WEGWIJS IN UW AUTO
DASHBOARDDe aanwezigheid en de opstelling van de bedieningsorganen, de instrumenten en de lampjes kunnen
variëren in functie van de uitvoering.1. Verstelbare uitstroomopeningen 2. Vaste uitstroomopeningen voor ontwaseming van de zijruiten
3. Bedieningshendel buitenverlichting 4. Frontairbag bestuurderszijde 5. Bedieningshendel ruitenwissers
voor/achter en tripcomputer 6. Verstelbare middelste uitstroomopeningen 7. Instrumentenpaneel 8. Frontairbag
passagierszijde 9. Opbergvak 10. Bedieningsknoppen 11. Versnellingspook 12. Bedieningsorganen voor
verwarming/ventilatie/klimaatregeling 13. Autoradio (voor versies/markten, daar waar aanwezig) 14. Contactslot
fig. 1
L0F0092
5WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Een optie in het hoofdmenu zonder een submenu
kiezen:
❒druk kort op de
knop om de instelling van het
hoofdmenu die gewijzigd moet worden te
selecteren;
❒druk op de knoppen
of
(deze telkens
indrukken) om de nieuwe instelling te
selecteren;
❒druk kort op de
knop om de nieuwe instelling
op te slaan en terug te gaan naar de eerder
geselecteerde optie in het hoofdmenu.
Een optie in het hoofdmenu met een submenu
kiezen:
❒bij kort indrukken van de
knop wordt de
eerste optie van het submenu getoond;
❒druk op de knoppen
of
(deze telkens
indrukken) om de opties van het submenu te
doorlopen;
❒druk kort op de
knop om de getoonde
submenu-optie te selecteren en het betreffende
setup-menu te openen;
❒druk op de knoppen
of
(deze telkens
indrukken) om de nieuwe instelling voor deze
submenu-optie te selecteren;
❒Druk kort op de knop
om de nieuwe instelling
op te slaan en terug te gaan naar de eerder
geselecteerde menuoptie.
MENUOPTIESMenu
Met deze functie kan toegang tot de Setupmenu
worden verkregen. Druk op de knop
of
om de verschillende Menuopties te selecteren.
De knop
lang indrukken om naar het
standaardscherm terug te keren.
Lichtsterkte (regeling interieurverlichting)
(alleen bij ingeschakeld stadslicht)
Deze functie wordt gebruikt om, bij ingeschakeld
stadslicht, de lichtsterkte van het
instrumentenpaneel, de bedieningstoetsen van de
autoradio en van de automatische klimaatregeling
(voor bepaalde versies/markten) in te stellen.
Ga als volgt te werk om de lichtsterkte in te
stellen:
druk kortstondig op de knop
, de eerder
ingestelde waarde zal op de display knipperen;
druk op de knop
of
om de lichtsterkte te
regelen;
druk kortstondig op de knop
om terug te keren
naar het menuscherm of druk langdurig op de
knop om terug te keren naar het standaardscherm
zonder op te slaan.
Piep snelheid (Snelheidslimiet)
Deze functie wordt gebruikt om de snelheidslimiet
van de auto (km/h of mph) in te stellen; de
bestuurder wordt meteen gewaarschuwd wanneer
deze limiet wordt overschreden.
13WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
CONTACTSLOTDe sleutel kan naar 3 standen worden gedraaid:
fig. 17:
❒STOP: motor uit, sleutel kan verwijderd worden
en stuur geblokkeerd. Sommige elektrische
apparaten (bijv. autoradio, elektrische
ruitbediening enz.) kunnen blijven werken;
❒MAR: rijstand. Alle elektrische apparaten/
systemen kunnen werken;
❒AVV: motor starten.
Het contactslot is voorzien van een beveiliging: als
de motor bij de eerste poging niet aanslaat, moet
de sleutel teruggedraaid worden naar de stand
STOP om opnieuw te kunnen starten.
BELANGRIJK
Als er geknoeid is aan het contactslot
(bijv. een poging tot diefstal), dan
moet men het laten controleren bij het
Lancia Servicenetwerk alvorens te gaan
rijden.
BELANGRIJK
Verwijder altijd de sleutel uit het
contactslot als de auto wordt
verlaten, om onverhoeds gebruik van de
bedieningselementen te voorkomen. Vergeet
niet de handrem aan te trekken. Schakel
de 1
eversnelling in als de auto op een
helling omhoog staat geparkeerd en de
achteruitversnelling bij een helling omlaag.
Laat nooit kinderen zonder toezicht in de
auto achter.
STUURSLOT
Inschakeling:draai de sleutel naar de stand
STOP, verwijder de sleutel en verdraai het
stuurwiel tot het vergrendelt.
Uitschakeling:draai het stuur iets heen en weer
terwijl de contactsleutel naar de stand MAR wordt
gedraaid.
fig. 17
L0F0102
30
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
BELANGRIJK
Zet altijd de motor uit en verwijder
de contactsleutel uit het slot om
het stuurwiel te vergrendelen, alvorens
onderhoudswerkzaamheden uit te voeren, in
het bijzonder wanneer de wielen van de
auto los van de grond staan. Als dit niet
mogelijk is (bv. als de contactsleutel in de
stand MAR-ON moet staan of als de motor
moet draaien), moet de hoofdzekering van
de elektrische stuurbekrachtiging worden
uitgenomen.
INBOUWVOORBEREIDING
AUTORADIO(voor bepaalde versies/markten)
Als er op het moment van aanschaf geen autoradio
is besteld, is de auto voorzien van een vak in het
dashboardfig. 74.
De inbouwvoorbereiding voor een autoradio
bestaat uit:
❒voedingskabels autoradio, speakers voor en
achter en een antenne;
❒vak voor autoradio;
❒antenne (op dak).
De autoradio moet in het hiervoor bestemde vak A
fig. 74 gemonteerd worden; toegang tot dit vak
wordt verkregen door te drukken op de twee
borglipjes in het vak zelf; de voedingskabels
kunnen hier gevonden worden.
fig. 74
L0F0052
95WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
MONTAGE VAN ELEKTRISCHE/
ELEKTRONISCHE SYSTEMENMONTAGE VAN ELEKTRISCHE/
ELEKTRONISCHE SYSTEMEN
Elektrische/elektronische systemen die na
aanschaf van de auto door de aftersales-service
worden gemonteerd, moeten van het merkteken
zijn voorzien (zie fig. 76).
Fiat Auto S.p.A. autoriseert de montage van
zend-/ontvangstapparatuur op voorwaarde dat
deze door een gespecialiseerd bedrijf op
vakkundige wijze en overeenkomstig de
aanwijzingen van de fabrikant wordt uitgevoerd.
BELANGRIJK In geval van montage van systemen
waarbij de kenmerken van de auto worden
gewijzigd, kan het kentekenbewijs door
de bevoegde instanties ingenomen worden. Dit
kan ook de ongeldigheid van de garantie met zich
meebrengen voor defecten veroorzaakt door
voornoemde wijziging of die direct of indirect
hierop terug te voeren zijn.FIAT S.p.A. wijst elke aansprakelijkheid af voor
schade die het gevolg is van montage van
accessoires die niet door Fiat Auto S.p.A. zijn
geleverd of aanbevolen en die niet conform de
verschafte aanwijzingen zijn gemonteerd.
RADIOZENDAPPARATUUR EN MOBIELE
TELEFOONS
Radiozendapparatuur (autotelefoons, CB-zenders,
radioamateurs e.d.) mag alleen in de auto worden
gebruikt met een aparte antenne die aan de
buitenkant is gemonteerd.
BELANGRIJK Het gebruik van deze apparaten in
de auto (zonder buitenantenne) kan storingen in
de elektrische systemen van de auto veroorzaken.
Dit kan de veiligheid van de auto in gevaar
brengen en een potentieel gevaar voor de
gezondheid van de passagiers opleveren.
Tevens kan de zend- en ontvangstkwaliteit
beperkt worden door het afschermingseffect van
de carrosserie. Voor wat betreft het gebruik van
mobiele telefoons (GSM, GPRS, UMTS) met
het officiële EU-keurmerk, wordt verwezen naar
de gebruiksaanwijzingen van de fabrikant van
de mobiele telefoon.
fig. 76
DISPOSITIVI-ELETTRONICI
97WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
ACCUAccu F (zie vorige bladzijden) vereist niet dat de
elektrolyt met gedestilleerd water wordt bijgevuld.
Een periodieke controle bij het Lancia
Servicenetwerk is echter noodzakelijk om de
efficiëntie te verifiëren.
ACCU VERVANGEN
Vervang indien nodig de accu door een andere
originele accu met dezelfde specificaties. Volg de
aanwijzingen van de fabrikant van de accu voor
het onderhoud.
NUTTIG ADVIES OM DE LEVENSDUUR VAN
DE ACCU TE VERLENGEN
Neem de volgende aanwijzingen in acht om het
snel ontladen van de accu te voorkomen en de
levensduur te verlengen:
❒wanneer de auto wordt geparkeerd, controleer
dan of de portieren, de motorkap en de
achterklep goed gesloten zijn. Hiermee wordt
voorkomen dat de interieurverlichting blijft
branden.
❒schakel de interieurverlichting uit: de auto is in
ieder geval uitgerust met een systeem voor
automatische uitschakeling van de
interieurverlichting;
❒houd accessoires (bijv. autoradio,
alarmknipperlichten, etc.) niet te lang
ingeschakeld wanneer de motor is uitgezet;❒maak voordat werkzaamheden aan de
elektrische installatie worden uitgevoerd, de
kabel van de minpool op de accu los;
❒trek de accuklemmen stevig aan.
BELANGRIJK Als het ladingsniveau gedurende
langere tijd onder 50% blijft, raakt de accu door
sulfatering beschadigd. Hierdoor verminderen
de capaciteit en het startvermogen.
De accu is in dit geval ook gevoeliger voor
bevriezing (dit kan reeds bij temperaturen van
-10°C gebeuren). Als de auto langere tijd niet
gebruikt wordt, zie dan "Langdurige stilstand van
de auto” in het hoofdstuk "Starten en rijden".
Als men na aanschaf van de auto elektrische
accessoires wil monteren die constante voeding
vereisen (alarm enz.), of accessoires die de
elektrische installatie zwaar belasten, wordt
geadviseerd contact op te nemen met het Lancia
Servicenetwerk; het gekwalificeerde personeel
zal dan het totale stroomverbruik van deze
accessoires beoordelen.
BELANGRIJK
Accuvloeistof is giftig en corrosief.
Vermijd contact met huid en ogen.
Houd open vuur en vonkvormende
apparaten uit de buurt van de accu: brand-
en explosiegevaar.
220WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORGTECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
INHOUDSOPGAVE
INLEIDING .............................................................263
TIPS ......................................................................263
TECHNISCHE GEGEVENS .................................265
Luidsprekers voor Basic Audio specificatie .............265
Luidsprekers voor 360° HI-FI MUSIC specificatie ..265
SNELGIDS ..............................................................266
Algemene functies ..................................................267
Radiofuncties .........................................................268
CD-functies ............................................................268
Media Player functies (alleen bijBlue&Me™) ......269
BEDIENINGSTOETSEN OP STUURWIEL .............270
INLEIDING .............................................................271
FUNCTIES EN AFSTELLINGEN ............................272
INSCHAKELING AUTORADIO .............................272
UITSCHAKELING AUTORADIO ..........................272
RADIOFUNCTIES KIEZEN...................................272
CD-FUNCTIE KIEZEN .........................................273
GEHEUGENFUNCTIE AUDIOBRON ....................273
VOLUMEREGELING ............................................273
MUTE/PAUSE FUNCTIE ......................................273
GELUIDSINSTELLINGEN....................................273
TOONREGELING (lage/hoge tonen) .....................274
BALANSREGELING..............................................274
FADERREGELING ................................................275
LOUDNESSFUNCTIE ...........................................275
EQ-FUNCTIE .......................................................275
FUNCTIE USER EQ SETTINGS ..........................276
MENU....................................................................276
AF SWITCHING functie .......................................277
TRAFFIC INFORMATION functie .........................277REGIONAL MODE functie ...................................278
MP3 DISPLAY functie ...........................................279
SPEED VOLUME functie .....................................279
RADIO ON VOLUME functie ................................280
SPEECH VOLUME functie ...................................280
AUX OFFSET functie ...........................................281
RADIO OFF functie ..............................................281
SYSTEM RESET functie ........................................281
VOORBEREIDING VOOR INBOUW TELEFOON .281
DIEFSTALBEVEILIGING......................................282
RADIO (TUNER) .....................................................283
INLEIDING ...........................................................283
KEUZE GOLFBAND .............................................283
VOORKEUZETOETSEN .......................................283
OPSLAG VAN LAATST BELUISTERDE
STATION ...............................................................283
AUTOMATISCHE AFSTEMMING .........................284
HANDMATIGE AFSTEMMING .............................284
AUTOSTORE FUNCTIE .......................................284
ONTVANGST VAN NOODBERICHTEN ................285
EON FUNCTIE (Enhanced Other Network)...........285
STEREO-UITZENDINGEN ...................................285
CD-SPELER ............................................................285
INLEIDING ...........................................................285
KEUZE VAN DE CD-SPELER ..............................285
INBRENGEN/UITWERPEN VAN DE CD ..............286
DISPLAY-INFORMATIE ........................................286
KEUZE VAN NUMMER (vooruit/achteruit)...........287
SNEL VOORUIT-/TERUGSPOELEN VAN
NUMMERS ............................................................287
PAUZE-FUNCTIE .................................................287
261
AUTORADIO
CD MP3-SPELER ....................................................287
INLEIDING ...........................................................287
MP3 WERKING .....................................................287
KEUZE VAN MP3-SESSIES OP HYBRIDE
DISKS ....................................................................288
DISPLAY-INFORMATIE ........................................288
KEUZE VAN VOLGENDE/VORIGE MAP.............289
STRUCTUUR VAN DE MAPPEN ..........................289AUX (uitsluitend bij hetBlue&Me™ systeem) ........289
INLEIDING ...........................................................289
AUX MODUS .........................................................289
PROBLEEMOPLOSSING .......................................290
ALGEMEEN ..........................................................290
CD-SPELER ..........................................................290
LEZEN VAN MP3-BESTAND ................................290
262
AUTORADIO