Page 217 of 291

216
Parkeer de auto niet onder bomen, om-
dat de lak door harsdruppels, boomknop-
pen, enz. kan beschadigen.
Voorkom dat tijdens het bijvullen olie,
remvloeistof, koelvloeistof, elektrolyt van
de accu, enz. op de lak terecht komt.
Gebeurt dit toch, dan moet het be-
treffende gedeelte van de carrosserie on-
middellijk worden gereinigd en de auto
grondig worden gewassen.
LAK
De lak heeft behalve een esthetische
functie ook een beschermende functie.
Daarom moeten beschadigingen van de
laklaag, zoals krassen, onmiddellijk wor-
den bijgewerkt om roestvorming te voor-
komen.
Het normale onderhoud van de auto be-
perkt zich tot wassen, waarbij de frequen-
tie afhankelijk is van de omgeving en van
het gebruik van de auto.
Het is beter de auto vaker te wassen bij:
– bij sterke luchtvervuiling;
– het rijden over wegen met strooi-
zout; –
het parkeren onder bomen waar
harsdruppels vanaf kunnen vallen.
Bij de Alfa Romeo-dealer is een comple-
te lijn producten verkrijgbaar voor het on-
derhoud en het reinigen van de auto
(shampoo, was, polish, lakstiften,
vlekkenverwijderaar, schoonmaakmidde-
len, enz.).
De eigenschappen van deze producten
zijn afgestemd op de lakken, afdichtingen
en sierlijsten van de Alfa Romeo’s.
W ij raden u aan deze producten door
het personeel van de Alfa Romeo-dealer
te laten aanbrengen: zo wordt het beste re-
sultaat gegarandeerd en ieder mogelijk on-
gemak uitgesloten dat de garantie in ge-
vaar kan brengen.
De juiste wasmethode:
1) Spoel de auto eerst met een water-
straal onder lage druk af.
2) Was de auto met een zachte spons
en een oplossing van water en 2-4%
shampoo; spoel daarbij de spons regel-
matig uit.
3) Spoel de auto af met schoon water
en droog de auto met warme lucht of een
schone, zachte zeem. De minder zichtbare delen zoals de ran-
den van de portieren, kofferdeksel, mo-
torkap en de koplampranden mogen niet
vergeten worden, omdat daar water kan
blijven staan.
Het verdient aanbeveling de auto na het
wassen niet onmiddellijk binnen te zet-
ten, maar de auto nog even buiten te
laten staan, zodat waterresten buiten
kunnen verdampen.
W as de auto nooit als hij lang in de
zon heeft gestaan of als de motorkap
nog warm is: omdat dan de glans van
de lak kan afnemen.
De kunststof carrosseriedelen kunnen op
dezelfde wijze worden gewassen als de
gespoten carrosseriedelen. Alleen voor
het verwijderen van hardnekkig vuil,
raden wij u aan speciale producten te ge-
bruiken. Schoonmaakmiddelen
verontreinigen het wa-
ter. Daarom moet de au-
to bij voorkeur worden gewassen
op een plaats waar het afvalwa-
ter direct wordt opgevangen en
gezuiverd.
Page 218 of 291

217
MOTORRUIMTE
Het verdient aanbeveling de motorruim-
te na het winterseizoen zorgvuldig te la-
ten uitspuiten. Laat dit verzorgen door
een gespecialiseerd bedrijf.
BELANGRIJK Voor het uitspuiten van
de motorruimte moet de motor koud zijn
en de contactsleutel in stand STOP
staan. Controleer na het reinigen of de
verschillende beschermingen ( rubber
kappen, deksels, enz.) nog op hun plaats
zitten en niet beschadigd zijn.
Let er bij het schoon-
maken van de binnenzij-
de van de achterruit op,
dat de elektrische weerstandsdra-
den van de achterruitverwarming
niet worden beschadigd. Veeg
voorzichtig in de richting van de
draden.
V oor het uitspuiten
van de motorruimte ra-
den wij het gebruik aan
van “FULCRON”. Dit middel is
verkrijgbaar bij de Alfa Romeo-
dealer. Gebruik uitsluitend alka-
lische oplossingen zonder soda
bij voorkeur met metasilicaat. Na het uitspuiten van de motor-
ruimte, moet de motorruimte
volgens een speciale methode
grondig worden gespoeld en ge-
droogd. In een normale was-
tunnel wordt de motorruimte
niet goed genoeg gespoeld.
Schoonmaakmiddelen
verontreinigen het wa-
ter. Daarom moet de
motorruimte bij voorkeur worden
uitgespoten op een plaats waar
het afvalwater direct wordt op-
gevangen en gezuiverd.
BELANGRIJK Vogeluitwerpselen die-
nen zo snel en zo goed mogelijk van de
lak verwijderd te worden, omdat door de
agressieve bestanddelen de lak kan be-
schadigen
Voor een betere bescherming van de lak
verdient het aanbeveling de auto regel-
matig in de was te zetten met speciaal
daarvoor bestemde producten (siliconen-
was), die een beschermende laag op de
lak aanbrengen.
RUITEN
Gebruik voor het schoonmaken van de
r uiten een daarvoor geschikt schoon-
maakmiddel. Gebruik een schone, zachte
doek om krassen en beschadigingen te
voorkomen.
INTERIEUR
Controleer af en toe of onder de vloer-
bedekking geen water is blijven staan
(dooiwater van sneeuwresten aan schoe-
nen, lekkende paraplu’s, enz.), waardoor
roestvorming op de bodem veroorzaakt
zou kunnen worden.
Page 219 of 291

218
Gebruik nooit alcohol
of benzine om het glas
van het instrumenten-
paneel schoon te maken.
Bewaar nooit spuit-
bussen in de auto. Ont-
ploffingsgevaar. Spuit-
bussen mogen niet worden bloot-
gesteld aan temperaturen boven
50 °C. In de zomer kan de tem-
peratuur in het interieur ver bo-
ven deze waarde oplopen.
STOELEN EN STOFFEN
BEKLEDING REINIGEN
–V erwijder stof met een zachte bor-
stel.
–V erwijder vetvlekken met een spe-
ciaal daarvoor bestemd product. Volg de
bijgeleverde instructies nauwgezet op.
–V oor een nog grondigere reiniging
kunnen de stoelen met een vochtige
spons en een oplossing van neutrale zeep
worden afgenomen. Houdt u aan de voor-
geschreven mengverhouding.
MET LEER BEKLEDE STOELEN
SCHOONMAKEN
–V erwijder droog vuil met een zeem-
leer of een iets vochtige doek, zonder
hard te drukken
– Dep een vochtige vlek of vet met
een droge en absorberende doek en wrijf
daarbij niet. Behandel de plek vervolgens
met een doek of zeem bevochtigd met
water en een neutrale zeep.
Als de vlek nog niet verwijderd is, be-
handel de vlek dan met een speciaal
schoonmaakmiddel, waarbij de instructies
op de verpakking strikt moeten worden
opgevolgd. Gebruik nooit alcohol
of producten op basis
van alcohol.
Gebruik nooit ont-
vlambare producten zo-
als petroleum of was-
benzine. De elektrostatische la-
ding die tijdens het reinigen door
wrijving, kan brand veroorza-
ken.
KUNSTSTOF INTERIEURDELEN
Ver wijder, indien nodig, stof, vuil, enz.
van de koplamp- en achterlichtglazen
(en/of van de richtingaanwijzers op het
voorspatbord) m.b.v een zachte spons en
een oplossing van water en neutrale
zeep. Gebruik nooit chemische oplosmiddelen
en/of aardolieproducten, zoals benzine,
alcohol, ammonia, aceton, enz. Deze pro-
ducten kunnen de onderdelen beschadi-
gen en de helderheid doen afnemen,
waardoor de rijveiligheid in gevaar wordt
gebracht.
Gebruik speciale reinigingsmiddelen
voor de kunststof interieurdelen om het
uiterlijk van de componenten niet te wij-
zigen.
Page 220 of 291

219
In dit hoofdstuk vindt u alle informatie die betrekking heeft op de
Alfa 156 Sportwagon en die een aanvulling vormt op datgene wat
al beschreven is in de voorgaande hoofdstukken van dit boek.PORTIEREN ........................................................................\
..............................pag. 220
ZITPLAATSEN
........................................................................\
....................................221
VEILIGHEIDSGORDELS
........................................................................\
..................222
ACHTERRUITWISSER - ACHTERRUITSPROEIER
..............................................223
BAGAGERUIMTE
........................................................................\
..............................224
INTERIEURUITRUSTING
........................................................................\
................233
T ANKEN MET DE ALFA 156 SPORTWAGON
....................................................233
IMPERIAAL-/SKIDRAGER
........................................................................\
.............234
AUTORADIO
........................................................................\
......................................234
AUTOMATISCHE NIVEAUREGELING OP DE ACHTERWIELOPHANGING
.234
EEN LEKKE BAND
........................................................................\
............................235
DEFECTE BUITENVERLICHTING
........................................................................\
...235
DEFECTE INTERIEURVERLICHTING
.....................................................................238
EEN DOORGEBRANDE ZEKERING OF RELAIS
.................................................239
ALFA 156
Page 221 of 291

220
PORTIEREN
ACHTERPORTIEREN
V
an buitenaf openen en sluiten
– Openen: trek, als het knopje aan de
binnenzijde ( A-fig. 1) omhoog staat
aan handgreep ( B-fig. 2). – Sluiten: druk op knopje (
A-fig. 1)
(dit kan ook bij geopend portier) en sluit
het portier.
V an binnenuit openen/sluiten
KINDERVEILIGHEIDSSLOT (fig. 4)
De achterportieren zijn voorzien van een
kinderveiligheidsslot ( A) waardoor de
achterportieren niet van binnenuit kunnen
worden geopend.
BELANGRIJK Het systeem werkt
alleen bij het betreffende portier.
Het kinderveiligheidsslot kan alleen bij
geopend portier worden ingeschakeld door
het bedieningsmechanisme met de con-
tactsleutel omhoog of omlaag te duwen.
Stand 1 (mechanisme omhoog) =
Systeem ingeschakeld.
Stand 2 (mechanisme omlaag) =
Systeem uitgeschakeld.
BELANGRIJK Houdt u aan de aanwijzin-
gen in de paragraaf “Kinderveiligheidsslot”
in het hoofdstuk “Wegwijs in uw Auto”.
– Openen: trek aan handgreep (
A-fig.
3).
– Sluiten: druk op knopje ( B-fig. 3)
(dit kan ook bij geopend portier) en sluit
het portier.
P4U00253
P4U00254
fig. 1
fig. 2
P4U00255
fig. 3
P4U00412
fig. 4
De achterportieren
kunnen alleen van bin-
nenuit worden geopend,
als het “kinderveiligheidsslot” is
uitgeschakeld.
Page 222 of 291

221
ZITPLAATSEN
ZITPLAATSEN ACHTER
Hoofdsteunen
De auto is voorzien van twee hoofdsteu-
nen voor de zijzitplaatsen achter (fig.
5 ). De auto kan ook zijn uitgerust met
een derde hoofdsteun (optional) voor de
middelste zitplaats achter ( fig. 6).
V oor de hoogte-verstelling van de derde
hoofdsteun moet de steun helemaal om-
hoog worden geduwd totdat hij blok-
keert.
De derde (middelste) hoofdsteun kan
niet worden verwijderd, terwijl de hoofd-
steunen van de zijzitplaatsen achter op
de volgende manier kunnen worden ver-
wijderd: Centrale armsteun
Klap de armsteun voor gebruik omlaag,
zoals aangegeven (fig. 7) m.b.v. de
handgreep (A).
skiluik
Het skiluik kan worden gebruikt voor
het vervoer van lange voorwerpen (bijv.
ski’s).
Om het skiluik te bereiken, moet u de
armsteun neerklappen, aan de hand-
greep (A-fig. 8) trekken en het ski-
luik op de armsteun (fig. 9) neerklap-
pen.
Op uitvoeringen met een derde hoofd-
steun, moet voordat de armsteun wordt
neergeklapt, de hoofdsteun geheel om-
hoog worden getrokken en de stoffen be-
scherming worden losgemaakt.
P4U00257
fig. 5
P4U00336
fig. 6 Onthoud dat de derde
(middelste) hoofdsteun
geheel moet worden
uitgetrokken zodat het hoofd en
niet de nek wordt gesteund. Al-
leen in deze positie biedt de
steun bescherming, wanneer de
auto van achteren aangereden
wordt.
– Trek de hoofdsteunen ongeveer 2 cm
omhoog.
– Druk de knoppen ( Aen B-fig. 5)
gelijktijdig in en verwijder de hoofdsteu-
nen.
– Houd voor het monteren van de
hoofdsteunen de knoppen (A en B-fig.
5) ingedrukt en steek de steunen geheel
in de openingen.
P4U00337
fig. 7
Page 223 of 291

222
Het skiluik kan als optional worden uit-
gerust met een hoes voor het vervoeren
van ski’s.
BELANGRIJK Leg de hoes uit in de
auto en steek dan pas de ski’s in de
hoes. Laat na het vervoeren van ski’s de
hoes drogen (als deze nat is), vouw hem
vervolgens op en plaats hem in het ski-
luik. VEILIGHEIDS-
GORDELS
HOOGTEVERSTELLING
VEILIGHEIDSGORDELS ACHTER
De bovenste bevestigingsbeugel van de
zijveiligheidsgordels achter kan in drie
verschillende standen worden gezet.De
hoogte van de gordel moet altijd zijn af-
gestemd op het postuur van de inzitten-
de. Dankzij deze voorzorgsmaatregel
werkt de gordel beter en is het risico op
verwondingen tijdens een botsing gerin-
ger.
De gordel is goed afgesteld als hij over
de schouder halverwege tussen nek en
uiteinde van de schouder ligt.
Druk om de hoogte te regelen op knop
( A-fig. 10) van de rolautomaat en
schuif gelijktijdig beugel (B-fig. 10) in
de gewenste stand.
P4U00339
fig. 9
P4U00338
fig. 8
P4U00262
fig. 10 Controleer na het af-
stellen altijd of de be-
vestiging in één van de
vaste posities is geblokkeerd.
Laat de knop (A-fig. 10) los en
duw de beugel naar beneden, zo-
dat de bevestigingsbeugel blok-
keert, als dit nog niet was ge-
beurd.
Page 224 of 291

223
HEUPGORDEL VAN DE
ZITPLAATS MIDDENACHTER
Als de heupgordel van de zitplaats mid-
denachter niet gebruikt wordt, plaats dan
gesp (A-fig. 11) in steun (B-fig. 11)
op de rugleuning van de zitplaats achter.
ACHTERRUITWISSER –
ACHTERRUITSPROEIER
WERKING (fig. 12)
Deze werkt alleen als de contactsleutel
in stand MAR staat.
Draai voor inschakeling van de achter-
r uitwisser schakelaar (A ) in stand '.
De achterruitwisser wist met interval.
Als u de bedieningshendel (B ) naar
voren duwt, schakelt de achterruitsproeier
in; als u de hendel loslaat schakelt hij
automatisch uit.
Als de achterruitsproeier wordt ingescha-
keld, gaat automatisch ook de achterruit-
wisser enkele seconden werken.
WISSERBLAD VERVANGEN
(
fig. 13)
Het wisserblad van de achterruitwisser
moet samen met de wisserarm vervan-
gen worden.
Ga als volgt te werk:
– Geef de stand van het wisserblad ten
opzichte van de achterruit aan.
– Til het dopje ( A) op, draai de moer
(B) los en verwijder de arm (C).
– Plaats de nieuwe wisserarm in de juiste
stand en draai de moer zorgvuldig vast.
– Kantel het dopje dicht.
P4U00377
fig. 11
P4U00263
fig. 12
Maak de gesp altijd
vast in de steun als
deze niet gebruikt
wordt, om te voorkomen dat bij
een ongeluk de inzittenden van
de auto door de gesp geraakt
kunnen worden.
P4U00264
fig. 13