2011 Lancia Ypsilon Instructieboek (in Dutch)

Page 57 of 299

Lancia Ypsilon 2011  Instructieboek (in Dutch) Uitschakelen
Draai de contactsleutel in de stand STOP. Bij de
volgende start van de motor (sleutel in de stand
MAR), schakelt de regensensor niet weer in. Voor
het inschakelen van de regensensor moet

Page 58 of 299

Lancia Ypsilon 2011  Instructieboek (in Dutch) Uitschakelen
Deze functie wordt uitgeschakeld zodra de hendel
wordt losgelaten.
Gebruik de achterruitwisser nooit om
opgehoopte sneeuw of ijs te
verwijderen. In dergelijke
omstandigheden wordt bij ove

Page 59 of 299

Lancia Ypsilon 2011  Instructieboek (in Dutch) Snelheid opslaan
Ga als volgt te werk:
❒zet de draaischakelaar fig. 37 in de stand ON
and en trap het gaspedaal in om de gewenste
snelheid te bereiken;
❒beweeg de hendel ten minste één seconde
o

Page 60 of 299

Lancia Ypsilon 2011  Instructieboek (in Dutch) ❒door de hendel omlaag (–) te bewegen tot de
nieuwe snelheid is bereikt, die automatisch
wordt opgeslagen.
Elke beweging van de hendel komt overeen met
een verlaging van de snelheid van ongeveer 1

Page 61 of 299

Lancia Ypsilon 2011  Instructieboek (in Dutch) PLAFONDVERLICHTINGPLAFONDVERLICHTING VOOR
Met de schakelaar A fig. 38 wordt de
plafondverlichting in- en uitgeschakeld.
Standen schakelaar A:
❒middelste stand (stand 1): de lampjes C en D
gaan aan/u

Page 62 of 299

Lancia Ypsilon 2011  Instructieboek (in Dutch) TIJDSCHAKELING PLAFONDVERLICHTING
Bij sommige versies zijn er om het in-/uitstappen
in het donker en op slecht verlichte plaatsen te
vergemakkelijken twee tijdregelingen voorzien.
Tijdregeling bij het

Page 63 of 299

Lancia Ypsilon 2011  Instructieboek (in Dutch) Druk op het punt dat met het pijltje is aangegeven
om de lichten aan/uit te zetten (+ teken op het
lampenglas).
De plafondverlichting achter gaat ook aan
wanneer ook de plafondverlichting voor wordt
i

Page 64 of 299

Lancia Ypsilon 2011  Instructieboek (in Dutch) BEDIENINGSELEMENTENALARMKNIPPERLICHTEN
Druk op de knopfig. 43 om de lichten in- en uit te
schakelen. Bij ingeschakelde alarmknipperlichten
gaan de controlelampjes
en
op het
instrumentenpaneel branden