Page 137 of 170

136
LAMPJES EN
BERICHTEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
WEGWIJS IN
UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
RUITENWISSERS/
ACHTERRUITWISSER
WISSERBLADEN
Maak de wisserbladen regelmatig schoon
met een schoonmaakmiddel; wij raden
TUTELA PROFESSIONAL SC 35 aan.
Vervang de wisserbladen als het rubber ver-
vormd of versleten is. Het verdient aanbe-
veling ten minste één maal per jaar de wis-
serbladen te vervangen.
Met enkele simpele voorzorgsmaatrege-
len is het mogelijk beschadigingen van het
rubber te voorkomen:
❒wanneer de temperatuur onder 0°C is
gedaald, moet gecontroleerd worden
of er geen ijs tussen wisserblad en ruit
zit. Maak de wissers zo nodig vrij met
een anti-vriesmiddel;
❒verwijder eventueel opgehoopte
sneeuw van de ruit: om de wisserbladen
te beschermen en oververhitting van de
ruitenwissermotor te voorkomen;
❒schakel de ruitenwissers/achterruitwis-
ser niet op een droge ruit in.Wisserbladen voor
vervangen fig. 5
Ga als volgt te werk:
❒til de wisserarm Avan de voorruit en
plaats het wisserblad onder een hoek
van 90° ten opzichte van de arm;
❒druk op de knop Aen verwijder het
wisserblad Cuit de arm B;
❒monteer het nieuwe wisserblad en con-
troleer of het geborgd is.
fig. 5F0S119Ab
Rijden met versleten ruiten-
wisserbladen is zeer gevaar-
lijk, omdat ze het zicht onder slech-
te weersomstandigheden aanzienlijk
beperken.
ATTENTIE
Wisserblad achter
vervangen fig. 6
Ga als volgt te werk:
❒kantel het dopje Aomhoog, draai de
moer Blos, waarmee de wisserarm aan
de as is bevestigd, en neem de arm van
de as;
❒plaats de nieuwe wisserarm in de juis-
te stand en draai de moer zorgvuldig
vast;
❒kantel het dopje naar beneden.
fig. 6F0S120Ab
Page 138 of 170

137
LAMPJES EN
BERICHTEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
WEGWIJS IN
UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
CARROSSERIE
BESCHERMING TEGEN
ATMOSFERISCHE INVLOEDEN
De belangrijkste oorzaken van roest zijn:
❒luchtverontreiniging;
❒zoutgehalte in de lucht en luchtvoch-
tigheid (gebieden aan zee, warm en
vochtig klimaat);
❒omgevings-/seizoensinvloeden.
Ook de invloed van schurende elementen,
zoals stoffige omgeving, opwaaiend zand,
modder en steenslag op de lak en de on-
derzijde moet niet worden onderschat.
Abarth heeft voor uw auto de beste tech-
nologische oplossingen toegepast om de
carrosserie efficiënt tegen roest te be-
schermen.
De belangrijkste zijn:
❒de toepassing van aangepaste spuit-
technieken en lakproducten die de au-
to de benodigde weerstand tegen roest
en schurende elementen verlenen;
❒het gebruik van verzinkte (of voorbe-
handelde) plaatdelen met een hoge cor-
rosiebestendigheid;
❒het aanbrengen van een gespoten be-
schermende waslaag op de onderzijde,
in de wielkuipen, in de motorruimte en RUITENSPROEIERS
Voorruit (ruitensproeiers) fig. 7
Als de ruitensproeiers niet werken, con-
troleer dan eerst het niveau in het rui-
tensproeiertankje (zie de paragraaf “Ni-
veaus controleren” in dit hoofdstuk).
Controleer vervolgens of de ruiten-
sproeiermonden niet verstopt zijn. Deze
kunnen zonodig met een speld worden
doorgeprikt.
De stralen van de ruitensproeiers kunt u
richten door de sproeiermonden af te
stellen.
De stralen moeten op ongeveer
1/3van de
bovenkant van de ruit worden gericht.
BELANGRIJK Zorg bij de uitvoeringen
met opendak dat het dak gesloten is, voor-
dat u de ruitensproeiers voor inschakelt.Achterruit
(achterruitsproeier) fig. 8
De sproeiermonden van de achterruit-
sproeier kunnen niet worden afgesteld.
De sproeier is ingebouwd boven de ach-
terruit.
fig. 7F0S122Abfig. 8F0S123Ab
Page 139 of 170

138
LAMPJES EN
BERICHTEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
WEGWIJS IN
UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
verschillende holle ruimtes, met een hoog
beschermend vermogen;
❒het aanbrengen van een beschermende
kunststof laag op kwetsbare delen: on-
derzijde van de portieren, binnenzijde
van de spatborden, naden, randen enz.;
❒toepassing van “open” holle ruimtes om
condensvorming te voorkomen en bin-
nendringend water af te voeren, waar-
door roest van binnenuit wordt voor-
komen.
CARROSSERIEGARANTIE
Bij de auto is de carrosserie tegen door-
roesten van alle originele componenten
van de carrosserie en van alle dragende
delen gegarandeerd.
Voor de specifieke voorwaarden van deze
garantie wordt verwezen naar de “Service-
en garantiehandleiding”.
TIPS VOOR HET BEHOUD VAN
DE CARROSSERIE
Lak
De lak heeft behalve een esthetische func-
tie ook een beschermende functie.
Daarom moeten beschadigingen van de lak-
laag, zoals krassen, onmiddellijk worden bij-
gewerkt om roestvorming te voorkomen.
Het bijwerken dient met de originele lak te
worden uitgevoerd (zie “Plaatje met infor-matie over de carrosserielak” in het hoofd-
stuk “Technische gegevens”).
Het normale onderhoud van de auto be-
perkt zich tot wassen, waarbij de frequen-
tie afhankelijk is van het gebruik van de au-
to en van de omgeving. Het is raadzaam
de auto vaker te wassen bij sterke lucht-
verontreiniging of bij het rijden over wegen
met strooizout.
De juiste wasmethode:
❒verwijder de antenne van het dak als u
de auto in een wastunnel wast, om te
voorkomen dat deze beschadigt;
❒als voor het reinigen van de auto een
stoomcleaner of een hogedrukreiniger
wordt gebruikt, houd dan de spuitlans
op een afstand van ten minste 40 cm
van de carrosserie om beschadigingen
of vervormingen te voorkomen. Gedu-
rende langere tijd achtergebleven wa-
terresten kunnen de auto beschadigen;
❒spoel de auto eerst met een waterstraal
onder lage druk af;
❒was de auto met een zachte spons met
een oplossing van neutrale zeep; spoel
daarbij de spons regelmatig uit;
❒spoel de auto af met schoon water en
droog de auto met warme lucht of een
schone, zachte zeem.De minder zichtbare delen zoals de ran-
den van de portieren, de achterklep, de
motorkap en de koplampranden moeten
tijdens het drogen niet vergeten worden,
omdat daar water kan blijven staan. Het
verdient aanbeveling de auto na het was-
sen niet onmiddellijk binnen te zetten,
maar de auto nog even buiten te laten
staan, zodat waterresten buiten kunnen
verdampen.
Was de auto nooit in de zon of als de mo-
torkap nog warm is: de glans van de lak
kan afnemen.
De kunststof carrosseriedelen kunnen op
dezelfde wijze worden gewassen als de
gespoten carrosseriedelen.
Parkeer de auto niet onder bomen, aan-
gezien harsdruppels bij langere inwerking
de lak kunnen beschadigen, waardoor de
kans op roestvorming wordt vergroot.
BELANGRIJK Vogeluitwerpselen dienen
zo snel en zo goed mogelijk van de lak ver-
wijderd te worden, omdat door de agres-
sieve bestanddelen de lak kan beschadigen.Schoonmaakmiddelen veront-
reinigen het water. Daarom
moet de auto bij voorkeur wor-
den gewassen op een plaats
waar het afvalwater direct wordt opge-
vangen en gezuiverd.
Page 140 of 170

139
LAMPJES EN
BERICHTEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
WEGWIJS IN
UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
INTERIEUR
Controleer af en toe of er onder de vloer-
bedekking geen water is blijven staan
(dooiwater van sneeuwresten aan schoe-
nen, lekkende paraplu’s enz.), waardoor
roestvorming op de bodem veroorzaakt
zou kunnen worden. Koplampen
BELANGRIJK Gebruik voor het reinigen
van het kunststof lampenglas van de kop-
lampen geen aromatische producten (bijv.
benzine) of ketonen (bijv. aceton). Ruiten
Gebruik voor het schoonmaken van de
ruiten een daarvoor geschikt schoon-
maakmiddel.
Gebruik een schone, zachte doek om
krassen en beschadigingen te voorkomen.
BELANGRIJK Let er bij het schoonmaken
van de binnenzijde van de achterruit op
dat de elektrische weerstandsdraden van
de achterruitverwarming niet worden be-
schadigd. Veeg voorzichtig in de richting
van de draden.
Motorruimte
Het verdient aanbeveling de motorruimte
na het winterseizoen zorgvuldig te laten
uitspuiten. Hierbij mag de waterstraal niet
direct op de elektronische regeleenheden
en de zekeringen- en relaiskast links in de
motorruimte (gezien in de rijrichting) wor-
den gericht. Laat deze werkzaamheden
verzorgen door een gespecialiseerd bedrijf.
BELANGRIJK Voor het uitspuiten van
de motorruimte moet de contactsleutel
in stand STOPstaan en de motor koud
zijn. Controleer na het reinigen of de
verschillende beschermingen (rubber
kappen, deksels enz.) nog op hun plaats
zitten en niet beschadigd zijn.
Gebruik nooit ontvlambare
producten zoals petroleum
of wasbenzine voor het reinigen van
de interieurdelen van de auto. De
elektrostatische lading die tijdens het
reinigen door het wrijven ontstaat,
kan brand veroorzaken.
ATTENTIE
Bewaar nooit spuitbussen in
de auto: ontploffingsgevaar.
Spuitbussen mogen niet worden
blootgesteld aan temperaturen boven
50°C. In de zomer kan de tempera-
tuur in het interieur ver boven deze
waarde oplopen.
ATTENTIE
Page 141 of 170
140
LAMPJES EN
BERICHTEN
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
WEGWIJS IN
UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
STOELEN EN STOFFEN
BEKLEDING
Verwijder stof met een zachte borstel of
een stofzuiger. Voor een nog betere rei-
niging van de stoffen bekleding raden wij
u aan de borstel vochtig te maken.
Reinig de zittingen met een vochtige spons
en een oplossing van neutrale zeep.KUNSTSTOF INTERIEURDELEN
Wij raden u aan om de kunststof interi-
eurdelen te reinigen met een doek be-
vochtigd met water en een neutrale zeep
zonder schuurmiddel. Voor het verwijde-
ren van vet- of hardnekkige vlekken moe-
ten speciale schoonmaakmiddelen zonder
oplosmiddelen worden gebruikt, die ge-
schikt zijn voor het reinigen van kunststof
en die het visuele effect en de kleur van de
componenten niet wijzigen.
BELANGRIJK Gebruik nooit alcohol of
benzine om het glas van het instrumen-
tenpaneel schoon te maken.
Page 142 of 170

141
LAMPJES EN
BERICHTEN
ALFABETISCH
REGISTER
WEGWIJS IN
UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
IDENTIFICATIEGEGEVENS .............................................. 142
MOTORCODES - CARROSSERIE-UITVOERINGEN . 144
MOTOR ................................................................................. 145
BRANDSTOFSYSTEEM ...................................................... 146
TRANSMISSIE ....................................................................... 146
REMMEN ................................................................................ 147
WIELOPHANGING ............................................................ 147
STUURINRICHTING .......................................................... 147
WIELEN .................................................................................. 148
AFMETINGEN ...................................................................... 151
PRESTATIES .......................................................................... 152
GEWICHTEN ....................................................................... 153
VULLINGSTABEL ................................................................ 154
VLOEISTOFFEN EN SMEERMIDDELEN ........................ 155
BRANDSTOFVERBRUIK ................................................... 157
CO
2-EMISSIE ......................................................................... 158
AFSTANDSBEDIENING MET RADIOFREQUENTIE
(Conformiteitsverklaring).................................................... 159
T T
E E
C C
H H
N N
I I
S S
C C
H H
E E
G G
E E
G G
E E
V V
E E
N N
S S
Page 143 of 170
TYPEPLAATJE MET
IDENTIFICATIEGEGEVENS fig. 1
Het typeplaatje is links op de bodemplaat
in de bagageruimte aangebracht en bevat
de volgende informatie:
BNummer typegoedkeuring.
CIdentificatiecode van het autotype.
DChassisnummer.EMax. toelaatbaar totaalgewicht van de
auto.
FMax. toelaatbaar totaalgewicht van de
auto met aanhanger.
GMax. toelaatbare voorasbelasting.
HMax. toelaatbare achterasbelasting.
IMotortype.
LCode van de carrosserie-uitvoering.
MNummer voor de onderdelen.
IDENTIFICATIE-
GEGEVENS
Wij raden u aan om nota te nemen van de
identificatiegegevens. De identificatiege-
gevens zijn op de volgende typeplaatjes in-
geslagen:
❒Typeplaatje met identificatiegegevens.
❒Chassisnummer.
❒Plaatje met informatie over de carros-
serielak.
❒Motorcode.
fig. 1F0S0112m
142
LAMPJES EN
BERICHTEN
ALFABETISCH
REGISTER
WEGWIJS IN
UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
Page 144 of 170
CHASSISNUMMER fig. 3
Dit is rechts op de bodemplaat in de ba-
gageruimte aangebracht en bevat de vol-
gende informatie:
❒type van de auto;
❒oplopend productienummer.MOTORCODE
De motorcode is in het cilinderblok inge-
slagen, en bestaat uit het motortype en
een oplopend productienummer.
PLAATJE MET INFORMATIE
OVER DE CARROSSERIELAK
fig. 2
Het plaatje is op de buitenstijl (linkerzijde)
van de achterklep aangebracht en bevat de
volgende informatie:
AFabrikant van de lak.
BKleurbenaming.
CKleurcode.
DKleurcode voor bijwerken en over-
spuiten.
fig. 2F0S125Abfig. 3F0S126Ab
143
LAMPJES EN
BERICHTEN
ALFABETISCH
REGISTER
WEGWIJS IN
UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS