Page 145 of 219
141
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
NOODGEVALLEN
GLOEILAMP
BUITENVERLICHTING
VERVANGEN
Zie voor het type lamp en het bijbeho-
rende vermogen de vorige paragraaf
“Gloeilamp vervangen”.
KOPLAMPUNITS
In de koplampunits zijn de gloeilampen
voor het dimlicht, het grootlicht, de bui-
tenverlichting en de richtingaanwijzer op-
genomen.DIMLICHT/GROOTLICHT fig. 9
Gloeilamp vervangen:
❒trek aan de lip om het middelste dek-
selAte verwijderen;
❒maak de stekker los;
❒haak de borgveer van de lamp los;
❒vervang de lamp, monteer het deksel A
en controleer of het deksel goed vastzit.
BUITENVERLICHTING fig. 9
Gloeilamp vervangen:
❒trek aan de lip om het middelste dek-
selAte verwijderen;
❒neem de geklemd gemonteerde lamp-
houder uit en maak de stekker los;
❒vervang de lamp, monteer het deksel A
en controleer of het deksel goed vastzit.
fig. 9F0P0178m
Page 146 of 219

142
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
NOODGEVALLEN
RICHTINGAANWIJZERS VOOR
fig. 10
Gloeilamp vervangen:
❒draai de lamphouder Alinksom;
❒neem de lamphouder uit en verwijder
de lamp uit de lamphouder door hem
iets in te drukken en linksom te draai-
en.
❒Vervang de lamp, monteer de lamp-
houderAdoor hem rechtsom in de zit-
ting te draaien en controleer of hij goed
vastzit.
MISTLAMPEN fig. 11
Wendt u voor het vervangen van een de-
fecte mistlamp voor tot het Fiat Service-
netwerk.FLANKRICHTINGAANWIJZERS
fig. 12
Gloeilamp vervangen:
❒duw tegen het lampenglas Azodat de
interne borgveer wordt ingedrukt en
trek de unit naar buiten;
❒draai de lamphouder linksom, verwijder
de geklemde lamp en vervang hem;
❒plaats de lamphouder in het lampenglas
door hem rechtsom te draaien;
❒monteer de unit en controleer of de in-
terne borgveer goed vastzit (geborgd).
fig. 11F0P0181m
fig. 10F0P0179mfig. 12
A
F0P0297m
Page 147 of 219
143
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
NOODGEVALLEN
ACHTERLICHTUNITS
fig. 13
In de achterlichtunits zijn de gloeilampen
voor de achterlichten, de remlichten, de
richtingaanwijzers, de achteruitrijlichten
en de mistachterlichten opgenomen.
fig. 13F0P0184m
Om de achterlichtunits los te maken en
een gloeilamp te vervangen, moeten de
twee achterdeuren 180° worden geopend
(raadpleeg de paragraaf “Dubbele achter-
deur” in het hoofdstuk “Dashboard en be-
diening”).
fig. 14F0P0185m
Gloeilamp vervangen:
❒controleer welke lamp moet worden
vervangen;
❒draai de 2 bevestigingsmoeren AenB
los;
❒trek het lampenglas vanaf de buitenzij-
de los;
❒houd de unit vast en maak de stekker
los;
❒buig de lippen naar buiten en trek de
lamphouder los;
❒verwijder de te vervangen lamp (met
bajonetfitting) door hem iets in te druk-
ken en linksom te draaien en vervang
de lamp;
Page 148 of 219

144
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
NOODGEVALLEN
Uitvoering met verhoogd dak
❒draai de bevestigingsbouten Alos
m.b.v. een 8mm-sleutel;
❒neem de lamphouder uit;
❒trek de geklemde lamp los en vervang
hem.KENTEKENPLAATVERLICHTING
Gloeilamp vervangen:
Uitvoeringen met achterdeuren
fig. 17❒verwijder de interieurbekleding vanaf
de binnenzijde van de auto
❒buig de lip naar buiten en trek de stek-
ker los;
❒verwijder de kunststof bescherming
fig. 15
AA
F0P0210m
fig. 16
A
A
F0P0211m
fig. 17F0P0212m
fig. 18F0P0607m
DERDE REMLICHT
Met achterklep fig. 15
Gloeilamp vervangen:
❒open de achterklep;
❒draai de bevestigingsschroeven Alos;
❒druk op het uiteinde van de borglip en
verwijder het lampenglas met de lam-
pen;
❒maak de stekker los;
❒trek de geklemde lamp los en vervang
hem.
Met dubbele achterdeuren fig. 16
Gloeilamp vervangen:
❒draai de bevestigingsbouten Alos
m.b.v. een Torx™ T20-schroeven-
draaier;
❒neem de lamphouder uit;
❒trek de geklemde lamp los en vervang
hem.
Page 149 of 219

145
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
NOODGEVALLEN
GLOEILAMP
INTERIEURVERLICHTING
VERVANGEN
Zie voor het type lamp en het bijbeho-
rende vermogen de paragraaf “Gloeilamp
vervangen”.
PLAFONDVERLICHTING
Gloeilampen vervangen:
❒verwijder het plafondlampje op de door
de pijlen aangegeven punten;
❒maak de lampen los uit de veercontac-
ten aan de zijkant en vervang ze; con-
troleer of de nieuwe lampen goed vast-
zitten in de veercontacten;
❒plaats het plafondlampje in de zitting en
controleer of het goed vastzit.
fig. 19F0P0298m
fig. 20F0P0234m
❒draai de lamphouder een kwart slag
linksom
❒vervang de lamp
Uitvoeringen met achterklep fig. 18
❒verwijder het lampenglas Aop het
door de pijl aangegeven punt vanaf de
buitenzijde van de auto;
❒maak de lamp los uit de veercontacten
aan de zijkant en vervang hem; contro-
leer of de nieuwe lamp goed vastzit in de
veercontacten;
❒monteer het geklemde lampenglas.
Page 150 of 219

146
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
NOODGEVALLEN
ZEKERINGEN
VERVANGEN
ALGEMEEN
Het elektrische systeem wordt door ze-
keringen beveiligd: de zekering brandt
door bij een storing of bij oneigenlijk ge-
bruik van het systeem.
Als een elektrisch onderdeel niet werkt,
controleer dan eerst of de zekering niet is
doorgebrand: de verbindingsstrip A-
fig. 21mag niet onderbroken zijn. Is dit
wel het geval, dan moet u de zekering ver-
vangen door een exemplaar met dezelf-
de stroomsterkte (zelfde kleur).
Bzekering in goede staat
Czekering met doorgebrande strip.
Gebruik voor het vervangen van een ze-
kering, het tangetje A-fig. 21/a dat sa-
men met de reservezekeringen op de ach-
terzijde van het demontabele klepje Bis
geplaatst.
fig. 21F0P0236m
Vervang een zekering nooit
door een zekering met een
hogere stroomsterkte (ampère);
BRANDGEVAAR.
ATTENTIE!
Vervang een defecte zekering
nooit door ander materiaal.
Als een hoofdzekering
(MEGA-FUSE, MIDI-FUSE,
MAXI-FUSE) doorbrandt, wendt u
dan tot het Fiat Servicenetwerk. Con-
troleer, voordat u een zekering ver-
vangt, of de contactsleutel uit het con-
tactslot is genomen en alle stroom-
verbruikers uit staan en/of zijn uitge-
schakeld.
ATTENTIE!
Als een zekering van de vei-
ligheidssystemen (airbagsys-
teem, remsysteem), de aandrijving
van de auto (motormanagementsys-
teem, regelsysteem van de versnel-
lingsbak) of de stuurinrichting door-
brandt, wendt u dan tot het Fiat Ser-
vicenetwerk.
ATTENTIE!
Als de zekering opnieuw
doorbrandt, wendt u dan tot
het Fiat Servicenetwerk.
ATTENTIE!
fig. 21/aF0P0348m
Page 151 of 219

147
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
NOODGEVALLEN
fig. 22F0P0299m
F1
F2
F4
F5
F6
F7
F8
F9
F10
F11
F12
F13
F14
F15
F16
F1715
–
10
30
30
5
20
10
30
15
15
5
15
30
–
40/10
Zekeringenkast op dashboard aan passagierszijde
VERBRUIKERS ZEKERING AMPÈRAGE
Achterruitwisser
Vrij
Koplampverstelling, diagnosestekker, ESP-regeleenheid,
ventilatie, additiefpomp roetfilter, stuurhoeksensor
Elektrische spiegel, ruitbediening passagierszijde
Voeding ruitbediening voor
Plafondverlichting, verlichting dashboardkastje
Multifunctioneel display, sirene diefstalalarm, autoradio,
CD-Changer, Autotelefoon, optionalregeleenheid aanhanger
beveiligingsregeleenheid carrosserie
Aansteker, stekkerdoos laadruimte
Elektronisch geregelde luchtvering achter, start-/contactslot,
instrumentenpaneel
Diagnosestekker, regeleenheid diefstalalarm
Handsfreeset, regeleenheid airbag
Regeleenheid motor, regeleenheid aanhanger
Regensensor, automatische klimaatregeling,
instrumentenpaneel, achterste aanjager in interieur
(combi-uitvoering)
Portierver-/ontgrendeling
Vrij
Verwarming achterruit en buitenspiegels
❒Kantel het opbergvak en trek het met
kracht los om de zekeringen te bereiken.
Page 152 of 219
148
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
NOODGEVALLEN
fig. 23F0P0239m
F1
F2
F3
F4
F5
F6
F8
F9
F10
F11
F12
F13
F1420
15
10
20
15
10
20
10
30
40
30
40
30
Zekeringenkast in motorruimte
VERBRUIKERS ZEKERING AMPÈRAGE
Regeleenheid motor, brandstofsysteem en luchtinlaatsysteem, elektroventilateur
Claxon
Pomp ruitensproeiers voor en achter
Koplampsproeierpomp
Brandstoftoevoersysteem
Tweede contact rempedaal, stuurbekrachtiging
Start-/contactslot
Eerste contact rempedaal
Brandstoftoevoersysteem en luchtinlaatsysteem
Aanjager voor
Ruitenwissers voor
Optionalregeleenheid
Vrij
❒Open de motorkap en verschuif de
steun voor het ruitensproeierreservoir
om de bereikbaarheid te verbeteren.
❒Haak het huis los en kantel het om, zo-
dat de zekeringen bereikbaar zijn.