Page 89 of 276

3/
ERGONOMIE EN COMFORT
Hoe lang de verlichting van de bagageruimte blijft branden, hangt
af van de situatie:
- bij afgezet contact: ongeveer 10 minuten,
- in de eco-mode: ongeveer 30 seconden,
- bij draaiende motor: onbeperkt.
OPBERGBAK
Hierin vindt u verschillende ruimtes waarin o.a. een lampenset,
een EHBO-tas, een noodreparatieset voor een lekke band, een
gevarendriehoek en een afneembare trekhaakkogel kunnen worden
opgeborgen.
VERLICHTING BAGAGERUIMTE
Uw auto is voorzien van twee lichtpunten in de bagageruimte; één in de
rechter zijbekleding van de bagageruimte en één in het midden onder
de hoedenplank.
Deze gaan automatisch branden zodra de bagageruimte wordt geopend
en doven zodra deze wordt gesloten.
De verlichting kan niet handmatig worden uitgeschakeld.
Een tweede gevarendriehoek kan worden opgeborgen in de
bekleding van het kofferdeksel. Toegang tot de opbergbak:
)
til de vloerplaat op met behulp van de riem,
)
zet deze in een verticale positie voorbij de aanslagen aan de
zijkanten van de bagageruimte.
Page 90 of 276

88
SCHAKELAAR VERLICHTING
EXTERIEUR
Met de lichtschakelaar kunt u de verlichting van de auto selecteren en
inschakelen.
HOOFDVERLICHTING
De verlichting van de auto voor en achter is ontwikkeld om de
zichtbaarheid van de auto en het zicht van de bestuurder aan te passen
aan de omgeving en de weersomstandigheden:
- parkeerlicht: om gezien te worden,
- dimlicht: voor een optimaal zicht zonder medeweggebruikers te
verblinden,
- grootlicht: voor een optimaal zicht op wegen zonder tegenliggers.
AANVULLENDE VERLICHTING
Uw auto is voorzien van aanvullende verlichting voor specifieke
rijomstandigheden:
- mistachterlicht: voor een optimale zichtbaarheid van achteren,
- mistlampen vóór: voor extra zicht bij slecht weer,
- bochtverlichting: voor een optimaal zicht in bochten,
- appèllichten: voor een betere zichtbaarheid van uw auto overdag.
INSTELLINGEN
Het verlichtingssysteem van uw auto heeft verschillende extra
automatische functies die afzonderlijk kunnen worden ingesteld:
- follow me home-verlichting,
- automatische verlichting,
- bochtverlichting.
Onder bepaalde weersomstandigheden (lage temperatuur,
vochtigheid) kan zich een laagje condens aan de binnenzijde van
de koplampen en de achterlichten vormen; dit verdwijnt enkele
minuten na het ontsteken van de koplampen.
Page 91 of 276

4/
ZICHT
Uitvoering zonder automatische inschakeling
Uitvoering met automatische inschakeling
HANDBEDIENDE FUNCTIES
De lichtschakelaar bestaat uit de ring A
en de hendel B
.
A.
Ring voor de selectie van de stand van de hoofdverlichting: draai
aan de ring om het symbool van de gewenste stand tegenover het
merkteken te zetten.
Lichten uit.
Automatische verlichting.
B.
Hendel om over te schakelen naar een ander type verlichting: trek de
hendel naar u toe om over te schakelen van dim- naar grootlicht en terug.
Als de verlichting is uitgeschakeld of alleen de parkeerlichten zijn
ingeschakeld, kunt u een lichtsignaal geven door de hendel naar u toe
te trekken. Alleen parkeerlicht.
Dimlicht of grootlicht.
CONTROLELAMPJES
Een controlelampje op het instrumentenpaneel geeft aan dat de
geselecteerde verlichting is ingeschakeld.
Het instrumentenpaneel wordt, zowel overdag als 's nachts, permanent
verlicht. Er is dus geen verband tussen de verlichting van het
instrumentenpaneel en het inschakelen van de verlichting.
Page 92 of 276

90
C.
Ring voor de selectie van de mistverlichting.
De mistverlichting werkt in combinatie met dimlicht en grootlicht.
Mistlampen vóór en mistachterlicht.
Draai ring C
:
)
één keer naar voren om de mistlampen vóór in te schakelen,
)
nogmaals naar voren om het mistachterlicht in te schakelen,
)
één keer naar achteren om het mistachterlicht uit te schakelen,
)
nogmaals naar achteren om de mistlampen vóór uit te schakelen.
Als de verlichting automatisch wordt uitgeschakeld (uitvoeringen met de
stand AUTO) of als het dimlicht handmatig wordt uitgeschakeld, blijven
de mistverlichting en het parkeerlicht branden.
)
Draai de ring naar achteren om de mistverlichting uit te schakelen.
Het parkeerlicht wordt dan ook uitgeschakeld.
Bij helder of regenachtig weer, zowel overdag als 's nachts,
zijn de mistlampen vóór en het mistachterlicht verblindend voor
medeweggebruikers en daarom niet toegestaan. Gebruik de
mistlampen vóór en het mistachterlicht uitsluitend bij mist of
sneeuwval.
Onder deze weersomstandigheden dient u de mistlampen vóór
en het dimlicht handmatig in te schakelen, omdat de lichtsensor
voldoende licht kan waarnemen.
Vergeet niet de mistlampen uit te zetten zodra ze niet meer nodig
zijn.
Uitschakelen van de verlichting bij het afzetten van het contact
Bij het afzetten van het contact gaat alle verlichting onmiddellijk
uit, behalve het dimlicht als de automatische follow me
home-verlichting is geactiveerd.
Inschakelen van de verlichting na het afzetten van het contact
Draai om de lichtschakelaar weer te activeren terwijl de verlichting
uit is, de ring A
in de stand "0"
en vervolgens in de stand van uw
keuze.
Als het bestuurdersportier wordt geopend, klinkt een
geluidssignaal om aan te geven dat de verlichting nog brandt.
De verlichting, met uitzondering van het parkeerlicht, wordt na
maximaal 30 minuten automatisch uitgeschakeld om het ontladen
van de accu te voorkomen.
Page 93 of 276

4/
ZICHT
VERLICHTING OVERDAG
Verlichting overdag is in sommige landen verplicht en wordt
automatisch ingeschakeld als de motor wordt gestart, zodat de auto
overdag beter zichtbaar is voor de overige weggebruikers.
In landen waar verlichting overdag verplicht is:
- is deze functie standaard ingeschakeld en is het niet mogelijk om
deze uit te schakelen,
- brandt het dimlicht in combinatie met de parkeerlichten en de
kentekenplaatverlichting.
HANDBEDIENDE FOLLOW ME HOME-VERLICHTING
Deze functie zorgt ervoor dat na het afzetten van het contact de
dimlichten nog even blijven branden om het uitstappen in het donker te
vergemakkelijken.
Inschakelen
)
Geef bij afgezet contact een "lichtsignaal" met de lichtschakelaar.
)
Geef nogmaals een "lichtsignaal" om de functie uit te schakelen.
Uitschakelen
Na het vergrendelen van de auto wordt de handbediende follow me
home-verlichting na een bepaalde tijd automatisch uitgeschakeld.
In overige landen werkt de verlichting overdag met speciale lichtunits.
De lichtschakelaar moet in de stand "0"
of "AUTO"
staan.
Deze functie kan worden ingeschakeld of uitgeschakeld via
het configuratiemenu van de auto.
De verlichting overdag wordt pas daadwerkelijk
uitgeschakeld als de lichtschakelaar wordt bediend of als
de motor de volgende keer wordt gestart. De verlichting
overdag wordt wel onmiddellijk ingeschakeld.
Page 94 of 276

92
AUTOMATISCHE VERLICHTING
Het parkeerlicht en het dimlicht worden automatisch ingeschakeld als
de lichtsterkte van de omgeving onvoldoende is of in bepaalde gevallen
dat de ruitenwissers worden ingeschakeld.
De verlichting wordt uitgeschakeld als de lichtsterkte van de omgeving
weer voldoende is of nadat het wissen is gestopt.
Inschakelen
)
Draai de ring in de stand "AUTO"
. Het inschakelen wordt bevestigd
door een melding op het display.
Uitschakelen
)
Draai de ring in een andere stand. Het uitschakelen wordt
bevestigd door een melding op het display.
Koppeling met de automatische follow me home-verlichting
De koppeling van de automatische follow me home-verlichting aan de
automatische verlichting biedt de volgende extra mogelijkheden:
- instellen van de duur van de follow me home-verlichting (15, 30 of
60 seconden) via de instelfuncties in het configuratiemenu van de
auto,
- automatische inschakeling van de follow me home-verlichting als
de automatische verlichting is ingeschakeld.
Storing
Bij een storing in de lichtsensor gaat de verlichting branden,
wordt dit pictogram weergegeven op het instrumentenpaneel
en/of verschijnt een melding op het display, in combinatie
met een geluidssignaal.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Als de lichtsensor bij mist of sneeuw voldoende licht waarneemt,
wordt de verlichting niet automatisch ingeschakeld.
Dek de met de regensensor gecombineerde lichtsensor die zich in
het midden van de voorruit achter de binnenspiegel bevindt, niet
af. De aan de sensor gekoppelde functies worden dan niet meer
bediend.
Page 95 of 276
4/
ZICHT
HALOGEEN KOPLAMPEN
HANDMATIG VERSTELLEN
A
UTOMATISCHE VERSTELLING
VAN DE K
OPLAMPEN MET
XEN
ONVERLICHTING
Verstel de hoogte van de koplampen met halogeenlampen afhankelijk
van de belading van uw auto om verblinding van medeweggebruikers te
voorkomen.
0.
1 of 2 personen voorin.
-. 3 personen.
1.
4 personen.
-.
Tusseninstelling.
2.
4 personen + maximaal toegestane belading.
-. Tusseninstelling.
3.
Bestuurder + maximaal toegestane belading. Om verblinding van andere weggebruikers te voorkomen corrigeert dit
systeem bij stilstaande auto automatisch de hoogte van de lichtbundel
van de xenonlampen, afhankelijk van de belading van de auto.
In het geval van een storing verschijnt dit pictogram op het
instrumentenpaneel, in combinatie met een geluidssignaal
en een melding op het display.
Het systeem zet in dat geval de koplampen in de lage stand.
Stand "0": basisinstelling. Raak de xenonlampen niet aan.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Page 96 of 276
94
BOCHTVERLICHTING
Als het dimlicht of grootlicht is ingeschakeld, zorgt deze functie ervoor
dat de lichtbundels de wegberm beter verlichten in bochten.
Deze functie, die uitsluitend in combinatie met xenonlampen wordt
geleverd, wordt ingeschakeld bij een snelheid vanaf ongeveer 20 km/h
en zorgt voor een aanzienlijke verbetering van het zicht in bochten.
met bochtverlichting
zonder bochtverlichting
CONFIGURATIE
STORING
Als de auto stilstaat, stapvoets rijdt of in de achteruitversnelling
staat, is deze functie uitgeschakeld.
De status van de functie blijft na het afzetten van het contact in
het geheugen opgeslagen. In het geval van een storing knippert dit pictogram op het
display in combinatie met een melding op het display.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats. Deze functie kan worden geactiveerd of gedeactiveerd via
het configuratiemenu van de auto.