Page 145 of 171

PRAKTISCHE INFORMATIE135
LAMPEN VERVANGEN Koplampen Opmerking:
Verwijder, om bij de lampen te komen, aan
de rechterzijde de sierkap die is bevestigd met twee plastic pluggen. Raak de lampen uitsluitend met een droge doekaan.
1 - Dimlicht (H7-55 W),
2 - Grootlicht (H1-55 W),
3 - Mistlampen v——r (H1-55 W). Draai de beschermkap van de defecte lamp een kwart
omwenteling naar links en verwijder deze.
Neem de stekker los.
Druk op het uiteinde van de borglip om deze los te
maken. Vervang de lamp. Let bij het monteren op de goede stand van de nokjes en controleer of de borglip goed vast zit.
Sluit de stekker weer aan.
Monteer de beschermkap met de pijl naar boven endraai deze vervolgens een kwart omwenteling naarrechts. De koplampen zijn uitgerust met glazen van polycarbonaatvoorzien van een beschermlaag.
Gebruik voor het
schoonmaken van de koplampen nooit een drogedoek of een schuur-, schoonmaak- of oplosmiddel.
Gebruik een spons en zeepwater.
4 - Parkeerlicht (W 5 W). Trek de fitting naar achteren, verwijder de lamp en ver-
vang deze.
5 - Richtingaanwijzers (PY 21 W amberkleurig). Draai de lamphouder een kwart omwenteling en
verwijder deze.
Vervang de lamp.
Opmerking: Bij bepaalde weersomstandigheden (lage
temperatuur, vochtig weer), kan aan de binnenzijde van
de koplampen enige condensvorming ontstaan . Deze
verdwijnt zodra de lampen enige tijd branden.
22-09-2003
Page 146 of 171

22-09-2003
PRAKTISCHE INFORMATIE
136
Zijknipperlichten
(WY 5 W amberkleurig)
Druk het zijknipperlicht naar voren en trek het geheel los.
Houd de stekker vast en draaihet glas een kwart omwenteling.
Vervang de lamp. Achterlichten
1 - Remlichten (LED's).
2 - Achterlichten (LED's).
3 - Richtingaanwijzers (P 21 W).
4 - Achteruitrijlicht (P 21 W),
rechts.
Mistachterlicht (P 21 W), links. Richtingaanwijzers
Verwijder de 3 bouten van de
bekleding van het desbetreffendezijpaneel van de bagageruimteom bij de achterlichtunit te
komen (gebruik de Torx TM
20
dopsleutel Cdie zich in het
mapje met de boorddocumenta-tie bevindt),
Verwijder de bevestigingsmoervan de achterlichtunit aan debinnenzijde van de bagageruimte,
Verwijder de achterlichtunit,
Draai de lamphouder 5een kwart
omwenteling,
Verwijder de lamphouder,
Vervang de defecte lamp.
Opmerking: Let er bij het plaatsen
op dat de lamphouder en de achter-lichtunit goed worden geplaatst.
De amberkleurige lam-pen (richtingaanwijzersen zijknipperlichten)moeten worden vervan-gen door lampen met
dezelfde kleur en eigenschappen.
Werkzaamheden aan de LED's dienen te wordenuitgevoerd door een
PEUGEOT-servicepunt.
Page 147 of 171

22-09-2003
PRAKTISCHE INFORMATIE
136
Zijknipperlichten
(WY 5 W amberkleurig)
Druk het zijknipperlicht naar voren en trek het geheel los.
Houd de stekker vast en draaihet glas een kwart omwenteling.
Vervang de lamp. Achterlichten
1 - Remlichten (LED's).
2 - Achterlichten (LED's).
3 - Richtingaanwijzers (P 21 W).
4 - Achteruitrijlicht (P 21 W),
rechts.
Mistachterlicht (P 21 W), links. Richtingaanwijzers
Verwijder de 3 bouten van de
bekleding van het desbetreffendezijpaneel van de bagageruimteom bij de achterlichtunit te
komen (gebruik de Torx TM
20
dopsleutel Cdie zich in het
mapje met de boorddocumenta-tie bevindt),
Verwijder de bevestigingsmoervan de achterlichtunit aan debinnenzijde van de bagageruimte,
Verwijder de achterlichtunit,
Draai de lamphouder 5een kwart
omwenteling,
Verwijder de lamphouder,
Vervang de defecte lamp.
Opmerking: Let er bij het plaatsen
op dat de lamphouder en de achter-lichtunit goed worden geplaatst.
De amberkleurige lam-pen (richtingaanwijzersen zijknipperlichten)moeten worden vervan-gen door lampen met
dezelfde kleur en eigenschappen.
Werkzaamheden aan de LED's dienen te wordenuitgevoerd door een
PEUGEOT-servicepunt.
Page 148 of 171
22-09-2003
PRAKTISCHE INFORMATIE137
Kentekenplaatverlichting (W 5 W)
Steek een kleine schroeven- draaier in een van de buitenstegaten van het lampglas.
Duw het lampglas naar buitenom het los te maken.
Verwijder het lampglas.
Vervang de defecte lamp.
Derde remlicht (LED's)
Achteruitrijlicht/ mistachterlicht Maak de bekleding van het des-
betreffende binnenpaneel van deachterklep op twee plaatsen los,
Duw de bekleding voorzichtigopzij om bij de lamphouder 6te
kunnen komen,
Draai de lamphouder een kwartomwenteling,
Verwijder de lamphouder,
Vervang de defecte lamp.
Opmerking: Let er bij het plaatsen
op dat de lamphouder goed wordtgeplaatst.
Werkzaamheden aan de LED's dienen te wordenuitgevoerd door een
PEUGEOT-servicepunt.
Page 149 of 171

PRAKTISCHE INFORMATIE
138
ZEKERINGEN VERVANGEN De zekeringkasten bevinden zich onder het dashboard (bestuurders-zijde) en onder de motorkap. De reservezekeringen en de tang
A
zijn aangebracht aan de binnenkant van het deksel van de zekeringkastonder het dashboard.
Verwijderen en plaatsen van een zekering
Voordat u een zekering vervangt, dient u eerst de oorzaak van de sto-ring op te sporen en te (laten) ver-helpen. De nummers van de zekeringen zijn aangegeven op de zekeringkast. Gebruik de tang A.
Vervang een defecte zekering altijd door een zekering metdezelfde stroomsterkte. Zekeringen dashboard
Draai met een muntstuk de schroef een kwart omwentelinglos en kantel het deksel om bij dezekeringen te komen.
Zekering Amp Functies
1 10 A Mistachterlicht.
2Ð Niet gebruikt.
4 15 A Ruitbediening v——r, bogen, wegklapbaar dak.
5 15 A Remlicht links en voor trekhaak.
7 30 A Plafonnier achter, plafonnier v——r, kaartleeslampjes,
12 V-aansluiting voor, verlichting dashboardkastje.
Goed
Tang ADefect
22-09-2003
Page 150 of 171

22-09-2003
PRAKTISCHE INFORMATIE
140
Zekeringen in de motorruimte ZekeringkastOpenen zekeringkast in de motor- ruimte (naast de accu):
Maak het deksel los.
Sluit na de werkzaamheden het deksel zorgvuldig en plaats dekap terug.
Zekering Amp Functies 1* 50 A Koelventilator.
2* 30 A Pompmotor ESP/ABS.
3* 30 A Elektrokleppen ESP/ABS.
4* 70 A Voeding intelligente servicecentrale.
5* 70 A Voeding intelligente servicecentrale.
6* 60 A Stoelverwarming - pomp wegklapbaar dak.
7* 30 A Contactslot/stuurslot.
8* 70 A Elektropompgroep stuurbekrachtiging.
Zwevende Amp Functies
FV1* 20 A Motorventilateur lage snelheid.
FV2* 30 A Motorventilateur hoge snelheid.
Bij het ontwerp van het elektrische circuit van uwauto is reeds rekeninggehouden met de monta-ge van zowel de stan-
daarduitrusting als eventueleopties.
Raadpleeg uw PEUGEOT-ser- vicepunt voordat u andere elektri-sche voorzieningen of accessoi-res in de auto monteert of laatmonteren.
PEUGEOT is niet aansprakelijk voorkosten die voortvloeien uit het ver-helpen van storingen veroorzaaktdoor het monteren van extra acces-soires die niet door PEUGEOT aan-bevolen en geleverd worden of doorvoorzieningen die niet volgens devoorschriften van PEUGEOT zijngemonteerd. Dit geldt met namevoor apparatuur met een stroomver-bruik van meer dan 10 milliamp
* De hoofdzekeringen zorgen voor een extra beveiliging vande elektrische installatie.
Werkzaamheden aan de hoofd-zekeringen en de zwevendezekeringen dienen door een
PEUGEOT-servicepunt uitge-voerd te worden.
zekering
Page 151 of 171

22-09-2003
PRAKTISCHE INFORMATIE141
Zekering Amp
Functies
1 10 A Achteruitrijlichtschakelaar automatische transmissie, voeding relais startbeveiliging automatische transmissie, achteruitrijlichtschakelaar handgeschakelde versnellingsbak,
snelheidssensor.
2 15 A Elektroklep absorptievat, brandstofpomp.
3 10 A
Elektronische eenheid stuurbekrachtiging - elektronische eenheid ABS of elektronische eenheid ESP.
4 10 A Elektronische eenheid injectie, voeding relais koelventilator, voeding relais extra verwar-ming, elektronische eenheid automatische transmissie, sequenti‘le bediening automatischetransmissie, relais shift lock automatische transmissie.
5Ð Niet gebruikt.
6 15 A Mistlampen v——r.
7 20 A Pomp koplampsproeiers.
8 20 A Voeding relais koelventilator, voeding elektronische eenheid motor.
9 15 A Dimlicht links.
10 15 A Dimlicht rechts.
11 10 A Grootlicht rechts.
12 10 A Grootlicht links.
13 15 A Claxon.
14 10 A Pomp ruitensproeiers.
15 30 A Lambdasondes, elektroklep UGR, bobine, voeding verstuivers.
16 30 A Luchtpomp benzinemotor met automatische transmissie.
17 30 A Lage/hoge wissnelheid ruitenwissers.
18 40 A Aanjager airconditioning.
Page 152 of 171

PRAKTISCHE INFORMATIE
138
ZEKERINGEN VERVANGEN De zekeringkasten bevinden zich onder het dashboard (bestuurders-zijde) en onder de motorkap. De reservezekeringen en de tang
A
zijn aangebracht aan de binnenkant van het deksel van de zekeringkastonder het dashboard.
Verwijderen en plaatsen van een zekering
Voordat u een zekering vervangt, dient u eerst de oorzaak van de sto-ring op te sporen en te (laten) ver-helpen. De nummers van de zekeringen zijn aangegeven op de zekeringkast. Gebruik de tang A.
Vervang een defecte zekering altijd door een zekering metdezelfde stroomsterkte. Zekeringen dashboard
Draai met een muntstuk de schroef een kwart omwentelinglos en kantel het deksel om bij dezekeringen te komen.
Zekering Amp Functies
1 10 A Mistachterlicht.
2Ð Niet gebruikt.
4 15 A Ruitbediening v——r, bogen, wegklapbaar dak.
5 15 A Remlicht links en voor trekhaak.
7 30 A Plafonnier achter, plafonnier v——r, kaartleeslampjes,
12 V-aansluiting voor, verlichting dashboardkastje.
Goed
Tang ADefect
22-09-2003