Page 121 of 358
Page 122 of 358

Wij raden u aan de handrem niet tegebruiken bij zeer lage temperaturen (vorst) en bij het trekken van een aanhanger (slepen, enz.). Zet in dat geval de handrem handmatigvrij, selecteer de stand A
of R
en drukde knop STA R T/STOP in om de motor af te zetten.
De elektrisch bediende handrem kan op tweemanieren worden bediend:-
Automatisch aantrekken/vrijzetten
De handrem wordt automatisch aangetrokken bij het afzetten van de motor
en automatisch vrijgezet bij het wegrijden (standaard geactiveerde functies), -Handmatig aantrekken/vrijzettenDe handrem kan handmatig worden aangetrokken door aan de hendel A te
trekken.
U kunt de handrem handmatig weer
vrijzetten door het rempedaal ingetrapt
te houden en
gelijktijdig aan de hendel te
trekkenen deze vervolgens los te laten.
Als de handrem nog niet is aangetrokken enhet bestuurdersportier wordt geopend, klinkt er een geluidssignaal en verschijnt er een meldingop het display.
Programmeren van de
automatische werkin
g
Afhankelijk van het land van bestemming kande functie voor het automatisch aantrekken van
de handrem bij het afzetten van de motor en
het automatisch vrijzetten van de handrem bij
het wegrijden worden uitgeschakeld.
Raadplee
g het CITROËN-netwerk of eengekwalificeerde werkplaats om de functie weer
te activeren.
De functie wordt in dat gevalgeprogrammeerd via het configuratiemenu.
Elektrisch bediende handrem
Als de functie is uitgeschakeld, dient u
de handrem dus handmatig te bedienen. Als dit controlelampje brandt op
het instrumentenpaneel, is de
automatische functie uit
geschakeld.
Verlaat de auto nooit zonder dat u zichervan hebt verzekerd dat de handrem is aangetrokken.
Dit controlelampje blijftpermanent branden.
Sticker op het portierpaneel
Page 123 of 358

121Rijden
Om bij aangezet contact of ingeschakeld hybridesysteem de handrem vrij te zetten, traptu het rempedaal
in, trekt
u aan de hendel Ainen laat u deze vervolgens weer los.
De vrijgezette toestand van de handrem wordt
aangegeven door:
Handmatig vrijzetten
- het uitgaan van het
waarschuwingslampje handrem en het controlelampje Pop de
hendel A,- een melding.
Als u aan de hendel A trekt zonder het rempedaal in te trappen, wordt de handrem niet vrijgezet en verschijnt een melding op hetinstrumentenpaneel.
U kunt, indien nodi
g, de handrem extra stevig aantrekken. Dit gebeurt door de hendel Alanger te bedienen
, tot een melding op hetdisplay verschijnt en er een geluidsignaal klinkt. Het extra stevig aantrekken van de
handrem is noodzakelijk in de volgende
omstandi
gheden:
- wanneer een aanhanger aan de auto is gekoppeld en de automatische bedieningis geactiveerd, terwijl u de handremhandmatig bedient,
- wanneer de hellingcondities vermoedelijk
zullen variëren terwijl de auto stilstaat(bijvoorbeeld wanneer de auto ver voerd
wordt op een boot of trailer, of bij slepen).
Extra stevig aantrekken
In het geval van een aangekoppeldeaanhanger, wanneer de auto beladen is of op een steile helling staat, dient ude handrem extra stevig aan te trekken, bij het parkeren de voor wielen naar de stoeprand te sturen en een versnelling in te schakelen. Na het extra stevig aantrekken van de handrem duurt het langer voordat de handrem weer is vrijgezet.
Controleer voordat u de auto verlaatof het waarschuwingslampje van de handrem op het instrumentenpaneelen het controlelampje op de hendel Aconstant branden.
Wanneer de auto stilstaat en u bi
j ingeschakeld
of uitgeschakeld hybridesysteem de handrem
wilt aantrekken, trekt
u aan de hendel A .
Handmatig aantrekken
De aangetrokken toestand van de handrem
wordt aangegeven door:
- h
et branden van het
waarschuwingslampje handrem en het controlelampje P op de hendel A ,
- een melding.
Wanneer u het bestuurdersportier opent bij ingeschakeld hybridesysteem terwijl dehandrem niet is aangetrokken, klinkt er een geluidssignaal en verschijnt er een melding op het display.
Page 124 of 358

Controleer voordat u de auto verlaatof het waarschuwingslampje van dehandrem op het instrumentenpaneelen het controlelampje op de hendel Aconstant branden. Laat kinderen nooit alleen in de autowanneer het contact is aangezet: zezouden de handrem kunnen vrijzetten.
Automatisch aantrekken,
motor afgezet
- het branden van het
waarschuwingslampje handrem
en het controlelampje P op de hendel A ,- een melding. W
anneer de auto stilstaat en u de motor afzet, wordt de handrem automatisch aangetrokken.De aangetrokken toestand van de handrem
wordt aangegeven door:
Automatisch vrijzetten
De elektrische handrem wordt automatischgeleidelijk vrijgezet bij het wegrijden
; selecteer de stand A
, M
of Ren geef gas.
De vrijgezette toestand van de handrem wordt
aangegeven door:
-
het doven van het
waarschuwingslampje handremen het controlelampje P op de hendel A
,
- een melding.
Geef, wanneer de auto stilstaat metingeschakeld hybridesysteem, niet onnodig gas, omdat u dan het risicoloopt dat de handrem wordt vrijgezet.
Controleer voordat u de auto verlaatof het waarschuwingslampje van dehandrem op het instrumentenpaneelen het controlelampje op de hendel Aconstant branden.
Handrem aantrekken,
bi
j ingeschakeld hybridesysteem
Wanneer de auto stilstaat bij ingeschakeldhybridesysteem, dient u de auto tegen
wegrollen te beveiligen door de handrem
handmatigaan te trekken. Trek daarvoor aan de hendel A.
De aangetrokken toestand van de handrem
wordt aangegeven door:
- h
et branden van het
waarschuwingslampje handrem en het controlelampje Pop de
hendel A,
- een melding.
Wanneer u het bestuurdersportier opent
om uit te stappen ter wijl de handrem niet is
aangetrokken, klinkt er een geluidssignaal en
verschijnt er een melding op het display.
Page 125 of 358

123Rijden
Noodremfunctie
Wanneer het rempedaal niet werkt of bij uitzonderlijke situaties (bijv. wanneer de bestuurder
onwel wordt), kan de auto worden gestopt door aande hendel Ate trekken en deze vast te houden.A De dynamische stabiliteitsregeling zorgt ervoor dat
de auto stabiel blijft wanneer de noodremfunctie actief is.
In geval van een storing aan het systeem van de
noodremfunctie verschijnt een melding op het display.
Noodontgrendeling
)
Neem het wielblok en de slinger voor het ontgrendelen van de handrem uit de
bagageruimte (onder de vloerbekleding).
) Als de auto op een helling staat, beveiligdeze dan tegen wegrollen door wielblokken
vóór (auto hellingafwaarts geparkeerd) of
achter (auto hellingopwaarts geparkeerd)de voorwielen te plaatsen.
Bi
j een defect aan de elektrisch bediende handrem of een lege accu kan de handrem door middel van een mechanische noodontgrendeling worden ontgrendeld. ) Beveilig de auto tegen wegrollen door bij ingeschakeld hybridesysteem deselectiehendel in de stand M
of Rte zetten. )
Zet de motor af en zet het contact
weer aan (druk de knop START/STOP
twee keer in). Als de auto niet tegen
wegrollen kan worden beveiligd, mag de
noodontgrendeling niet worden uitgevoerden moet zo snel mogelijk contact worden
opgenomen met het CITROËN-netwerk of
met een gekwalificeerde werkplaats.
De noodremfunctie mag uitsluitend in uitzonderlijke gevallen worden gebruikt. Bi
j een storing aan het CDS, aangegeven door het branden van
dit waarschuwingslampje, kan de
stabiliteit bij het remmen niet worden gegarandeerd.
In dat geval moet de bestuurder er zelf
voor zorgen dat de auto stabiel blijft door afwisselend aan de hendel A te trekken en deze weer los te laten.
Page 126 of 358

Neem in verband met de veiligheid
na deze handeling altijd en zo snel mogelijk contact op met het CITROËN-netwerk om het deksel te laten vervangen.
De auto kan wegrollen nadat demechanische noodontgrendeling is uitgevoerd. Als dit gereedschap isaangebracht, kan de handrem niet meer worden aangetrokken.
De hendel A
mag niet worden bedienden de motor mag niet worden uitgezet of gestart als het ontgrendelgereedschapaangebracht is. Houd de opening vrij van stof en vocht. Om de elektrisch bediende handremweer te activeren (na het oplossen van de storing of als de accu opspanning of vervangen is) dient u dehendel Aaangetrokken te houden tothet controlelampje van de handrem op het instrumentenpaneel knippert.Houd de hendel ver volgens nogmaalsaangetrokken tot het controlelampje
permanent brandt. Zet de linker voorstoel in de achterste
stand
.
)Schuif de bestuurdersstoel zo ver mogelijk naar achteren. )Til het onder de stoel in de vloerbekleding uitgesneden gedeelte B op. )Maak het deksel C
van de opening Dopen met behulp van de slinger (die zich in de
bagageruimte bevindt). )Plaats de slinger in de opening D. )Draai de slinger meerdere tientallen
omwentelingen met de wijzers van de
klok mee.
Vanwege deveiligheid moetu zo lang aan de slinger te draaien tot u niet verder kunt. Nu is de handrem ontgrendeld.
) Ver wijder de slinger en berg deze op. )
De werking van de handrem wordt weer geactiveerd als u het contact af- en weer aanzet. Als het activeren van de handrem
niet mogelijk is, raadpleeg dan het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats. ) Het kan de keer erna langer dan normaal
duren voor de handrem is aangetrokken.
Page 127 of 358

125
Rijden
Storingen
Als het storingslampje van de elektrische parkeerrem gaat branden in combinatie met één of meer verklikkerlampjes uit de onderstaande tabel, zet
de auto dan op een veilige plaats stil (vlakke ondergrond, met ingeschakelde versnelling) en raadpleeg zo snel mogelijk het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
SituatiesGevolgen
Weer
gave van de melding " Storing parkeerrem
" en branden van devolgende verklikkerlampjes:
- De automatische bediening is uitgeschakeld.
- De hill holder is niet beschikbaar.
- De elektrische parkeerrem kan alleen handmatig worden bediend.
Weer
gave van de melding " Storing parkeerrem
" en branden van devolgende verklikkerlampjes:
- De elektrische parkeerrem kan alleen handmatig worden vrijgezet door het rempedaal in te trappen en aan de hendel te trekken.
- De hill holder is niet beschikbaar.
- De automatische bediening en het handmatig aantrekken van de
parkeerrem blijven mogelijk.
Weer
gave van de melding " Storing parkeerrem
" en branden van devolgende verklikkerlampjes:
- De automatische bediening is uitgeschakeld.
- De hill holder is niet beschikbaar.
Page 128 of 358