Page 49 of 358

47Hybridesysteem
200V-tractiebatterij
De 200V-tractiebatterij (hoogspanningsaccu)
van het type Ni-MH (nikkel-metaalhydride)
bevindt zich onder de laaddrempel van de
ba
gageruimte, vlak bij de elektromotor. De
tractiebatterij kan niet via het lichtnet worden
opgeladen.
Laden
De tractiebatterij wordt opgeladen als de auto
decelereer t. De elektromotor fungeert dan als generator en zet kinetische energie om in
elektrische energie (niet bij snelheden hoger
dan 120 km/h). Het is niet mogelijk om de tractiebatterij via het lichtnet op te laden.
De tractiebatterij kan indien nodig ook
automatisch worden opgeladen via hetStop & Star t-systeem van de dieselmotor.
Door middel van deze regeneratie wordt "gratis" energie verkregen.
De tractiebatterij wordt uiterst snel en efficiëntopgeladen.
Nadat de accu is ontladen (bijvoorbeeld door
langdurig rijden in de stand ZEV of onder zware gebruiksomstandigheden) is de laadtoestandsnel weer voldoende voor een volledig gebruik
van de mogelijkheden van de verschillendestanden van het hybridesysteem.Hetopladen gebeurt automatisch tijdenshet rijden. Het opladen kan worden versneld door op de
motor af te remmen.
Om een lange levensduur van de tractiebatterij mogelijk te maken komt de laadtoestand nooit onder de 20% uit,ook niet als na het rijden in de stand ZEV een laadtoestand van 0 streepjes wordt weergegeven.
Page 50 of 358
Dit systeem werkt niet permanent. Het pastde mate van ventilatie automatisch aan debehoefte van de tractiebatterij aan.
De werking van het systeem kan achterin hoorbaar zijn, zelfs als de auto na het rijdenstilstaat.
Als deze aanzuigopening verstopt is, kan
de tractiebatterij over verhit en daardoor
beschadigd raken. Dit kan een nadelig effect hebben op de prestaties van het hybridesysteem.
Ventilatie van de tractiebatterij
Om er voor te zorgen dat detractiebatterij optimaal kan werken, dient u de volgende aanbevelingen inacht te nemen:
- houd de aanzuigopening vrij vanvreemde voor werpen, zodat de tractiebatterij niet over verhit kan raken waardoor de prestaties vanhet hybridesysteem afnemen,
- mors geen vloeistof, de accu zouhierdoor beschadigd kunnen raken.
De tractiebatterij is voorzien van een luchtkoelingssysteem dat bestaatuit een luchtaanzuigopening (aan de zijkant van de linkerachterstoel)en een ventilator (achter debagageruimtebekleding links).
Page 51 of 358

49Hybridesysteem
De tractiebatterij (hoogspanningsbatterij) magnooit door middel van een extern apparaat
worden opgeladen. Laat werkzaamheden
aan de tractiebatterij uitsluitend over aan een gekwalificeerde technicus.
Het onoordeelkundig uitvoeren van
werkzaamheden aan de tractiebatterij kan leiden
tot ernstige brandwonden en elektrische schokkendie levensgevaarlijk letsel kunnen veroorzaken.
Een hoogspanningsbatterij van het type Ni-MH(nikkel-metaalhydride) dient aan het einde van
de levenscyclus op de voorgeschreven wijze
te worden afgevoerd via de werkplaats, zodat
door de recycling van de batterij het milieu kan
w
orden ontzien.
Hoogspanning
De elektromotor werkt met een spanning van
150 tot 270 V.
Let op de waarschuwin
gsstickers die op de
auto zijn aangebracht.
Wees uiterst voorzichtig bij werkzaamheden in
de buurt van onderdelen met hoogspanning en onderdelen die heet kunnen worden door deelektrische stroom.
Noodonderbreker
In het geval van een aanrijding worden
de hoogspanning en de voeding van de
brandstofpomp onderbroken door een
noodonderbreker, waardoor uw auto niet meer gestart kan worden.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk om hethybridesysteem weer in te schakelen.
Een aantal hoo
gspanningskabels zijn aan deonderzijde van de auto bevestigd; rijd om te
voorkomen dat deze beschadigd raken daarom
niet op slecht begaanbaar terrein.
Zet alvorens
werkzaamheden uit te
voeren altijd het contact
af (controlelampje Readygedoofd).
Waarschuwingen m.b.t. de tractiebatterij
Hoogspanningskabels
Breng hefsystemen (krik,tweekolomsbrug, ...) aan onder de daarvoor bestemdesteunpunten om beschadiging van dekabels te voorkomen.
Raak onderdelen, (oranje) kabels en stekkers van het hoogspanningscircuit nooit aan, ook niet na een aanrijding.
Page 52 of 358
Voorzorgsmaatregelen/waarschuwingen motorruimte
Ook de dynamo/startmotor van uw hybrideauto
wordt met hoogspanning gevoed. Wanneer u
de motorka
p opent zonder eerst het contactaf te zetten, kan het voorkomen dat de motor plotseling door de dynamo/startmotor weer
wordt gestart.Zet, voordat u de
motorkap opent,
altijd het contact af (verklikkerlampje Ready gedoofd).
Zet het contact eveneens af voordat u brandstof gaat tanken, om te voorkomen dat tijdens het tanken demotor opnieuw wordt gestar t.
Page 53 of 358
51Hybridesysteem
Slepen
Voordat u werkzaamheden uitvoer t: trap het
rempedaal in ter wijl het contact aanstaat, zetde selectiehendel in de stand Nen schakelvervolgens het hybridesysteem uit.
Gebruik de sleepogen uitsluitend voor het lostrekken van de auto of om de auto op een bergingsauto te vervoeren.
De auto mag maximaal 10 meter worden
ver
plaatst met een snelheid van maximaal
10 km/h als de omstandigheden (bijvoorbeeld
een slechte toegankelijkheid) dit vereisen.
De auto mag niet worden gesleept met de voor- of achter wielen op degrond, de auto mag uitsluitend wordenvervoerd op een bergingsauto of trailer.
Page 54 of 358
001
Controle van de werking
Page 55 of 358
Page 56 of 358

Instrumentenpaneel
1.
Energiemeter (beschikbaar vermogen in procenten).
Raadplee
g voor meer informatie het hoofdstuk "Hybridesysteem".2. Brandstofniveaumeter.3.Koelvloeistoftemperatuurmeter. 4.
Snelheidsmeter (km/h of mph).5.
Aanwijzingen van de snelheidsregelaar of de snelheidsbegrenzer.A
.Dimmer dashboardverlichting en verlichting
bedieningselementen.
B
.- Herhaaldelijk kor t indrukken: detectie
te lage bandenspanning, opnieuw
weergeven onderhoudsinformatie,
logboek waarschuwingsmeldingen.
- Lang indrukken: resetten
van de geselecteerde functie (onderhoudsintervalindicator of dagteller).
6
. Ingeschakelde versnelling.
7.Display van het instrumentenpaneel:
energiestromen, dagteller,
waarschuwingsmeldingen, meldingen over de status van functies (bijv.: oliedruk,
accu, geopend por tier, ...), boordcomputer,
multimedia, navigatie.8. Digitale snelheidsmeter (km/h of mph). 9.Controlelampje Ready: geeft aan of de
auto klaar is om te rijden.
Meters en displays Bedieningstoetsen