uit te spreken die u wilt zenden.
Uconnect™ Phone zal vervolgens het
telefoonnummer dat aan deze vermel-
ding is gekoppeld via de telefoon ver-
zenden als tonen.
OPMERKING:
Het is mogelijk dat u vanwege denetwerkconfiguratie van de mo-
biele telefoon niet alle tonen
kunt horen. Dit is echter nor-
maal.
Sommige leveranciers van pager- en voicemaildiensten
hebben een uitschakeltijd die te
kort is, waardoor deze functie
niet bruikbaar is.
Onderbreken — prompts negeren
De toets Voice Command-toets kan
worden gebruikt als u een deel van
een prompt wilt overslaan en de ge-
sproken opdracht onmiddellijk wilt
geven. Als bijvoorbeeld de prompt
"Would you like to pair a phone, clear
a...," (Wilt u een telefoon koppelen,
annule…,) klinkt, kunt u de toets
indrukken en zeggen "Pair a
Phone" (Een telefoon koppelen) om die optie te selecteren zonder dat u
naar de rest van de prompt hoeft te
luisteren.
Controlevragen in- of
uitschakelen
Als u de controlevragen uitschakelt,
vraagt het systeem u niet langer uw
keuzes te bevestigen (Uconnect™
Phone zal bijvoorbeeld het telefoon-
nummer niet herhalen voordat het
wordt gekozen).
Druk op de toets
om te begin-
nen.
Na de prompt "Ready" (Gereed) en de daaropvolgende pieptoon zegt u:
– "Setup Confirmations Prompts On" (Instellen Controlevragen
Aan)
– "Setup Confirmations Prompts Off" (Instellen Controlevragen
Uit)
Indicatoren voor telefoon- en
netwerkstatus
Uconnect™ Phone meldt de status
van uw telefoon en netwerk wanneer
u probeert een oproep tot stand te brengen via Uconnect™, indien uw
mobiele telefoon, de radio en/of een
display van hoge kwaliteit, zoals het
instrumentenpaneel, deze functie on-
dersteunen. De status wordt aange-
duid voor de signaalsterkte van het
netwerk, de status van de telefoon-
accu, etc.
Kiezen via de toetsen van de
mobiele telefoon
U kunt via uw mobiele telefoon een
nummer kiezen en tegelijkertijd
Uconnect™ Phone gebruiken (wan-
neer u de toetsen van de mobiele tele-
foon gebruikt, moet u echter voor-
zichtig te werk gaan en zorgen dat u
de veiligheid niet in gevaar brengt).
Als u een nummer kiest via de gekop-
pelde mobiele Bluetooth® telefoon,
wordt het geluid hoorbaar via het au-
diosysteem van uw auto. Uconnect™
Phone werkt op dezelfde wijze als
wanneer u het nummer kiest via een
gesproken opdracht.
104
OPMERKING: Sommige merken
mobiele telefoons verzenden de
kiestoon niet naar Uconnect-
™Phone. In dat geval zult u de
kiestoon dus niet horen. In dit ge-
val heeft de gebruiker, ook als het
nummer goed gekozen is, wellicht
het gevoel dat er geen verbinding
is, terwijl deze in feite al tot stand
is gebracht. Zodra de oproep
wordt beantwoord, hoort u het ge-
luid.
Geluid uit/geluid aan
Wanneer u het geluid van Uconnect™
Phone uitschakelt, kunt u nog steeds
horen wat uw gesprekspartner zegt,
maar deze kan u niet horen. Geluid
van Uconnect™ Phone uitschakelen:
Druk op de toets
.
Na de pieptoon zegt u: "Mute" (Ge- luid uit).
Geluid van Uconnect™ Phone weer
inschakelen:
Druk op de toets.
Na de pieptoon zegt u: "Mute off" (Geluid aan).
GEAVANCEERDE
TELEFOONVERBINDINGENTelefoongesprek doorschakelen
van en naar een mobiele telefoon
Met Uconnect™ Phone kunt u actieve
gesprekken doorschakelen van uw
mobiele telefoon naar Uconnect™
Phone, zonder het gesprek te beëindi
gen. Als u een actief gesprek wilt door-
schakelen van de aan Uconnect™ ge-
koppelde mobiele telefoon naar
Uconnect™ Phone of omgekeerd,
drukt u op de toets
en zegt u
"Transfer Call" (Gesprek doorscha-
kelen).
De verbinding tussen Uconnect™
Phone en de mobiele telefoon tot
stand brengen of verbreken
Uw mobiele telefoon kan aan veel ver-
schillende apparaten worden gekop-
peld, maar kan met slechts één elek-
tronisch apparaat tegelijk actief zijn
"verbonden".
Als u de Bluetooth® verbinding tus-
sen een aan Uconnect® gekoppelde
mobiele telefoon en het Uconnect™
Phone systeem tot stand wilt brengen of verbreken, volg dan de aanwijzin-
gen in de handleiding van uw mobiele
telefoon.
Namen van gekoppelde mobiele
telefoons weergeven
Druk op de toets
om te begin-
nen.
Na de prompt "Ready" (Gereed) en de daaropvolgende pieptoon zegt u
"Setup Phone Pairing" (Telefoon-
koppeling instellen).
Na de prompt zegt u "List Phones" (Telefoons weergeven).
Uconnect™ Phone geeft vervolgens de namen van alle gekoppelde mo-
biele telefoons weer, op volgorde
van hoogste naar laagste prioriteit.
Als u een gekoppelde telefoon die
wordt aangekondigd, wilt selecte-
ren of verwijderen, drukt u op de
toets
en zegt u "Select" (selec-
teren) of "Delete" (verwijderen).
Lees ook de twee volgende paragra-
fen voor informatie over een alter-
natieve manier om een gekoppelde
telefoon te selecteren of te verwijde-
ren.
105
Een andere mobiele telefoon
selecteren
Met deze functie kunt u een andere
aan Uconnect™ Phone gekoppelde
telefoon selecteren en in gebruik ne-
men.
Druk op de toets
om te begin-
nen.
Na de prompt "Ready" (Gereed) en de daaropvolgende pieptoon zegt u
"Setup Select Phone" (Instellen Se-
lecteren Telefoon) en volgt u de
aanwijzingen.
U kunt ook op elk gewenst moment op de toets
drukken terwijl de
lijst wordt afgespeeld en vervolgens
de telefoon kiezen die u wilt
selecteren.
De geselecteerde telefoon wordt ge- bruikt bij het eerstvolgende tele-
foongesprek. Als de geselecteerde
telefoon niet beschikbaar is, ge-
bruikt Uconnect™ Phone automa-
tisch opnieuw de telefoon met de
hoogste prioriteit in of nabij (bin-
nen ca. 9 m) de auto. Aan Uconnect™ Phone
gekoppelde mobiele telefoons
verwijderen
Druk op de toets
om te begin-
nen.
Na de prompt "Ready" (Gereed) en de daaropvolgende pieptoon zegt u
"Setup Phone Pairing" (Telefoon-
koppeling instellen).
Bij de volgende prompt zegt u "De- lete" (Verwijderen) en volgt u de
aanwijzingen.
U kunt ook op elk gewenst moment op de toets
drukken terwijl de
lijst wordt afgespeeld en vervolgens
de telefoon kiezen die u wilt verwij-
deren.
Wat u moet weten over uw
Uconnect™ Phone
Gebruiksaanwijzing Uconnect™
Phone
Als u een korte beschrijving van de
functies van Uconnect™ Phone wilt
horen, drukt u op de toets
en zegt u
"Uconnect™ Tutorial"
(Uconnect™ gebruiksaanwijzing). Stemtraining
Als u bij het herkennen van uw ge-
sproken opdrachten of telefoonnum-
mers door Uconnect™ Phone proble-
men ondervindt, kunt u de functie
Stemtraining van Uconnect™ Phone
gebruiken. Om deze training te acti-
veren, volgt u een van de volgende
twee procedures:
Wanneer de Uconnect™ Phone mo-
dus niet actief is (maar bijvoorbeeld
de radiomodus)
Houd de toets
vijf seconden
lang ingedrukt tot de trainingsessie
begint of
Druk op de toetsen spreek de
volgende opdracht in: "Voice Trai-
ning", "System Training", "Start
Voice Training" (Stemtraining,
Systeemtraining, Start stemtrai-
ning).
Herhaal de woorden en zinnen als
Uconnect™ Phone daarom vraagt. U
bereikt de beste resultaten wanneer de
stemtraining plaatsvindt terwijl de
106
auto is geparkeerd, de motor draait,
alle ramen zijn gesloten en de aanja-
ger is uitgeschakeld.
Deze procedure kan herhaald worden
met een nieuwe gebruiker. Het sys-
teem past zich alleen aan aan de laatst
getrainde stem.
Om de fabrieksinstellingen van het
spraakbedieningssysteem te herstel-
len, activeert u de stemtrainingssessie
via de bovenstaande procedure en
volgt u de aanwijzingen.
Resetten
Druk op de toets
.
Na de prompt "Ready" (Gereed) en de daaropvolgende pieptoon zegt u
"Setup" (Instellen) en vervolgens
"Reset".
Hiermee verwijdert u alle telefoon-
koppelingen, telefoonboekvermeldin-
gen en overige instellingen in alle ta-
len. Het systeem zal u om een
bevestiging vragen voordat de fa-
brieksinstellingen worden hersteld. Gesproken opdrachten
Voor de beste prestatie stelt u de
achteruitkijkspiegel zo in dat er ten
minste 1 cm afstand is tussen het
dakpaneel (indien aanwezig) en de
spiegel.
Wacht altijd op de pieptoon voor u begint spreken.
Spreek gewoon zonder te pauzeren, net alsof u een gesprek voert met
iemand die een meter of twee van u
vandaan zit.
Zorg ervoor dat u de enige bent die spreekt tijdens de
spraakherkenningstraining.
De spraakherkenning werkt het best:
als de aanjager op een lage of normale stand staat,
bij lage tot matige voertuigsnel- heid,
bij weinig weglawaai,
bij een gelijkmatig wegdek,
bij volledig gesloten ramen,
bij droge weersomstandigheden. Ofschoon het systeem ontworpen is
voor sprekers van het Brits Engels,
Nederlands, Frans, Duits, Italiaans
of Spaans, is het mogelijk dat het
systeem bij sommige personen niet
altijd werkt.
Tijdens het navigeren door een ge- automatiseerd systeem, zoals voice-
mail, of wanneer u een pieper op-
roept, moet u erop letten dat u aan
het einde van de gesproken reeks
het woord "Send" (verzenden)
zegt.
Het wordt afgeraden namen in het telefoonboek op te slaan tijdens het
rijden.
Het is niet raadzaam om namen die hetzelfde klinken op te slaan in het
Uconnect™ telefoonboek.
De herkenning van de namen in het (Uconnect™) telefoonboek is opti-
maal wanneer de namen niet op
elkaar lijken.
Nummers moeten als losse cijfers worden ingesproken. "800" moet
uitgesproken worden als "acht-nul-
nul", niet als "achthonderd".
107
U kunt "O" (de letter "O") zeggenin plaats van "0" (nul).
Hoewel voor internationale ge- sprekken de meeste cijfercombina-
ties worden ondersteund, is het mo-
gelijk dat sommige verkorte
nummercodes niet werken.
In een open auto kan de geluids- kwaliteit van het systeem minder
goed zijn als het dak naar beneden
is.
Geluidskwaliteit telefoon achterin
De geluidskwaliteit is het beste: als de aanjager op een lage ofnormale stand staat,
bij lage tot matige voertuigsnel- heid,
bij weinig weglawaai,
bij een gelijkmatig wegdek,
bij volledig gesloten ramen,
bij droog weer en
bij bediening vanuit de bestuur- dersstoel.
De geluidskwaliteit, zoals de hel- derheid, echo en dynamiek, is in hoge mate afhankelijk van de ge-
bruikte telefoon en het netwerk, en
niet van Uconnect™ Phone.
Echo bij de ontvanger van het tele- foongeluid achterin kan soms wor-
den beperkt door het volume in de
auto te verlagen.
Bij cabrioletmodellen kan de ge- luidskwaliteit van het systeem te
wensen overlaten tijdens het rijden
met open dak.
Recente gesprekken
Als uw telefoon de functie "Telefoon-
boek automatisch downloaden" on-
dersteunt, kan Uconnect™ Phone een
lijst tonen van uw uitgaande, ontvan-
gen en gemiste oproepen.
SMS
Uconnect™ Phone kan nieuwe be-
richten op uw telefoon voorlezen of
verzenden.
Berichten voorlezen:
Als u een nieuw tekstbericht ontvangt
terwijl uw telefoon is verbonden met
Uconnect™ Phone, volgt er een mel-
ding om u te waarschuwen dat u een nieuw tekstbericht hebt ontvangen.
Ga als volgt te werk om het nieuwe
bericht te beluisteren:
Druk op de toets
.
Na de prompt "Ready" en de daar- opvolgende pieptoon zegt u "SMS
Read" (SMS lezen) of "Read Mes-
sages" (Berichten lezen).
Uconnect™ Phone speelt het vol- gende tekstbericht voor u af.
Nadat u een bericht hebt gelezen,
kunt u het met Uconnect™ Phone
beantwoorden ("Reply") of doorstu-
ren ("Forward").
Berichten verzenden:
U kunt berichten verzenden met
Uconnect™ Phone. Ga als volgt te
werk om een nieuw bericht te verzen-
den:
Druk op de toets.
Na de prompt "Ready" en de daar- opvolgende pieptoon zegt u "SMS
Send" (SMS verzenden) of "Send
Messages" (Berichten verzenden).
108
Gesproken opdrachtenHoofdAlternatief/
alternatieven
nul
één
twee
drie
vier
vijf
zes
zeven
acht
negen
sterretje (*) ster
plus (+)
hekje (#)
alle allemaal
pechhulp
bellen
annuleren
controlevragen bevestiging
doorgaan
verwijderen
kiezen
downloaden
Hoofd Alternatief/
alternatieven
Dutch Nederlands
bewerken
noodgeval
English
alles
verwijderen alles wissen
Espanol
Francais
Duits Deutsch
Help
thuis
Italiaans Italiano
taal
namen
weergeven
telefoons
weergeven
Hoofdmenu terug naar hoofdmenu
mobiel
Mute
(geluid uit)
geluid aan
nieuwe invoer
Hoofd Alternatief/
alternatieven
nee
overige overige
een telefoon
koppelen
telefoonkoppe-
ling koppelen
telefoonboek Telefoonboek
vorige
opnieuw kiezen
telefoon
selecteren selecteren
zenden
instellen telefooninstel- lingen of tele-
foon instellen
gesprek
doorschakelen
Uconnect™
gebruiksaanwij-
zing
stemtraining
werk
ja
113
WAARSCHUWING!
Het verstellen van een stoel tij-dens het rijden kan gevaarlijk
zijn. Het verstellen van een stoel
tijdens het rijden kan ertoe leiden
dat u de macht over het stuur
verliest en een aanrijding met
ernstig of zelfs dodelijk letsel ver-
oorzaakt.
Het verstellen van de stoelen moet plaatsvinden voordat de
veiligheidsgordels zijn vastge-
gespt en terwijl de auto is gepar-
keerd. Een slecht afgestelde vei-
ligheidsgordel kan ernstig of
dodelijk letsel tot gevolg hebben.
Rijd nooit met de rugleuning zo schuin ingesteld dat de schouder-
gordel niet meer tegen uw borst-
kas rust. Tijdens een botsing be-
staat het gevaar dat u onder de
veiligheidsgordel door schuift,
waardoor ernstig of zelfs dodelijk
letsel kan ontstaan.
LET OP!
Plaats geen voorwerpen onder een
elektrisch verstelbare stoel en zorg
dat deze altijd vrij kan bewegen.
Anders kan de stoelbediening be-
schadigd raken. De stoel kan niet
vrij bewegen als deze wordt gehin-
derd door obstakels.
De stoel naar voren of naar
achteren verstellen
De stoel kan zowel naar voren als naar
achteren worden versteld. Druk de
stoelschakelaar naar voren of naar
achteren om de stoel in de richting
van de schakelaar te verstellen. Laat
de schakelaar los zodra de gewenste
stand is bereikt.
De stoel omhoog of omlaag
verstellen
U kunt de hoogte van de stoel verstel-
len. Trek de stoelschakelaar omhoog
of druk deze omlaag om de stoel in de
richting van de schakelaar te verstel-
len. Laat de schakelaar los zodra de
gewenste stand is bereikt. De zitting omhoog of omlaag
kantelen
De hoek van de zitting kan in vier
richtingen worden versteld. Trek de
voorzijde van de stoelschakelaar om-
hoog of druk de achterzijde van de
stoelschakelaar omlaag om het voor-
ste of achterste gedeelte van de zitting
in de richting van de schakelaar te
verstellen. Laat de schakelaar los zo-
dra de gewenste stand is bereikt.
De rugleuning verstellen
De rugleuning kan naar voren of naar
achteren worden versteld. Druk de
rugleuningschakelaar naar voren of
naar achteren om de rugleuning in de
richting van de schakelaar te verstel-
len. Laat de schakelaar los zodra de
gewenste stand is bereikt.
118
WAARSCHUWING!
Het verstellen van een stoel tij-dens het rijden kan gevaarlijk
zijn. Het verstellen van een stoel
tijdens het rijden kan ertoe leiden
dat u de macht over het stuur
verliest en een aanrijding met
ernstig of zelfs dodelijk letsel ver-
oorzaakt.
Het verstellen van de stoelen moet plaatsvinden voordat de
veiligheidsgordels zijn vastge-
gespt en terwijl de auto is gepar-
keerd. Een slecht afgestelde vei-
ligheidsgordel kan ernstig of
dodelijk letsel tot gevolg hebben.
Rijd nooit met de rugleuning zo schuin ingesteld dat de schouder-
gordel niet meer tegen uw borst-
kas rust. Tijdens een botsing be-
staat het gevaar dat u onder de
veiligheidsgordel door schuift,
waardoor ernstig of zelfs dodelijk
letsel kan ontstaan.
LET OP!
Plaats geen voorwerpen onder een
elektrisch verstelbare stoel en zorg
dat deze altijd vrij kan bewegen.
Anders kan de stoelbediening be-
schadigd raken. De stoel kan niet
vrij bewegen als deze wordt gehin-
derd door obstakels.
ELEKTRISCHE
LENDENSTEUN (voor
bepaalde uitvoeringen/
landen)
Auto's die zijn uitgerust met elek-
trisch verstelbare bestuurders- en
passagiersstoelen zijn mogelijk tevens
voorzien van een elektrische lenden-
steun. De schakelaar voor de elektri-
sche lendensteun bevindt zich aan de
buitenzijde van de elektrisch verstel-
bare stoel. Druk de schakelaar naar
voren om meer lendensteun in te stel-
len. Druk de schakelaar naar achteren
om minder lendensteun in te stellen. STOELVERWARMING (voor
bepaalde uitvoeringen/
landen)
Bij sommige modellen zijn de voor-
stoelen en de achterbank uitgerust
met verwarmingselementen in zowel
de zittingen als de rugleuningen.
Schakelaar voor de elektrische
lendensteun
119