Page 17 of 171

22-09-2003
DE PEUGEOT ONDERHOUDSCONTROLES
20
ONDERHOUDSINTERVALINDICATOR
De onderhoudsintervalindicator geeft de afstand tot de volgendeonderhoudsbeurt aan overeenkoms-tig het onderhoudsschema van defabrikant.
Werking Als het contact wordt aangezet, gaat gedurende 5 seconden de onder-houdssleutel branden. De kilometer-teller geeft de resterende kilometers(afgerond) tot de eerstvolgendeonderhoudscontrole aan.
Voorbeeld:
De afstand tot de eerstvol-
gende onderhoudscontrole bedraagt
4.800 km. Als het contact wordt aange-zet, geeft het display gedurende
5 seconden het volgende aan: De afstand tot de eerstvolgendebeurt is minder dan 1.000 km.
Voorbeeld:
De afstand tot de eerstvolgen-
de onderhoudscontrole bedraagt 900 km.
Als het contact wordt aangezet,geeft het display gedurende 5seconden het volgende aan: 5 seconden na het aanzetten van het contact treedt de kilometerteller weer inwerking en blijft de onderhoudssleutelbranden. Dit om aan te geven dat er binnenkort onderhoudswerkzaamheden uitgevoerdmoeten worden. De teller geeft de kilome-terstand en de stand van de dagteller aan.
5 seconden na het aanzetten van hetcontact geeft de teller weer de kilo-meterstand en de stand van de dag-teller aan.
De afstand tot de eerstvolgendebeurt is overschreden. Als het contact wordt aangezet, gaat gedurende 5 seconden de onder-houdssleutel knipperen.
Voorbeeld:
U heeft de afstand tot de
eerstvolgende onderhoudsbeurt met 300 km overschreden. Er moeten zosnel mogelijk onderhoudswerkzaam-heden worden uitgevoerd. Als het contact wordt aangezet, geeft het display gedurende 5seconden het volgende aan: 5 seconden na het aanzetten van het contact treedt de kilometerteller weerin werking en blijft de onderhoudss-leutel branden. De teller geeft de kilometerstand en de stand van de dagteller aan. Opmerking: de onderhoudssleutel
kan ook gaan branden als de interval van twee jaar is overschreden (zie
rubriek "PEUGEOT-Onderhoudscontroles").
Page 18 of 171
22-09-2003
DE PEUGEOT ONDERHOUDSCONTROLES21
Op 0 zetten
Uw PEUGEOT-servicepunt zet de onderhoudsintervalindicator na elkeonderhoudsbeurt weer op 0. Als u zelf de onderhoudscontrole van uw auto heeft uitgevoerd, kande onderhoudsintervalindicator opde volgende wijze op 0 gezet wor-den:
Zet het contact af.
Druk op de resetknop van de dagteller en houd deze inge-drukt.
Zet het contact aan.
De kilometerteller begint terug te tellen.
Laat de knop los als de onderhoudsin-tervalindicator "0000.0"aangeeft; de
onderhoudssleutel verdwijnt. Belangrijk: Als u na deze handeling
de accu wilt loskoppelen, vergrendel dan de auto en wacht minimaal vijfminuten. Het resetten van de onder-houdsintervalindicator zal andersniet worden opgeslagen.
Page 19 of 171

Voor deze onderhoudscontroles dient minimaal semi-synthetische 10W40 olie te worden gebruikt.
Het gebruik van brandstofbesparende 5W30 olie of synthetische 5W40 olie is ook toegestaan.
Bijzondere gebruiksomstandigheden (zie het desbetreffende hoofdstuk).
* Wat het eerst bereikt is.
DE PEUGEOT ONDERHOUDSCONTROLES
22
VERSCHILLENDE TYPEN ONDERHOUDSCONTROLES Elke auto heeft zijn eigen onderhoudsinterval, dat door de constructeur is vastgesteld op basis van de technische eigenschappen.
Deze bestaat uit 2 verschillende onderhoudscontroles A en C, tussentijdse controles en enkele aanvullende werkzaamheden; deze zijn speciaal op uw auto, de kilometerstand en de leeftijd van uw auto afgestemd. Uw dealer geeft bij de garantiecontrole en daarna bij elke onderhoudscontrole het type en de werkzaamheden van de volgende onderhoudscontrole aan. ONDERHOUDSINTERVAL VAN UW 307 CC 1,6 LITER EN 2,0 LITER
Onderhoudscontrole elke 30.000 km of elke 2 jaar
Garantiecontrole bij
10.000 km of na 6 maanden*.
Deze is noodzakelijk om aanspraak op de garantie te kunnen maken. KILOMETERSTAND 30 000 60 000 90 000
120 000 150 000 180 000 210 000 240 000
Tussentijdse controle tussentwee onderhoudscontroles.
22-09-2003
Page 20 of 171

Voor deze onderhoudscontroles dient minimaal semi-synthetische 10W40 olie te worden gebruikt.
Het gebruik van brandstofbesparende 5W30 olie of synthetische 5W40 olie is ook toegestaan.
Bijzondere gebruiksomstandigheden (zie het desbetreffende hoofdstuk).
* Wat het eerst bereikt is.
DE PEUGEOT ONDERHOUDSCONTROLES
22
VERSCHILLENDE TYPEN ONDERHOUDSCONTROLES Elke auto heeft zijn eigen onderhoudsinterval, dat door de constructeur is vastgesteld op basis van de technische eigenschappen.
Deze bestaat uit 2 verschillende onderhoudscontroles A en C, tussentijdse controles en enkele aanvullende werkzaamheden; deze zijn speciaal op uw auto, de kilometerstand en de leeftijd van uw auto afgestemd. Uw dealer geeft bij de garantiecontrole en daarna bij elke onderhoudscontrole het type en de werkzaamheden van de volgende onderhoudscontrole aan. ONDERHOUDSINTERVAL VAN UW 307 CC 1,6 LITER EN 2,0 LITER
Onderhoudscontrole elke 30.000 km of elke 2 jaar
Garantiecontrole bij
10.000 km of na 6 maanden*.
Deze is noodzakelijk om aanspraak op de garantie te kunnen maken. KILOMETERSTAND 30 000 60 000 90 000
120 000 150 000 180 000 210 000 240 000
Tussentijdse controle tussentwee onderhoudscontroles.
22-09-2003
Page 21 of 171
DE PEUGEOT ONDERHOUDSCONTROLES23
120 000 140 000 160 000 180 000 200 000 220 000 240 000 ONDERHOUDSINTERVAL VAN UW 307 CC 2 LITER 180 PK
Onderhoudscontrole elke 20.000 km of elke 2 jaar
Garantiecontrole bij
10.000 km of 6 maanden*.
Deze is noodzakelijk om aan- spraak op de garantiete kunnen maken.
Voor deze onderhoudscontroles dient uitsluitend 5W40 olie op synthetische basisgebruikt te worden.
Bijzondere gebruiksomstandigheden (zie het desbetreffende hoofdstuk).
* Wat het eerst wordt bereikt. Tussentijdse controle tussen twee onderhoudscontroles.
KM-STAND 20 000 40 000 60 000 80 000 100 000
22-09-2003
Page 22 of 171

22-09-2003
DE PEUGEOT ONDERHOUDSCONTROLES19
BIJZONDERHEDEN Bepaalde belangrijke onderdelen van uw auto vragen speciale aandacht. De remvloeistof dient elke 60.000 km of elke 2 jaar vervangen te worden.
Het interieurfilter dient bij elk bezoek aan het PEUGEOT-servicepunt (tussentijdse controles en onderhoudscontroles)
gecontroleerd te worden.De distributieriem : raadpleeg uw PEUGEOT-servicepunt.
Bijzondere gebruiksomstandigheden Bij gebruik onder bepaalde, bijzonder zware omstandigheden Ð Overwegend huis-aan-huisbestellingen.
Ð Overwegend stadsverkeer.
Ð Korte ritten bij lage temperatuur.
Of bij langdurig gebruik onder de volgende omstandigheden: Ð In warme streken met temperaturen regelmatig hoger dan +30 ¡C.Ð In koude streken met temperaturen regelmatig lager dan Ð15 ¡C.
Ð In stoffige gebieden.
Ð In landen waar smeermiddelen of brandstoffen niet overeenkomen met onze aanbevelingen.
Onder dergelijke omstandigheden is het noodzakelijk om het onderhoudsschema voor "Bijzondere omstandigheden" te volgen en de intervallen te verkorten: ¥ Elke 15.000 km of elk jaar voor de modellen met 2 liter/180 pk motor.
¥ Elke 20.000 km of elk jaar voor de modellen met 1,6 liter of 2 liter motor.
Ð specifieke werkzaamheden: ¥ Vervangen van het luchtfilter elke 15.000 km voor de modellen met 2 liter/180 pk motor.
Page 23 of 171

22-09-2003
DE PEUGEOT ONDERHOUDSCONTROLES25
PEUGEOT-ONDERHOUDSCONTROLES TYPE A EN C EN TUSSENTIJDSE CONTROLE
Type
Werkzaamheden Omschrijving van de werkzaamhedenGarantiecontroleACTussentijdse controle
VERVERSEN Ð Motorolie verversen.
Ð Oliefilter. Ð Brandstoffilter*. VERVANGENÐ Luchtfilterelement. Ð Bougies. Ð Motorolie (controleren + bijvullen). Ð Olie handgeschakelde versnellingsbak (controleren + bijvullen). Ð Niveau elektrolyt in accu (controleren + bijvullen) indien niet onderhoudsvrij. NIVEAUÐ Ruitensproeiervloeistof (controleren + bijvullen). Ð Koelvloeistof (controleren + bijvullen). Ð Remvloeistof (controleren + bijvullen). Ð Stuurbekrachtigingsvloeistof (controleren + bijvullen, volgens uitvoering). Ð Werking verlichting en signalering. Ð Staat van ruiten, koplampreflectoren, lampglazen en spiegels. Ð Claxon. Ð Ruitensproeiers. Ð Staat van ruitenwisserbladen. Ð Staat en spanning van aandrijfriemen. Ð Werking van handrem. Ð Afdichting en staat van hydraulische circuits (slangen en carters). CONTROLEÐ Staat van rubber stofhoezen. Ð Remblokken. Ð Staat en speling van wiellagers, spoorstangen, kogels, silent blocs. Ð Afdichting van schokdempers. Ð Slijtage van remvoeringen achter. Ð Staat en spanning van banden (incl. reservewiel). Ð Emissieregeling, volgens wettelijke voorschriften. Ð Interieurfilter (volgens uitvoering). Ð Visuele controle van de gehele auto door een PEUGEOT-monteur.
SERVICE*Ð Huurauto (indien overeengekomen).
PROEFRIT
: Alle rijomstandigheden : Bijzondere rijomstandigheden * Volgens land van bestemming.
Page 24 of 171
22-09-2003
BENZINEBENZINE
(1) Minimale kwaliteitseis: Benzinemotoren: ACEA A3 en API SH/SJ
ACEA = Association des Constructeurs EuropŽens Automobiles - API = American Petroleum Institute
Bij gebruik van motorolie die niet voldoet aan de norm ACEA A3-B3 is het noodzakelijk het onderhoudsschema "Bijzondere gebruiksomstandigheden" te volgen met de korte intervallen.
COMMERCIèLE BENAMINGEN VAN DE AANBEVOLEN SMEERMIDDELEN VOOR MOTOREN IN EUROPA (1)
26