Page 10 of 358

Presentatie van het Hybrid4-systeem
Wij willen u allereerst bedanken voor uw keuze
voor de DS5 Hybrid4. Deze auto verschilt op een aantal punten van een conventionele auto.
Lees dit instructieboekje aandachtig door omalle functies van het hybridesysteem te leren
kennen. Raadpleeg voor meer informatie hethoofdstuk "Hybridesysteem".
1.HDi-dieselmotor (aandrijving van de
voor wielen).
2.Elektromotor (aandrijving van de achter wielen).3. Batterij 200 V.
4.Elektronische controle-eenheid vermogen. 5
. Stop & Start-systeem.
6.EGS 6-versnellingsbak.
7. Elektrische stroom.
26
De Hybrid4-technologie combineer t op slimme
wijze twee aandrijfconcepten: een HDi-
dieselmotor die de voor wielen aandrijft en een elektromotor die zorgt voor de aandrijving vande achterwielen.
Deze twee motoren kunnen afzonderlijk
of gelijktijdig werken, afhankelijk van degeselecteerde stand van het hybridesysteemen de rijomstandigheden.De auto wordt door alleen de elektromotor aangedreven in de stand "ZEV" (Zero Emission
Vehic le) en, bij lage snelheden en wanneer
weinig vermogen wordt gevraagd, in de
stand "Auto". Bij wegrijden vanuit stilstand, bijaccelereren en tijdens het schakelen assisteer tde elektromotor de dieselmotor.
De batterij die voor de voeding van de elektromotor zorgt, wordt tijdens het decelereren weer bijgeladen.
Page 18 of 358

14 . Schakelaars ruiten / elektrisch bediendekindersloten / centrale vergrendeling.
15. Bedieningspaneel van eMyWay.
16.Selectiehendel.
17. Keuzeschakelaar Hybrid4-systeem.
18
. Bedieningspaneel ver warming/
airconditioning.
19.Autoradio.
20.Alarmknipperlichten.21. Display.
22.Middelste verstelbare en afsluitbareventilatieroosters.
23.Klokje.
24.Starten met START/STOP-knop.
25. Lezer van de elektronische sleutel.
26. Schakelaar ruitenwissers/ruitensproeiers/boordcomputer.
Cockpit
1.
Hendel motorkapontgrendeling.2.
Koplampverstelling. 3.
Verstelbare en afsluitbarezijventilatieroosters. 4.
Ontwaseming van de voorportierruiten.
5.
Ontwaseming voorste zijruiten.
6.Head-up display.7. Voorruitontwaseming.8.Airbag passagier.9.
Dashboardkastje / Uitschakeling passagiersairbag. 10.12V-aansluiting.11.
Bediening ruiten achter.12.Middenarmsteun met opbergvakken
USB/Jack-aansluiting. 13.Elektrisch bediende handrem.
27. Bediening van de autoradio vanaf hetstuurwiel.28.
Airbag bestuurder.
Claxon.
29. Schakelaars snelheidsregelaar/-begrenzer.
30.
Schakelaarpaneel (zie vorige pagina). 31.Afstellen buitenspiegels.32.
Schakelaar verlichting enrichtingaanwijzers. 33.
Instrumentenpaneel.34.Controlelampjes veiligheidsgordels enairbags.35.Plafonnier.36.Bediening head-up display.37.
Bediening zonnescherm cockpit roof. 38.Oproep naar Citroën Urgence met
lokalisering - Oproep naar Citroën Assistance met lokalisering.
Page 26 of 358
Inschakelen van het Hybrid4-systeem
Onder het rijden
- Zet de selectiehendel in de stand N .
- Plaats de elektronische sleutel in de lezer of houd de elektronische sleutel in de auto.
- Houd het rempedaal stevig ingetrapt.
- Druk op de knop START/STOP.P
31
- Het instrumentenpaneel wordt
ingeschakeld en de aanduiding Readyverschijnt.
- De draaiknop op de middenconsole staat in
de stand AUTO.
Wegrijden
- Zet, terwijl u het rempedaal ingetrapt houdt,de selectiehendel in de stand Aom vooruit te Arijden of in de stand R
om achteruit te rijden. R
- Haal uw voet van het rempedaal: u kunt nu
wegrijden.
Page 30 of 358

Presentatie
De Hybrid4-technologie combineer t op slimme wijze twee aandrijfconcepten: een HDi-dieselmotor die de voor wielen aandrijft eneen elektromotor die zorgt voor de aandrijvingvan de achterwielen.
Deze twee motoren kunnen afzonderlijk
of gelijktijdig werken, afhankelijk van degeselecteerde stand van het hybridesysteemen de rijomstandigheden.De auto wordt door alleen de elektromotor aangedreven in de stand "ZEV" (Zero Emission
Vehic le) en, bij lage snelheden en wanneer
weinig vermogen wordt gevraagd, in destand "Auto". Bij wegrijden vanuit stilstand, bijaccelereren en tijdens het schakelen assisteer tde elektromotor de dieselmotor. De batterij die voor de voeding van de elektromotor zorgt, wordt tijdens het decelereren weer bijgeladen.
1
.HDi-dieselmotor (aandrijving van de voor wielen). 2.Elektromotor (aandrijving van de achter wielen).3. Batterij 200 V.4.Elektronische controle-eenheid vermogen. 5
. Stop & Start-systeem.
6.EGS 6 -versnellingsbak. 7. Elektrische stroom.
Page 31 of 358

29Hybridesysteem
Belangrijkste onderdelen van het Hybrid4-systeem
De voorin geplaatste HDi dieselmotor (1)
drijft de auto aan via de voor wielen en lever t onder normale omstandigheden het grootste deel van het vermogen om te kunnen rijden.
Deze motor is voorzien van het Stop & Start-systeem (5)
, dat het opladen van de tractiebatterij
regelt en indien nodig voor extra vermogen zorgt (stand 4x4).
Afhankelijk van de geselecteerde stand van het hybridesysteem zorgt de achterin geplaatste elektromotor (2)voor de aandrijving van alleen de achter wielen of vult deze de dieselmotor aan.
De elektromotor regelt de regeneratie van energie en het opladen van de tractiebatterij tijdens hetdecelereren en werkt tot 120 km/h.
E
en 200V-tractiebatterij (3)
(hoogspanningsaccu) van het type NI-MH bevat de energievoorraad
voor de achterin geplaatste elektromotor.
Het laadniveau wordt automatisch op peil gehouden wanneer de auto decelereer t.
De tractiebatterij bevindt zich in een compar timent van de bagageruimte dat alleen toegankelijk is
voor gekwalificeerde technici van de werkplaats.
H
et laadniveau
van de tractiebatterij wordt aangegeven door 8 horizontale of verticale streepjes (afhankelijk van het type display).
D
e normale 12V-accu
die zich in de motorruimte bevindt, zorgt voor de voeding van de elektrische
installatie van de auto. Deze accu wordt automatisch bijgeladen door het hoogspanningsnetwerk.
Page 32 of 358

De elektronische controle-eenheid vermogen (4) stuurt automatisch de verschillende
werkingsfasen van de twee motoren (dieselmotor en elektromotor) aan om een zo laag mogelijk
brandstofverbruik mogelijk te maken. Voor de regeling van het elektrische vermogen zijn een motorgenerator en een omvormer nodig.
De motorgenerator bepaalt het koppel van de elektromotor door de van de tractiebatterij afkomstige stroom te regelen. Het spanningsbereik van de motorgenerator ligt tussen 150 en 270 V.
De omvormer zet de hoogspanning van 200 V van de tractiebatterij om in een spanning van 12 V
voor de voeding van de elektrische installatie van de auto.
H
et Stop & Start-systeem (5)schakelt de dieselmotor uit als de auto tot stilstand komt (bijvoorbeeld voor een verkeerslicht, bij het naderen van een voorrangsweg of in een file) of in rijomstandigheden waarbij volledig elektrisch kan worden gereden.Het stoppen en starten van de dieselmotor gebeurt onmiddellijk en op een voor de bestuurder onmerkbare manier.
D
e EGS-versnellingsbak (6) zorgt in de automatische stand voor een aanzienlijk lager
brandstofverbruik ten opzichte van een conventionele handgeschakelde versnellingsbak, dankzij het elektronisch geregelde schakelprogramma.
Met behulp van de schakelflippers achter het stuur wiel kunt u bovendien op elk moment zelf schakelen, zowel in de automatische als de handgeschakelde stand.
Page 33 of 358

Hybridesysteem
Starten van uw auto
- Controleer of de selectiehendel in de stand Nstaat.
- Plaats de elektronische sleutel in de lezer o
f houd bij auto's met het keyless entry and star t-systeem de elektronische sleutel in de auto.
- Trap het rempedaal stevig in en druk de knop START/STOP
in om het hybridesysteem in teschakelen.
-
Het instrumentenpaneel wordt ingeschakeld en het controlelampje Readygaat branden. Deyvermogensmeter verschijnt geleidelijk om aan te geven dat het hybridesysteem is ingeschakeld. Dit wordt bevestigd door de melding "hybridesysteem ingeschakeld". De keuzeschakelaar op"de middenconsole staat in de stand AUTO
(standaardinstelling bij het star ten).
- Het hybridesysteem bepaalt of het nodig is om de dieselmotor te starten.
- Houd het rempedaal in
getrapt en zet de selectiehendel in de stand A
om vooruit te rijden of in de stand R
(door de hendel iets omhoog te bewegen) om achteruit te rijden.
- Laat het rempedaal los; u kunt nu het gaspedaal intrappen.
- De handrem wordt bij het wegrijden automatisch vrijgezet als deze in de automatische standstaat (zo niet, zet de handrem dan handmatig vrij).
Page 34 of 358
Stilzetten van de auto en uitschakelen van het
hybridesysteem
Wanneer u wegrijdt in de elektrische stand, maakt uw auto geen geluid. Let dus extra goed op voetgangers,die u mogelijk niet horen aankomen.
- Trap het rempedaal in tot de auto volledig tot stilstand is gekomen.
- Zet de selectiehendel in de stand N.- Druk terwijl de elektronische sleutel zich in de auto bevindt de knop START/STOP
in: dehandrem wordt automatisch aangetrokken als deze in de automatische stand staat.
- Zo niet, trek de handrem dan handmatig aan, het controlelampje P
moet beslist branden.
Wanneer u de auto hebt stilgezet, dient u voordat u uitstapt het contact af te zetten en te wachten tot het controlelampje Readyuitgaat. Wanneer u dit niet doet, blijft hethybridesysteem ingeschakeld. Zie de paragraaf "Voorzorgsmaatregelen/waarschuwingen motorruimte".