Page 153 of 171

22-09-2003
PRAKTISCHE INFORMATIE139
* Zekeringen boven in de zekeringkast.
Zekering Amp Functies
9 30 A Ruitbediening v——r, automatische bediening ruiten v——r.
10 15 A Diagnose-aansluiting, 12 V-aansluiting achter, trekhaak.
11 20 A Autoradio, multifunctioneel display, stuurkolomschakelaar, automatische transmissie, elektronische eenheid wegklapbaar dak.
12 10 A Parkeerlicht rechts voor en rechts achter, kentekenplaatverlichting en trekhaak, verlichting
schakelaars centrale portiervergrendeling/alarm/alarmknipperlichten/ESP, verlichting paneelairconditioning/asbak, verlichting schakelaars stoelverwarming/automatische transmissie,
aansteker.
14 30 A Bediening vergrendelen/ontgrendelen portieren/achterklep, bediening supervergrendeling.
15 30 A Automatische bediening ruiten achter, motor mechanisme wegklapbaar dak.
16 10 A Servicecentrale motor, alarm, stuurkolomschakelaars, airbags.
17 10 A Remlicht rechts, derde remlicht.
18 10 A
Diagnose-aansluiting, stuurkolomschakelaar, elektrochromatische binnenspiegel, remlichtschakelaar
en schakelaar koppelingspedaal, schakelaar koelvloeistofniveaumeter, extra remlichtschakelaar.
19 30 A Shunt tijdens opslag.
22 10 A Parkeerlicht links voor en links achter, kentekenplaatverlichting en trekhaak.
23 15 A Sirene alarminstallatie, infraroodeenheid alarm.
24 15 A Instrumentenpaneel, autoradio, multifunctioneel display, airconditioning, parkeerhulp,
regen-/lichtsensor.
26 30 A Achterruitverwarming.
27* 20 A Stoelverwarming.
28* 40 A Pomp wegklapbaar dak.
Page 154 of 171

PRAKTISCHE INFORMATIE
142
WISSERBLADEN
VERVANGEN De ruitenwissers in de onderhoudsstand zetten
Bedien de ruitenwisserschake- laar binnen ŽŽn minuut na hetafzetten van het contact om deruitenwissers naar het middenvan de voorruit te bewegen(onderhoudsstand).
Vervangen van een wisserblad
Til de ruitenwisserarm op, maak de clip los en verwijder het wisserblad.
Monteer het nieuwe wisserbladen zet de ruitenwisserarm terug.
Opmerking: Het kortste wisserblad
moet op de rechter ruitenwisserarmworden gemonteerd. Zet het contact aan en bedien de ruitenwisserschakelaar om de rui-tenwissers in de ruststand te zetten. ECO-MODE Nadat de motor is afgezet wordt als het contact in de stand accessoiresstaat een aantal elektrische voorzie-ningen (ruitenwissers, ruitbediening,plafonniers, autoradio, enz.) na eenhalf uur automatisch uitgeschakeld,om te voorkomen dat de accu ontla-den raakt. Op dat moment verschijnt de mel- ding
"Eco-mode actief" op het mul-
tifunctionele display. Start de motor en laat deze enkele seconden draaien om de bovenge-noemde voorzieningen weer te kun-nen gebruiken. SPAARFASE ACCU In verband met de laadtoestand van de accu kunnen tijdens het rijdensommige voorzieningen (airconditio-ning, achterruitverwarming, enz.) tij-delijk uitgeschakeld worden. Deze voorzieningen worden weer automatisch ingeschakeld zodra delaadtoestand van de accu dit toelaat. Opmerking:
De uitgeschakelde
voorzieningen kunnen tevens hand- matig weer ingeschakeld worden.Hierbij bestaat het risico dat de accuontladen raakt.
Als de accu ontladen is,kan de motor niet gestartworden.
22-09-2003
Page 155 of 171

22-09-2003
PRAKTISCHE INFORMATIE143
ACCU Laden met behulp van een acculader:
Ð maak de accupoolklemmen los,
Ð volg de aanwijzingen van de fabrikant op de acculader,
Ð sluit de accukabels weer aan, te beginnen met de (Ð) kabel,
Ð controleer of de accupolen en de klemmen schoon zijn. Indien ze bedekt zijn
met een (witte of groene) oxidatielaag, neem dan de accukabels los en reinig de polen en de klemmen.
Starten met een hulpaccu:
Ð sluit eerst de rode kabel aan op de (+) polen van de beide accu's,
Ð sluit de groene of zwarte kabel aan op de (Ð) pool van de hulpaccu aan,
Ð sluit het andere uiteinde van de groene of zwarte kabel aan op een zo ver mogelijk van de accu verwijderd massapunt van de te starten auto aan.
Stel de startmotor in werking en laat de motor draaien.
Wacht tot de motor stationair draait en neem dan de kabels los.
Het is raadzaam de accu los te koppelen als uw auto langer dan een maand buiten gebruik is.Ð Wacht 2 minuten na hetuitzetten van het con- tact alvorens de acculos te koppelen.
Ð Maak de accupoolklemmen niet los bij draaiende motor.
Ð Laad de accu niet op zonder de accukabels los te nemen.
Ð Sluit de ruiten en het dak voor- dat de accupoolklemmen wor-
den losgemaakt. Als de ruitenna het weer aansluiten nietgoed werken, dienen deze teworden gereset (zie het hoofd-stuk "Herprogrammeren van deelektrisch bedienbare ruiten").
Ð Zet, elke keer nadat de accuka- bels weer zijn aangesloten, het
contact AAN en wacht 1 minuutalvorens de motor te starten,zodat de elektronische syste-men ge•nitialiseerd kunnen wor-
den. Raadpleeg uw PEUGEOT-servicepunt als er zich na dezehandeling toch nog problemenvoordoen.
Page 156 of 171
22-09-2003
PRAKTISCHE INFORMATIE
144
SLEPEN VAN UW AUTO Zonder takelen (4 wielen op de grond) Gebruik hiervoor altijd een sleepstang. Het afneembare sleepoog is in het reservewiel opgeborgen. Aan de voorzijde:
Maak het klepje los door op de onderkant ervan te drukken.
Draai het sleepoog vast tot het stuit.
Aan de achterzijde: Maak het klepje aan de bovenkant los met behulp van een muntstuk.
Draai het sleepoog vast tot het stuit.
Getakeld (2 wielen op de grond)
Het professioneel takelen van de wagen geniet de voorkeur. Bijzonderheden automatische transmissie Bij het slepen van de auto, zonder takelen, moet aan de volgende voor-waarden voldaan worden:
Ð Zet de selectiehendel in de stand
N,
Ð Rijd met een snelheid van maxi- maal 50 km/h en sleep de auto over een afstand van hoogstens
50 km.
Ð Voeg geen extra vloeistof toe aan de automatische transmissie.
Bij het slepen van de automet stilstaande motor zijnde rembekrachtiging ende stuurbekrachtiging uit-geschakeld.
Page 157 of 171

22-09-2003
PRAKTISCHE INFORMATIE145
TREKKEN VAN EEN AANHANGER
Gebruik uitsluitend een door PEUGEOT goedgekeurde trekhaak.
Laat een trekhaak alleen door een
PEUGEOT-servicepunt monteren. Uw auto is hoofdzakelijk bedoeld voor het vervoer van personen enbagage, maar is tevens geschikt
voor het trekken van een aanhanger. Het rijden met een aanhanger heeft veel invloed op het rijgedrag van deauto en vergt daarom extra aandacht
van de bestuurder. Door een geringere luchtdichtheid nemen de prestaties van de motor afals men op grotere hoogte boven de
zeespiegel komt. Trek boven de
1 000 m 10 % van het maximumaanhangergewicht af en herhaal dit
voor elke volgende 1 000 m. De parkeerhulp wordt bij het aankop- pelen van een aanhanger automa-tisch uitgeschakeld.Adviezen Gewichtsverdeling:
Verdeel het
gewicht in de caravan/aanhanger gelijkmatig en houd u aan de toege-stane kogeldruk. Koeling: Het trekken van een aan-
hanger op een helling veroorzaakt een hogere koelvloeistoftempera-
tuur. De koelventilator wordt elektrisch bediend en is niet afhankelijk van hetmotortoerental. Gebruik daarom een zo hoog moge- lijke versnelling om het toerental tebeperken en pas uw snelheid aan. Het maximum aanhangergewicht is afhankelijk van het hellingspercenta-ge en de temperatuur van de buiten-lucht. Let in elk geval goed op de aanwij- zing van de koelvloeistoftempera-
tuurmeter. Als het verklikkerlampje van de koel- vloeistoftemperatuur gaat branden,stop dan zo snel mogelijk en zet demotor af. Banden:
Controleer de banden-
spanning van de auto en de aanhan-ger en breng deze indien nodig opde juiste waarde. Remmen: Het trekken van een aan-
hanger vergroot de remweg.
Verlichting: Controleer de verlich-
ting van de aanhanger.Zijwind: Houd er rekening mee dat
de zijwindgevoeligheid van de auto groter is.
Page 158 of 171
22-09-2003
PRAKTISCHE INFORMATIE
146
VERWIJDEREN VAN DE MAT Als de vloermat aan bestuurderszij- de verwijderd moet worden, schuifdan de stoel in de achterste stand endraai de bevestigingen los. Leg de vloermat weer terug en plaats de bevestigingen door ze vastte drukken.
Page 159 of 171
PRAKTISCHE INFORMATIE147
Noodbediening dak
22-09-2003
Page 160 of 171
PRAKTISCHE INFORMATIE
148
Hoedenplank
Achterklep
Scharnierende afdekplatenAfdekscherm
Blokkeerbout dak
Ontlastnippel
Dorpel bagageruimte Kunststof afdekplaten22-09-2003