Page 65 of 88

worden gecontroleerd en de scharnier-
punten en de metaal-op-metaal contactv-
lakken moeten indien nodig worden ges-
meerd.
DWA10741
Als de middenbok of de zijstandaard
niet soepel omhoog en omlaag bewe-
egt, vraag dan een Yamaha dealer deze
te controleren of te repareren. Een
slecht functionerende middenbok of
zijstandaard kan het wegdek raken en
u afleiden, waardoor u de controle over
de machine kunt verliezen.
DAU23272
Voorvork controleren
De conditie en de werking van de voor-
vork moeten als volgt worden gecontrole-
erd volgens de intervalperioden vermeld
in het periodieke smeer- en onderhoudss-
chema.
Om de conditie te controleren
1. Controleer de binnenste vorkbuizen
op krassen, beschadigingen en over-
matige olielekkage.
Om de werking te controleren
1. Zet de machine op een vlakke onder-
grond en houd deze rechtop.
WAARSCHUWING! Ondersteun de
machine zorgvuldig om omvallen
en mogelijk letsel te voorkomen.
[DWA10751]
2. Bekrachtig de voorrem en druk het
stuur een paar keer stevig naar bene-
den om te controleren of de voorvork
soepel in- en uitveert.
DCA10590
Als schade wordt gevonden of de voor-
vork niet soepel beweegt, vraag dan
een Yamaha dealer te repareren of te
controleren.
LET OPAanbevolen smeermiddel:Lithiumvet
WAARSCHUWING
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-24
6
39D-F819D-D0 4/11/09 20:11 Página 65
Page 66 of 88

DAU45511
Stuursysteem controleren
Losse of versleten balhoofdlagers kunnen
gevaarlijk zijn. De werking van het
stuursysteem moet als volgt worden
gecontroleerd volgens de intervalperioden
vermeld in het periodieke smeer- en
onderhoudsschema.
1. Zet de machine op de middenbok.
WAARSCHUWING! Ondersteun de
machine zorgvuldig om omvallen
en mogelijk letsel te voorkomen.
[DWA10751]
2. Houd de voorvorkpoten aan het
onderste uiteinde beet en probeer ze
naar voren en achteren te bewegen.
Als speling wordt gevoeld, vraag dan
een Yamaha dealer het stuursysteem
te inspecteren of repareren.
DAU23291
Controleren van wiellagers
De voor- en achterwiellagers moeten wor-
den gecontroleerd volgens de intervalpe-
rioden voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema. Als de
wielnaaf speling vertoont of het wiel niet
soepel draait, vraag dan een Yamaha dea-
ler de wiellagers te controleren.
DAU34224
Accu
1. Accu
De accu bevindt zich achter stroomlijnpa-
neel A. (Zie pagina 6-8).
Dit model is voorzien van een VRLA (Valve
Regulated Lead Acid)-accu. De elektrolyt
hoeft niet te worden gecontroleerd en er
hoeft geen gedistilleerd water te worden
bijgevuld. Het is echter wel nodig om de
accukabelverbindingen te controleren en,
indien nodig, vast te zetten.
DWA10760
Elektrolyt is giftig en gevaarlijk
omdat het zwavelzuur bevat, een
stof die ernstige brandwonden
veroorzaakt. Vermijd contact met
de huid, ogen of kleding en bes-
WAARSCHUWING
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-25
6
39D-F819D-D0 4/11/09 20:11 Página 66
Page 67 of 88

cherm uw ogen altijd bij werkza-
amheden nabij accu’s. Voer als
volgt EERSTE HULP uit als er
lichamelijk contact is geweest met
elektrolyt.
•UITWENDIG: Spoel overvloedig
met water.
•INWENDIG: Drink grote hoeveel-
heden water of melk en roep
direct de hulp in van een arts.
•OGEN: Spoel gedurende 15 minu-
ten met water en roep direct
medische hulp in.
Accu’s produceren het explosieve
waterstofgas. Houd daarom von-
ken, open vuur, sigaretten e.d. uit
de buurt van de accu en zorg voor
voldoende ventilatie bij acculaden
in een afgesloten ruimte.
HOUD DEZE EN ALLE ACCU’S
BUITEN BEREIK VAN KINDEREN.
Om de accu op te laden
Vraag zo snel mogelijk een Yamaha dealer
de accu te laden als deze ontladen lijkt te
zijn. Vergeet niet dat de accu sneller ontla-
den raakt als de machine is uitgerust met
optionele elektrische accessoires.
DCA16520
Voor het opladen van een VRLA (Valve
Regulated Lead Acid)-accu is een spe-
ciale acculader (met constante span-
ning) vereist. Bij gebruik van een con-
ventionele acculader raakt de accu
beschadigd. Als u niet beschikt over
een acculader met constante spanning,
laat de accu dan opladen door uw
Yamaha dealer.
Om de accu op te bergen
1. Verwijder de accu als het voertuig
langer dan een maand niet wordt
gebruikt, laad hem volledig bij en zet
dan weg op een koele en droge plek.
LET OP: Draai voordat u de accu
verwijdert de sleutel naar “OFF” en
haal dan eerst de negatieve kabel
en daarna de positieve kabel los.
[DCA16302]
2. Als de accu langer dan twee maan-
den wordt weggeborgen, moet deze
minstens eenmaal per maand wor-
den gecontroleerd; laad de accu dan
indien nodig steeds volledig bij.
3. Laad de accu volledig bij alvorens te
installeren.4. Controleer na installatie of de accu-
kabels correct zijn aangesloten op de
accupolen.
DCA16530
Houd de accu steeds opgeladen. Sta-
llen van een ontladen accu kan leiden
tot permanente accuschade.
LET OP
LET OP
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-26
6
39D-F819D-D0 4/11/09 20:11 Página 67
Page 68 of 88

DAUS1771
Zekeringen vervangen
1. Zekeringenkastje
2. Zekering alarmverlichtingssysteem
Het zekeringenkastje met de zekeringen voor
de afzonderlijke circuits bevindt zich achter
het stroomlijnpaneel A. (Zie pagina 6-8).
OPMERKING
De hoofdzekering, die zich op een andere
en moeilijk bereikbare plaats bevindt,
moet door een Yamaha dealer worden
vervangen.
Vervang een zekering voor de afzonderlij-
ke circuits als volgt als deze is doorge-
brand.
1. Draai de contactsleutel naar “OFF”
en schakel het betreffende elektris-
che circuit uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering enbreng een nieuwe zekering met de voor-
geschreven ampèrewaarde aan.
WAARSCHUWING! Gebruik geen
zekeringen met een hogere ampera-
ge dan aanbevolen om ernstige scha-
de aan het elektrische systeem en
mogelijk brand te voorkomen.
[DWA15131]
OPMERKING
Een zekeringtang en een tas met reserveze-
keringen maken deel uit van de boordgere-
edschapsset. Gebruik de tang om een
zekering te verwijderen en te plaatsen.
1. Zekering radiatorkoelvin
2. Zekering elektronische regeleenheid
3. Backup-zekering
4. Zekering signaleringssysteem
5. Koplampzekering
6. Zekering ontstekingssysteem
7. Reservezekering
8. Reservezekering
9. Reservezekering
3. Draai de contactsleutel naar “ON” en
schakel het betreffende elektrische
circuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha dea-
ler het elektrisch systeem te contro-
leren.
Voorgeschreven zekeringen:
Hoofdzekering:
30,0 A
Koplampzekering:
15,0 A
Zekering signaleringssysteem:
10,0 A
Zekering ontstekingssysteem:
10,0 A
Zekering radiatorkoelvin:
7,5 A
Circuitzekering
alarmverlichtingssysteem:
10,0 A
Zekering ECU (elektronische
regeleenheid):
5,0 A
Backup-zekering:
5,0 A
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-27
6
39D-F819D-D0 4/11/09 20:11 Página 68
Page 69 of 88

DAU34240
Koplampgloeilamp vervangen
De koplampen op dit model hebben halo-
geen gloeilampen. Als een koplampgloei-
lamp is doorgebrand, laat deze dan door
een Yamaha dealer vervangen en laat
indien nodig de koplamplichtbundel afste-
llen.
DAU43051
Gloeilamp in voorste
richtingaanwijzer vervangen
1. Zet de scooter op de middenbok.
2. Verwijder de lampfitting (samen met
de gloeilamp) door deze linksom te
draaien.
1. Gloeilamp richtingaanwijzer
2. Fitting gloeilamp richtingaanwijzer
3. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze uit te trekken.
4. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting.
5. Breng de lampfitting aan (samen met
de gloeilamp) door deze rechtsom te
draaien.
DAUS1781
Vervangen van een gloeilamp in
achterlicht/remlicht of van een
gloeilamp in achterste
richtingaanwijzer
1. Zet de machine op de middenbok.
2. Verwijder het paneel A. (Zie pagina
6-8).
3. Verwijder de achterlicht-/remlichtunit
door de schroeven los te draaien.
1. Schroef
4. Verwijder het achterlicht/remlicht en
de lamphouder van de richtingaan-
wijzergloeilamp samen met de stof-
beschermer door op de lippen te
drukken en vervolgens beiden naar
buiten te trekken.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-28
6
39D-F819D-D0 4/11/09 20:11 Página 69
Page 70 of 88

1. Stofbeschermer
2. Lipje
1. Gloeilamp richtingaanwijzer
2. Gloeilamp remlicht/achterlicht
5. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze in te drukken en linksom te dra-
aien.6. Plaats een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting, druk deze in en draai rechtsom
tot hij stuit.
7. Breng de gloeilamphouder samen
met de stofbeschermer aan door bei-
den in de oorspronkelijke positie te
drukken.
OPMERKING
Plaats de gloeilamphouder en stofkap op
de juiste manier om te voorkomen dat stof
en water binnendringen.
8. Breng de schroeven en de achter-
licht-/remlichtunit aan.
9. Monteer het paneel.
DAU47910
Gloeilamp in
kentekenverlichting vervangen
1. Verwijder het kapje over de kente-
kenverlichting door de schroef los te
draaien.
1. Schroef
2. Gloeilampfitting kentekenverlichting
2. Verwijder de doorgebrande gloei-
lamp door deze uit de fitting te trek-
ken.
3. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting.
4. Monteer de kap over de kenteken-
verlichting door de schroef aan te
brengen.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-29
6
39D-F819D-D0 4/11/09 20:11 Página 70
Page 71 of 88

DAU43231
Parkeerlichtgloeilamp
vervangen
Dit model is voorzien van twee parkeer-
lichten. Vervang een parkeerlichtgloei-
lamp als volgt als deze is doorgebrand.
1. Verwijder de lampfitting (samen met
de gloeilamp) door deze naar buiten
te trekken.
1. Fitting parkeerlichtgloeilamp
2. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze uit te trekken.
3. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting.
4. Breng de lampfitting aan (samen met
de gloeilamp) door deze vast te druk-
ken.
DAU25881
Problemen oplossen
Yamaha scooters ondergaan een grondi-
ge inspectie voordat ze vanaf de fabriek
op transport gaan, maar tijdens gebruik
kunnen toch storingen optreden. Proble-
men in de brandstof-, compressie- of
ontstekingssystemen kunnen bijvoorbe-
eld de oorzaak zijn van slecht starten of
een afname in motorvermogen.
In de volgende storingzoekschema’s is
een snelle en gemakkelijke werkwijze
weergegeven om deze vitale systemen
zelf te kunnen controleren. Ga met uw
scooter echter wel naar een Yamaha dea-
ler als reparaties nodig zijn, hier zijn vak-
kundige monteurs aanwezig die beschik-
ken over het benodigde gereedschap en
de ervaring en vakkennis om het nodige
onderhoud aan de scooter correct te
verrichten.
Gebruik uitsluitend originele Yamaha ver-
vangingsonderdelen. Niet-originele
onderdelen lijken misschien op Yamaha
onderdelen maar zijn toch vaak van min-
dere kwaliteit en hebben een kortere
levensduur, zodat dan later mogelijk toch
dure reparaties nodig zijn.
DWA15141
Rook niet tijdens het controleren van
het brandstofsysteem en let erop dat er
geen open vuur of vonken in de omge-
ving zijn, inclusief waakvlammen van
geisers of ovens. Benzine en benzine-
dampen kunnen vlam vatten of explo-
deren, met ernstig letsel of schade aan
eigendommen tot gevolg.
WAARSCHUWING
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-30
6
39D-F819D-D0 4/11/09 20:11 Página 71
Page 72 of 88

DAU42131
Storingzoekschema’s
Startproblemen of slechte werking van de motor
Controleer het
brandstofniveau in de
brandstoftank.
1. BrandstofEr is voldoende brandstof aanwezig.
Er is geen brandstof aanwezig.Controleer de compressie.
Vul brandstof bij.
De motor start niet.
Controleer de compressie.
Bedien de elektrische
startknop.
2. CompressieEr is compressie.
Er is geen compressie.Controleer de ontsteking.
Vraag een Yamaha dealer de
machine te controleren.
Verwijder de bougie en
controleer de elektroden.
3. OntstekingSchoonvegen met een droge doek. Stel de
elektrodenafstand van de bougie af of vervang de bougie.
Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.
De motor start niet. Vraag een
Yamaha dealer de machine te
controleren.
De motor start niet. Controleer de accu.
Bedien de elektrische
startknop.
4. AccuDe motor draait snel rond.
De motor draait langzaam rond.De accu is in orde.
Controleer de aansluitingen van de
accukabels en laad de accu indien nodig.
Droog
NatBedien de elektrische startknop.
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-31
6
39D-F819D-D0 4/11/09 20:11 Página 72