Page 6 of 358
VEILIGHEID VEILIG VERVOEREN
VAN KINDEREN ZICHT
146 Lichtschakelaar
149Ver lichting overdag
150Automatische verlichting
151 Automatische schakelinggrootlicht/dimlicht
154Koplampen verstellen
155 Meedraaiende koplampen
157 Ruitenwisserschakelaar
159 Automatische ruitenwissers
161Plafonniers
162Sfeerverlichting
166Kinderzitjes
172 ISOFIX-kinderzitjes
175Kinderbeveiliging
178Richtingaanwijzers
179 Urgence-oproep of Assistance-oproep
179 Claxon
180Bandenspanningscontrolesysteem
181ESP
184 Veili
gheidsgordels
187 Airbags
RIJDEN
120 Elektrisch bediendehandrem
128Hill Holder
129EGS 6-versnellingsbak
133 Lane Departure WarningSystem (LDWS)
134Head-up display
137Snelheidsbegrenzer
139 Snelheidsregelaar
141Parkeerhulp
143 Achteruitrijcamera
005005006006007007004004
Page 18 of 358

14 . Schakelaars ruiten / elektrisch bediendekindersloten / centrale vergrendeling.
15. Bedieningspaneel van eMyWay.
16.Selectiehendel.
17. Keuzeschakelaar Hybrid4-systeem.
18
. Bedieningspaneel ver warming/
airconditioning.
19.Autoradio.
20.Alarmknipperlichten.21. Display.
22.Middelste verstelbare en afsluitbareventilatieroosters.
23.Klokje.
24.Starten met START/STOP-knop.
25. Lezer van de elektronische sleutel.
26. Schakelaar ruitenwissers/ruitensproeiers/boordcomputer.
Cockpit
1.
Hendel motorkapontgrendeling.2.
Koplampverstelling. 3.
Verstelbare en afsluitbarezijventilatieroosters. 4.
Ontwaseming van de voorportierruiten.
5.
Ontwaseming voorste zijruiten.
6.Head-up display.7. Voorruitontwaseming.8.Airbag passagier.9.
Dashboardkastje / Uitschakeling passagiersairbag. 10.12V-aansluiting.11.
Bediening ruiten achter.12.Middenarmsteun met opbergvakken
USB/Jack-aansluiting. 13.Elektrisch bediende handrem.
27. Bediening van de autoradio vanaf hetstuurwiel.28.
Airbag bestuurder.
Claxon.
29. Schakelaars snelheidsregelaar/-begrenzer.
30.
Schakelaarpaneel (zie vorige pagina). 31.Afstellen buitenspiegels.32.
Schakelaar verlichting enrichtingaanwijzers. 33.
Instrumentenpaneel.34.Controlelampjes veiligheidsgordels enairbags.35.Plafonnier.36.Bediening head-up display.37.
Bediening zonnescherm cockpit roof. 38.Oproep naar Citroën Urgence met
lokalisering - Oproep naar Citroën Assistance met lokalisering.
Page 24 of 358
Veiligheid voor de inzittenden
1. Open het dashboardkastje.2.Steek de sleutel (geïntegreerd in de
elektronische sleutel) in de schakelaar. 3.Selecteer de stand:
"ON"
(inschakelen) wanneer een passagier
op de voorstoel zit of een kinderzitje voor
ver voer met het gezicht in de rijrichting is
bevesti
gd,
"OFF"
(uitschakelen) wanneer een kinderzitje voor ver voer met de rug in derijrichting is bevestigd. 4.Ver wijder de sleutel zonder de stand van de schakelaar te veranderen.
Airbag voorpassagier
188
Veiligheidsgordels voor en
airbag vóór aan passagierszijde
A.
Controlelampje veiligheidsgordellinks voor. B.
Controlelampje veiligheidsgordel
rechts voor.C. Controlelampje veiligheidsgordel rechtsachter.D.Controlelampje veiligheidsgordel middenachter.
185
E.
Controlelampje veiligheidsgordel linksachter. F.Controlelampje airbag vóór aan passagierszijde uitgeschakeld. G.
Controlelampje airbag vóór aan passagierszijde ingeschakeld.
Page 60 of 358
StatusOorzaakActies / Opmerkingen
Automatische
ruitenwisserspermanen
t.De ruitenwisserschakelaar is naar
beneden bewo
gen.D
e automatische stand van de ruitenwissers vóór is
geactiveerd.Beweeg om de automatische stand van de
ruitenwissers te deactiveren de hendel omlaag of zet de hendel in een andere stand.
Airbag aanpassagierszijdepermanent op hetdisplay van de
verklikkerlampjes voor
de veiligheidsgordels
en de airbag vóór aan passagierszijde.
De schakelaar in het dashboardkastjestaat in de stand "ON".De passagiersairbag vóór is geactiveerd.Plaats in dit geval geen kinderzitje met de rug in de rijrichting op de stoel
van de voorpassagier.
Zet de schakelaar in de stand "OFF"
om depassagiersairbag vóór uit te schakelen.In dit geval kunt u een kinderzitje met de rug in de
rijrichting plaatsen.
Page 61 of 358

59Controle tijdens het rijden
Verklikkerlampjes uitgeschakelde functies
De volgende verklikkerlampjes geven aan dat de desbetreffende functie handmatig is uitgeschakeld. Soms klinkt er ook een geluidssignaal en verschijnt er een melding op het display van het instrumentenpaneel.
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
Passagiersairbag
permanent, ophet display van de
verklikkerlampjes voor de veiligheidsgordelsen de airbag vóór aan passagierszijde.
De schakelaar in het dashboardkastjestaat in de stand "OFF".
De airbag vóór aan passagierszijde is
uitgeschakeld.
Zet de schakelaar in de stand "ON" om de airbag vóór
aan passagierszijde in te schakelen.
Bevesti
g in dit geval op deze zitplaats geen kinderzitjemet de rug in de rijrichting.
CDS/ASR
permanent. De toets linksonder op het dashboard
wordt ingedrukt. Het bijbehorende
verklikkerlampje gaat branden.
De functie CDS/ASR wordt
uitgeschakeld.
CDS: dynamische stabiliteitscontrole.
ASR: antislipregeling. Druk op de toets om de functie CDS/ASR in te
schakelen. Het verklikkerlampje dooft.
De functie CDS/ASR wordt automatisch ingeschakeld
als de motor wordt gestart.
Na uitschakelen van het systeem, wordt het
automatisch opnieuw in
geschakeld bij snelheden hoger dan ongeveer 50 km/h.
Page 65 of 358
63Controle tijdens het rijden
ControlelampjeStatusOorzaakActies / Opmerkingen
Airbags
tijdelijk.Het lampje brandt gedurende enkele seconden en dooft als het contact
wordt aangezet.
Het lampje moet doven zodra de motor wordt gestart.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.
permanent. Er is een storing in een van de
airbags of de pyrotechnische gordelspanners. Laat dit controleren door het CITROËN-netwerk o
f een gekwalificeerde werkplaats.
Bochtverlichting
knippert. Er is een storing in de
bochtverlichting. Laat dit controleren door het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Autogordel(s)
niet vastgemaakt of weerlosgemaakt
permanent
of knippert in combinatie met een geluidssignaal. Een van de auto
gordels is niet
vast
gemaakt of weer losgemaakt. Trek aan de
gordel en klik de gesp vast in de
gesphouder.
Page 169 of 358
167
Veilig vervoeren van kinderen
Kinderzitje op de passagiersstoel voor
"Met de rug in de rijrichting"
Wanneer een kinderzitje voor het
ver voeren met de rug in de rijrichting opde passagiersstoel voor wordt geplaatst, rmoet de airbag aan passagierszijde zijn
uitgeschakeld. Gebeurt dit niet, dan kan
het kind bij het afgaan van de airbag levensgevaarlijk gewond raken.
"Met het gezicht in de rijrichting"
Wanneer een kinderzitje met het gezicht in
de rijrichting op de passagiersstoel voorwordt geplaatst, moet de stoel in de achterste
stand van de voor-/achter waartse verstellingworden gezet, in de hoogste stand en met de rugleuning rechtop en mag de airbag aanpassagierszijde niet worden uitgeschakeld.
Passagiersstoel in de hoogste stand en zo ver mogelijk naar achteren.
Let erop dat de veiligheidsgordel goed aansgespannen is.
Page 170 of 358
Airbag aan passagierszijde OFF
Raadpleeg de rubriek "Airbags" in het hoofdstuk "Veiligheid" voor meer informatie over het uitschakelen van de
airbag.
Raadplee
g de voorschriften op de sticker diezich aan beide zijden van de zonneklep aan
passagierszijde bevindt:
Schakel voor de veiligheid van uw kindde airbag aan passagierszijde altijd uit als u een kinderzitje met de rug in derijrichting op de voorstoel plaatst.
Anders kan een kind bij het afgaan vande airbag levensgevaarlijk gewond raken.