Page 21 of 88

DAUS1681
Multifunctioneel displayDWA12312
Zet de machine stil voordat u wijzigin-
gen aanbrengt in de instellingen van
het multifunctionele display. Het aan-
brengen van wijzigingen tijdens het rij-
den kan u afleiden en vergroot het risi-
co op een ongeval.
1. Klok/omgevingstemperatuurdisplay
2. Temperatuurmeter koelvloeistof
3. Brandstofniveaumeter
4. Kilometerteller/ritteller brandstofreserve
5. “SELECT”-toets
6. “RESET”-toets1. Indicator V-snaarvervanging “V-BELT”
2. Waarschuwingsindicator brandstofniveau
“”
3. Waarschuwingsindicator koelvloeistoftem-
peratuur “ ”
4. Indicator olieverversing “OIL”
Het multifunctionele display toont de vol-
gende voorzieningen:
een brandstofniveaumeter
een temperatuurmeter koelvloeistof
een kilometerteller
twee rittellers (die de afgelegde afs-
tand aangeven sinds de tellers het
laatst werden teruggesteld op nul)
een ritteller voor brandstofreserve
(die de afgelegde afstand weergeeft
vanaf het moment dat het onderste
segment van de brandstofniveaume-
ter en de waarschuwingsindicator
brandstofniveau gaan knipperen)
een voorziening voor zelfdiagnose
een klok
een omgevingstemperatuurweerga-
ve
een indicator olieverversing
een indicator V-snaarvervanging
OPMERKING
Vergeet niet de sleutel naar “ON” te
draaien voordat u de “SELECT”- en
“RESET”-toets gebruikt.
Als de sleutel naar “ON” wordt
gedraaid, verschijnen alle segmenten
op het multifunctionele display en
verdwijnen dan weer om het elek-
trisch circuit te testen.
Kilometerteller- en rittellermodus
Door indrukken van de “SELECT”-toets
wisselt de weergave tussen de kilometer-
tellermodus “Odo” en de rittellermodi
“Trip”, in de onderstaande volgorde:
Odo/Trip (boven) Trip (beneden)/Trip
(boven) Odo/Trip (boven)
123
4
1
2
3
4
5
6
WAARSCHUWING
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-6
3
39D-F819D-D0 4/11/09 20:11 Página 21
Page 22 of 88

Als er ongeveer 1,7 L (0,45 US gal, 0,37
Imp.gal) brandstof in de tank over is,
beginnen het onderste segment van de
brandstofniveaumeter en de waarschu-
wingsindicator brandstofniveau te knippe-
ren. De displayweergave wisselt automa-
tisch naar de brandstofreserve-ritteller
“Trip F”, waarop de afgelegde afstand
vanaf dat punt wordt aangegeven. In dat
geval wordt door het indrukken van de
“SELECT”-toets in de onderstaande vol-
gorde gewisseld tussen de diverse weer-
gaven van rittellers en kilometerteller:
Trip F/Trip (boven) Trip (beneden)/Trip
(boven) Odo/Trip (boven) Trip F/Trip
(boven)
1. Ritteller brandstofreserve
Om een ritteller op nul terug te stellen,
selecteert u deze door de toets “SELECT”
ingedrukt te houden totdat “Trip” of “Trip
F” begint te knipperen (“Trip” of “Trip F”
knippert slechts vijf seconden). Terwijl
“Trip” of “Trip F” knippert, houdt u de
toets “RESET” minstens één secondelang ingedrukt. Wanneer u de brandsto-
freserve-ritteller niet zelf met de hand op
nul terugstelt, wordt deze automatisch
teruggesteld zodra na het tanken 5 km (3
mi) is gereden en verschijnt de vorige
weergavemodus weer.
OPMERKING
Het display kan niet worden teruggesteld
naar “Trip F” nadat de “RESET”-toets is
ingedrukt.
Brandstofniveaumeter
Als de contactsleutel op “ON” staat,
geeft de brandstofniveaumeter de hoe-
veelheid brandstof in de brandstoftank
aan. De displaysegmenten van de
brandstofniveaumeter verdwijnen rich-
ting “E” (leeg) naarmate het brandstofni-
veau verder daalt. Wanneer het brands-
tofniveau het onderste segment vlakbij
“E” bereikt, gaan de waarschuwingsindi-
cator brandstofniveau en het onderste
segment knipperen. Vul zo snel mogelijk
brandstof bij.
Temperatuurmeter koelvloeistof
Met de contactsleutel in de stand “ON”
geeft de temperatuurmeter voor koelvlo-
eistof de temperatuur van de koelvloeistof
1
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-7
3
39D-F819D-D0 4/11/09 20:11 Página 22
Page 24 of 88

Als in de circuits van het startblokkeersys-
teem een storing wordt gedetecteerd,
gaat het controlelampje startblokkering
knipperen en geeft het multifunctionele
display een foutcode weer wanneer de
sleutel naar “ON” is gedraaid.
OPMERKING
Als het multifunctionele display foutcode
52 weergeeft, betreft dit mogelijk een sto-
ring in het transpondersignaal. Als deze
fout zich voordoet, probeer dan het vol-
gende.
1. Weergave foutcode
1. Start de motor met behulp van de
codeersleutel.
OPMERKING
Houd andere startblokkeersleutels uit de
buurt van het contactslot en bewaar niet
meer dan één startblokkeersleutel aan
dezelfde sleutelring! Startblokkeersleutels
kunnen signaalstoring veroorzaken, waar-
door de motor mogelijk niet kan worden
gestart.
2. Als de motor start, zet deze dan weer
uit en probeer hem opnieuw te star-
ten met de standaardsleutels.
3. Als de motor niet kan worden gestart
met een of beide standaardsleutels,
breng dan het voertuig, de codeers-
leutel en beide standaardsleutels
naar een Yamaha dealer en laat de
standaardsleutels opnieuw coderen.
Als het multifunctionele display foutcodes
toont, noteer deze dan en vraag een
Yamaha dealer om het voertuig te contro-
leren.Klokweergave
De klok op tijd zetten:
1. Houd de “SELECT”-toets en de
“RESET”-toets tegelijkertijd minstens
twee seconden lang ingedrukt.
2. Als de uuraanduiding begint te knip-
peren, drukt u op de “RESET”-toets
om de uren in te stellen.
3. Druk op de “SELECT”-toets en de
minutenaanduiding zal gaan knippe-
ren.
1
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-9
3
39D-F819D-D0 4/11/09 20:11 Página 24
Page 25 of 88

4. Druk op de “RESET”-toets om de
minuten in te stellen.
5. Druk op de “SELECT”-toets en laat
deze dan los om de klok te starten.
Omgevingstemperatuurweergave
Door de toets “SELECT” minstens twee
seconden lang ingedrukt te houden, wis-
selt de klokweergave naar de omgevings-
temperatuurweergave. Dit display toont
de omgevingstemperatuur van –10 °C tot
50 °C in stappen van 1 °C. De weergege-
ven temperatuur kan afwijken van de
omgevingstemperatuur. Door de toets
“SELECT” minstens twee seconden lang
ingedrukt te houden, wisselt de omge-
vingstemperatuurweergave terug naar de
klokweergave.
OPMERKING
Daalt de omgevingstemperatuur tot
onder –10 °C, dan wordt geen lagere
temperatuur dan –10 °C weergege-
ven.
Stijgt de omgevingstemperatuur tot
boven 50 °C, dan wordt geen hogere
temperatuur dan 50 °C weergege-
ven.
De nauwkeurigheid van de tempera-
tuuraflezing kan worden beïnvloed
door langzaam rijden (ongeveer
onder 20 km/h (12.5 mi/h)) of door
het oponthoud bij verkeerslichten,
spoorwegovergangen etc.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-10
3
39D-F819D-D0 4/11/09 20:11 Página 25