Page 33 of 210

32
VEILIGHEID
STARTEN ENRIJDEN
LAMPJES ENBERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
BUITENSPIEGELS
Verstellen fig. 27
De elektrische verstelling is alleen moge-
lijk als de contactsleutel in stand MAR
staat.
Ga voor het verstellen als volgt te werk:
❒met de schakelaar Bkiest u welke spie-
gel u wilt verstellen (links of rechts);
❒met de schakelaar C kunt u de spiegel
in 4 richtingen verstellen.
fig. 26F0M0028m
fig. 27F0M0030m
Met het hendeltje A kan de spiegel in twee
standen worden gezet: normale of anti-
verblindingsstand.
fig. 28F0M0250m
Inklappen
Indien nodig (bijv. bij nauwe doorgangen)
kunnen de buitenspiegels worden inge-
klapt door ze van stand 1-fig. 28in stand
2 te zetten.
Tijdens het rijden moeten de
spiegels altijd in stand 1-fig.
28 staan.
De spiegel aan bestuurders-
zijde is bol, waardoor de af-
standswaarneming enigszins wordt
beïnvloed.
ATTENTIE
Ontwaseming/ontdooiing
(indien aanwezig)
De buitenspiegels zijn voorzien van ver-
warmingselementen die worden inge-
schakeld als de achterruitverwarming
wordt ingeschakeld (door op de knop
()
te drukken).
BELANGRIJK De functie is voorzien van
een tijdschakeling, waardoor de functie na
enige minuten automatisch wordt uitge-
schakeld.
Page 34 of 210
33
VEILIGHEID
STARTEN ENRIJDEN
LAMPJES ENBERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
fig. 29
F0M011Ab
KLIMAATREGELING
1. Vast luchtrooster boven - 2.Verstelbare luchtroosters in het midden - 3.Vaste luchtroosters aan zijkant - 4.Verstelbare
luchtroosters aan zijkant - 5. Luchtroosters onder voor zitplaatsen voor - 6.Luchtroosters onder voor zitplaatsen achter.
Page 35 of 210
34
VEILIGHEID
STARTEN ENRIJDEN
LAMPJES ENBERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
fig. 30F0M0033m
fig. 31F0M085Ab
HANDBEDIENDE
AIRCONDITIONING
VERSTELBARE EN REGELBARE
LUCHTROOSTERS AAN DE
ZIJKANT EN IN HET MIDDEN
fig. 30-31
A Vast luchtrooster voor de zijruiten.
B Verstelbare luchtroosters aan de zij-
kant.
C Verstelbare luchtroosters in het mid-
den. De luchtroosters A
zijn niet verstelbaar.
Om de luchtroosters B en Cte gebrui-
ken, moet u met de betreffende schuif de
luchtroosters in de gewenste stand in-
stellen.
Page 36 of 210

35
VEILIGHEID
STARTEN ENRIJDEN
LAMPJES ENBERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
Draaiknop C voor de
luchtverdeling
¶voor lucht uit de uitstroomopeningen
in het midden en aan de zijkanten;
ßvoor luchttoevoer naar de beenruim-
ten en voor een iets lagere tempera-
tuur uit de uitstroomopeningen op het
dashboard (“bilevel”-stand);
©voor verwarming bij lage buitentem-
peraturen: voor maximale luchttoe-
voer naar de beenruimten;
®voor verwarming van de beenruimten
en ontwaseming van de voorruit;
-voor een snelle ontwaseming van de
voorruit.
Knop D voor in-/uitschakeling van
de luchtrecirculatie
Als u op de knop drukt (lampje op de
knop brandt), schakelt de luchtrecircula-
tie in. Als u nogmaals op de knop drukt
(lampje op de knop gedoofd), schakelt de
luchtrecirculatie uit.
Knop E voor het in-/uitschakelen
van de airconditioning
Als u op de knop drukt (lampje op de
knop brandt), schakelt de airconditioning
in. Als u nogmaals op de knop drukt (lamp-
je op de knop gedoofd), schakelt de air-
conditioning uit.
fig. 32F0M0037m
BEDIENINGSKNOPPEN fig. 32
Draaiknop A voor regeling van de
luchttemperatuur (menging van
warme/koude lucht)
Rode gebied = warme lucht
Blauwe gebied = koude lucht Draaiknop B voor het
inschakelen/regelen van de
aanjager
p
0= aanjager uitgeschakeld
1-2-3 = aanjagersnelheid
4
-= aanjager op maximale snelheid
Page 37 of 210

36
VEILIGHEID
STARTEN ENRIJDEN
LAMPJES ENBERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VENTILATIE VAN HET
INTERIEUR
Ga voor een goede ventilatie van het in-
terieur als volgt te werk:
❒draai de knop Ain het blauwe vlak;
❒schakel de luchtrecirculatie uit door de
knop Din te drukken (lampje op de
knop gedoofd);
❒draai de knop Cin stand ¶;
❒draai de knop Bop de gewenste snel-
heid. AIRCONDITIONING (koeling)
Ga voor een snelle koeling als volgt te
werk:
❒draai de knop
Ain het blauwe vlak;
❒schakel de luchtrecirculatie in door de
knop Din te drukken (lampje op de
knop brandt);
❒draai de knop Cin stand ¶;
❒schakel de airconditioning in door de
knop Ein te drukken; het lampje op de
knop Egaat branden;
❒draai de knop B in stand 4-(maxi-
male aanjagersnelheid). Regeling van de koeling
❒draai de knop A
naar rechts voor ver-
hoging van de temperatuur;
❒schakel de luchtrecirculatie uit door de
knop Din te drukken (lampje op de
knop gedoofd);
❒draai de knop Bvoor verlaging van de
aanjagersnelheid.
Page 38 of 210

37
VEILIGHEID
STARTEN ENRIJDEN
LAMPJES ENBERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VERWARMING VAN HET
INTERIEUR
Ga als volgt te werk:
❒draai de knop Ain het rode vlak;
❒draai de knop Cop het gewenste
symbool;
❒draai de knop Bop de gewenste snel-
heid. SNELLE VERWARMING VAN
INTERIEUR
Ga voor een snelle verwarming als volgt
te werk:
❒draai de knop
Ain het rode vlak;
❒schakel de luchtrecirculatie in door de
knop Din te drukken (lampje op de
knop brandt);
❒draai de knop Cin stand ©;
❒draai de knop B in stand 4-(maxi-
male aanjagersnelheid).
Vervolgens kan een stand gekozen wor-
den waarbij het comfort optimaal blijft en
op de knop Dworden gedrukt om de
luchtrecirculatie uit te schakelen (lampje
op de knop gedoofd).
BELANGRIJK Bij een koude motor moet
enige minuten worden gewacht totdat de
vloeistof van het systeem de optimale be-
drijfstemperatuur heeft bereikt. SNELLE ONTWASEMING/
ONTDOOIING VAN DE RUITEN
VOOR (VOORRUIT EN
ZIJRUITEN)
Ga als volgt te werk:
❒draai de knop
Ain het rode vlak;
❒draai de knop B in stand 4-(maxi-
male aanjagersnelheid);
❒draai de knop Cin stand -;
❒schakel de luchtrecirculatie uit door de
knop Din te drukken (lampje op de
knop gedoofd).
Page 39 of 210

38
VEILIGHEID
STARTEN ENRIJDEN
LAMPJES ENBERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
Beslaan van de ruiten voorkomen
Als het buiten extreem vochtig is en/of bij
regen en/of bij grote verschillen in interi-
eur- en buitentemperatuur, raden wij u de
volgende procedure aan om het beslaan van
de ruiten te voorkomen:
❒draai de knop Ain het rode vlak;
❒schakel de luchtrecirculatie uit door de
knop Din te drukken (lampje op de
knop gedoofd);
❒draai de knop Cin stand -met de
mogelijkheid stand
®in te schakelen
als de ruiten niet beslaan;
❒draai de knop Bop de 2esnelheid.
BELANGRIJK De airconditioning is zeer
bruikbaar om het beslaan van de ruiten
te voorkomen bij een hoge luchtvochtig-
heid, omdat de in het interieur gevoerde
lucht wordt ontvochtigd. ONTWASEMING/
ONTDOOIING ACHTERRUIT EN
BUITENSPIEGELS
(indien aanwezig) fig. 33
Druk op de knop A
voor het inschake-
len van deze functie: als deze functie wordt
ingeschakeld, gaat het lampje op de knop
branden.
De functie is voorzien van een tijdscha-
keling, waardoor de functie na 20 minuten
automatisch wordt uitgeschakeld. U kunt
de functie eerder uitschakelen door nog-
maals de knop Ain te drukken.
BELANGRIJK Plak geen stickers of andere
plaatjes op de elektrische weerstands-
draden aan de binnenzijde van de achter-
ruit, om beschadiging van de achterruit-
verwarming te voorkomen.
fig. 33F0M0038m
Nadat de ruiten ontwasemd zijn, kan een
stand gekozen worden waarbij het com-
fort optimaal blijft.
BELANGRIJK De airconditioning kan goed
gebruikt worden om de ruiten sneller te
ontwasemen, omdat de lucht wordt ont-
vochtigd. Stel de bedieningsorganen in zo-
als hiervoor beschreven en schakel de air-
conditioning in door de knop Ein te druk-
ken; het lampje op de knop gaat branden.
Page 40 of 210

39
VEILIGHEID
STARTEN ENRIJDEN
LAMPJES ENBERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD EN ZORG
TECHNISCHEGEGEVENS
ALFABETISCH REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
ONDERHOUD VAN HET
SYSTEEM
Schakel in de winter de airconditioning 1
keer per maand gedurende 10 minuten in.
Laat voor het zomerseizoen de werking
van de airconditioning door de Abarth-
dealer controleren.
De airconditioning maakt ge-
bruik van het koelmiddel
R134a. Bij lekkage is dit mid-
del niet schadelijk voor het
milieu. Gebruik in geen geval andere
middelen, zoals R12, omdat anders de
componenten van het systeem be-
schadigd kunnen worden.BELANGRIJK Met de recirculatiefunctie
kunnen, afhankelijk van de werking van het
systeem (“verwarming” of “koeling”), de
gewenste omstandigheden sneller bereikt
worden.
Het is echter niet raadzaam deze functie
in te schakelen op regenachtige of koude
dagen, omdat dan de ruiten aan de bin-
nenzijde aanzienlijk sneller kunnen beslaan.
RECIRCULATIE INSCHAKELEN
Druk op de knop
•zodat het lampje
op de knop gaat branden.
Het verdient aanbeveling om de luchtre-
circulatie in te schakelen in de file of in tun-
nels. Hiermee wordt voorkomen dat ver-
vuilde lucht het interieur bereikt. Het is
niet raadzaam dit systeem langdurig te la-
ten werken, omdat anders, vooral als u
met meerdere personen in de auto zit, de
kans aanzienlijk toeneemt dat de ruiten
beslaan.