S
E
T/+L
I
M
ITC
R
U
ISE0 IISE
T/
–
010CHECK/000305070 90
110
13 013 015
017
019021
023025
01
1090705
0301
015 00
.51.52.54.
512
6
7 5 4 3tr/min
x1000
km/hmph3.550 01/2
190
1305
.560612935
550454
03530252015105
A/C672
VENTILATIE
LUCHTTOEVOER
De lucht in het interieur wordt gefilterd en wordt van buitenaf
toegevoerd via het luchtrooster onder de voorruit, of in het interieur
gerecirculeerd.
LUCHTGELEIDING
De lucht kan afhankelijk van de instellingen van de bestuurder via
verschillende circuits worden toegevoerd:
- rechtstreekse toevoer naar het interieur (toevoer van buitenlucht),
- toevoer via het verwarmingscircuit,
- toevoer via het circuit van de airconditioning.
Stel de temperatuurregeling in: de lucht van de verschillende circuits
wordt gemengd om het gewenste comfortniveau te bereiken.
Stel de luchtverdeling in: de lucht wordt via de gewenste
uitstroomopeningen over het interieur verdeeld.
Stel de luchtopbrengst in: de aanjagersnelheid wordt verhoogd of
verlaagd.
BEDIENINGSPANEEL
Het systeem wordt bediend via het bedieningspaneel A
van de
middenconsole. De volgende functies zijn aanwezig:
- temperatuurregeling,
- luchtopbrengstregeling,
- regeling luchtverdeling,
- ontdooien en ontwasemen,
- handbediende of automatische airconditioning.
LUCHTVERDELING
1.
Uitstroomopeningen voor het ontdooien of ontwasemen van de
voorruit.
2.
Uitstroomopeningen voor het ontdooien of ontwasemen van de
zijruiten.
3.
Afsluitbare en verstelbare zijventilatieroosters.
4.
Afsluitbare en verstelbare middelste ventilatieroosters.
5.
Uitstroomopeningen beenruimte voorpassagiers.