Page 73 of 299

BELANGRIJK De achterportieren kunnen niet van
binnenuit worden geopend als het kinderslot is
ingeschakeld.
BELANGRIJK
Gebruik het kinderslot steeds
wanneer kinderen worden vervoerd.
Controleer na inschakeling van het
kinderslot bij beide achterportieren of het
slot daadwerkelijk is ingeschakeld door aan
de handgreep aan de binnenzijde van de
portieren te trekken.
NOODVERGRENDELING VOORPORTIER
PASSAGIERSZIJDE EN ACHTERPORTIEREN
De voorportier aan passagierszijde en de
achterportieren zijn voorzien van een
vergrendelingssysteem wanneer er geen stroom
aanwezig is.
Ga hiervoor als volgt te werk:
❒draai de metalen baard van de sleutel in de
stand Afig. 54 (voorportier aan passagierszijde)
of B fig. 53 (achterportieren);
❒draai de sleutel rechtsom en haal hem uit het
slot Afig. 54 of B fig. 53.
Ga als volgt te werk om het knopje van het slot
weer in dezelfde stand te zetten (alleen wanneer
de acculading hersteld is):
❒druk op de knop
van de afstandsbediening;❒druk op de knop
om de portieren te
ont-/vergrendelen;
❒open een voorportier door de sleutel in het slot
te steken;
❒trek aan de binnenhandgreep van het portier.
Als bij ingeschakeld kinderslot en de
voorheen beschreven
vergrendelingswijze de
binnenhandgreep van een achterportier wordt
bediend, lukt het niet om het portier te
openen en komt alleen het knopje van de
sloten omhoog. Het portier kan alleen worden
geopend door aan de buitenhandgreep te
trekken. In geval van een noodvergrendeling
wordt de ont-/vergrendelknop
niet buiten
werking gesteld.
fig. 54
L0F0215
71WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 74 of 299

BELANGRIJK Als de accu werd losgekoppeld of
als een zekering is doorgebrand, dan moet de
centrale portiervergrendeling opnieuw worden
geïnitialiseerd. Ga hiervoor als volgt te werk:
❒sluit alle portieren;
❒druk op de knop
van het afstandsbediening of
op de knop
voor centrale
portiervergrendeling op het instrumentenpaneel;
❒druk op de knop
van het afstandsbediening of
op de knop
voor centrale
portiervergrendeling op het instrumentenpaneel.
ELEKTRISCHE RUITBEDIENINGDeze werkt met de contactsleutel in de stand MAR
en gedurende circa drie minuten nadat de
contactsleutel naar de stand STOP is gedraaid of
verwijderd is als een van de voorportieren geopend
is.
De bedieningsknoppen bevinden zich op de
portierpanelen (bij bepaalde versies/markten)
(vanaf het paneel van het bestuurdersportier
kunnen alle ruiten bediend worden).
Er is een knelbeveiliging aanwezig die tijdens het
sluiten van de voor- en achterruiten werkt (bij
bepaalde versies/uitvoeringen).
BELANGRIJK
Oneigenlijk gebruik van de
elektrische ruitbediening kan
gevaarlijk zijn. Controleer voor en tijdens
het bedienen altijd of de passagiers niet
kunnen worden verwond door de bewegende
ruiten of door voorwerpen die door de ruit
worden meegesleept of geraakt. Verwijder
altijd de sleutel uit het contactslot als de
auto wordt verlaten om te voorkomen dat
onverwachtse bediening van de elektrische
ruitbediening gevaar oplevert voor de
achtergebleven passagiers.
72
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 75 of 299

BEDIENINGSELEMENTEN
Bestuurdersportierfig. 55
A: openen/sluiten zijruit linksvoor; "continue
automatische" werking tijdens openen/sluiten ruit
B: openen/sluit zijruit rechtsvoor; "continue
automatische" werking tijdens openen/sluiten ruit
(bij bepaalde versies/markten)
C: inschakeling/uitschakeling bediening achterste
zijruiten
D: openen/sluiten zijruit linksachter (bij bepaalde
versies/markten); "continue automatische"
werking tijdens openen/sluiten ruit
E: openen/sluiten zijruit rechtsachter (bij
bepaalde versies/markten); "continue
automatische" werking tijdens openen/sluiten ruit.Druk op de knoppen om de gewenste ruit te
openen/sluiten. Wanneer een van de twee knoppen
kort wordt ingedrukt, beweegt de ruit in
"stappen"; als de knop ingedrukt wordt gehouden,
wordt de "continue automatische" werking voor
het openen en sluiten geactiveerd.
Als opnieuw op de bedieningsknop wordt gedrukt,
stopt de ruit in de gewenste positie. Als de knop
enkele seconden ingedrukt wordt gehouden,
gaat de ruit automatisch open of dicht (alleen met
de contactsleutel in de stand MAR).
Voorportier aan passagierszijde en
achterportieren
(bij bepaalde versies/markten)
Op het portierpaneel aan passagierzijde en bij
sommige versies op de achterportieren, zijn
knoppen aanwezig om de betreffende ruiten te
bedienen.
Knelbeveiliging
De auto is uitgerust met een knelbeveiliging die
tijdens het sluiten van de zijruiten voor en achter
actief is. Dit veiligheidssysteem detecteert de
aanwezigheid van een obstakel tijdens het sluiten
van de ruit en grijpt in door de slag van de ruit
te stoppen en, afhankelijk van de positie van
de ruit, om te keren.
Deze voorziening is ook nuttig als de ruiten per
ongeluk worden bediend door kinderen aan boord.
fig. 55
L0F0162
73WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 76 of 299

De knelbeveiliging is zowel tijdens de handmatige
als de automatische bediening van de ruit actief.
Wanneer de knelbeveiliging geactiveerd wordt,
wordt het sluiten van de ruit onmiddellijk gestopt
en de beweging omgekeerd. Tijdens de omkering
van de beweging kan de ruit op geen enkele
manier bediend worden.
BELANGRIJK Als de knelbeveiliging binnen 1
minuut 3 keer achter elkaar ingrijpt of defect is,
wordt het automatische sluiten van de ruit
geblokkeerd, en alleen in stappen van een halve
seconde toegestaan; hierbij moet de knop
losgelaten worden voor de volgende manoeuvre.
Om de correcte werking van het systeem te
herstellen, moet de betreffende ruit geopend
worden.
BELANGRIJK Als de contactsleutel in de stand
STOP staat of verwijderd is, dan kunnen de ruiten
nog ongeveer 3 minuten worden bediend. Het
systeem wordt echter uitgeschakeld als een van de
portieren wordt geopend.
BELANGRIJK Daar waar de knelbeveiliging
aanwezig is, zorgt bediening van de knop
op de
afstandsbediening langer dan 2 seconden voor
het openen van de ruiten zolang de knop
ingedrukt wordt gehouden. Als de knoplanger
dan 2 seconden ingedrukt wordt gehouden,
worden de ruiten gesloten.
Het systeem voldoet aan de 2000/4/EG
richtlijn inzake de bescherming van
de inzittenden die uit het
inzittendencompartiment leunen.
Initialisatie elektrische ruitbediening
De initialisatieprocedure moet met gesloten
portieren en voor elk portier uitgevoerd worden,
zoals hieronder beschreven:
❒sluit de ruit volledig om handmatig te
initialiseren;
❒houd, nadat de ruit het einde van de opwaartse
slag heeft bereikt, de sluitknop minstens 1
seconde ingedrukt.
74
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 77 of 299

BAGAGERUIMTEDe ontgrendeling van de bagageruimte gebeurt
elektrisch en is uitgeschakeld wanneer de auto
rijdt.
OPENEN
Indien ontgrendeld kan de achterklep van
buitenaf geopend worden met de elektrische
hendel A fig. 56 onder de rand van de achterklep
tot de klik van het ontgrendelen wordt gehoord
of met behulp van de
knop op de
afstandsbediening.
Wanneer de achterklep wordt geopend, knipperen
de richtingaanwijzers twee keer en gaat de
bagageruimteverlichting branden. Wanneer de
achterklep wordt gesloten, gaat de verlichting
automatisch uit. De verlichting gaat ook uit
wanneer de achterklep een paar minuten open
wordt gelaten.Achterklep van binnenuit openen in geval van
nood
Ga als volgt te werk:
❒verwijder de achterste hoofdsteunen en klap de
zittingen volledig om (zie de paragraaf
"Bagageruimte uitbreiden");
❒druk op de hendel A fig. 57;
BELANGRIJK
Let op dat geen voorwerpen op de
hoedenplank worden geraakt
wanneer de achterklep van de bagageruimte
wordt geopend.
fig. 56
L0F0031
fig. 57
L0F0041
75WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 78 of 299

SLUITEN
Trek aan het lipje A fig. 58, laat de achterklep
zakken en druk in de buurt van het slot totdat het
vastklikt.
Wanneer de achterklep wordt geopend, knipperen
de richtingaanwijzers twee keer en gaat de
bagageruimteverlichting branden. Wanneer de
achterklep wordt gesloten, gaat de verlichting
automatisch uit. De verlichting gaat ook uit
wanneer de achterklep een paar minuten open
wordt gelaten.
BELANGRIJK Controleer of u in het bezit van de
sleutels bent voordat de achterklep wordt gesloten.
De achterklep wordt namelijk automatisch
vergrendeld.INITIALISATIE BAGAGERUIMTE
BELANGRIJK Als de accu werd losgekoppeld of
als een zekering is doorgebrand, dan moet het
open- en sluitmechanisme van de bagageruimte
opnieuw worden geïnitialiseerd. Ga hiervoor
als volgt te werk:
❒sluit alle portieren en de achterklep;
❒druk op de knop
van de afstandsbediening;
❒druk op de knopvan de afstandsbediening.
BAGAGERUIMTE UITBREIDEN
Zie voor het uitbreiden van de bagageruimte de
beschrijvingen in de paragrafen “Hoedenplank
verwijderen” en “Achterbank neerklappen”.
Hoedenplank verwijderen
Ga als volgt te werk:
❒haak de twee trekkoorden A fig. 59 los door de
oogjes B uit de steunpennen te verwijderen;
❒maak de pennen C fig. 60 buiten de
hoedenplank vrij en verwijder de hoedenplank
door hem naar buiten te trekken;
❒na verwijdering kan de hoedenplank dwars in
de bagageruimte of tussen de leuningen van de
voorstoelen en de omgeklapte zittingen van
de achterbank worden geplaatst (bij volledig
uitgebreide bagageruimte).
fig. 58
L0F0193
76
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 79 of 299
Stoelen neerklappen
Ga als volgt te werk:
❒zet de hoofdsteunen helemaal omhoog, druk op
beide knoppen A fig. 61 en B aan de zijkanten
van de twee steunen, en verwijder de
hoofdsteunen door ze omhoog te trekken;❒plaats de veiligheidsgordels opzij en controleer
of ze goed gestrekt en niet verdraaid zijn;
❒druk op de ontgrendelknop fig. 62 om het linker
of rechter rugleuninggedeelte neer te klappen en
op het zitkussen te leggen.
fig. 59
L0F0194
C
D
fig. 60
L0F0195
A
B
fig. 61
L0F0201
fig. 62
L0F0088
77WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 80 of 299

Achterbank terugzetten
Plaats de veiligheidsgordels opzij en controleer of
ze goed gestrekt en niet verdraaid zijn. Zet de
eerder neergeklapte rugleuning omhoog tot de klik
van het vergrendelmechanisme wordt gehoord.
LADING VASTZETTEN
In de bagageruimte zijn twee bevestigingen voor
kabels aanwezig waarmee de vervoerde lading
stevig vastgezet kan worden. Er zijn tevens twee
van deze bevestigingen op de achterste dwarsbalk
aanwezig.
BELANGRIJK Aan elke bevestiging mag een
lading van maximaal 100 kg worden vastgezet.
BELANGRIJK
Een zware lading die niet is vastgezet
kan ernstig letsel tijdens een ongeval
veroorzaken.
BELANGRIJK
Als in een gebied wordt gereden waar
weinig tankstations aanwezig zijn
en men benzine in een tankje wil
meenemen, moet dit overeenkomstig de
geldende voorschriften en in een
goedgekeurd tankje gebeuren dat op
passende wijze met de bevestigingen is
verankerd. Bedenk echter wel dat op deze
manier het risico op brand bij een ongeval
toeneemt.
78
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER