Page 41 of 170

40
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
WEGWIJS IN
UW AUTO
fig. 39F0S039Ab
OPBERGVAK ONDER STOEL
(indien aanwezig) fig. 38
Op enkele uitvoeringen bevindt zich een
opbergvak onder de passagiersstoel voor.
Om het te bereiken, moet u de voorzij-
de van de zitting 1omhoogtillen, zodat de-
ze loshaakt; til vervolgens de achterzijde
van de zitting 2(aan de kant van de rug-
leuning) omhoog.
Om het opbergvak te sluiten, moet u de
achterzijde van de zitting omlaag en onder
de rugleuning plaatsen zonder kracht te
zetten; druk vervolgens op de voorzijde
van de zitting totdat deze vergrendelt.BEKER/BLIKJESHOUDERS
Op de tunnelconsole bevinden zich twee
houders voor de zitplaatsen voor en twee
voor de zitplaatsen achter waarin bekers
of blikjes geplaatst kunnen worden.
fig. 38F0S038Ab
OPBERGVAK IN
MIDDENCONSOLE fig. 37
Om het vak te openen, moet u het bij de
opening Bnaar buiten trekken zoals af-
gebeeld in de figuur.
fig. 37F0S037Ab
Rijd niet met geopend dash-
boardkastje: bij een ongeval
zou de passagier zich kunnen verwon-
den.
ATTENTIE
Page 42 of 170

41
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
WEGWIJS IN
UW AUTO
DAK MET VAST
RUITPANEEL
(indien aanwezig)
Het open dak heeft een groot glazen paneel
en een zonnescherm dat met de hand kan
worden bediend. Het zonnescherm kan
worden gebruikt in de standen “geheel ge-
sloten” en “geheel geopend” (het heeft geen
vaste tussenliggende standen). Zonne-
scherm openen: druk op de sluiting A-fig.
41, maak het zonnescherm los en begeleid
het tot het geheel geopend is. Ga voor het
sluiten in omgekeerde volgorde te werk.
OPENDAK
(indien aanwezig)
Het opendak heeft een groot glazen pa-
neel en een zonnescherm dat met de hand
kan worden bediend. Het zonnescherm
kan worden gebruikt in de standen “ge-
heel gesloten” en “geheel geopend” (het
heeft geen vaste tussenliggende standen).
Zonnescherm openen: druk op de sluiting
A-fig. 41, maak het zonnescherm los en
begeleid het tot het geheel geopend is. Ga
voor het sluiten in omgekeerde volgorde
te werk. Het opendak kan uitsluitend be-
diend worden als de contactsleutel in
stand MARstaat. Met de bedieningsknop-
pen A-B fig. 40op het paneel nabij de pla-
fondverlichting voor, kunt u het dak ope-
nen/sluiten. STEKKERDOOS
(indien aanwezig) fig. 39
De stekkerdoos is in de tunnelconsole ge-
plaatst en wordt gevoed met de contact-
sleutel in stand MAR.
Om de stekkerdoos te gebruiken, moet u
het beschermdekseltje Aopenen.
De juiste werking is alleen gegarandeerd
als de accessoires die erop worden aan-
gesloten, voorzien zijn van goedgekeurde
stekkers. Alle accessoires uit het Lineac-
cessori Abarth-programma zijn van deze
stekkers voorzien.
BELANGRIJK Als bij uitgezette motor en
de contactsleutel in stand MARaccessoi-
res met een hoog stroomverbruik langdu-
rig gebruikt worden (bijvoorbeeld langer
dan 1 uur), kan de accu geleidelijk ontla-
den en de motor niet meer starten.
Op de stekkerdoos kunnen
accessoires worden aangeslo-
ten met een maximaal ver-
mogen van 180W (maximaal
verbruik 15A).
fig. 40F0S040Ab
Openen
Als u de knop B-fig. 40indrukt en inge-
drukt houdt, opent het voorste ruitpaneel
in “kantelstand”. Druk nogmaals langer
dan een halve seconde op de knop B-fig.
40 om de ruit geheel te openen. De ruit
kan in een tussenliggende stand worden
gezet door opnieuw op de knop te druk-
ken.
Page 43 of 170

42
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
WEGWIJS IN
UW AUTO
Anti-letselfunctie
Het opendak is voorzien van een anti-let-
selfunctie die een eventueel obstakel kan
waarnemen als de ruit sluit. In dat geval
stopt het systeem de ruitbeweging en
wordt de ruitbeweging onmiddellijk om-
gekeerd.
fig. 41F0S041Ab
Verwijder altijd de contact-
sleutel uit het contactslot als
u de auto verlaat, om te voorkomen
dat het opendak per ongeluk in bewe-
ging wordt gebracht en zo gevaar kan
opleveren voor de achtergebleven in-
zittenden: onzorgvuldig gebruik van
het opendak kan gevaarlijk zijn. Con-
troleer voor en tijdens de bediening
van het opendak altijd of de passagiers
niet verwond kunnen worden door de
beweging van het opendak zelf of door
in beweging gebrachte voorwerpen.
ATTENTIE
Als er een imperiaal gemon-
teerd is, is het raadzaam het
opendak alleen in “kantel-
stand” te gebruiken.
Open het dak niet bij sneeuw
of ijs: het kan dan beschadigd
worden.
Sluiten
Als het dak in geheel geopende stand staat
en u drukt langer dan een halve seconde
op de knop A-fig. 40, dan komt het voor-
ste ruitpaneel automatisch in “kantel-
stand”.
De ruit kan in een tussenliggende stand
worden gezet door opnieuw op de knop
te drukken. Druk nogmaals op de knop A-
fig. 40en houd de knop ingedrukt om het
paneel geheel te sluiten.
Page 44 of 170

43
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
WEGWIJS IN
UW AUTO
PORTIEREN
VER-/ONTGRENDELEN VAN
BUITENAF fig. 43
Openen
Draai de sleutel in stand 1en trek de
handgreep omhoog.
Als u bij uitvoeringen met centrale bedie-
ning de sleutel draait, worden gelijktijdig
alle portieren ontgrendeld.
Met afstandsbediening: druk op knop
Ëom de portieren te ontgrendelen.
Controleer voordat u een
portier opent of u dit op een
veilige manier kunt doen.
Open de portieren alleen als de au-
to stilstaat.
ATTENTIE
INITIALISATIEPROCEDURE
Als de accu losgekoppeld is geweest of als
een zekering is doorgebrand, moet de
werking van het opendak opnieuw inge-
steld worden.
Ga als volgt te werk:
❒druk de knop A-fig. 40in de sluitstand;
❒houd de knop ingedrukt totdat het dak
stapsgewijs geheel is gesloten;
❒wacht nadat het dak geheel gesloten is,
tot de elektrische motor van het dak
uitschakelt.SLUITEN IN NOODGEVALLEN
Als het opendak niet elektrisch bediend
kan worden, dan kan het handmatig wor-
den bediend; ga hiervoor als volgt te werk:
❒verwijder de beschermdop A-fig. 42
op de binnenbekleding, achter het zon-
nescherm;
❒neem de zeskantige sleutel uit de ge-
reedschaphouder in de bagageruimte;
❒steek de sleutel in de zitting en draai de
sleutel:
– rechtsom om het dak te openen;
– linksom om het dak te sluiten.
fig. 42F0S042Ab
Page 45 of 170

44
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
WEGWIJS IN
UW AUTO
Vergrendelen
Draai bij goed gesloten portieren de sleu-
tel in stand 2.
Bij de uitvoering met centrale bediening
moeten alle portieren goed gesloten zijn.
Met afstandsbediening (indien aanwezig):
druk op knop
Á; om de portieren te ver-
grendelen.
Als een portier niet goed gesloten is,
werkt de centrale portiervergrendeling
niet.
BELANGRIJK De centrale portiervergren-
deling werkt niet als een portier niet goed
gesloten is of als er een storing in het sys-
teem is. Na 6 pogingen snel na elkaar scha-
kelt het systeem ongeveer 30 seconden
uit.
fig. 43F0S043Abfig. 44F0S044Ab
VER-/ONTGRENDELEN VAN
BINNENUIT fig. 44
Openen
Trek aan het bedieningshendeltje A.
Als u bij uitvoering met centrale bediening
het hendeltje Aop het bestuurdersportier
bedient, worden alle portieren ontgren-
deld. Bij uitvoeringen met afstandsbediening
wordt als het hendeltje Aop het
passagiersportier wordt bediend, alleen dat
portier ontgrendeld.Vergrendelen
Duw het bedieningshendeltje Anaar het
portier. Als u het hendeltje Aop het be-
stuurdersportier bedient, worden alle
portieren vergrendeld.
Bij uitvoeringen met afstandsbediening
wordt als het hendeltje Aop het passa-
giersportier wordt bediend, alleen dat
portier vergrendeld.
Page 46 of 170

45
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
WEGWIJS IN
UW AUTO
RUITBEDIENING
ELEKTRISCHE RUITBEDIENING
VOOR fig. 45
De elektrische ruitbediening werkt met de
contactsleutel in stand MARen ongeveer
twee minuten nadat de sleutel in stand
STOPis gedraaid of is uitgenomen.
Naast de versnellingspook bevinden zich
twee drukschakelaars (één per zijde)
waarmee u de zijruiten bedient:
AOpenen/sluiten van de portierruit aan
bestuurderszijde.
BOpenen/sluiten van de portierruit aan
passagierszijde.
Als u de schakelaar enkele seconden inge-
drukt houdt, sluit of opent de ruit auto-
matisch (alleen met de sleutel in stand
MAR).
fig. 45
TTC
AB
F0S045Ab
Onzorgvuldig gebruik van de
elektrische ruitbediening kan
gevaarlijk zijn. Controleer voor en tij-
dens het bedienen van de ruit altijd of
de passagiers niet kunnen worden
verwond door de bewegende ruiten,
hetzij direct door contact met de ruit,
hetzij door voorwerpen die door de
ruit worden meegesleept of geraakt.
ATTENTIE
Verwijder altijd de sleutel uit
het contactslot als u de auto
verlaat, om te voorkomen dat een on-
verwachtse inschakeling van de elek-
trische ruitbediening gevaar oplevert
voor de achtergebleven passagiers.
ATTENTIE
Page 47 of 170

46
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
WEGWIJS IN
UW AUTO
Elektrisch bediende handgreep
(soft touch) fig. 46
De achterklep kan (indien ontgrendeld) al-
leen vanaf de buitenkant worden geopend
met de elektrisch werkende handgreep B
die zich onder de rand bevindt.
De achterklep kan bovendien altijd wor-
den geopend als de portieren van de au-
to ontgrendeld zijn.Om de achterklep met deze handgreep te
kunnen openen, moet eerst een van de
voorportieren worden geopend of de por-
tieren ontgrendeld zijn met de afstands-
bediening of met de mechanische sleutel.
Als de achterklep niet goed gesloten is,
brandt het waarschuwingslampje ´op het
instrumentenpaneel (indien aanwezig).
BAGAGERUIMTE
ACHTERKLEP OPENEN
Met de sleutel met
afstandsbediening
Druk op de knop
R.
Als de achterklep wordt ontgrendeld,
knipperen de richtingaanwijzers twee
keer.
De achterklep gaat dankzij de gasveren ge-
makkelijk open.
Als u de achterklep opent, gaat de baga-
geruimteverlichting branden: de verlich-
ting gaat automatisch uit als u de achter-
klep sluit.
De verlichting blijft bovendien ongeveer
15 minuten branden nadat de contact-
sleutel in stand STOPis gedraaid: als bin-
nen deze 15 minuten een portier of de
achterklep wordt geopend, gaat de tijds-
periode opnieuw in.
fig. 46F0S046Ab
Page 48 of 170

47
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
WEGWIJS IN
UW AUTO
ACHTERKLEP SLUITEN fig. 47
U sluit de achterklep door de achterklep
te laten zakken en ter hoogte van het slot
te drukken, totdat u de vergrendeling
hoort.
Aan de binnenzijde van de achterklep zit
een koordje Bwaarmee u de achterklep
makkelijker kunt sluiten.
fig. 47F0S047Ab
Het maximum laadvermo-
gen van de auto mag nooit
overschreden worden (zie hoofdstuk
“Technische gegevens”). Controleer
bovendien of de bagageruimte goed
geladen is, om te voorkomen dat een
voorwerp bij bruusk remmen naar vo-
ren schiet en letsel veroorzaakt.
Rijd niet met een geopende achter-
klep: het uitlaatgas kan in het interi-
eur dringen.
ATTENTIE
Als u in een gebied rijdt waar
brandstof moeilijk verkrijg-
baar is en u daarom reservebrandstof
in een jerrycan wilt vervoeren, dan
dient u zich aan de geldende wetge-
ving te houden. Gebruik alleen een
goedgekeurde jerrycan en bevestig
deze op de juiste wijze. Toch zal bij
een ongeval de kans op brand groter
zijn.
Let er op dat u niet tegen voorwer-
pen op het imperiaal stoot als u de
achterklep opent.
ATTENTIE
fig. 48F0S048Ab
ACHTERKLEP IN GEVAL VAN
NOOD OPENEN fig. 48
Om de achterklep vanuit het interieur te
openen (bij een lege accu of bij een sto-
ring in het elektrische systeem van de ach-
terklep zelf), moet als volgt te werk wor-
den gegaan (zie “Bagageruimte vergroten”
in dit hoofdstuk):
❒verwijder de hoofdsteunen achter
(indien aanwezig);
❒klap de rugleuningen naar voren;
❒voor het mechanisch ontgrendelen van
de achterklep, moet u vanuit de baga-
geruimte het hendeltje Abedienen.