151Zicht
Automatische schakeling
grootlicht/dimlicht
Inschakelen
Dit systeem schakelt automatisch om
tussen dim- en grootlicht, afhankelijk van
de omstandigheden en de aanwezigheid
van overig verkeer op de weg dat wordt geregistreerd door een camera op de binnenspiegel.
) Zet de ring van de
lichtschakelaar in de stand
"AUTO".
Activeren
Het automatische omschakelsysteem is eenhulpsysteem bij het rijden. De bestuurder
blijft zelf verantwoordelijk voor de verlichting van zijn auto, voor de aanpassing vande verlichting aan de lichtsterkte van de omgeving, het zicht en het verkeer en voor het naleven van de verkeersregels.
)Geef een lichtsignaal (beweeg de lichtschakelaar
tot voorbij het zware punt) zodat wordt omgeschakeldtussen dimlicht en grootlicht. Het controlelampje op het
instrumentenpaneel gaat
branden om het activeren tebevestigen.
)
Druk op de toets; het lampje van de toets gaat branden.
Uitschakelen
)
Druk op de toets; het lampje van
de toets gaat uit. De status van
de koplampen blijft onveranderd.
Onderbreken
De bestuurder kan indien nodig op elk moment
zelf de verlichting omschakelen:
)Geef een lichtsignaal
(beweeg de lichtschakelaar
tot voorbij het zware punt)
om het systeem tijdelijk uit
te schakelen, zodat wordt
om
geschakeld naar dimlicht.
)Geef opnieuw eenlichtsignaal om het
systeem weer teactiveren.
Het systeem wordt geactiveerd vanaf 25 km/h.
Als de snelheid lager dan 15 km/h wordt, schakelt het systeem om naar dimlicht.