22-09-2003
92
4UW 307 CC IN EEN OOGOPSLAG
DE SLEUTELS Met de sleutels kunnen de sloten van zowel het bestuurderspor-
tier, de brandstofvuldop, hetdashboardkastje, de uitschakelingvan de airbag aan passagierszijde,de blokkeerschakelaar van deontgrendelingsknop van deachterklep en het contactslotworden bediend. De afstandsbediening
VergrendelenDruk op de knop Aom de auto te
vergrendelen.Dit wordt bevestigd door het gedurende ongeveer tweeseconden branden van de rich-tingaanwijzers. Auto's metsupervergrendeling
De supervergrendelingblokkeert het van binnenuiten van buitenaf openenvan de portieren.
Door ŽŽn keer op de knop Ate
drukken wordt de supervergren-deling ingeschakeld. Dit wordt bevestigd door het gedurende ongeveer tweeseconden branden van de rich-tingaanwijzers. Door binnen vijf seconden na het inschakelen van de superver-grendeling nogmaals op de knop
A te drukken wordt de normale
vergrendeling ingeschakeld. Dit wordt bevestigd door het gedurende ongeveer tweeseconden branden van de rich-tingaanwijzers. Ontgrendelen Druk op de knop Bom de auto te
ontgrendelen. Dit wordt bevestigd door het snel knipperen van de richting-aanwijzers.
Opmerking: Als de auto is vergren-
deld en per ongeluk wordt ontgren-deld zonder dat binnen
30 seconden een van deportieren of de achterklepwordt geopend, wordt deauto automatisch weervergrendeld.
Op een kier zetten van deachterklep Druk langop de knop Bom de
portieren te ontgrendelen en de achterklep op een kier te zetten.
STARTEN
STOP: Het contact is afgezet. 1 e
stand, accessoires:
Het contact is afgezet, maar de accessoires functioneren wel. 2 e
stand, contact aan:
Het contact staat aan.Starten: De startmotor wordt in werkinggezet.
22-09-2003
UW 307 CC IN DETAIL73
Het hoofdmenu
"Navigatie"biedt
verschillende mogelijkheden tot navigeren:
Ð kiezen van een bestemming (invoeren adres, dienst, GPS-cošr- dinaten, opgeslagen adres).
Ð veranderen van de oorspronkelijke route (omleiding).
Ð weergave van de gekozen bestem- ming.
Ð instellen van de navigatiemogelijkhe- den.
Ð stoppen of hervatten van de navi- gatie (weergave van een meldingafhankelijk van de uitgangssituatie).
Navigatie Het menu
"Kiezen bestemming"
biedt verschillende mogelijkheden om een bestemming te bereiken:
¥ invoeren van het adres van de bestemming.
¥ kiezen van een dienst (gemeente- huis, hotel, bioscoop, luchtha- ven...).
¥ invoeren van GPS-cošrdinaten.
¥ kiezen van een adres uit de index.
¥ kiezen uit de laatste tien ingevoerde bestemmingen.
Kiezen van een bestemming De laatst ingevoerde bestemming wordt weergegeven. Selecteer en bevestig achtereenvolgens de velden
"Plaats", "Straat" en "Nr."
en vul ze in. De bestemming wordt bevestigd door de functie "OK"te kiezen,
waarna de navigatie wordt opgestart. De weergegeven bestemming wordt opgeslagen in een kaart van hetgeheugen door de functie "Opslaan"
te kiezen. De huidige locatie wordt weergege- ven door de functie "Huid. locat."te
kiezen.
Invoeren van een bestemming
22-09-2003
UW 307 CC IN DETAIL77
Het menu
"Navigatiemogelijkheden"
biedt toegang tot de volgende functies:
Ð wijzigen van de criteria voor de routeberekeningen.
Ð instellen van gesproken navigatie- aanwijzingen.
Ð beschrijving van de informatie met betrekking tot de navigatie-CD-ROM.
Ð beheer van in het geheugen opge- slagen adressen.
Navigatiemogelijkheden De laatst gebruikte criteria worden weergegeven. Kies de gewenste criteria uit de lijst en bevestig door op de draaiknop tedrukken. Als de gewenste criteria zijn geko- zen, kies dan de functie
"OK"en
druk op de draaiknop. Instellen van gesproken berichten Kies nadat u de configuratie-CD-ROM geplaatst hebt het type stem "manne-
lijk" of "vrouwelijk" .
Regel het volume van de gesprokenberichten door aan de draaiknop tedraaien en bevestig uw keuze doorerop te drukken. Opmerking: Het volume kan tijdens
een bericht ook worden ingesteld met behulp van de knop van de auto-radio/telefoon of de stuurkolomscha-
kelaar. Beheer van de index Met deze functie kan een in de index opgeslagen adres worden her-noemd. Selecteer de omschrijving die over- eenkomt met het opgeslagen adresom het te wijzigen. Selecteer de functie
"Hernoemen"
en bevestig door op de draaiknop te drukken. Kies de functie "OK"en bevestig
door op de draaiknop te drukken om de wijzigingen op te slaan. Stoppen/hervatten van de navigatie
¥ "Navigatie stoppen" Kies deze functie tijdens het navige- ren en bevestig uw keuze.
¥ "Navigatie hervatten" Als de navigatie gestopt is, kies dan deze functie en bevestig uw keuze omde navigatie naar de laatst ingevoerdebestemming te starten. Opmerking: Wanneer u opnieuw
het contact aanzet, kunt u op het scherm een navigatie hervatten, dievoor het uitzetten van het contactactief was.
Criteria voor berekeningen
22-09-2003
UW 307 CC IN DETAIL
118
Automatische bediening Automatisch schakelen in de
vier
versnellingen :
Selecteer de stand Din het scha-
kelpatroon.
De versnellingsbak kiest voortdurend de meest geschikte versnelling afhan-kelijk van de volgende parameters: Ð De rijstijl.Ð Het profiel van de weg.Ð De belading van de auto.De versnellingsbak werkt dan auto- matisch, zonder dat u zelf hoeft teschakelen. LET OP Zet de selectiehendel nooit in de stand Nals de auto rijdt.
Zet de selectiehendel nooit in destand Pof Rals de auto niet volledig
stilstaat. Zet de selectiehendel nooit in een andere stand om af te remmen opeen glad wegdek. Opmerkingen
Voor een maximale acceleratie zon- der de stand van de selectiehendel tewijzigen, moet het gaspedaal volledigworden ingedrukt (kick down). De ver-snellingsbak schakelt automatischterug of handhaaft de ingeschakeldeversnelling totdat de motor het maxi-mum toerental bereikt. Bij het remmen schakelt de versnel- lingsbak automatisch terug om ster-ker op de motor af te remmen. Om de veiligheid te verbeteren scha-kelt de versnellingsbak niet naar eenhogere versnelling als u het gaspe-daal plotseling loslaat. Programma's Sport en Sneeuw Naast het auto-adaptieve programma heeft u de beschikking over twee spe-cifieke programma's. De gekozen stand wordt in het instru- mentenpaneel aangegeven. Programma Sport
Druk op de toets Sals de auto is
gestart en de stand Dis geselec-
teerd.
De versnellingsbak maakt automa- tisch een dynamische rijstijl mogelijk. Programma Sneeuw Dit programma zorgt ervoor dat u gemakkelijker kunt rijden op eenondergrond met weinig grip. Druk op de toets
als de auto is
gestart en de stand Dis geselec-
teerd.
De versnellingsbak past zich aan voor het rijden op gladde wegen. Opmerking: U kunt op elk moment
terugkeren naar het auto-adaptatieve programma. Druk nogmaals op de toets Sof
om het huidige programma uit
te schakelen Handmatige bediening Handmatig schakelen in de
vier
versnellingen :
Selecteer de stand Min het scha-
kelpatroon.
Duw de selectiehendel naar het symbool +om op te schakelen.
Trek de selectiehendel naar hetsymbool Ðom terug te schakelen.
Er kan elk moment van de stand D
(rijden in de automatische stand)naar de stand M(rijden in de hand-
bediende stand) worden geschakeld. Opmerkingen Het schakelen naar een andere stand kan alleen als de snelheid vande auto en het toerental van demotor dit toestaan, anders wordt ertijdelijk overgegaan op de automati-sche bediening. Als de auto stopt of langzaam rijdt, kiest de automatische transmissieautomatisch de stand M1.
De programma's S(sport) en
(sneeuw) kunnen niet worden inge-schakeld in de handbediende stand.