spanning verlagen: schakelaar B in stand "O"
en knop C indrukken), zoals vermeld op de bandenspanningssticker in de portieropening aan bestuurderszijde. Als de bandenspanning sterk daalt, is het lek niet goed gedicht; neem contact op met het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats om u verder te helpen. Ver wijder de set en berg deze op. Rijd niet harder dan 80 km/h en niet verder dan 200 km.
Ga zo snel mogelijk naar een servicepunt van het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats. Vergeet niet de technicus te vertellen dat u de set hebt gebruikt. Na nadere
inspectie kan de technicus u vertellen of de band gerepareerd kan worden of moet worden vervangen.
Zet de schakelaar A in de stand "Bandenspanning". Rol de zwarte slang H volledig uit. Sluit de zwarte slang aan op het ventiel van
de gerepareerde band.
Page 156 of 336

154
Praktische informatie
Uitnemen van de flacon
Berg de zwarte slang op. Neem het gebogen aansluitstuk van de witte slang los. Houd de compressor rechtop. Draai de flacon aan de onderzijde los.
Let op dat er geen afdichtmiddel uit de flacon stroomt. De uiterste gebruiksdatum staat op de patroon vermeld. De patroon met afdichtmiddel kan slechts één keer gebruikt worden en moet daarna worden vervangen, ook als hij niet leeg is. Werp de patroon na gebruik niet weg, maar lever deze in bij het PEUGEOT-netwerk of een officieel inzamelpunt. Vergeet niet om bij het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats een nieuwe patroon met afdichtmiddel te kopen.
Controle / aanpassen
bandenspanning
U kunt de compressor, zonder inspuiting van het afdichtmiddel, ook gebruiken om: - uw bandenspanning te controleren of uw banden op spanning te brengen, - andere opblaasbare voor werpen op te pompen (ballen, fietsbanden...).
Draai de schakelaar A in de stand "Op spanning brengen". Rol de zwarte slang H volledig uit. Sluit de zwarte slang aan op het ventiel van de band of van de accessoire. Breng indien nodig eerst een van de meegeleverde verloopstukken aan.
Sluit de stekker van de compressor aan op de 12V-aansluiting van de auto. Start de auto en laat de motor draaien. Breng de band op spanning met behulp van de compressor (op spanning brengen: schakelaar B in stand "I" ; leeg laten lopen: schakelaar B in stand "O" en druk op de knop C ), zoals staat aangegeven op de bandenspanningssticker van de auto of het opblaasbare voorwerp. Ver wijder de set en berg deze op.
Page 157 of 336

155
7
Praktische informatie
Wiel verwisselen
Het gereedschap bevindt zich onder de vloer van de bagageruimte: open de achterklep, til de vloerplaat op en ver wijder deze, haal de houder met het gereedschap er uit.
Toegang tot het gereedschap
Beschikbaar gereedschap *
3. Gereedschap voor het ver wijderen van sierdoppen. Hiermee kunnen bij lichtmetalen velgen de sierdoppen van de wielbouten worden verwijderd.
4. Dop voor het verwijderen van slotbouten (in het dashboardkastje). Hiermee kunnen met behulp van de wielsleutel de speciale slotbouten worden verwijderd. 5. Sleepoog. Zie de paragraaf "Slepen van de auto".
In het geval van een lekke band kunt u het wiel met het bij de auto geleverde gereedschap ver wisselen volgens de onderstaande procedure.
Dit gereedschap is specifiek voor uw auto en kan, afhankelijk van de uitvoering van uw auto, verschillen. Gebruik het niet voor andere doeleinden. 1. Wielsleutel. Hiermee kan de wieldop worden ver wijderd en kunnen de wielbouten worden losgedraaid. 2. Krik met geïntegreerde slinger.
Hiermee kan de auto worden opgekrikt. * Volgens bestemming.
Page 158 of 336
156
Praktische informatie
Wiel met wieldop
Monteren: plaats de wieldop, begin bij de ventielopening en druk de wieldop rondom met de hand vast.
Het reservewiel bevindt zich onder de vloer van de bagageruimte. Afhankelijk van het land van bestemming, is er een stalen reservewiel, een lichtmetalen reservewiel of noodreservewiel aanwezig. Zie de paragraaf "Toegang tot het gereedschap" voor meer informatie.
Toegang tot het reservewiel
Verwijderen van het reservewiel
Draai de gele centrale bout los. Til het reservewiel aan de achterzijde op en trek het naar u toe. Ver wijder het wiel uit de bagageruimte.
Page 159 of 336
157
7
Praktische informatie
Terugplaatsen van het reservewiel
Plaats de houder met het gereedschap in het hart van het reservewiel en maak de houder vast.
Leg het reservewiel in de reservewielbak. Draai de gele centrale bout een aantal omwentelingen los en plaats de bout in het hart van het reservewiel. Draai de centrale bout vast tot deze klikt en het reservewiel goed vastzit.
Page 160 of 336

158
Praktische informatie
Plaats het voetstuk van de krik 2 op de grond en controleer of deze zich loodrecht onder het steunpunt A aan de voorzijde of het steunpunt B aan de achterzijde bevindt. Gebruik het steunpunt dat zich het dichtste
bij het te ver wisselen wiel bevindt.
Demonteren van het wiel
Stilzetten van de auto
Zet de auto op een plaats waar het verkeer niet gehinderd wordt en zorg ervoor dat de auto op een horizontale, stabiele en stroeve ondergrond staat. Trek de handrem aan, zet het contact af en schakel de eerste versnelling * in om de wielen te blokkeren. Controleer of de verklikkerlampjes van de handrem op het instrumentenpaneel branden. Controleer of de inzittenden de auto hebben verlaten en zich op een veilige plaats bevinden. Ga nooit onder een auto liggen die alleen op de krik steunt; gebruik een bok.
Procedure
Ver wijder de sierdop van de wielbouten met het gereedschap 3 (volgens uitvoering). Bevestig de dop 4 op de wielsleutel 1 en draai de slotbout een omwenteling los (volgens uitvoering). Draai de overige wielbouten een omwenteling los met alleen de wielsleutel 1 .
* Stand R van de 2Tronic versnellingsbak of stand P van de automatische transmissie.