Page 73 of 237

68
Stoelen
Handelingen Rugleuning neerklappen en als tafeltje
gebruiken
(voorbeeld: middelste stoel)
- Zet de hoofdsteunen omlaag.
- Trek aan deze hendel om de rugleuning te ontgrendelen (of duw de hendel aan
de achterzijde omlaag).
- Klap de rugleuning op de zitting. Stoel en bank type 1:
- Klap de zitplaats op.
Stoel en bank type 2/type 3:
- Klap de rugleuning in de tafelstand met behulp van deze hendel.
- Klap de zitplaats op. - Ontgrendel de voorste verankeringen
met behulp van deze hendel.
- Verwijder de zitplaats uit de verankeringspunten.
- Verwijder de zitplaats via de opening van de schuifdeur (2e zitrij) of via de
achterzijde (3e zitrij).
- Ontgrendel de voorste verankeringen
met behulp van deze hendel.
- Verwijder de zitplaats uit de verankeringspunten.
- Verwijder de zitplaats via de opening van de schuifdeur (2e zitrij) of via de
achterzijde (3e zitrij).
In- en uitstappen: opklappen van de
zitplaats
Begin altijd met de losse stoel aan de
rechterzijde en zet de hoofdsteun omlaag.
Page 74 of 237
69
Stoelen
ERGONOMIE EN COMFORT
3
Plaatsen van de zitplaats
Plaats altijd eerst de bank.
- Controleer of er geen voorwerpen het vergrendelen van de verankeringen
hinderen.
- Plaats de voorste verankeringen in de verankeringspunten op de vloer. - Vergrendel de voorste verankeringen
met behulp van deze hendel.
- Kantel de zitplaats naar achteren tot de achterste verankeringen zijn
vergrendeld. Let op de voeten van
eventuele passagiers tijdens het
kantelen. Stoel type 2 en bank type 2/3: zet de
rugleuning rechtop.
Correct vergrendelen van de voorste
verankeringen Controleer als de stoel weer in
de normale stand staat of de
verankeringen van de stoel correct zijn
vergrendeld.
Page 75 of 237
70
Stoelen
Voorzorgsmaatregelen
Na de verschillende handelingen:
- verwijder een hoofdsteun niet zonder deze op te bergen en aan een steun te bevestigen,
- controleer of de veiligheidsgordels bereikbaar blijven en gemakkelijk
door de passagier kunnen worden
vastgemaakt,
- ga niet rijden voordat alle passagiers hun hoofdsteun correct hebben
afgesteld en hun veiligheidsgordel
hebben vastgemaakt en afgesteld.
Voorschriften
Er mogen geen passagiers vervoerd
worden:
- op de 3e zitrij als de rugleuning ervoor (2e zitrij) in de tafelstand staat.
- op de 3e zitrij als de stoel/bank ervoor (2e zitrij) in de stand "portefeuille" staat.
- op de middelste zitplaats als de stoel rechts ernaast in de stand "portefeuille"
staat.
Page 76 of 237
71
Stoelen
ERGONOMIE EN COMFORT
3
OPSTELLINGEN VAN DE STOELEN EN BANKEN
Voorbeelden van stoelopstellingen die zowel comfortabel als praktisch zijn
Het wijzigen van de opstellingen dient
uitsluitend te gebeuren als de auto
stilstaat.
7 zitplaatsen
8 zitplaatsen 9 zitplaatsen
5 zitplaatsen 6 zitplaatsen
Plaats geen stoelen op de 3e rij zonder
de bijbehorende veiligheidsgordels te
installeren.
Page 77 of 237
72
Praktische voorzieningen
INDELING CABINE
Afhankelijk van de uitvoering is de cabine
voorzien van de volgende inrichting.
Dashboardkastje
Het dashboardkastje is voorzien van een
slot en is afsluitbaar met de sleutel.
Het bevat drie aansluitingen voor externe
elektronische apparatuur (videocamera, ...)
als de auto is voorzien van een
kleurenscherm.
Bovendien bevat het dashboardkastje
bekerhouders en speciale ruimtes voor
wegenkaarten, een pakje sigaretten, een
document met A4-formaat, een pen, enz.
Opbergvak AAN BOORD
Zonneklep
Klap de zonneklep omlaag om verblinding
door de zon te voorkomen.
De zonneklep aan de bestuurderszijde is
voorzien van een etui voor het opbergen van
tolkaarten, tickets, ...
Page 78 of 237
Praktische voorzieningen
ERGONOMIE EN COMFORT
3
Asbak Opbergvak en flessenhouder (1,5 L) Bekerhouder
Gemorste vloeistof kan bij contact met
schakelaars op het dashboard en de
middenconsole storingen veroorzaken.
Wees daarom voorzichtig met het gebruik
van de bekerhouder. 12V-aansluiting
De 12V-aansluiting, type aansteker, is
geschikt voor apparaten met een vermogen
tot maximaal 120 W.
Page 79 of 237
74
Praktische voorzieningen
Tickethouder
Volgens uitvoering.
Dakconsole
De dakconsole bevindt zich boven de
zonnekleppen en bevat twee opbergvakken
met of zonder klep waarin bijvoorbeeld een
trui of een map kan worden opgeborgen.
Let erop dat harde voorwerpen in
de opbergvakken gerammel kunnen
veroorzaken.
Page 80 of 237
75
Praktische voorzieningen
ERGONOMIE EN COMFORT
3
Blijft branden, bij aangezet
contact. Voorstoelen: de plafonniers gaan
branden zodra een van de voor- of
achterportieren wordt geopend.
2
e
en 3 e
zitrij: de plafonnier
gaat branden zodra een van de
achterportieren of de achterklep
(volgens uitvoering) wordt geopend.
Uit. Leeslampjes (volgens uitvoering)
Plafonnier achter
Deze kunnen bij aangezet contact
worden in-en uitgeschakeld met behulp
van een schakelaar.
PLAFONNIERS ZITPLAATSEN
Automatisch inschakelen/uitschakelen
De plafonnier vóór gaat automatisch
branden als de sleutel uit het contact wordt
gehaald.
Bij het ontgrendelen van de auto, zodra een
portier wordt geopend of als de auto wordt
gelokaliseerd met de afstandsbediening,
gaan alle plafonniers branden.
De plafonniers gaan geleidelijk uit nadat
het contact is aangezet en nadat de auto is
vergrendeld.
Plafonnier vóór